dinsdag 27 maart 2018

Mariana Mazzucato 2


De waarde van alles : onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie
Nieuw Amsterdam 2018, 384 pagina's - €27,99

Oorspronkelijke titel: The value of everything : making and taking in the global economy (2018)

Wikipedia: Mariana Mazzucato (1968) en haar website

Korte beschrijving
In haar nieuwste boek levert de bekende Italiaans/Amerikaanse econome Mariana Mazzucato felle kritiek op het in haar ogen verziekte kapitalistische systeem. Als we dat radicaal willen veranderen, moeten we nadenken over waar onze welvaart vandaan komt. Mazzucato toont aan dat in onze economie het onttrekken van waarde (zoals dividenden voor aandeelhouders en bonussen voor bankiers) beter wordt beloond dan het scheppen van waarde. Fout! Want dit laatste is de motor van een gezonde economie en samenleving. Ze laat overtuigend zien dat het de staat is die het merendeel van de 'waarde' produceert en dat de markt vaak vooral parasieten beloont (van banken tot Big Pharma en Big Tech). Mazzucato levert hiermee de sleutel voor het vervangen van het huidige parasitaire systeem door een type kapitalisme waarin iedereen meetelt. Spaarzaam geïllustreerd, traditionele typografie. Met eindnoten, literatuurlijst en register.

Korte beschrijving op website uitgever
In onze economie wordt het onttrekken van waarde – het toe-eigenen van winsten, zoals dividenden voor aandeelhouders en bonussen voor bankiers – beter beloond dan het scheppen van waarde: de motor van een gezonde economie en samenleving. Als we ons verziekte kapitalistische systeem radicaal willen veranderen, moeten we nadenken over waar onze welvaart vandaan komt. Wie creëren welvaart, wie eigenen zich die welvaart toe en wie vernietigen het?
De antwoorden vormen de sleutel voor het vervangen van het huidige parasitaire systeem door een type kapitalisme waarin iedereen meetelt. De waarde van alles is een bevlogen bijdrage aan het debat over de wereld waarin we willen leven.

Fragment uit (het) Voorwoord - verhalen over schepping van rijkdom
De Griekse filosoof Plato stelde ooit dat verhalenvertellers de wereld beheersen. Zijn grote werk Politeia (De staat of De republiek) is deels een gids ter instructie van de leider van zijn ideale staat, de filosoof-koning. In dit boek zet ik vraagtekens bij de verhalen die ons verteld worden over wie in het hedendaagse kapitalisme de scheppers van welvaart zijn en waar de welvaart vandaan komt, en wijs ik op het dubieuze effect van deze verhalen, waardoor een kleine groep in staat wordt gesteld om onder het mom van waardeschepping meer aan de economie te onttrekken.
  Deze verhalen zijn overal te horen. De context is steeds een andere - de financiële sector, de farmaceutische industrie, kleine starters - maar het narratief is ongeveer hetzelfde: ik ben een buitengewoon productief lid van de samenleving, mijn activiteiten scheppen rijkdom, ik neem grote 'risico's ', dus heb ik recht op een hoger inkomen dan mensen die domweg profiteren van de heilzame effecten van deze activiteit. Maar wat nu als dit uiteindelijk alleen maar verhaaltjes zijn? Narratieven, bedacht om ongelijkheid van rijkdom en inkomen te rechtvaardigen, resulterend in rijkelijke beloningen van een kleine groep die de overheid en de samenleving ervan weet te overtuigen dat hun die toekomen, terwijl de rest het moet doen wat overblijft. (pagina 9)

Kishore Mahbubani 2

Is het Westen de weg kwijt? : een provocatie
Nieuw Amsterdam 2018, 160 pagina's - € 12,50

Oorspronkelijke titel: How the West lost it! : a provocation (2018)

Wikipedia: Kishore Mahbubani (1948)

Tekst op website uitgever
Eeuwenlang waren China en India de twee grootste economieën. Pas in de afgelopen 200 jaar werden Europa en Amerika succesvol. Er is geen westerse leider die durft te zeggen dat er nu aan deze periode van westerse hegemonie een einde komt. Maar de bevolking ondervindt wel dagelijks de gevolgen van deze aardverschuiving. Trump als president, de Brexit en andere politiek opmerkelijke gebeurtenissen kunnen er voor een deel door worden verklaard.
Van een coherente strategie om met de nieuwe situatie om te gaan is geen sprake. In plaats daarvan slaat het Westen wild om zich heen door Irak aan te vallen, Syrië te bombarderen, Rusland sancties op te leggen en China op te hitsen.

In dit polemische boek stelt Kishore Mahbubani dat het Westen niet langer zijn wil aan de wereld als geheel kan opleggen. Het moet leren zijn huidige positie te delen of zelfs af te staan. Gaat dat lukken? Het klinkt paradoxaal, maar alleen door de neergang te erkennen kan het Westen op lange termijn succesvol blijven, zo betoogt Mahbubani. Zijn geopolitieke analyse en aanbevelingen moeten iedereen wel stof tot nadenken geven.

‘Een verontrustend boek (...) en geen aangename boodschap.’ Paul Kennedy, auteur van The Rise and Fall of the Great Powers

‘De koude douche die dringend nodig is om het Westen nieuw leven in te blazen.’ Fareed Zakaria, auteur van The Post-American World

Fragment uit De verblinde westerse elite

De westerse elite, nog altijd der invloedrijkste ter wereld, gelooft dat ze de wereld beter begrijpt dan wie ook. Ze is niet erg bescheiden wanneer ze zich laat horen in de kolommen van The New York Times, The Financial Times, The Wall Street Journal of The Economist of in de uitzendingen van de BBC en CNN. De elite in de meeste westerse landen blijft ervan overtuigd dat ze het gelijk aan haar kant heeft. Toch wordt ze gewantrouwd door de massa, die elke dag merkt dat zich een nieuwe wereld aftekent terwijl de elite net doet of die niet bestaat of hem wegwuift. De westerse elite moet zich een helder beeld gaan vormen van de nieuwe tijd die zich zo krachtig aandient en met volk samenwerken om ervoor te zorgen dat iedereen zich dankzij doordacht, pragmatisch beleid kan helpen voorbereiden op de ingezette grote veranderingen, die in de eenentwintigste eeuw alleen nog maar groter zullen worden. (pagina 31-32)

()

Als landen als Bangladesh en Pakistan een groot deel van hun inwoners langzaam tot de middenklassestatus verheffen, dan is er echt iets veranderd in de wereld. De statistieken van de groei van de middenklasse wereldwijd zijn inderdaad verbijsterend.  Van 1,8 miljard mensen in 2009 zal het aantal stijgen naar 3,2 miljard in 2020. In 2030 stijgt dat aantal naar verwachting zelfs naar 4,9 miljard, wat betekent dat meer dan de helft van de wereldbevolking zicht tegen die tijd mag verheugen in de levensstandaard van de middenklasse.
  In theorie zeggen die cijfers alleen iets over economische ontwikkeling. In de praktijk draaien ze om het uitbannen van menselijke ellende en een dagelijkse toename van de som van het menselijk geluk. Dankzij economische groei worden er elk jaar nieuwe ziekenhuizen en scholen gebouwd.worden er meer elektriciteits- en waterleidingen aangelegd, worden meer kinderen ingeënt, krijgen meer vouwen onderwijs, sterven er minder baby's, leven meer mensen langer en krijgen ze betere banen. Kortom: alles wat westerlingen altijd als vanzelfsprekend beschouwden en waarvan de anderen dachten dat het buiten hun bereik lag, wordt universeel. Voor de meesten van die mensen zijn de afgelopen drie decennia - van 1990 tot 2020 - de beste uit de geschiedenis. (pagina 34)

Fragment uit interview
Volgens Mahbubani moeten we beseffen dat we inmiddels in een kleine, constant verbonden global village wonen. "En dan hebben we dus ook wereldwijde dorpsraden nodig. We moeten wereldwijde instituties sterker maken in plaats van zwakker zoals de laatste jaren gebeurt. De afgelopen dertig jaar waren de beste dertig jaar uit de menselijke geschiedenis. We staan op het punt van wat mensen in het verleden als een economische utopie zouden zien, zó veel welvaart."
Als we dat willen doorzetten, moeten de instituten die dat mede mogelijk hebben gemaakt volgens hem worden versterkt: bijvoorbeeld de Wereld Handelsorganisatie (WHO), de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF).
Het Westen moet het als eigenbelang gaan zien dat de rest van de wereld wat te zeggen krijgt in deze instituties. Als ze zoals nu puur gedomineerd blijven door westerse landne, keert de rest zich er namelijk vanaf." ('Het Westen moet macht leren delen met andere landen', NRC, vrijdag 27 april 2018)

Youtube - Has The West Lost It (maart 2018)



Tegenlicht Talk: Kishore Mahbubani (september 2013)



Twee andere boeken van Kishore Mahbubani:  De eeuw van Azië : een onafwendbare mondiale machtsverschuiving (2008) en Naar één wereld : een nieuwe mondiale werkelijkheid (2013)

Terug naar Overzicht alle titels

Charles C. Mann

De profeet en de tovenaar : twee grondleggers en hun concurrerende ideeën over een leefbare toekomst op onze planeet
Nieuw Amsterdam 2018, 688 pagina's- € 39,99

Oorspronkelijke titel: The Wizard and the Prophet: Two Remarkable Scientists and Their Dueling Visions to Shape Tomorrow's World (2018)

Wikipedia: Charles C. Mann (1955)

Korte beschrijving
De steeds toenemende bevolkingsgroei roept grote vragen op over het leefklimaat en de voedselvoorziening. Deze studie handelt over twee mensen die hierop geheel verschillende visies hadden. De eerste is William Vogt (1902-1968) die geloofde dat toenemende bevolking en welvaart zou uitmonden in een ramp. De tweede is Norman Borlaug (1914-2009) die vast geloofde in de oplossingen van wetenschap en techniek. Vogt en zijn volgelingen worden aangeduid als profeten, Borlaug en zijn discipelen als tovenaars. Na een biologische inleiding en een levensbeschrijving van beide geleerden beschrijft Mann, die wetenschappelijke kwesties helder uiteenzet, de perspectieven van waaruit tovenaars en profeten de vier grote toekomstige uitdagingen beschouwen: voedsel, water, energie en klimaatsverandering. Steeds weer treft daarbij de evenwichtige en genuanceerde visie die beide partijen recht doet. Met illustraties in zwart-wit, eindnoten, literatuurlijst en register. Een uiterst waardevol werk dat de verschillende visies over de toekomst van de mensheid knap samenvat.

Tekst op website uitgever
Over veertig jaar zal de wereldbevolking de tien miljard bereiken. Dit gegeven legt volgens Mann twee radicaal verschillende type mensen bloot – de profeten en de tovenaars. De profeten zijn de volgelingen van William Vogt, een van de grondleggers van de milieubeweging. Hij geloofde dat we meer consumeren dan de wereld produceert en zijn mantra was: Bespaar! De tovenaars zijn de erfgenamen van Norman Borlaug, grondlegger van de massaproductie van gewassen. Vernieuw! was zijn strijdkreet. Op toonaangevende wijze voorziet Mann deze twee standpunten van een historische context en weegt hij de mogelijkheden. Daarmee levert hij een onmisbare bijdrage aan de discussie over de toekomst van een steeds dichter bevolkte wereld.

Uit een interview
‘Ik weet niet wie er gaat winnen. En ik weet niet precies wat de consequenties van intensieve of meer ecologisch geënte keuzes zullen zijn. En ik denk dat beide visies in veel gevallen kunnen werken. Maar we zullen soms wel moeten kiezen en daarom is het belangrijk dat we de ideeën die ten grondslag liggen aan die ideologieën kunnen beoordelen. Daar is mijn boek een poging toe.’

Moeten we niet juist toewerken naar een soort combinatie van beide wereldbeelden? Carola Schouten, de Nederlandse minister van Landbouw ontvouwde onlangs haar visie op de Nederlandse landbouw. Het toverwoord was ‘kringlooplandbouw’. Dat gaat niet alleen om biologische teelt, maar ook voor de gangbare landbouw. Beide systemen kunnen van elkaar leren, is de gedachte.
‘Echt waar? Is dat de beleidsvisie? Dat had in de VS niet gekund. Dan hadden ze haar beticht van marxisme!’ Bron: Wat gaat ons redden: biodynamische landbouw of technologie? (Vrij Nederland, 9 oktober 2018)

Fragment uit 1. Hoe de soort er voor staat
Het zou dwaas zijn, dacht Margulis, om iets anders te verwachten. Sterker nog, het zou vréémd zijn. Om zichzelf niet te vernietigen zou de mensheid iets fundamenteel onnatuurlijks doen, iets wat geen andere soort ooit eerder deed of zou kunnen doen: (tenminste in sommige opzichten) zijn eigen groei beperken. Bruine boomslangen in Guam, waterhyacinten in Afrikaanse rivieren, konijnen in Australië, Birmese pythons in Florida - al deze succesvolle soorten overweldigden hun leefgebied en roeiden achteloos andere soorten uit. Geen ervan hield zich vrijwillig in. De driehoeksmosselen in de Hudson zagen niet van voortplanting af toen hun voedsel dreigde op te raken. Terwijl vuurmieren hun territorium bleven uitbreiden hoorde geen ervan ooit een stemmetje van binnen waarschuwen om eens stil te staan bij de toekomst. Waarom zouden we verwachten dat Homo sapiens zich wel inhoudt?
  Wat een dwaas idee! Economen weten al lang dat mensen het plaatselijke, concrete en onmiddellijke vrijwel altijd belangrijker vinden dan het verre, abstracte en toekomstige. We maken ons drukker over een kapot stoplicht om de hoek nu dan over sociale onrust volgend jaar in Tsjetsjenië, Togo of Tibet. En terecht, zeggen evolutiebiologen: de kans dat ze door dat stoplicht een dodelijk ongeluk krijgen, is veel groter dan de kans dat ze volgend jaar in Togo omkomen. En dan vragen we overheden om stil te staan bij mondiale grenzen die we nog in geen decennia of zelfs eeuwen zullen bereiken|? Gegeven hoe mensen werken, is niets zo begrijpelijk als een regering die klimaatverandering negeert. Is er, zo bezien, enige reden om te denken dat Homo sapiens, anders dan mosselen, slangen of motten, het lot van succesvolle soorten zal ontlopen? Toch is dat wat Borlaug en Vogt, op hun eigen, zeer verschillende manier, van mensen vroegen.
  Voor een bioloog als Margulis, die haar hele carrière bleef betogen dat mensen gewoon een zoveelste product van evolutie zijn, ligt het antwoord, voor de hand. Al het leven is in de grond van de zaak gelijk, zegt zij, en zeggen anderen. Alle soorten proberen meer van zichzelf te maken - dat is hun bestaansreden. Door ons te vermeerderen tot we ons maximale aantal bereiken, volgen we de wetten van de biologie, zelfs als we daarmee flink wat van de planeet uitschakelen. En overeenkomstig dezelfde wetten zal de hele menselijke onderneming zichzelf uiteindelijk vernietigen. Als roependen aan de rand van de petrischaal zouden Borlaug en Vogt net zo goed kunnen proberen de vloed te keren.
  Zo bezien is het antwoord op de vraag 'Zijn we gedoemd onszelf te vernietigen', gewoon 'Ja'. Het idee dat we een magische uitzondering zouden kunnen vormen is simpelweg onwetenschappelijk. Waarom zóúden we? Is er ook maar iets waaruit blijkt dat we bijzonder zijn? (pagina 46-47)

Lees in dit verband ook een van deze boeken
Rutger Bregman. De geschiedenis van de vooruitgang (2013)
Bill Bryson. Een kleine geschiedenis van bijna alles (2004)
David Christian. Big history : het waanzinnige wetenschappelijke ontstaansverhaal van de mens, de wereld en het universum (2018)
Yuval Noah Harari. Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid (2014) en Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst (2016)
Peter Westbroek. De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet (2012)  vooral om Lynn Margulis

Youtube - Charles C Mann, "The Wizard and The Prophet" (februari 2018)






Artikel:
We hebben de verbeelde catastrofe nodig om ons tot nieuwe verhalen en nieuwe daden aan te zetten. (juli 2019)

Terug naar Overzicht alle titels


donderdag 22 maart 2018

Timothy Morton

Duistere ecologie : voor een logica van de toekomstige co-existentie
Boom 2018, 240 pagina's - € 24,90

Oorspronkelijke titel: Dark ecology (2018)

Wikipedia: Timothy Morton (1968) en bio op website Tegenlicht

Korte beschrijving
De auteur is een van de toonaangevende Engelstalige filosofen van dit moment, die meerdere boeken heeft geschreven over ecologie, vanuit een achtergrond in literatuur en kunstgeschiedenis. Hij is een exponent van de filosofische stroming van de 'objectgeoriënteerde ontologie' ('object-oriented ontology' of OOO). ‘Duistere ecologie’ wordt gezien als zijn hoofdwerk. Hij beschrijft hoe de destructieve menselijke invloed op het leven op Aarde – tijdens het zogenoemde Antropoceen – een voortvloeisel is van een levenswijze die vanaf het Neolithicum opkwam, de 'Agrilogistiek', dus de opkomst van de landbouw. De huidige klimaatproblematiek heeft geleid tot een nieuw ecologisch en holistisch bewustzijn, dat in zeer ingewikkelde en eigenzinnige termen wordt beschreven. Dat is net zo goed kritisch richting kapitalisme als naar groene politieke bewegingen. Originele, hoogstaande, diepzinnige en bijzonder ingewikkelde filosofie met anarchistische trekken. De auteur verwijst naar Hegel en Heidegger, maar net zo goed naar films als 'Finding Nemo' en 'Wall-E' en popliedjes van The Talking Heads en Pink Floyd. Hoewel slechts een select publiek door dit boek heen zal kunnen komen, is het een aanrader vanwege de originaliteit.

Korte beschrijving op website uitgever
Timothy Morton is een van de 'hotste' denkers over ecologie en milieu van dit moment. In het wonderlijk onorthodoxe Duistere ecologie combineert hij filosofie, wetenschap, kunst en cultuur met een literaire schrijfstijl. Duistere ecologie is te zien als zijn standaardwerk.

Timothy Morton sluit aan bij de steeds breder gevoerde discussie over het Antropoceen, het tijdperk waarin de mens een geologische factor is geworden en blijvend invloed uitoefent op het klimaat en de gesteldheid van de aarde. Het is volgens hem te simplistisch om te stellen dat het hierbij om eenrichtingsverkeer gaat, waarbij de mens een destructieve invloed uitoefent op alles wat nietmenselijk is.

In Duistere ecologie laat hij zien dat mens en niet-mens elkaar wederzijds impliceren. Het niet-menselijke werkt altijd op ons in: wij worden altijd al doorboord, bewerkt, aangetrokken en afgestoten door niet-menselijke actoren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bacteriën en moleculen. Het duistere geheel dat deze interactie vormt laat zich niet makkelijk beschrijven, maar moet wellicht eerder gevoeld worden.

'Met Duistere ecologie schreef Timothy Morton misschien wel een soort handleiding over hoe we het antropoceen dienen te overleven' - René ten Bos, Denker des Vaderlands

Fragment uit De eerste draad
Dit is het machinetijdperk, en toch op een mysterieuze manier ook niet: het zijn akkers en tarwe. Of zijn de velden ook al een soort machine? Mensen lijken machineonderdelen, benen, kleding, armen en bewegende handen. Tess van de d'Ubervilles, een boerenmeisje uit een roman van 1891, lijkt een onderdeel van een reusachtige machine, maar tegelijk is ze ook een menselijk individu, een illustratie van de geheimzinnige tegenstelling tussen zijn en schijnen. Wanneer we deze tegenstelling zien, die mogelijk werd door de machinale toepassing van stoommachines en de wetten van Kant, moeten we onherroepelijk denken aan een veel, veel oudere machine die nog voortratelt. Een twaalfduizend jaar oude structuur, een structuur die zo echt lijkt dat we haar 'Natuur' noemen. Het traagste en misschien wel effectiefste massavernietigingswapen dat ooit werd bedacht.
  Wat is duistere ecologie? Het is ecologisch bewustzijn, duister-geheimzinnig. En merkwaardig genoeg duister-zoet. Nihilisme staat tegenwoordig altijd op één. Meestal komen we niet verder dan het eerste duister, als we die moeite al nemen. In dit boek gaan we proberen die derde duisternis, de zoete, te bereiken en daarvoor gaan we door de tweede, de geheimzinnige. Je hoeft niet bang te zijn.
  Wat denkt duistere ecologie? Ecognosis, een raadsel. Ecognosis is als weten, maar eerder als laten weten. Het is zoiets als co-existeren. het is als gewend raken aan iets vreemds, maar het is ook gewend raken aan vreemdheid die niet minder vreemd wordt door gewenning. Ecognosis is als een kennen dat zichzelf kent. Cirkelvormig kennen - een raar soort kennen, een weird kennen. Het Engelse woord weird, 'vreemd' of 'geheimzinnig' is afgeleid van het Oudnoorse urgh, hetgeen 'verdraaid','in een lus' betekent. De Nornen verstrengelen het web van het lot met zichzelf. Uror is een van de Nornen, de noodlotsgodinnen. Het woord weird duidt dus op een oorzaak, op een reden waarom het lot zo verdraaid ingewikkeld is. Een minder bekende betekenis van het woord is 'lot' of 'magische kracht', en het werd daarom ook gebruikt voor wie die macht bezat, de Noodlots- of Schikgodinnen. In die zin is het woord weird dan weer verwant met het werkwoord worth, dat te maken heeft met 'gebeuren' of 'tot stand komen'.  (pagina 18-19)

Youtube - Timothy Morton - Dark Ecological Chocolate (juni 2017)



Lees ook: Ecologisch wezen (ook uit 2018)

Klik hier voor meer boeken  die deels bij dit boek aansluiten (21 december 2017)

Terug naar Overzicht alle titels

maandag 12 maart 2018

Han van der Horst

Nepnieuws : een wereld van desinformatie
Scriptum 2018, 310 pagina's - € 17,95

Wikipedia: Han van der Horst (1949)

Korte beschrijving
De historicus Han van der Horst belicht de dubieuze rol van nepnieuws door de eeuwen heen. Zoals de door Bismarck uitgelokte oorlog tussen Duitsland en Frankrijk in 1870 op basis van een door hem gemanipuleerde telegram. En de brand op 27 februari 1933 in de Duitse Rijksdag die Hitler toeschreef aan communisten en die hem de gelegenheid bood om alle macht naar zich toe te trekken. En het Tonkin-incident in 1964, waarbij de Amerikaanse torpedojager Maddox zou zijn aangevallen door Noord-Vietnam, is een ander voorbeeld. Dit incident werd door de Amerikaanse regering uitgelokt, zodat het Amerikaanse congres zou instemmen met het sturen van militairen naar Zuid-Vietnam. Ook de militaire inval in Irak in 2003 door President Bush jr. berustte op nepnieuws. Deze inval werd gelegitimeerd met valse berichten over massavernietigingswapens die Saddam Hoessein in zijn bezit zou hebben en die een gevaar zouden vormen voor het Westen. De auteur sluit af met adviezen voor het zelf maken en herkennen van nepnieuws. Een bijzonder erudiet boek. Met een literatuurlijst en een register op namen en titels.

Tekst op website uitgever
Wil de mensheid bedrogen worden? Je zou het haast zeggen nu we dag aan dag om de oren worden geslagen met waarschuwingen tegen nepnieuws. Wij zouden ons massaal om de tuin laten leiden door geraffineerde fantasten, die bots, facebookpagina’s en zelfs de traditionele media gebruiken om ons om de tuin te leiden. En iedereen is een willig slachtoffer. Behalve de reeds gewaarschuwde mensen die hun zorgen met u delen. Of zijn zij zélf de verspreiders van nepnieuws?

Dit boek biedt helderheid. Han van der Horst laat zien hoe nepnieuws al zo oud is als de mensheid. Wie het maken en maakten en waarom ze dat doen. En dat menig groot held uit de wereldgeschiedenis een knap fabrikant van nepinformatie was. En hoe alles kon culmineren in de vloedgolf waarmee de mensheid zich nu geconfronteerd ziet. Van der Horst legt hun methodes en technieken bloot. Hij onthult hun streken en doet dat op zijn onnavolgbare wijze met veelzeggende details als ankerpunten in een glashelder en meeslepend betoog.

Han van der Horst (1949) is historicus en columnist. Hij studeerde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte naam met tal van boeken over de Nederlandse geschiedenis.

Fragment uit 1. Een tijdperk van wantrouwen
Er is veel gelul op de wereld maar lang niet alles is gelul
Postmodernisme heeft zijn verdiensten als het erom gaat de macht van dogmatisch denken aan te tasten en de knellende kaders open te wrikken die maar al te vaak worden gebruikt om de werkelijkheid te interpreteren. Wat dan ontstaat is een verwrongen beeld omdat de werkelijkheid zich niet zomaar laat inkaderen. Tegelijk gaat het te ver om het verslag van elke waarneming zomaar af te doen als een persoonlijke interpretatie en deskundigheid weg te zetten als zomaar een mening. Als een astronoom door zijn kijker naar het heelal speurt, neemt hij andere dingen waar dan u, tenzij u ook astronoom bent. Gewoon omdat hij geleerd heeft waar hij op moet letten. U bent als persoon evenveel waard als Albert Einstein maar zijn natuurkundige inzichten gaan oneindig veel verder en dieper dan de uwe. Een kuur van de dokter is net zo'n verhaal als het advies van een kwakzalver. Toch is het uiterst waarschijnlijk dat dit recept genezing brengt en de therapie van de kwakzalver niet. Er is veel gelul op de wereld maar lang niet alles is gelul. Er zijn methodes om het kaf van het koren te scheiden en geverifieerde kennis bestaat. Anders slingerde u zich nog in uw blote kont van de ene tak naar de andere. Wellicht is het zo dat grote en kleine verhalen niet het zicht op de werkelijkheid benemen maar daar juist allerlei stukjes van blootleggen. Wie probeert passende stukjes bij elkaar te leggen, krijgt daardoor een steeds correcter beeld. Let wel: het zijn geen stukjes van een legpuzzel. Althans niet altijd. Het kan ook zijn dat je te maken hebt met beschilderde vellen cellofaan die op elkaar gelegd moeten worden om diepte en inhoud doorschouwbaar te maken. Of vergelijk het met partituren van afzonderlijke instrumenten die - als ze gezamenlijk spelen -een enkel muziekstuk ten gehore brengen.
  Postmoderne waarschuwingen zijn een goede remedie tegen doorgeschoten dogmatiek of de gedachte dat feiten en gebeurtenissen die niet in de theorie passen weggeredeneerd moeiten worden. En daardoor tegelijkertijd een waarschuwing tegen zichzelf. Absolute relativering is immers ook dogmatiek. (pagina 17)

Terug naar Overzicht alle titels


woensdag 7 maart 2018

Ulrike Guérot

De nieuwe burgeroorlog : hoe populisme het open Europa bedreigt
Atlas Contact 2018, 112 pagina's  - € 10,--

Oorspronkelijke titel:Der neue Bürgerkrieg : das offene Europa und seine feinde (2017)

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Ulrike Guérot (1964) en portret op website Tegenlicht

Korte beschrijving
Europa bevindt zich op dit moment in crisis: een financiële oorlog tussen Noord en Zuid, een vluchtelingencrisis tussen Oost en West en ook een populistische-nationalistische stroming tegen het kosmopolitisme. Er is weliswaar geen oorlog tussen lidstaten, maar een verdeeldheid in de samenlevingen, die doet denken aan de periode in Duitsland voor de revolutie van 1848. Wat ontbreekt in Europa is een vorm van democratie met algemeen kiesrecht, hetzelfde belastingstelsel en sociale voorzieningen. Een euromunt heeft weinig toekomst als het niet gebaseerd is op een gezamenlijk democratisch stelsel. Het rechtspopulisme roept steeds harder om afschaffing van Europa. Niets doen is geen optie. De auteur pleit voor een Europees burgerschap, een fiscale unie met gelijke sociale zekerheden. 'Burgeroorlog' en 'populisme' zijn weliswaar negatieve woorden, maar dit boek is juist een positief pleidooi voor Europa. De schrijfster (1964) is hoogleraar Europese politiek en democratie aan de universiteit in het Oostenrijkse Krems. Pocketuitgave; normale druk.

Tekst op website uitgever
In De nieuwe burgeroorlog is een vlammend strijdschrift, waarin Ulrike Guérot op niet mis te verstane wijze de labbekakkerigheid van de Europese Unie aan de kaak stelt en haar democratisch tekort laakt. De burgeroorlog tussen de verdedigers van de liberale democratie en de rechtse populisten is niet te winnen door nog meer halfslachtigheid in de vorm van blauwdrukken à la Juncker of een Europa van 'verschillende snelheden'. Het enige wat helpt is een herstart, een fundamentele democratisering, waarbij de Europese burgers de soeverein van Europa worden en namens hen het Europese parlement, dat wetgevende bevoegdheid en algeheel controlerecht krijgt. De nationale staten, die nu in Brussel in ondoorzichtige raden en commissies voortdurend moeizaam zitten te breien aan niet te pruimen compromissen, verdwijnen als machtsinstantie; zij hebben hun tijd gehad. Het betoog van Ulrike Guérot is dwingend en glashelder - ze is de hoogstnoodzakelijke luis in de pels van de EU.

Fragment uit 12. Europa, we komen eraan: avant-garde op weg naar een samenleving van wereldburgers
In de wereld zoekt men, net als in Europa, onder de juristen naar een nieuwe plek voor soevereiniteit. En onder de politieke wetenschappers naar een nieuwe, mondiale schuifklep tussen opening en sluiting, rechtvaardige afscherming en noodzakelijke tolerantie - met ander woorden: mondiale gelijkvrijheid. De economie werkt ook al op dit booreiland. De prominente Turkse econoom Dani Rodrik schrijft in zijn boek De globaliseringsparadox terecht dat de volgende drie zaken ook economisch gezien domweg niet samengaan: mondiale handel/globalisering, democratie en soevereiniteit - of alleen ten koste van de massa. Als de soevereiniteit wereldwijd opnieuw geordend wordt, ontstaat, analoog aan de EU, hetzelfde alternatief: men wil globalisering en democratie, maar dan zonder (nationale) soevereiniteit? Of kiest men voor nationale soevereiniteit en democratie, maar dan zonder globalisering? Een van de drie moet zowel op Europees als op internationaal niveau het veld ruimen. Aangezien de globalisering op internationaal niveau niet zo snel zal verdwijnen, zou het toch op z'n minst wenselijk zijn als de democratie mag blijven, in plaats van de soevereiniteit. Hoe gaan we, mondiaal gezien, om met het verlies van soevereiniteit op nationaal niveau? En hoe gaan we om met het huidige onvermogen om de soevereiniteit internationaal te maken, te reorganiseren? Wat betekent dit voor de reorganisatie van de Verenigde Naties, die toch ook al minstens tien jaar aan hun hervormingsagenda knutselen en desalniettemin - net als de EU - steeds machtelozer lijken te worden? Hoe staan we een mondiaal politiek proces dat het - in theorie allang geproclameerde - algemene gelijkheidsbeginsel (ius aequum) in republikeinse zin verwerkelijkt, voor alle wereldburgers en gedurende de volgende decennia, opdat een samenleving van wereldburgers ontstaat? En dan precies zoals wij di tin deze utopie voor een postnationaal Europa verlangen, als uitgangspunt voor het mondiale proces.

  Zou het niet geweldig zijn als Europa, voor dit proces van het derde millennium, als wereldwijde avant-garde zou fungeren? Wij beginnen in Europa immers nu al met het postnationale project. Wij zijn de eersten die deze leerervaring hebben - hier is het laboratorium, hier in Europa gebeurt het, het wereldhistorisch nieuwe! Zodra wij ons omstulpt hebben, omstulpen wij de wereld. Oké, we wedden dat ook de VS, China en India niet eeuwig natiestaten blijven en zich hopelijk eveneens tot regionale netwerkstructuren deconstrueren. Overigens, de twee enige en reëel bestaande postnationale projecten ter wereld zijn op dit moment Europa (als we dat tenminste niet opgeven) en IS (een boosaardige, oorlogszuchtige poging om op religieuze wijze een grenzeloze 'godsstaat' op te richten waarin burgerrechten geen plaats hebben). Deze wedstrijd om het mooiste postnationale project kunnen wij Europeanen maar beter winnen, toch? En dan zonder wapens. (pagina 274-275)

Lees ook: Pleidooi voor populisme : pamflet van David Van Reybrouck (uit 2008),
Dat kan niet waar zijn : onder bankiers van Joris Luyendijk (uit 2015), 
Wat is populisme? van Jan-Werner Müller (uit 2017),
Paniek in de polder : polytiek in tijden van populisme van Jos de Mul (2017),
De nieuwe revolutionaire golf : waarom burgers zich van hun leiders afkeren van Rob de Wijk (2016),
Voettocht naar het hart van het land : hoe sociaal en democratisch zijn we nog? van Jan Schuurman Hess (uit 2014) of
Onbehagen : nieuw licht op de beschaafde mens van Bas Heijne (september 2016) en
Kunnen we praten van Joris Luyendijk (uit 2017)

En drie boeken over mondiaal denken: Naar één wereld : een nieuwe mondiale werkelijkheid van Kishore Mahbubani (uit 2013), Het tegenovergestelde van een mens van Lieke Marsman (uit 2017) en De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet van Peter Westbroek (uit 2012)

Ook: De globaliseringsparadox : waarom mondiale vrijhandel, de natiestaat en democratie niet samengaan van Dani Rodrik (uit 2015)


Tegenlicht - Eurotopia (11 december 2016)
De Europese Unie is moreel en cultureel bankroet, vindt de Duitse filosoof en historica Ulrike Guérot. Tijd om het EU-project ten grave te dragen. Guérot heeft een Europese republiek voor ogen die bestaat uit 50 regio’s rondom clusters van grote steden, met een herkenbare identiteit en gedeeld economisch en cultureel belang. Een slagvaardig Europa dat zichzelf opnieuw uitvindt.

Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 1 maart 2018

Didier Eribon

Terug naar Reims 
Leesmagazijn 2018, 207 pagina's - € 21,95

Oorspronkelijke titel: Retour à Reims (2009)

Wikipedia: Didier Eribon (1953)

Tekst op website uitgever
In Terug naar Reims keert Didier Eribon, nadat zijn vader is overleden, terug naar zijn geboortestad Reims, waar hij de Franse arbeiderswereld herontdekt die hij dertig jaar eerder achter zich had gelaten. Samen met zijn moeder bekijkt hij foto's van vroeger - dit is het startpunt van dit boek.

Eribon duikt in zijn eigen geschiedenis en in die van zijn familie, en gaat na hoe het klassensysteem hun levensloop heeft beïnvloed en nog steeds beïnvloedt.

In zijn verhaal komt een reeks opmerkelijke overdenkingen samen: over het klassensysteem in Frankrijk, over de invloed die de klassenachtergrond heeft op een schoolloopbaan, over de manier waarop zowel een klassenidentiteit als een seksuele identiteit tot stand komt, en over de recente geschiedenis van de Franse politiek, inclusief het veranderende stemgedrag van de arbeidersklasse. Dit alles wordt weerspiegeld in het gezin waarin Eribon is opgegroeid, dat na een lange periode van loyaliteit jegens de Communistische Partij op het Front National stemde.

Terug naar Reims combineert een autobiografisch verhaal met een sociologische analyse, wat resulteert in een sterk en complex persoonlijk essay. Van belang voor iedereen die zich interesseert voor de richting van de linkse politiek in de maatschappij, en voor iedereen die ooit heeft meegemaakt hoe je seksuele identiteit kan botsen met andere delen van je identiteit.

Didier Eribon is een Franse socioloog en filosoof. In zijn vroege jaren schreef hij een biografie van Michel Foucault. Hij is invloedrijk vanwege zijn visie op gender, onderwijs en sociale kwesties, zoals nationalisme, armoede en de toekomst van links.

Fragment uit II.1
Mijn opa dronk veel ('hij pimpelde', zeiden ze over hem) en na een paar glazen slechte rode wijn begon hij eindeloze tirades af te steken, waarbij hij een taalkundige inventiviteit tentoonspreidde die toen de volkse manier van praten kenmerkte, het equivalent van de tegenwoordige jongerentaal uit de 'banlieue'. Hij was zeker niet onbeschaafd, wist veel, meende nog meer te weten en deinsde er dan ook nooit voor terug een gewaagde stelling te poneren - die vaak niet bleek te kloppen. Hij was communistisch zoals de bourgeoisie rechts is. Dat vond hij vanzelfsprekend; het hoorde bij de klassenidentiteit die je net als je genetische erfgoed meekreeg bij je geboorte. Zolang hij arbeider was, en zelfs nog daarna, toen hij dat niet meer was, omdat hij het op een bepaalde manier altijd zou zijn, begon hij zijn zinnen net als mijn vader met: 'Wij, de arbeiders ...' Hij vertelde me op een dag dat hij eens om vijf uur 's ochtends over de Bouelvard Saint-Germain reed om naar zijn werk te gaan en dat er beschonken bourgeois een feestje of een nachtclub verlieten en op straat tegen hem liepen te schreeuwen: 'Armzalige klootzak!'  Als hij het had over de klassenstrijd, zag hij die heel concreet voor zich. Hij droomde hardop over de aanstaande revolutie. Toen ik in Parijs was gaan wonen, werd het een gewoonte om regelmatig op zondag bij mijn grootouders te gaan lunchen. Nu en dan kwamen mijn ouders uit Reims om mee te eten, soms zelfs met mijn twee jongste broers. Maar ik was als de dood dat de mensen die ik kende en later de mensen met wie ik werkte erachter kwamen waar we woonde. Ik was er zeer discrete over en als er vragen werden gesteld, ontweek ik die of loog ik. (pagina 58-59)

Citaat uit column van Caroline Gruyter
Een Frans boek maakt furore in Duitsland: Retour à Reims van de socioloog Didier Eribon. Het is een openhartige roman over zijn ooit communistische familie: fabrieksarbeiders in Noordoost-Frankrijk, die nu vrijwel allemaal op het Front National stemmen. ()

Eribon velt een hard oordeel over links, van de traditionele Franse Parti Socialiste en de Britse Labour Party tot ‘vernieuwde’ linkse partijen als Podemos in Spanje of zelfs Occupy Wallstreet, die de ‘andere 99 procent’ zegt te vertegenwoordigen. Hij verwijt ze allemaal dat ze in hun strijd tegen de uitwassen van de globalisering en het neoliberalisme – uitwassen die zijn familie hard treffen en moedeloos maken – alsmaar nationalistischer worden. Het valt hem op dat linkse partijen steeds vaker termen als patrie of Heimat gebruiken. Dat ze steeds meer accent leggen op de strijd van ‘het volk’ tegen de elite, oligarchen en immigranten. Maar de volgende vraag is dan: wie horen er wel en niet tot dat volk? Zo kom je in een onsmakelijke Blut-und-Boden discussie terecht die iedereen, arbeiders incluis, alleen maar verder van huis brengt.  ()

 Kennelijk zijn er in juni Britten geweest die bij het referendum Leave én Remain hebben aangekruist. Twee hokjes rood. Dit waren kiezers die de EU in haar huidige vorm verkeerd vinden, maar niet denken dat je de problemen oplost kan door simpelweg te vertrekken. Dat heet dan ‘keus’, anno 2016, in de Europese politiek. Het heeft meer van een doodlopende straat.

Artikel: Links in Europa wordt nu óók nationalistisch (NRC 7 oktober 2016)

Enkele andere boeken over dit onderwerp (dat vaak neerbuigend wordt weggezet als populisme):
Jay-Werner Müller. Wat is populisme (2017),
Joris Luyendijk. Kunnen we praten (2017),
David Van Reybrouck. Pleidooi voor populisme : pamflet (2008)
Ferdinand Grapperhaus. Rafels aan de rechtsstaat (2017)
Jos de Mul. Paniek in de polder : polytiek in tijden van populisme (2017)
Rob de Wijk. De nieuwe revolutionaire golf : waarom burgers zich van hun leiders afkeren (2016)
Kees Vuyk. Oude en nieuwe ongelijkheid : over het failliet van het verheffingsideaal (2017)
Bob Crébas. Het land van goed naar beter : op zoek naar Blue Zone NL (2017)
Philipp Blom. Wat op het spel staat (2017)

Terug naar Overzicht alle titels

Piet de Rooy 2

Een geschiedenis van het onderwijs in Nederland
Wereldbibliotheek 2018, 349 pagina's - € 22,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Piet de Rooy (1944)

Korte beschrijving
Een overzicht van de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs in acht hoofdstukken, waarin de auteur de karakteristieke periodes beschrijft, vanaf de start van het onderwijs tot het huidige onderwijs. In de beschrijvingen vertelt hij de ervaringen van zijn vader, zichzelf en haalt hij allerlei bekende pedagogen, onderwijskundigen en filosofen aan. Ook worden er uitstapjes naar de literatuur gemaakt. Daardoor ontstaat een breed tijdsbeeld en de daarbij horende onderwijsvisie. De auteur beschrijft het onderwijs vanuit het idee dat niets wat er eerst was geheel verloren is gegaan. In het heden is de vroegste ontwikkeling nog aanwezig, waardoor het huidige onderwijs volgens de auteur een veelkoppig monster is. Bevat enkele zwart-witillustraties, voetnoten, eindnoten, een opgave van literatuur en bronnen en een personenregister. Een wetenschappelijk aandoend boek dat een breed beeld schetst van de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs.

Beschrijving op website uitgever
Wat is dat toch met het onderwijs in Nederland? De ene onderwijsvernieuwing is nog niet in gang gezet of de volgende komt er al aan. Nu eens sluit het onderwijs niet goed aan op wat de toekomst van de leerlingen vraagt, dan weer leidt het niet voldoende op tot menslievende en democratische Nederlanders. Wat het onderwijs ook allemaal tot stand moet brengen, het is nooit goed genoeg.

Piet de Rooy onderzoekt op eigenzinnige wijze waar deze hooggespannen verwachtingen vandaan komen. Dat doet hij deels aan de hand van de loopbanen van zijn vader en van hemzelf. Zijn vader werkte zijn leven lang in het onderwijs, De Rooy studeerde historische pedagogiek en was hoogleraar. De Rooy gaat echter nog veel verder terug, naar het vroegste stadium van het onderwijs. Van daaruit laat hij zijn licht schijnen over de vele goede bedoelingen, de talloze misvattingen en de harde belangen die het onderwijs in Nederland tot een veelkoppig monster hebben gemaakt.

'De timing van dit boek lijkt geen toeval. Het stelt terechte vragen en probeert het debat over onderwijs in een relativerend historisch kader te zetten.' Didactief

Fragment uit (het) Besluit
'De geschiedenis van het onderwijs laat zich lezen als een succesverhaal'. Met dit citaat begon dit boek. Dat oordeel heeft alleen maar meer reliëf gekregen, zeker als men beseft dat het ooit begon met wat kinderen aan de voeten van een paar leermeesters. Tegenwoordig leven we in een culture scolaire, een samenleving zonder een zeer uitgebreid onderwijsbestel laat zich moeilijk denken. Zo geeft de Nederlandse overheid tegenwoordig meer uit aan onderwijs dan aan klassieke kerntaken van een staat als defensie en veiligheid. Maar zo ging het citaat verder: 'Zijn we nu tevreden? Toch niet.' Ook als internationale organisaties melden dat het onderwijs in Nederland tot de top behoort, dan nog komen er zorgelijke beschouwingen over 'groeiende ongelijkheid', 'dalend niveau van het rekenen' of de noodzaak om 'de lat hoger te leggen'. In maart 2017 berichtte de Inspectie van het Onderwijs dat zelfs de kwaliteit van het tekenen in groep acht, vergeleken met twee decennia eerder, was teruggelopen.
  In het voorafgaande heb ik gesuggereerd dat deze ontevredenheid met het bereikte vooral voortkwam uit een stapeling van verwachtingen. Leerlingen moet eruditie worden bijgebracht, burgerschapszin, zelfredzaamheid; ze dienen te gaan beschikken over kennis- en vaardigheden, zowel op intellectueel als artistiek terrein, en steeds meer geschikt worden voor een arbeidsmarkt die in snel tempo aan het veranderen is.
  Achter deze wensen gaan verschillende concepties van het onderwijs schuil. Moet Bildung het doel zijn, 'kerntaken', of juist '21st Century Skills'? Deze drie concepten verwijzen achtereenvolgens naar een klassieke traditie, de rationele moderne industriële samenleving en de mentale flexibiliteit die een geïndividualiseerd maatschappij in toenemende mate zou kenmerken (zoals het Sociaal en Cultureel Planbureau in De sociale staat van Nederland 2017 voorziet). De vraag is echter of het zinvol is daaruit een keuze te maken, nog los van de kwestie of de overheid überhaupt nog wel in staat is een overtuigende keuze te maken en op grond daarvan een ingrijpende stelselwijziging tot stand te brengen. De held van mijn vader, Langeveld, heeft zoals eerder gememoreerd, er al in 1938 op gewezen: 'De school is een compromis, zij is als zodanig een oplossing voor verbetering vatbaar, maar zal steeds een compromis blijven.' Ik sluit me daarbij aan. Daarom ook vond ik de opmerking dat 'álles anders moet!' - en misschien de bijval daarvoor nog meer - zo kortzichtig. Juist de illusie dat volmaakt onderwijs onder handbereik is, als we maar zouden willen, sluit waardering voor alles wat bereikt is uit en belemmert het zicht op de werkelijke vernieuwing van het onderwijs: de gestage aanpassing van de school aan een wereld, die niet slechts de laatste jaren, maar van begin af aan onophoudelijk verandert. (pagina 285-286)


