dinsdag 22 april 2014

Jan Bransen

Laat je niets wijsmaken : over de macht van experts en de kracht van gezond verstand
Klement 2013, 252 pagina's - € 19,90

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Website Jan Bransen (1958)

Socrates beker
Op vrijdag 18 april 2014 kreeg  Jan Bransen voor dit boek in de Beurs van Berlage tijdens De Nacht van de Filosofie de Socratesbeker, voor het beste filosofieboek van 2014. Klik hier voor een kort filmportret van Jan Bransen.

Korte beschrijving
Jan Bransen is hoogleraar filosofie van de gedragswetenschappen in Nijmegen. Centraal in zijn belangstelling staat het vermogen van ons mensen om na te denken over onszelf en onze wereld. Dat vermogen is verankerd in de praktijk van ons dagelijks leven, maar het kan ook geobjectiveerd worden tot het technisch gereedschap van de wetenschap. In dit boek laat Bransen zien hoezeer ons groeiend vertrouwen op die wetenschap ten koste gaat van ons gezonde verstand. En hij doet dat met een zeldzame combinatie van analytisch-wijsgerige precisie, simpele voorbeelden en een groot verteltalent. Een laagdrempelig boek voor hoogopgeleide lezers. Met enkele voetnoten en een verwijzing naar literatuur.

Fragment uit de Inleiding - Wat woorden met mensen doen
Punt één. Als je tegenwoordig vastloopt in een bepaald scenario, heb je gebrek aan expertise en wend je je in principe tot een deskundige, of, in geanonimiseerde vorm, tot de wetenschap. Als je je verwonderd afvraagt waarom je nu zoiets onaardigs tegen jouw vriendin zegt, kun je bij de psycholoog terecht. Het zal wel iets met jaloezie te maken hebben, met stress, met je hormoonhuishouding, met een onvoldoende gezonde hechting, en misschien ook nog wel met een tijdelijke dip in je zelfvertrouwen als gevolg van de fase waarin jouw adolescentenbrein zich bevindt. Omdat je je tegenwoordig onmiddellijk tot de wetenschap wendt, omdat het ook allemaal zo ingewikkeld is, heb je zelf geen onderzoekende houding meer nodig. Jouw voorportaal is slechts de wachtkamer van de wetenschap. Als je vastloopt, schiet je onmiddellijk in de informatiegebrek-subroutine. Je weet bij voorbaat dat het om ontbrekende informatie gaat, namelijk om het ontbreken van wetenschappelijke kennis. En je weet bij voorbaat waar je de antwoorden halen moet: bij de wetenschap. pagina 27)



Terug naar Overzicht alle titels

Thomas Piketty

Kapitaal in de eenentwintigste eeuw
De Bezige bij 2014, 813 pagina's - € 49,90

Oorspronkelijke titel: Le capital au XXIe siècle (2013)


Wikipedia: Thomas Piketty (1971)

Korte beschrijving
De Franse econoom Thomas Piketty is de auteur van dit wellicht het meest spraakmakende boek over vermogen- en inkomensverdeling. Het lijvige boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel is een beschrijving van inkomen en kapitaal vanuit een historisch perspectief, waarbij onder andere klassieke economen en theorieën de revue passeren. In het tweede deel wordt dieper ingegaan op de verhouding van toen, nu en in de toekomst tussen kapitaal, arbeid en inkomen. In deel drie tenslotte wordt uitgebreid ingegaan op de verdeling van ongelijkheid. De diverse analyses worden ondersteund door het toepassen van economische theorieën en vergelijkingen gevoed door een grote hoeveelheid macro-cijfers met bijbehorende grafieken. Op welke wijze is de ongelijkheid geëvolueerd in de afgelopen eeuwen? Wat staat onze samenleving te wachten in de komende decennia? En zal de ongelijkheid alleen toenemen of kunnen we nu alsnog ingrijpen door fiscale en/of monetaire maatregelen te nemen? Deze en vele andere gerelateerde zaken komen aan bod in dit nu al klassieke meesterwerk. Een aanrader voor iedere politicus en econoom.

Fragment uit de inleiding
De verdeling van de rijkdom is een van de meest bediscussieerde en actuele vraagstukken van deze tijd. Maar wat weten wij eigenlijk over de ontwikkeling daarvan op de lange termijn? Zal de dynamiek van het voortdurend aangroeiende privékapitaal onvermijdelijk leiden tot een steeds grotere concentratie van rijkdom en macht in de handen van steeds minder mensen, zoals Marx in de negentiende eeuw geloofde? Of zullen de evenwicht brengende krachten van groei, concurrentie en technologische vooruitgang in de latere ontwikkelingsstadia vanzelf leiden tot minder ongelijkheid en een harmonieuze stabiliteit, zoals Kuznets in de twintigste eeuw dacht? Wat weten we eigenlijk echt over de ontwikkeling van de verdeling van inkomen en vermogen sinds de achttiende eeuw, en welke lessen kunnen wij daaruit trekken voor de eenentwintigste eeuw? (pagina 9)

Artikelen over dit boek
Al onze theorieën over het kapitalisme weerlegd in één grafiek - Rutger Bregman (De Correspondent, eind maart 2014)
Occupy krijgt gelijk van Franse econoom Thomas Piketty want Capitalism failed (vertaling The Guardian, april 2014)
Thomas Piketty: ‘Ongelijkheid is gevaarlijk’ (One World, 16 april 2014)
Ten questions for Thomas Piketty, the economist who exposed capitalism’s fatal flaw (Quartz, 18 april 2014)
Hoe de rijker steeds rijker worden (Trouw, 19 april 2014)

TED - Thomas Piketty: New thoughts on capital in the twenty-first century (oktober 2014)



Andere titels

Victor Broers. Thomas Piketyty's Kapitaal : samengevat in Nederlands perspectief (2014)
Willem Vermeend. Arm & rijk in Nederland : hoe het echt zit met inkomen en vermogen (2014)
Paul de Grauwe. De limieten van de markt : de slinger tussen overheid en kapitalisme (2014)
Robert Went (red.) - Waarom Piketty lezen? (2014)
Wouter van Bergen & Martin Visser. De kleine Piketty : het kapitale boek samengevat (2014)

Artikel: Piketty-tijd - the most important economics book of the year — and maybe of the decade. (oktober 2014)


Terug naar Overzicht alle titels

vrijdag 11 april 2014

Peter-Paul Verbeek 2

Op de vleugels van Icarus : hoe techniek en moraal met elkaar meebewegen
Lemniscaat 2014, 189 pagina's - € 19,95

Universiteit Twente: Peter-Paul Verbeek (1970)

Lees ook zijn: De grens van de mens : over techniek en de menselijke natuur (2011)

Korte beschrijving
Dit boek gaat over de vraag hoe de moderne techniek en de moraal elkaar wederzijds beïnvloeden. 'Hebben dingen moraal?' is een vraag die aan de orde komt. Stevige filosofische kost, maar er lopen ook voor de geïnteresseerde leek een paar rode draden door die het boek goed leesbaar maken. Wat zijn de morele implicaties van echoscopie, Google-glass en van een nieuwe chip waarmee sperma geselecteerd kan worden voor het verwekken van een kind met geslacht naar keuze? De auteur is hooglereaar Filosofie van Mens en Techniek in Twente en president van de Society for Philosophy and Technology. Hij is ook auteur van een aantal boeken op dit gebied. De inhoud is relevant voor ieder die op beleidsniveau met techniek bezig is: dat kan zijn als onderzoeker aan universiteit of onderzoekslaboratorium, maar evengoed als arts in een ziekenhuis. In dat soort kringen moet men dan ook de lezers zoeken. Het boek is geschreven vanuit een humanistische levensbeschouwing. Gezien de specialistische inhoud valt een beperkt lezerspubliek te verwachten.

Tekst op website uitgever
‘Heel hard “nee” roepen tegen een technologie komt vaak neer op een poging om aan een stuur te draaien dat nergens op aangesloten is.’
– Peter-Paul Verbeek

Techniek plaatst ons voortdurend voor ethische dilemma’s. Een recent ontwikkelde chip die de mannelijke vruchtbaarheid test, blijkt het ook mogelijk te maken om de spermacellen voor een meisje te scheiden van die voor een jongetje. Deze praktijk is nu nog verboden, maar wat gebeurt er als er straks een doe-het-zelf-apparaatje voor geslachtskeuze komt? En wat te denken van de Google-bril die ons direct alle beschikbare informatie geeft over de mensen en dingen om ons heen? Wat gaat dit betekenen voor menselijke relaties, voor de openbare ruimte?

Er bestaat geen onafhankelijk, vooraf gegeven kader waarmee we dergelijke technologieën kunnen beoordelen, zegt Peter-Paul Verbeek. Iedere innovatie dwingt ons tot nieuwe afwegingen. Het heeft weinig zin om de vraag te stellen of we een bepaalde technologie wel of niet hadden moeten toelaten tot de samenleving. Als iets eenmaal is uitgevonden, dan is de wereld al veranderd en moeten we ook onszelf opnieuw uitvinden. Doordat echoscopie ons verantwoordelijk maakt voor aangeboren ziektes, bijvoorbeeld, veranderen ethische beslissingen rondom abortus. De eye-opener van dit boek is het inzicht dat de techniek zélf ethisch geladen is. We moeten leren omgaan met nieuwe technologieën, zoals Icarus moet leren vliegen met zijn wassen vleugels.

Fragment uit hoofdstuk 1. De moraal van technologie
De vleugels van Icarus symboliseren op deze manier een ethisch kader dat zich primair bekommert om de vraag hoe wij ons moeten verbinden met de technologie, en niet alleen om de vraag of dat wel mag. Zoals Icarus niet te hoog en niet te laag mocht vliegen, zo moeten wij leren los te komen van 'ja' of 'nee' zeggen tegen nieuwe technologie. De neiging om direct 'nee' te zeggen, is in aristotelische termen een vorm van lafheid: een weigering om te erkennen dat het menselijk bestaan hoe dan ook verweven is met technologie en dat technologie niet weg te denken valt. Terwijl ene onverantwoordelijk 'ja' zeggen neerkomt op ene overmoedig in de waagschaal stellen van de mens, met alle gevaren van dien. Conservatisme miskent het technologisch bemiddelde karakter van het menselijk bestaan, terwijl ongebreideld optimisme de mens opgeeft en  de technologische ontwikkelingen geheel de dienst laat uitmaken. (pagina 17-18)

Op zondag 6 april 2014 was Peter-Paul Verbeek bij Wim Brands om over dit boek te praten.

Terug naar Overzicht alle titels

Alan Weisman 2

Aftellen : onze laatste kans op een toekomst op aarde
Atlas Contact 2014, 496 pagina's - € 34,99

Oorspronkelijke titel: Countdown : our last best hope for a future on Earth?

Wikipedia: Alan Weisman (1947)

Korte beschrijving
In zijn vorige boek 'De wereld zonder ons'* schetste de auteur een gedachte-experiment over wat er zou gebeuren als alle mensen opeens van de aarde zouden verdwijnen. In dit boek beschrijft de auteur een ander experiment maar met exact hetzelfde onderwerp: hoe kunnen we een wereld mèt ons scheppen? De schrijver nodigt ons uit tot nadenken over het vinden van de antwoorden op de 'belangrijkste vier vragen ter wereld'. De vragen hebben alle betrekking op bevolkingsvraagstukken en gaan over de opnamecapaciteit van onze planeet, ecosystemen en de mogelijkheid van een bloeiende economie die niet afhankelijk is van aanhoudende bevolkingsgroei. Als we aan het eind van het boek denken dat we de antwoorden op de vier vragen op het spoor zijn, dan 'ben ik er redelijk zeker van dat u zelf wel kunt bedenken wat ons te doen staat', aldus de auteur. Een ontnuchterend boek, maar ook informatief, verhelderend en zelfs hoopvol. Bevat een uitgebreide literatuurlijst.

Tekst op website uitgever
De wereld kan het best zonder de mens af. Geen probleem zelfs, de natuur gaat wel door, en menselijke sporen zullen op den duur uitgewist worden. Maar voor de mens klinkt dat helemaal niet zo geruststellend. Iin Aftellen laat Alan Weisman zien hoe we dit scenario kunnen voorkomen. Dat kan, al moeten we dan wel iets doen. Op dit ogenblik komen er elke drie dagen evenveel nieuwe aardbewoners bij als Amsterdam inwoners heeft. En daar is de aarde op den duur niet tegen opgewassen. Weisman gaat op reis langs plaatsen waar veel mensen dicht bij elkaar wonen om te zien hoe dat gaat, en of dat gaat. Hoeveel mensen kan de aarde aan? En wat kunnen we doen om daar uit te komen? Aftellen is een ontnuchterend, verhelderend en ook hoopvol boek.

Fragment uit het Nawoord van de auteur
Ik wil niemand ruimen die nu in leven is. Ik wens ieder mens op deze wereld een lang en gezond leven toe. Maar óf we nemen nu zelf het heft in handen, en dringen op humane wijze ons aantal terug door minder nieuwe leden van het menselijk ras aan te nemen, of de natuur stuurt ons op eigen initiatief wel een stapel ontslagbrieven. Als je de survival of the fittest te zien krijgt in een natuurdocumentaire is het heel vermakelijk, maar als het je eigen species overkomt is zoiets niet fijn. (pagina 417)

Lees ook zijn: De wereld zonder ons (2007)

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 9 april 2014

Floris van den Berg 2

De vrolijke veganist : ethiek in een veranderende wereld
Houtekiet 2013, 325 pagina's - € 19,95

Wikipedia: Floris van den Berg (1973)

Korte beschrijving
Van den Berg is filosoof 'en dus veganist'. Veganisme is een morele plicht. We moeten stoppen met het gebruik van alle dierlijke producten: vlees, zuivel, leer. Dat is, behalve voor de dieren in de vee-industrie en de laboratoria, ook beter voor toekomstige generaties mensen. In deel I zet de auteur zijn groen-liberale ethische theorie uiteen, waarover hij al eerder publiceerde. Die voert tot de conclusie dat dieren die kunnen lijden bij ons in de morele cirkel horen. We mogen hun geen schade of leed toebrengen. Hij bespreekt kritisch een aantal recente boeken over eten (Duve, Fresco, Joy, Pollan). In het lange deel II weerlegt hij, in willekeurige volgorde en met wisselende overtuigingskracht, argumenten 'tegen' die veganisten vaak te horen krijgen. In deel III blijkt waarom je van veganisme zo vrolijk wordt. De rest van de samenleving doet er alles aan om vleesconsumptie als normaal te presenteren en kennis leidt niet automatisch tot gedragsverandering. Dat weet de auteur ook. Maar zijn combinatie van brutaliteit en vrolijkheid verdient een kans om vorken in beweging te krijgen.

Fragment uit Filosofie van veganisme
Dit roept veel vragen op: Waarom denken koks vanuit dode dieren en dierlijke producten? Hoe kan het dat al deze academici gespecialiseerd in duurzaamheid hun eigen gedrag niet of nauwelijks aangepast hebben, in ieder geval niet zover dat ze veganist zijn, terwijl veeteelt en met name intensieve veehouderij een zeer grote druk op het milieu legt? Op de conferentie heb ik geïnteresseerd geluisterd naar voordrachten over gedragsverandering, over hoe duurzaamheid in de praktijk te verwerkelijken. Maar het blijkt academisch gebazel. Ik vind het frustrerend. Verbijsterend. Ik voel machteloze woede, zoals in Salman Rushdie's boek Woede. Een walging zoals in Jean Paul Sartres boek. Bij Sartre gaat het om de existentiële walging, want ik voel is morele walging. Maar dat is niet fatsoenlijk om te zeggen. men wordt geacht te doen alsof vlees eten normaal is, of het niet helemaal moreel verwerpelijk is. (pagina 14)

Een ander (eerder verschenen) boek: Filosofie voor een andere wereld (2009)

Klik hier voor een ander (lang) artikel  over dit vervelende (!) boek (Universeel subjectivisme).

