zaterdag 22 september 2012

Thije Adams

Kunst moet : ook in tijden van cholera
Van Gennep 2012, 94 pagina's - € 4,95

Geboren in 1948. Klik hier voor een toespraak in 2011

Korte beschrijving
Dit essay gaat over het maatschappelijk belang van kunst en kunstbeleid. Aan de orde komt waarom dit belangrijk is met achtereenvolgens de mens en kunst en de rol van bijvoorbeeld religie voor de kunst. Hierna wordt ingegaan op kunst en cultuur, zowel vanuit historisch als cultureel perspectief met hierbij ook aandacht voor de eigenzinnigheid van kunst. In het derde deel tenslotte wordt ingegaan op de maatschappelijke context in het begin van de 21ste eeuw, waarbij met name wordt ingegaan op culturele verscheidenheid en de maatschappelijk bindende kracht van kunst. De auteur is voormalig ambtenaar van het Ministerie van WVC en nu werkzaam als zelfstandig adviseur en publicist. Dit essay is interessant voor diegenen die zich bezig houden met kunstbeleid en een nadere beschouwing willen over de rol van kunst- en cultuurbeleid in Nederland. Het essay is helder geschreven en is zeker de moeite waard om te bestuderen als je je op welke wijze dan ook met kunstbeleid bezig houdt. Het sluit aan bij 'Kunstbeleid in tijden van cholera' (2012). Pocketuitgave; normale druk.

Fragment uit 1. De mens en kunst
Kunst en religie
Religie, wetenschap en kunst kan men zich voorstellen als drie zusjes. Wetenschap en kunst kunnen goed met elkaar overweg. Voor een deel ook omdat zij ieder met andere dingen bezig zijn. En als zij al belangstelling hebben voor elkaars activiteiten, dan leidt dat niet tot grensconflicten. Heel anders dan met de oudere zus religie.
  Die altijd precies weet hoe het hoort. Die wetenschap vertelt met welke dingen zij niet mag spelen omdat die gevaarlijk zijn, en die hardhandig de neus komt vegen van kunst als die er niet netjes bij loopt.
  Maar er zit ook een zekere asymmetrie in de relatie van religie tot die beide jongeren. Wetenschap moet vooral haar gezag erkennen en geen dingen doen waarvan religie meent dat die verboden zijn. Kunst heeft zij nodig. Voor de bouw van haar huis. Voor de inrichting van haar huis. En ook om in haar huis te zingen. Zoals zich laat raden, is het resultaat één groot getouwtrek. Want kunst moet zich dan wel gedragen. Dat gaat niet vanzelf. Al was het maar omdat kunstenaars doorgaans meer hebben met de mooie Sebastiaan dan met de arme Stefanus. Het geloof waaraan de kunst appelleert, is nu eenmaal veel anarchistischer dan het religieuze geloven. Kunst gaat voor het boeiende verhaal, en je weet van tevoren nooit precies waar dat eindigt.
  Sommige religies hebben het zich in dit opzicht gemakkelijker gemaakt. Geen beelden, geen muziek, geen gedoe. Maar voor deze reductie van complexiteit wordt een hoge prijs betaald. Want wie had de muziek van Bach voor de eredienst willen missen?
  Ondertussen blijft het leerzaam en vermakelijk om te zien hoe die muziek, die in de eredienst strikt en alleen te doen had wat haar werd gezegd, zich met niet aflatende ijver ruimte heeft verschaft. En bij ons is opgeklommen van dienstertje tot hoofdrolspeelster. (pagina 31-32)

Draadje (april 2020)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen