zaterdag 22 februari 2014

Erik Brynjolfsson & Andrew McAfee


Het tweede machinetijdperk : hoe de digitale revolutie ons leven zal veranderen
Het Spectrum 2014, 271 pagina's - € 20,--


Wikipedia: Erik Brynjolfsson (1962) en Andrew McAfee (19)

Korte beschrijving
In dit internationaal gelauwerde boek beschrijven de auteurs, beiden IT-wetenschappers aan het MIT, uitermate diepgaand de opkomst en het gebruik van informatietechnologie. Zij schetsen de positieve en negatieve gevolgen van het gebruik daarvan. De auteurs zien in deze technologie hetzelfde effect als de meest ingrijpende verandering in het menselijk bestaan, de uitvinding van de stoommachine die de Industriële Revolutie teweegbracht. Waar deze laatste vooral het fysieke vermogen van de mens vergrootte (handwerk werd machinewerk), zijn de auteurs er van overtuigd dat de ICT het mentale vermogen van de mens vergroot (denkwerk wordt machinewerk). Deze paperback, met notenapparaat en gedetailleerd register, in niet gemakkelijk toegankelijke taal geschreven, is als studieboek alleen geschikt voor hoogopgeleide lezers.
Klik hier voor een korte bespreking op de website van Ray Kurzweil

Enkele uitspraken uit een interview in De Volkskrant (22-2-2014)
Maar er was een belangrijk verschil (met de eerste Industriële Revolutie). In het eerste machinetijdperk was de mens noodzakelijk om de machines te besturen. Menselijke arbeid was complementair aan de nieuwe technologieën. In het tweede machinetijdperk zijn machines, dikwijls een vervanging van mensen, met ontwrichtende gevolgen voor de werkgelegenheid.

() Er zijn twee slechte ideeën waarnaar we onze oren niet zouden moeten laten hangen. Het eerste slechte idee is doen alsof alles bij het oude blijft. We maken een tijd door van grote veranderingen. Op onze schouders rust de verantwoording om de maatschappij daar klaar voor te maken. Het tweede slechte idee is proberen om de technologische opmars te stoppen of te vertragen. Af en toe horen we goed bedoelende mensen zeggen dat we de vooruitgang beter kunnen stoppen als technologie zoveel ontwrichting veroorzaakt. Een vreselijk slecht idee. Deze personen proberen het verleden te beschermen tegen de toekomst. Wij willen de toekomst beschermen tegen het verleden, want als we onze zaken goed op orde krijgen, stevenen we af op een betere toekomst.

() Ons eerste advies is dat we juist die vaardigheden moeten ontwikkelen waarin wij als mensen beter zijn dan machines. Dus ik denk niet dat het stampen van hoofdsteden of van jaartallen van belangrijke veldslagen een goede besteding is van de schaarse tijd van kinderen. Leraren zouden zich meer moeten concentreren op het stimuleren van creativiteit en sociale vaardigheden.
Ten tweede zullen mensen over een veel groter aanpassingsvermogen moeten beschikken. Weinig vaardigheden zullen zoals vroeger veertig jaar economisch houdbaar blijven. Levenslang leren is dus van fundamenteel belang. En ten derde zal het steeds belangrijker worden dat mensen iets vinden waar ze echt hartstocht voor hebben. We willen leraren en ouders aanmoedigen om die hartstochten te herkennen bij hun kinderen. De reden is dat het in onze winner-take-all maatschappij steeds minder loont om gemiddeld te zijn.

() De laatste zin in ons boek is: 'Technologie is niet ons lot. Wij maken zelf ons lot.' We zijn geen pessimisten, maar ook geen utopisten. Technologische vooruitgang kan een mooie uitkomst hebben voor ons allemaal, zolang we maar niet achterover leunen en denken dat alles onvermijdelijk is, in positieve dan wel negatieve zin.