Terug naar Overzicht alle titels

Dirk Verhofstadt

Atheïsme als basis voor de moraal
Houtekiet 2013, 325 pagina's - € 19,95

Wikipedia: Dirk Verhofstadt (1955)

Korte beschrijving
De Gentse moraalfilosoof Dirk Verhofstadt is van mening dat 'ethische regels gebaseerd op vermeende heilige teksten' niet tot 'vrede, verstandhouding en wederzijds respect' hebben geleid, maar tot 'een spoor van geweld en moord in naam van God' (271). Een seculier-humanistische visie gebaseerd op de rede en empathie, met door Verhofstadt zelf geformuleerde 'Tien Seculiere Geboden' zal tot een hoogstaandere morele visie leiden. Het boek bewandelt de reeds zo bekende atheïstische paden: de herleving van religie, de leegheid van godsbewijzen en het falen van religieuze ethiek. Ofschoon leesbaar geschreven, is de toon rancuneus. Nuance is ver te zoeken, historische accuraatheid eveneens. Argumenten worden bij Verhofstadt ingeruild voor retoriek, drogredenen, inconsistente paragrafen en anekdotisch-geïllustreerde emotionele betogen, vergezeld van een verering voor met name Etienne Vermeersch en Paul Cliteur. En dat alles eindigt in een mild-militante oproept tot een 'strijdbaar atheïsme' dat zich radicaal verzet tegen alle religiositeit. Met noten, bibliografie en register. Weer een atheïstisch manifest met een herhaling van zetten.

Fragment uit 1. De impact van religies
Wereldwijd bestaan er meer dan 4.000 verschillende godsdiensten. Zo zijn er ruim 2 miljard christenen, ongeveer 1,5 miljard moslims, bijna 1 miljard hindoes, 400  miljoen aanhangers van Chinese religies, 414 miljoen boeddhisten, 23 miljoen sikhs, 14 miljoen joden, een half miljoen leden van scientology en daarnaast nog talloze aanhangers van andere godsdiensten. Dat zijn overkoepelende cijfers, want binnen zowat elke grote religie bestaan er nog diverse subgroepen. Zo zijn er in het christendom katholieken, protestanten, anglicanen, orthodoxen, Jehova's getuigen, mormonen en vele andere denominaties. Onder moslims bestaat er een groot verschil tussen sjiieten en soennieten, met telkens nog diverse subgroepen, gaande van gematigde soefisten en hansafieten tot radicale wahabisten en salafisten. Ook binnen het jodendom bestaan er diverse stromingen, van bijzonder liberaal tot hevig orthodox. In het hindoeïsme heb je zowel aanhangers van een monotheïstische God als van meer goden, en ook hier varieert het van gematigd tot virulent. Verder heb je nog sjamanisten, polytheïsten en reïncarnisten. Volgens de enen bestaat er een leven na de dood, anderen geloven dan weer in wedergeboorte in een hoger of lager wezen, en nog anderen, zoals boeddhisten, verwijzen naar de hoogste staat die de mens kan bereiken in de vorm van het nirwana. Elke godsdienst beschikt over een batterij aan symbolen, regels en normen die gelovigen aannemen om hun God te behagen, zo niet wacht hun rampspoed en onheil. het is fascinerend dat grote groepen mensen bepaalde religieuze voorschriften volgen in de overtuiging dat ze het juiste doen, terwijl talloze anderen een alternatief levenspad kiezen en eveneens denken dat zij als enigen de juiste morele keuzes maken. Het is maar een greep uit de enorme verscheidenheid op religieus vlak. Elke godsdienst kent haar eigen rituelen, gebruiken en morele normen die doorgaans van ouders op kinderen worden doorgegeven. Er bestaan ontelbare gebedshuizen, scholen, media, ziekenhuizen, rechtbanken, slachthuizen en andere bedrijven en instellingen die functioneren volgens religieuze regels en tradities. (pagina 15-16)


Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 3 april 2014

Jos de Mul


Kunstmatig van nature : onderweg naar Homo sapiens 3.0

Lemniscaat (Maand van de Filosofie) 2014, 206 pagina's - € 4,95

Essay dat verschijnt in de Maand van de Filosofie 2014. Thema: Zie de mens, hij is niet meer.

Wikipedia: Jos de Mul (1956) en zijn Twitteraccount.

Korte beschrijving
Essay in het kader van de maand van de filosofie, april 2014. Thema van die maand: mens en techniek. De hoogleraar wijsgerige antropologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam schetst eerst in grote lijnen ons verleden: het ontstaan van het universum, het leven, het bewustzijn, de primitieve en dan de moderne mens. Vervolgens denkt hij door naar de toekomst. Hij schetst daarbij drie scenario's. Het eerste gaat uit van neurotechnologie en richt zich op verruiming van de geest. Het tweede gaat uit van biotechnologie en richt zich op verbetering van het lichaam. En het derde gaat uit van robotica: een nieuw lichaam met een nieuwe geest, maar dan afkomstig uit de fabriek. Uitermate boeiend. Om over na te denken. Met bibliografie, maar helaas zonder index.

Maand van de Filosofie
Mens en techniek staan centraal in de Maand van de Filosofie 2014. Het is alleen de vraag of de grens tussen die twee nog wel zo scherp getrokken kan worden; de mens wordt steeds meer machine en machines worden steeds menselijker. Wat zouden we nog zijn zonder internet en zonder smartphone? De Google Glass is er pas net, maar hoe lang duurt het nog voor dit apparaat zich niet meer op maar in ons hoofd bevindt en wij cyborgs zijn geworden? En wat te denken van Deep Brain Stimulation, een techniek die ons niet alleen van Parkinson afhelpt, maar ook voor gedragsveranderingen kan zorgen. Wat als we straks het geluksgebied in onze hersenen vinden en allemaal zo’n elektrode ingebouwd willen krijgen? Hij vervaagt, de grens tussen beter maken en mensverbetering. Het schijnt ook niet lang meer te duren voor we onze dromen en gedachten op een stick vast kunnen leggen. De Amerikaanse uitvinder Ray Kurzweil gaat zelfs nog verder en voorspelt dat we rond 2040 onze hersenen kunnen downloaden. Zijn we dan onsterfelijk geworden? En zijn we dan nog steeds menselijk, al te menselijk?

Ontwikkelingen op het gebied van de robotica, neurowetenschappen en biotechnologie dwingen ons om de vraag te stellen wat eigenlijk nog het verschil is tussen mens en robot, tussen evolutie en innovatie, tussen natuurlijk en kunstmatig leven. Op biotechnologisch gebied heeft men alternatieven ontwikkeld voor het dna, het ‘bouwplan’ van al het leven. Terwijl de evolutie ooit bestond uit natuurlijke selectie, betreden we met deze alien genetics het tijdperk van kunstmatige selectie. Mogen we hiermee planten, dieren en mensen ‘verbeteren’? Wie we zijn en wat we willen worden, is meer dan ooit een open vraag, een opgave. Nietzsche noemde de mens een ‘eeuwig toekomstige’, altijd bezig het leven zelf vorm te geven. Bekijk ook het dossier Filosofie Maand.

Jos de Mul schrijft het essay van de Maand van de Filosofie. In Kunstmatig van nature neemt De Mul een aantal actuele ‘kunstmatigheden’ onder de loep. Wat zijn de gevolgen ervan voor ons dagelijks leven en zelfbegrip? Hij zet de boel op scherp en stelt de prangende vraag: worden wij de eerste soort op aarde die zijn eigen evolutionaire opvolger gaat scheppen.