Terug naar Overzicht alle titels

Marli Huijer 3


Beminnen : Nieuw Licht op de seksuele vrijheid

Ambo Anthos 2018, 112 pagina's -  € 10,--

Wikipedia: Marli Huijer (1955) en website

Korte beschrijving
Op verzoek van de redactie van de reeks 'Nieuw licht' bekijkt en becommentarieert de schrijfster vanuit de situatie van nu het boek van Foucault: 'De wil tot weten', het eerste deel van 'Geschiedenis van de seksualiteit'. En zij filosofeert daarop verder over seksualiteit en seksuele vrijheid in deze tijd. Zij ziet dat de kijk op seksualiteit doorgeschoten is; wat mag dat moet nu. Zij vraagt zich af hoe seksualiteit zich verhoud tot 'samen' willen zijn. Seksualiteit wordt ingezet ofwel misbruikt als beschermingscriterium en om immigratie uit moslimlanden tegen te gaan. Zij constateert ook dat het gehamer op seksualiteit meer eenzaamheid tot stand brengt. Zij pleit uiteindelijk voor hetgeen Foucault ook beoogde, dat we in een wereld vol verleidingen en prikkels zoeken hoe we op een goede manier gebruik kunnen maken van wat ons plezier verschaft. Met een deel uit het boek van Foucault. Met een lijst van geraadpleegde literatuur en websites. Het taalgebruik is niet eenvoudig. De schrijfster is hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij publiceerde al meerdere boeken. Pocketuigave; normale druk.

Tekst op website uitgever
Filosoof Marli Huijer bestudeert in Beminnen de ideologie van de seksuele vrijheid. Hebben we sinds de revolutie van de jaren zestig werkelijk aan vrijheid gewonnen? Onophoudelijk vertellen we of we homo, hetero, poly-amoureus, happy single of monogaam zijn. Mensen en culturen die er anders over denken, willen we bekeren tot onze vrijheid. Aandacht voor hoe we beminnen en of we er wel van genieten, is er nauwelijks.

De Franse denker Michel Foucault vond dat het accentueren van de seksuele gerichtheid de vrijheid niet vergroot, maar juist beperkt. Filosoof Marli Huijer herleest zijn Geschiedenis van de seksualiteit en vraagt zich af hoe te beminnen zonder je in een identiteit vast te leggen.

In Beminnen pleit Marli Huijer voor een nieuwe seksuele revolutie.

Fragment uit 11
Het is een somber beeld dat oprijst uit deze foucaultiaanse analyse. Ontsnapping aan de economische en politieke mechanismen van het samenspel tussen macht, weten en lust lijkt haast onmogelijk. Tenzij we het gebod om over de seks te spreken vanaf nu naast ons neer zouden leggen en de liefde weer gewoon doen, zonder er bekentenissen over af te leggen. En dan rijst toch weer de vraag: hoe doe je dat zonder in te boeten op de seksuele vrijheid?
  In 1979 bezocht ik in het oude Huis van Bewaring aan het Kleine-Gartmanplantsoen in Amsterdam een festival voor potten en flikkers. Er zal al langer ene oorwurm in mijn hoofd:

Lesbian lesbian, any woman can be a lesbian

Het komt uit een liedje van Alix Dobkin, dat op veel vrouwenfeesten werd gedraaid. Zou het kloppen, vroeg ik me af, kan iedere vrouw lesbisch zijn? In de tuin van het complex raakte ik in gesprek met Fabiola, die in die jaren als levend kunstwerk door de stad liep. Wat dacht hij ervan, kon iedereen homoseksueel zijn?
  'Waarom zouden mensen iets moeten zijn?' vroeg hij. 'Een kunstwerk laat zich niet in hokjes stoppen. Het is de kunst níets te zijn.'
  Steeds als ik Fabiola nadien door de stad zag lopen, dacht ik aan zijn woorden. Je hoefde niets te zijn, je hoefde je niet uit te spreken. Je was vrijer als het lukte niet iets te zijn.
  Ik begreep heus wel dat de woorden als 'vrouwen' en 'homoseksuelen' nodig waren om discriminatie of geweld aan te kaarten. Maar uit die woorden zijn geen richtlijnen af te leiden voor hoe je op een goede manier kunt liefhebben. Als je precies moet weten dat je seksueel bent en hoe je er dus hoort te gedragen, blijft er weinig vrijheid over om het zelf uit te vinden en uit te proberen.
  Juist de vrijheid om het op een eigen, andere of nieuwe manier te doen, om ene verschil te maken, was het soort vrijheid waarnaar vrouwen- en homobewegingen in de jaren zestig en zeventig streefden.
  En juist die vrijheid is nu in het geding. Identiteiten zijn een gareel geworden. Het zijn de touwen die het trekdier ertoe verleiden precies te doen wat er van hem of haar wordt verwacht. Zodra we ons uitspreken over wat we seksueel zijn of doen worden we onderworpen aan commerciële belangen en aan normen die ons in het gareel houden. (pagina 53-55)



Andere boeken van Marli Huijer: Ritme : op zoek naar een terugkerende tijd (2011) en Discipline : overleven in overvloed (2013).

Startpagina Nieuw Licht

Terug naar Overzicht alle titels

Joke J. Hermsen 5


Het tij keren : met Rosa Luxemburg en Hannah Arendt

Prometheus 2019, 104 pagina's -  € 12,50

Wikipedia: Joke J. Hermsen (1961) en haar website

Korte beschrijving
Essay over de denkbeelden van Hannah Arendt (1906-1975) en Rosa Luxemburg (1870-1919) in het licht van het 'verzetten van de bakens'. We hebben ideeën en vergezichten nodig om in beweging te komen en een fundamentele koerswijziging is nodig om de Aarde leefbaar en menselijk te houden. Het hoopvolle menselijke vermogen om opnieuw te beginnen, dat zo kenmerkend is voor deze politieke denkers uit het verleden, kan ons inspireren om ons voor te bereiden op de grote omwenteling. De auteur beschrijft de volksopstand in Frankrijk (2018) en de grote demonstraties van 'de gele hesjes' in de steden en hoe de opstand zich geheel in lijn met de revolutionaire analyses van Rosa Luxemburg, voltrekt. Wat we leren, is dat de massa spontaan tot actie overgaat als gevoelens van rechtvaardigheid langdurig zijn gekrenkt en het verzet ertegen ineens ontbrandt. Zowel Luxemburg als Arendt waren hun tijd ver vooruit. Arendt noemde de volksraden 'de verborgen schat’ van de revolutie. Zouden we een begin kunnen maken met volksraadpleging om zo het democratische gehalte van onze samenleving te stimuleren? Een krachtig en bewogen werk. Met een literatuurlijst. Pocketuitgave; normale druk.