Fragment uit 1. De grote verhalen
Ons werk heeft tot drie ruwe conclusies geleid.
   De eerste is dat we leven in een tijd waarin digitale technologieën waarvan de kern wordt gevormd door computers, software en netwerken enorme voorwaartse sprongen maken. Nieuw kunnen we deze technologieën niet echt noemen. In het bedrijfsleven wordt al meer dan vijftig jaar gebruikgemaakt van computers, en Time riep de personal computer in 1982 al uit tot de machine van het jaar. Maar zoals er generaties overheen zijn gegaan voordat de stoommachines krachtig genoeg waren om de hele industriële revolutie voort te stuwen, heeft het ook tijd gekost om onze digitale machines steeds verder te verbeteren.
  () Onze tweede conclusie is dat de diepgaande veranderingen door de digitale technologie veranderingen ten goede zullen zijn. Het tijdperk dat voor de deur staat, wordt niet alleen anders maar ook beter, want we zullen zowel de verscheidenheid als de omvang van onze consumptie kunnen bepalen.
  () Onze derde conclusie is minder optimistisch: de digitalisering stelt ons voor een aantal netelige problemen. Op zichzelf is dat niet verbazingwekkend noch alarmerend. Zelfs de meest heilzame ontwikkelingen brengen ongewenste consequenties met zich mee die bedwongen moeten worden. Londen raakte door de industriële revolutie bedekt met een dikke laag roet en kinderarbeid was aan de orde van de dag. Wat zullen daar de moderne equivalenten van zijn? De steeds sneller voortschrijdende digitalisering zal waarschijnlijk grotere gevolgen hebben voor de economie dan voor het milieu. Als computers krachtiger worden , komt er binnen het bedrijfsleven vanzelf steeds minder vraag naar bepaalde soorten werknemers. Sommige en misschien zelfs heel veel mensen zullen de snelle technologische vooruitgang niet bij kunnen houden. (p. 18-19)

Artikel: Tijdens de komende tien jaar zullen we getuige zijn van een enorme golf van nieuwe technologieën die ons dwingen onze economische instituties en inzichten te herzien. (maart 2015)

Lees zeker ook:
Kevin Kelly. De wil van technologie (2010/2012)
Ray Kurzweil. De singulariteit is nabij : het moment waarop de mensheid de grenzen van de biologie overstijgt (2005/2011)
Rutger Bregman. De geschiedenis van de vooruitgang (2013)
Peter-Paul Verbeek. De grens van de mens (2011)
Lone Frank. De vijfde revolutie : omdat hersenwetenschap onze wereld gaat veranderen (2007/2010)
Jeremy Rifkin. De Derde Industriële Revolutie : naar een transformatie van economie en samenleving (2011/2014)

Harvard Book store - interview (50:17) (4-2-2014) (1.685 views op 22-2-14)



TED-talkErik Brynjolfsson: The key to growth? Race with the machines (april 2013) (11:56) (872.609 views op 22-2-14)



Klik hier voor een andere TED-talk - Andrew McAfee: What will future jobs look like? (juni 2013) (14:250 (1.205.110 views op 22-2-2014)

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 19 februari 2014

Frédéric Lenoir 3

Hoe we de wereld kunnen genezen
Ten Have 2014, 224 pagina's - € 19,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: La guérison du monde (2012)

Wikipedia: Frédéric Lenoir (1962)