Fragment uit De eeuwig toekomstige
De toekomstvoorspellingen van denkers als Moravec en Kurzweil, hoe vermakelijk ook, moeten we daarom met een flinke schep zout nemen, zeker als het gaat om het tijdstip waarop de Singulariteit zal plaatsvinden. En hetzelfde geldt voor hun ongebreidelde enthousiasme over het geluk dat ons daar te wachten zou staan. We kunnen ons absoluut niet voorstellen 'how it is like to be a singularity', en al helemaal niet of het nu zo geweldig is om er eentje te zijn. Het lijkt mij tamelijk benauwd voor belichaamde wezens als wij, zo'n nuldimensionale verblijfplaats. Mensen zijn notoir slecht in het inschatten van de effecten van veranderingen in hun leven op toekomstig geluk. Moravec en Kurzweil lijken te vergeten dat zij bezig zijn een feestje voor te bereiden waar zij - individuen van de soort Homo sapiens 2.0 - zelf niet op de gastenlijst zullen staan. Of zou de zorg voor onze mind children zich zo ver uitstrekken dat we na het egocentrisme ook het antropocentrisme moeten opgeven? Hebben wij verplichtingen jegens de Robo superior?
  Met deze bedenkingen is niet gezegd dat we boeken als die van Moravec en Kurzweil terzijde zouden moeten schuiven. Ze doordringen ons er in ieder geval aan dat de versmeltende technologieën het vermogen hebben om ons leven de komende decennia in veel opzichten drastisch te veranderen. En dat die technologieën ons daarbij voortdurend en onophoudelijk voor bijzonder lastige keuzes zullen plaatsen. (pagina 190-191)

Artikel: € 4,95 - Wie we zijn en wat we willen worden, is meer dan ooit een open vraag. (april 2014)

Terug naar Overzicht alle titels

Coen Simon 2


Een stok om mee te denken : de techniek van filosofen

Nieuw Amsterdam 2014, 304 pagina's - € 19,95

Wikipedia: Coen Simon (1972) en zijn Twitteraccount.

Klik hier voor aankondiging op website uitgever

Korte beschrijving
In dit boek biedt Coen Simon zijn keuze aan artikelen van bekende filosofen over nieuwe technieken door de eeuwen heen, telkens voorzien van een korte plaatsbepaling vooraf. Van het schrift en onderwijs bij Plato, waarde bij Karl Marx en het panopticon bij Michel Foucault tot de fonograaf bij René Munnik, de fotografie bij Susan Sontag en de film bij Walter Benjamin. In wezen allemaal voetnoten bij de metafoor van de grot bij Plato. Het doel van deze bloemlezing is niet zozeer het schetsen van de geschiedenis van techniek in de ruime zin van het woord, als het aftasten van de grenzen van het voorstellingsvermogen van de mens: niet (te) pessimistisch en niet (te) optimistisch, maar als bron van verandering. Simon, filosoof, lid van het panel van Filosofie Magazine en winnaar van de Socrates Wisselbeker 2012, stelt dat telkens wanneer een nieuwe techniek wordt ingevoerd, je een ander mens wordt in een nieuwe wereld. Een uitgangspunt dat genoeg stof tot nadenken en gesprek biedt. En vraagt om aanvulling (denk aan Braidotti, De Mul, Ellul, Achterhuis en anderen).