Korte beschrijving
De Franse filosoof Lenoir stelt dat de 'megarevolutie' van de mondialisering een 'megacrisis' heeft veroorzaakt die zich uit in problemen zoals de opwarming van de aarde, de financiële crisis en religieus extremisme. Volgens hem zal er een 'ethische wending' plaats moeten vinden om de negatieve ontwikkelingen te stoppen en te komen tot een wereld waarin respect voor de aarde en de mens centraal staat. In het eerste deel van het boek beschrijft hij de problemen en hoe ze zijn ontstaan. In het tweede deel geeft hij aan hoe we tot een verandering kunnen komen. Hij beschrijft welke initiatieven hij ziet en hij noemt daarbij de microfinanciering en de biologisch-dynamische landbouw. Tegenover wat hij beschrijft als 'egoïstisch en verantwoordelijk gedrag' ziet hij ook aanwijzingen dat er een verandering in het menselijk bewustzijn gaande is. De auteur is behalve filosoof ook godsdienstwetenschapper en schrijft voor film en theater. Het boek is geschikt voor iedereen die kritisch is over de economische, politieke en sociale ontwikkelingen in de wereld

Korte toelichting
Hoe we de wereld kunnen genezen is het nieuwe boek van de internationale bestsellerauteur Frédéric Lenoir. Volgens Lenoir is de wereld ziek. De huidige economische crisis, religieus fanatisme en de opwarming van de aarde zijn slechts symptomen van veel diepgaandere problemen. Willen we de wereld genezen dan moeten we ons niet op een enkel symptoom concentreren, maar bedenken hoe de wereld in elkaar zit: een complex organisme dat lijdt aan meerdere kwalen tegelijk.
‘De crisis waarin we ons bevinden is allesomvattend: zij raakt aan alle aspecten van het menselijk bestaan. De veranderingen die zich nu voltrekken zijn waarschijnlijk even heftig als die in het neolithisch tijdperk, toen de mens zijn nomadische bestaan verruilde voor een sedentaire leefwijze.’ – Frédéric Lenoir
In Hoe we de wereld kunnen genezen laat Lenoir zien hoe het zo ver heeft kunnen komen. Toch ziet hij ook wereldwijd voldoende initiatieven – bijvoorbeeld op het gebied van microfinanciering, ecologische landbouw en mensenrechten – die hem hoopvol stemmen. Lenoir pleit voor een nieuwe denkwijze die respect voor de aarde en de mens belangrijker vindt dan rendement, en voorrang geeft aan kwaliteit van leven boven ‘altijd meer’.

Fragment uit het Voorwoord
Van alle kwalen waar de aarde en de mensheid aan lijden, lichten de meeste politici en media er maar één uit: de economische crisis. En ze zien daarvoor vaak maar één oplossing: de groei herstellen door de bestedingen weer op gang te brengen.
Onze wereld is ziek. Maar de huidige economische en financiële crisis is slechts een symptoom van veel diepergaande problemen. In dit boek zullen we zien dat de wortels van de huidige crisis veel verder reiken dan vaak wordt gedacht. En dat de oplossing die ons voortdurend wordt voorgehouden ontoereikend en op de lange termijn onhoudbaar is. Want de aarde beschikt over een eindige hoeveelheid hulpbronnen en de enorme groei van de consumptie van de laatste decennia is juist onlosmakelijk verbonden met de mondiale problemen die we moeten oplossen. (pagina 0).

Terug naar Overzicht alle titels

zondag 9 februari 2014

Alain De Botton 3

Het nieuws: een gebruiksaanwijzing
Atlas Contact 2014, 272 pagina's - € 18,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: The news : a user's manual (2013)

Wikipedia: Alain De Botton (1969) en zijn website.

Korte beschrijving
De auteur filosofeert over de overweldigende impact van het vele nieuws dat continu over de (westerse) mensheid wordt uitgestort. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Hoe daarmee om te gaan? Hij draagt tal van voorbeelden aan. Moeilijk te volgen is het allemaal niet, integendeel. Je zit algauw te knikken: 'Ja, zo is het, dat herken ik.' Maar wát vervolgens? Nieuwe, verrassende inzichten ontbreken. De Botton definieert niet wat nieuws is, of wat hij zelf er onder verstaat. Daardoor ontbeert de lezer soms houvast. Dat komt wellicht ook doordat de focus ligt op het geschreven nieuws (en krantenfoto's), terwijl mensen vandaag de dag het nieuws op tal van andere manieren binnenkrijgen en -halen. De schrijver hanteert strak de wij-vorm, alsof filosoof en lezer op één stoel zitten. Dat kan deze reactie ontlokken: 'Spreek voor jezelf!' Wonderlijk ook dat het nieuws wordt opgevoerd als een zelfstandig denkende en handelende entiteit: 'Het nieuws wil...' Het zijn de brengers van het nieuws en de ontvangers die iets willen. Geen weidse vergezichten, maar wel aardig voor lezers die in het onderwerp geïnteresseerd zijn.

Korte beschrijving (op website uitgever)
Er zit doorgaans geen handleiding bij het nieuws, want het volgen wordt geacht een doodgewone, hoogst eenvoudige, voor de hand liggende en onopmerkelijke bezigheid te zijn, net als ademhalen of met je ogen knipperen. Na een pauze van meestal niet langer dan een nacht (en vaak veel korter: als we ons erg rusteloos voelen, gaan we al na een minuut of drie, vier door de knieën) onderbreken we abrupt de dingen waar we mee bezig zijn om het nieuws te volgen.
Waarom doen we dat? En wat doet al dat nieuws in de loop der jaren met ons? Aan de hand van de meest uiteenlopende nieuwsfragmenten, die Alain De Botton aan een grondiger analyse onderwerpt dan de schrijvers ervan zullen hebben beoogd, laat hij zien dat die universele en vanzelfsprekende gewoonte heel wat vreemder is dan we denken. Ook geeft hij een aantal tips om ons niet gek te laten maken door het nieuws. Zijn project is zowel instructief als utopisch: het werpt niet alleen de vraag op wat nieuws op dit moment is, maar ook wat het ooit zou kunnen zijn.

Fragment uit V. Beroemdheid
I
Het nieuws laat ons voortdurend kennismaken met een stoet van bijzondere mannen en vrouwen: mensen die het hardst kunnen rennen van alle mensen ter wereld, die ons aan het lachen kunnen krijgen, die revolutionaire ondernemingen zijn begonnen, die smeuïge gerechten kunnen bedenken en die onberispelijke gezichten hebben. Er zijn weinig andere dingen die ons zo prikkelen als hun prestaties, persoonlijkheid en knappe verschijning. Met als gevolg dat we ze vaak willen vragen hoe ze het voor elkaar hebben gekregen, ze over hun jeugd willen horen praten, willen zien wat ze aanhebben, te weten willen komen op wie ze verliefd zijn, een kijkje in hun huis willen nemen, ze willen volgen nar het strand en zelfs mee willen om aan de overkant van de straat boodschappen te doen. (pagina 157)

Toelichting
Het nieuws domineert ons, regelmatig laten we alles uit onze handen vallen om te vernemen wat er is gebeurd. Wat dat met ons doet, daar denken we nauwelijks over na. Alain De Botton deed dat wel. Hij analyseerde 25 soorten nieuwsverhalen - van het verslag van een vliegramp tot het belichten van een politiek schandaal. De Botton stelt vragen als: Waarom smullen we van rampen? En: wat maakt dat we politici graag op hun gezicht zien gaan? Zijn onderzoek mondt uit in een gebruiksaanwijzing met tips om je niet gek te laten maken door het nieuws. (Trouw 8-2-2014)

Youtube - Newsnight discussion on 'The News' with Alain de Botton, Samira Ahmed and Alastair Campbell


Terug naar Overzicht alle titels

vrijdag 7 februari 2014

Michel Serres


De wereld onder de duim : lofzang op de internetgeneratie!