Fragment uit Inleiding in de kunstgrepen van de techniek
En terwijl dit nieuwe amalgaam van hoax en echt de voorstelling van onze wereld fundamenteel aan het transformeren is, roepen bezorgde grotbewoners om het 'uitzetten van pushberichten' en om een 'nationale offline-dag' om weer meer echt in contact te kunnen staan met de medemens.
  Maar het willen uitzetten van pushberichten en de behoefte aan offline-dagen zijn nostalgische stuiptrekkingen van de analoge mens die druk bezig is de digitale techniek in te lijven in zijn kunstmatige natuur. Volgens techniekfilosoof Luciano Floridi heeft de digitale techniek onze kunstmatige natuur inmiddels getransformeerd van cyborg naar zogenaamde inforg - 'verbonden informatieforganismes'.  We zijn allemaal informatieproducerende en - delende schakels in één aaneengesloten infosfeer, waarvan ons gehannes met een iPhone op de bank voor de televisie, ondertussen mailend, twitterend en Wordfeud spelen nog maar het prille voorstadium is. En zodra deze transformatie voltooid is, schrijft Floridi, 'zullen we ons in toenemende mate beroofd, uitgesloten, gehandicapt of arm voelen en zelfs verlamming en psychologisch trauma ervaren, wanneer we van de infosfeer losgekoppeld zijn, zoals een vis op het droge. Op een dag zullen we het inforg zo natuurlijk vinden, dat elke onderbreking van de normale informatiestroom ons ziek zal maken.
  Degene die deze 'nieuwe' mensen dan komt vertellen dat hun onlinewereld slechts schijn is en dat offline een beter leven is, zouden ze 'doden als ze hem op een of andere manier in handen zouden krijgen'.  (pagina 20-21)

Terug naar Overzicht alle titels

Pepijn Vloemans

Survivalgids voor het consumptieparadijs : over geld, groei en geluk in tijden van crisis
Querido 2013, 173 pagina's - € 18,95

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Meer informatie over Pepijn Vloemans (1984) en zijn Twitteraccount.

Korte beschrijving
We consumeren ons met z'n allen een slag in de rondte. Vloemans doet een poging om het belang van economische groei te duiden, drijfveren voor onze kooplust bloot te leggen, de relatie tussen bezit en geluk te leggen en duurzaamheid te belichten in de context van de moderne tijd. Hij gebruikt veel literatuurverwijzingen en citaten, onder anderen van grote denkers zoals Proust en Epicurus, hoewel hij soms te snel overgaat van de een naar de ander. Een handzaam boek, goed geschreven en opgebouwd, dat voldoende stof biedt tot nadenken. Het is een onderwerp dat de auteur persoonlijk raakt, met veel reflectie en ook twijfel over wat het 'juiste' is om te doen. Een praktische survivalgids zou je het niet willen noemen, daar is het toch wat te theoretisch voor en biedt het te weinig concrete oplossingen en handelsrichtingen. Vermakelijk en leerzaam, maar hier en daar te kort door de bocht.

Fragment uit de Inleiding
Tegelijk is de consumptie ook een sociale noodzaak geworden. Met enige overdrijving kunnen we dit vergelijken met de woorden van de Engelse filosoof Thomas Hobbes. 'Ik stel daarom één eigenschap voorop die alle mensen gemeen hebben,'schrijft hij in zijn beroemdste boek Leviathan (1651), 'een aanhoudende en rusteloze begeerte naar macht en nog meer macht, die pas eindigt met de dood.' Wie niet meedoet met de wedloop, raakt achterop. De luxe van gisteren is de noodzaak van vandaag. Ik geloof dat we beter af zijn wanneer we de competitie om status en prestige niet afmeten aan materieel bezit.
Steeds meer mensen nemen vrijwillig de ecologische waarden van de eenentwintigste eeuw aan: ze leven zonder auto of rijbewijs, zien vrije tijd als de grootste luxe, zijn vegetariër of veganist en beschouwen veel bezit niet langer als een symbool van status maar als een onnodige last. Ze vinden vrienden, familie en de kans op persoonlijke ontwikkeling op het werk belangrijker. Werken moet meer zijn dan geld verdienen. Of zoals een vriend van me het verwoordde toen hij net was afgestudeerd: 'Ik ga echt geen zeep verkopen.' (pagina 21-22)

Klik hier voor een artikel over zeeppompjes. En hier voor een ander, breder artikel.

Terug naar Overzicht alle titels