Boom 2014, 113 pagina's - € 12,50

Oorspronkelijke titel: Petite Poucette : le monde a tellement changé que les jeunes doivent tout réinventer  (2012)

Wikipedia: Michel Serres (1930)

Korte beschrijving
Een klein juweeltje van de hand van Michel Serres, grijze eminentie binnen de Franse filosofie en helaas in Nederland nog veel te weinig bekend. De hoofdpersoon in dit mini-essay is Petite Poucette, die in de voortreffelijke vertaling van Jeanne Holierhoek de naam Klein Duimpinnetje kreeg; zij staat voor de jeugd die zich even gemakkelijk op het internet beweegt als de jeugd van vroeger op de glijbaan en in de zandbak. Serres signaleert hier een derde grote kennisrevolutie, na de uitvinding van het schrift en de boekdrukkunst. Naar zijn mening heeft die revolutie ingrijpende gevolgen, niet alleen op het gebied van de kennis maar ook op die van de samenleving: die wordt horizontaler en flexibeler en socialer. Fraai geschreven, optimistisch en inspirerend. Pocketuitgave; normale druk.

Tekst op website uitgever Boom
‘Met hun mobieltje kunnen ze iedereen bereiken; met hun gps kunnen ze overal komen; het wereldwijde web voert hen naar alles wat er te weten valt. Ze bewegen zich dus door een topologische ruimte van nabijheden, terwijl wij leefden in een metrische ruimte die was opgebouwd uit afstanden. Hun ruimte is anders.’




Na de uitvinding van het schrift en de boekdrukkunst is de permanente toegankelijkheid van internet via smartphone en tablet de derde grote kennisrevolutie.

In De wereld onder de duim verklaart Michel Serres de liefde aan de internetgeneratie. Wars van cultuurpessimisme beschrijft hij hoe deze nieuwe mens, door hem Klein Duimpinnetje gedoopt, een betere mens is.

Enkele citaten

Op zaterdag 8 februari 2014 stond in Vrij Nederland een interview met Michel Serres. Daaruit enkele citaten:

Ik zou nu graag achttien jaar oud zijn. Het is de taak van filosofen om oplossingen te vinden, politieke oplossingen vooral. En als ik achttien was, dan zou ik daar nog genoeg tijd voor hebben. Door de digitalisering moet de hele wereld opnieuw worden uitgevonden. Kennis, politiek, onderwijs: alles zal anders worden. Maar ik ben te oud. Als ik jonger was geweest, had ik nog mee kunnen denken.

() Het feit dat we bijna allemaal via internet toegang hebben tot kennis verandert onze manier van denken en samenleven. () Ook machtsverhoudingen zullen veranderen. Macht is vaak gebaseerd op bezit van informatie die anderen niet hebben. En iedereen heeft nu met de duim waarmee hij of zij de telefoon bedient, toegang tot alle informatie.

()Vanaf mijn geboorte tot aan mijn dertigste verjaardag heb ik een aaneenschakeling van oorlogen gezien. Het komt regelmatig voor dat ik nu 's morgens opsta, bij het scheren in de spiegel kijk en zeg: ja, het is echt vrede. () Dus geweld stelt niets meer voor als doodsoorzaak. En toch staat het overal op de voorpagina's. Kranten schrijven aan de lopende band over terreur terwijl het cijfermatig niets betekent! Geloof me, de wereld is echt beter geworden.

() Kijk, natuurlijk hebben de technologische veranderingen tekortkomingen. Google kan de hele wereld bespioneren en doet dat ook. De telefoon van Angela Merkel is afgeluisterd. Maar veel van deze zaken zijn aan het licht gekomen door één man. Dat wil dus zeggen dat één persoon in feite net zo machtig is als president Obama, omdat hij die afluisterpraktijken aan het licht bracht. Éen persoon! Dat is de nieuwe democratie. Die persoon had een gek kunnen zijn. Ik had het kunnen zijn. Het had mijn vrouw kunnen zijn.

() Ik denk dat het digitale tijdperk, de democratisering van kennis, de structuur van de samenleving compleet verandert. Nauwelijks een eeuw geleden beschikte de koning of de president over informatie die de boer in de polder niet had. Nu heeft die boer elke minuut de beschikking over de graanprijzen in de hele wereld. Dat biedt zicht op meer gelijkheid. Dat móet de democratische verhoudingen wel gaan veranderen.

()Oude collectieven, sociale klassen en groepsverbanden die ons vroeger definieerden, leggen het nu af tegen het Nieuwe Individu dat zelf kiest, zelf ageert en zelf zijn stem verheft.
Landen en kerken: het waren eeuwenlang vooral oorlogsmachines. () Geef mij maar het virtuele leven: daarin wordt niemand gevraagd zijn leven voor anderen te geven.

() Génant, maar de filosoof schaamt zich er niet voor. Hij heeft al bij herhaling verteld dat hij de uitkomst niet kent van de revolutie die hij zelf beschrijft. Vroeg of laat zal een nieuw soort politiek ontstaan. Maar welke? Ik ben niet goed genoeg om dat te voorspellen.

() Ik zie de veranderingen, maar ik zie nog niet waar het toe zal leiden.

() Eén conclusie durft Serres wel te trekken: de nieuwe democratie laat op zich wachten omdat de hoeders van de oude democratie nog geen plaats willen maken.

() In zijn boek heeft Serres het over politici, universiteiten, media, bedrijven: 'dinosaurussen die op uitsterven staan' maar die maar niet willen inzien dat de machtscentra verplaatst zijn. Ze lijken nog het meest op sterren waarvan wij op aarde nog steeds het licht zien maar waarvan astronomen hebben uitgerekend dat ze al lang niet meer bestaan.

()Weet u, ik ben zeeman geweest. Ik zat in de jaren vijftig bij de marine. En als je dan op zo'n groot schip zat en je wilde naar stuurboord, dan draaide je aan het stuur  maar dan duurde het nog heel lang voor dat schip ook echt naar stuurboord draaide. Zo is het ook met de maatschappij: er moet een bocht worden gemaakt, maar voorlopig gaan we nog rechtdoor.

() Ik zie de technologische ontwikkelingen. En ik vind dat je die moet accepteren. Maar je moet ze positief beïnvloeden: technologische veranderingen zullen alleen maar de goede kant op gaan als wij ze de goede kant op sturen. Daar moeten wij over nadenken: hoe wij willen dat die nieuwe democratie eruit ziet.

() Informatie en kennis zijn niet hetzelfde.

Fragment uit II. Tot zover over het lichaam, nu over de kennis
De cultuur van hun voorouders werd afgegrensd door een tijdshorizon van enkele duizenden jaren, opgesmukt met de klassieke oudheid, de joodse Bijbel, een paar tabletten met spijkerschrift en een korte prehistorie. Intussen is er een tijdshorizon van miljarden jaren, die reikt tot aan de Muur van Planck en waarbinnen de accretie van de planeet ligt en de evolutie van de soorten, met een paleoantropologie die tot enkele miljoenen jaren teruggaat.

Die jongen en dat meisje wonen niet meer in dezelfde tijd als wij volwassenen, ze leven in een volkomen andere geschiedenis.

Ze worden geformatteerd door de media, met uitzendingen en programma's gemaakt door volwassenen die hun concentratievermogen zorgvuldig hebben afgebroken door de duur van de beelden te reduceren tot zeven seconden en de tijd waarin een vraag mag worden beantwoord tot vijftien - dit zijn de officiële cijfers. Het woord dat in de media het vaakst wordt herhaald is 'dood', het beeld dat het meest wordt vertoond is dat van lijken. Ze zijn pas twaalf als de volwassenen hen al hebben gedwongen meer dan twintigduizend moorden te aanschouwen. (pagina 15-16)

Klik hier voor een kritische recensie van Carel Peeters: Van oude en nieuwe mensen (Vrij Nederland 21-2-2014)

Fragment uit 1. Klein Duimpinnetje - III Het individu
Of nog beter gezegd: Klein Duimpinnetje en haar vriend zijn elk een individu geworden. het individu, in het begin van de jaartelling uitgevonden door de apostel Paulus, heeft pas recentelijk het levenslicht aanschouwd. Vanaf de oude tijd tot kort geleden nog, steeds bleef ons leven ingebed in groepen waar we lid van waren: Fransen, katholieken, joden, protestanten, moslims, atheïsten, Gascogner sof Picardiërs, vrouwen of mannen, onbemiddelden of gefortuneerden ...
We waren afkomstig uit een bepaalde streek, hadden een bepaalde godsdienst, een plattelands- of een stadscultuur, we speelden in een team, waren ingezetenen van een gemeente, behoorden tot een van de twee seksen, spraken een dialect, waren van een partij, voor het vaderland. Onze reis- en beeldcultuur, het internet plus een paar afgrijselijke oorlogen hebben ertoe geleid dat die collectieven vrijwel allemaal uit elkaar zijn gespat.
De resterende collectieven lossen langzaam op. Individuen slagen er niet meer in om als echtpaar door het leven te gaan, de een laat zich van de ander scheiden. Ze zijn niet meer in staat rustig in de klas te blijven zitten, ze schuiven heen en weer op hun stoel en kletsen met elkaar. Ze komen niet meer als parochie bijeen voor het gebed. In de zomer van 2010 waren onze Franse voetballers niet bij machte om als team aan te treden. En kunnen onze politici nog wel een geloofwaardige partij of een stabiele regering vormen? Alom worden de ideologieën dood verklaard, maar wat in feite aan het verdampen is , dat is de aanhang die door de ideologieën werd geworven. (pagina 21-22)

Artikel: Klein Duimpje - Daar moeten wij over nadenken: hoe wij willen dat die nieuwe democratie eruit ziet. (februari 2014)

Aanvullende leestip
In Midden in het onbewoonbare van Cyrille Offermans (De Arbeiderspers 2020, 621 pagina's) (én sterk aanbevolen) staat een artikel waarin hij stilstaat bij het overlijden van deze grote Franse filosoof, Ook Petite Poucette komt voorbij.

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 5 februari 2014

Joseph Vogl

Het spook van het kapitaal
Boom 2013, 211 pagina's - € 24,50

Oorspronkelijke titel: Das Gespenst des Kapital (2010/2011)

Wikipedia: Joseph Vogl (1957)

Klik hier voor een voorpublicatie op de website van uitgever Boom.

Bijeenkomst Radboud Universiteit
Op woensdag 26 maart vindt er op de Radboud Universiteit in Nijmegen een tweegesprek plaats tussen de Tsjechische econoom Tomás Sedlácek en Joseph Vogl.  Het wordt als volgt aangekondigd:
Economie is een product van onze cultuur en zodoende onlosmakelijk verbonden met religie, filosofie en literatuur. Uiteindelijk gaat economie over ethiek, over goed en kwaad.

Dat is wat de Tsjechische econoom Tomáš Sedláček stelt in zijn boek Economie van goed en kwaad. ‘Om de crisis te begrijpen kunnen we beter te rade gaan bij het Gilgamesj-epos dan bij rationele economische modellen'.
De Duitse literatuurwetenschapper Joseph Vogl is niet een econoom die bij de literatuur te rade gaat, maar een literatuurwetenschapper die de economie onder de loep neemt.

Zijn boek Het spook van het kapitaal staat volgens Vogl symbool voor de krachten die ons heden bepalen maar die we eigenlijk niet echt begrijpen. Wat bedoelen economen met die ‘onzichtbare hand' van de markt? En hoe rationeel is het hele bouwwerk? Op welke pijlers berust ons geloof in de kapitalistische economie?

Tomáš Sedláček en Joseph Vogl gaan in gesprek over economie, ethiek, religie en literatuur.

Fragment uit hoofdstuk een - De zwarte zwaan
Zoals de aardbeving van Lissabon in 1755 moderne opvattingen over de theodicee op hun grondvesten deed schudden, zo veroorzaken de financiële bevingen van de afgelopen twintig jaar problemen voor het wetenschappelijke aanzien van de economische wetenschap. Het gaat om niets minder dan de geldigheid, de mogelijkheid en de houdbaarheid van een liberale of kapitalistische oikodicee: om de vraag naar de consistentie van die economische geloofsartikelen volgens welke de ondoelmatigheden, kwalen en storingen van het systeem nog met dat systeem verenigbaar is. Of niet. (pagina 27)

Terug naar Overzicht alle titels

Aryan van der Leij

De pretparkgeneratie
Nijgh & Van Ditmar 2013, 319 pagina's - € 19,95

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Website UVA: Aryan van der Ley (1946)

Korte beschrijving
De auteur, sinds 2011 emeritus hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam, geeft zijn visie op de hedendaagse jeugd, voor wie 'alles leuk moet zijn'. Hij baseert zijn verhaal op eigen ervaringen, krantenknipsels en internet. Aan de orde komen: opgroeien zonder grenzen; opkomst en bloei van de 'pretparkcultuur'; extreem gedrag, waaronder obsessies, geweld en seks; de neergang van de gewetensfunctie; Marokkanen in 'pretparkland'; 'pretparkisering' in onderwijs en politiek. De auteur gaat vooral in op wat er allemaal mis is met deze 'pretparkgeneratie' en hun ouders, de 'oerpretparkgeneratie'. In het laatste hoofdstuk relativeert hij dit wel enigszins en geeft ook oplossingen, waarbij de nadruk ligt op de taak van ouders bij het ontwikkelen van moreel besef. Achterin een uitgebreide bronnenlijst en een 'pretparkgehaltetest'. Weliswaar generaliseert de auteur nogal en vertelt hij weinig nieuws, maar het boek is vlot geschreven en kan veel leesplezier geven, vooral aan hen die de uitwassen van de culturele veranderingen breed uitgemeten willen zien. Met literatuurverwijzingen in eindnoten.

Fragment uit het Voorwoord
Telkens wanneer ik de afgelopen jaren in gezelschap het idee opperde een boek over de pretparkgeneratie te schrijven, kon ik rekenen op stevige bijval. Pretparkgeneratie, met dat woord werd een herkenbaar probleem benoemd. Voorbeelden en ervaringen buitelden over elkaar heen. Uiteraard ging het altijd over anderen, de kinderen van mijn gesprekspartners waren niet zo en als ouders deden zij er ook niet aan mee. Hoe verder ik erin dook, des te sterker echter mijn overtuiging werd dat het verder gaat dan het gedrag van sommige kinderen en de omgang van ouders met die kinderen. Het pretparkmodel staat model voor vrijwel de gehele wijze waarop we in onze huidige samenleving met elkaar omgaan. Zo'n gedachte moet uitgewerkt worden, wil zij enige kans van slagen maken om te landen in een polder vol meningen. Dat vergt een grondiger aanpak dan casual kout aan de borreltafel.  (pagina 7)

Lezing in Bibliotheek Oss
Op maandag 3 februari 2014 verzorgde Aryan van der Leij naar eigen zeggen de eerste keer in ene openbare bibliotheek een lezing over zijn boek. Van deze bijeenkomst werd onderstaand filmpje gemaakt. Klik hier voor de aankondiging van deze lezing.

Klik hier voor een onderwerp uit de NCRV-rubriek Altijd wat met Aryan van der Leij (13 mei 2013)

Artikel: Zelf geschapen - ... een cultuur die nog het best vergeleken kan worden met een pretpark. (januari 2014)

Lezing op maandag 3 februari in de Bibliotheek Oss (10:08)



Terug naar Overzicht alle titels