Tekst op website over dit boek
Denken begint met twijfelen en ‘nee’ durven zeggen. Denken is behalve kritische vragen stellen ook de draad spannen tussen verleden en toekomst, teneinde beter voorbereid te zijn op de mogelijkheden die in het heden verscholen liggen.

Rosa Luxemburg (1871-1919) en Hannah Arendt (1906-1975) waren beiden politieke denkers die vanuit hun kritische reflectie op het kapitalisme en de moderne consumptiemaatschappij voor meer politieke participatie van de bevolking pleitten.
‘Politieke kwesties zijn te serieus om alleen aan politici te worden overgelaten,’ meende Hannah Arendt.
Op 15 januari 2019 was het precies honderd jaar geleden dat Rosa Luxemburg werd vermoord. ‘Je zou willen geloven dat er nog hoop is voor een verlate erkenning van wie Rosa Luxemburg was,’ schreef Hannah Arendt in 1966.

In dit boek onderneemt Joke J. Hermsen een poging hiertoe. Ze vraagt zich ook af in hoeverre de inzichten van Luxemburg en Arendt ons behulpzaam kunnen zijn bij de transitie naar een meer duurzame, menselijke en solidaire samenleving.

Fragment uit 9.
De vraag is natuurlijk wat we gaan doen als we eenmaal met velen in al dan niet gele hesjes of met rode vierkantjes op onze jassen - het symbool van de studenten- en docentenopstand - op de rotondes staan? Hoe gaan we het tij keren? Het tij keren betekent in figuurlijke zin een interventie plegen om een onvermijdelijke gang van zaken te stoppen of om te buigen in een andere richting. Het is een geliefd spreekwoord, ook van politici in binnen- en buitenland - 'we must turn the tide' - omdat voortgaan op dezelfde weg onwenselijk of zelfs noodlottig lijkt. Wat lang niet iedereen zich lijkt te realiseren is dat er een welhaast bovenmenselijke inspanning voor nodig is om het tij daadwerkelijk te doen keren. Het lijkt soms alsof men het over een peulenschil heeft die gekeerd moet worden en niet het tij, dat elke zes uur even onverstoorbaar als onstuitbaar de afwisseling van eb en vloed bepaalt. Maar wellicht is het juist dit onmogelijk lijkende aspect van de inspanning dat tot de verbeelding spreekt: 'Wees realistisch', schreef Ernst Bloch. 'Denk het onmogelijke.' Het was juist die zin die tijdens de vorige Franse opstand in mei 1968 op de Prijse muren, kaders en bruggen werd geschilderd. Die opstand werd gekenmerkt door 'le pouvoir de dire non' zoals Franse denkers als Albert Camus en Simone de Beauvoir dat noemden, teneinde de weg vrij te leggen voor een 'nieuwe sensibiliteit' waarin veranderingen kunnen plaatsvinden.
  Ik denk dat velen het er inmiddels over eens zijn dat het tij van de dreigende economische, politieke en ecologische crisis gekeerd moet worden, maar minder mensen lijken geïnspireerd te zijn om daarvoor ook de politieke bakens te verzetten. Men wil als het war meteen ter zake komen met praktische voorstellen, die men binnen de bestaande structuren wil invoeren, en is dan verbaasd dat de geest voor ingrijpende transities niet rijp blijkt e zijn. Aan elke revolte of omwenteling kleeft echter niet alleen een onverwacht, maar ook een 'onmogelijk' of 'utopisch' aspect - letterlijk: een goede, maar nog niet bestaande plek - waarmee de geest als het ware opgeschud en verruimd wordt, zodat deze zich kan 'verzetten' in de dubbele betekenis van het woord: bakens verzetten en verzet plegen. We hebben kortom ook 'utopische' verhalen, ideeën en vergezichten nodig om in beweging te komen; (pagina 81-83)


Donderdag 23 mei spreekt Joke Hermsen  in de Groene Engel in Oss over Rosa Luxemburg en Hannah Arendt - Liefde voor de wereld - voorjaar 2019

Literair-filosofische lezing over het werk van Hannah Arendt & Rosa Luxemburg door Joke J. Hermsen.

Amor Mundi: de liefde voor de wereld is een levensfilosofie die zowel door Hannah Arendt als Rosa Luxemburg werd uitgedragen. De wereld kan niet zonder onze aandacht en zorg; we zullen er gezamenlijk een gesprek over moeten voeren. Het nobelste streven voor de mens is eudaimonia: een goed en waardig leven leiden. Arendt en Luxemburg geven daarnaast blijk van een grote liefde voor de literatuur.

In ‘Het luchtige van de zwaarte’ spreekt Anneke Brassinga met grote bewondering over de ‘poëzie’ van de brieven van Rosa Luxemburg: ‘het is een en al dichterlijk leven.’ Hannah Arendt kende vele gedichten uit haar hoofd, en heeft er zelf ook menigeen geschreven. Hoe verhouden hun literaire teksten zich tot hun politieke denken?

Tijdens hun veelbewogen levens betoonden Arendt en Luxemburg zich charismatische docenten, die het belang van goed onderwijs in literatuur, filosofie, kunst en natuur onderstreepten. Luxemburg was ook een gepassioneerd botaniste en ornithologe.

Op zondag 24 februari was Joke Hermsen te gast in VPRO Boeken.

Artikel: Next hope: 'Enthousiasme en kritisch bewustzijn, meer hebben we niet nodig' (maart 2019)

Andere boeken van Joke Hermsen: Stil de tijd : pleidooi voor een langzame toekomst (2009, Kairos : een nieuwe bevlogenheid (2014) en  Melancholie van de onrust (2017).

Startpagina Nieuw Licht

Eerder werd in de reeks Nieuw Licht een ander boek van Joke Hermsen aangekondigd. Dat boek is onder die titel nooit verschenen. Voor de hand ligt dat Het tij keren dat boek van 2018 is, onder een andere titel. Dat nieuwe boek wordt uitgegeven door Prometheus

Mogen we hopen : Nieuw Licht op de kracht van verbeelding
Ambo Anthos 2018, pagina's - € 10,--

Tekst op website uitgever van Mogen we hopen

Bestsellerauteur Joke Hermsen over hoop en de kracht van verbeelding een nieuwe editie van Nieuw Licht.

In Mogen we hopen bestudeert schrijver en filosoof Joke J. Hermsen de meest vitale maar ook de minst begrepen menselijke drijfveer: hoop. Waarom hopen we? Volgens Hermsen omdat we bewuste, in de tijd verzonken wezens zijn, die behept zijn met taal en verbeeldingskracht. Creativiteit begint met het besef dat er een tijd voor ons ligt die nog niet is ingevuld. Maar wat drijft ons als de woorden en beelden ontbreken om het nieuwe te verbeelden?

'De wortel van de geschiedenis is de scheppende mens,' schreef Ernst Bloch (1885-1977) in 'Das Prinzip Hoffnung'. Joke J. Hermsen herlas Bloch en laat in Mogen we hopen zien hoe kunst ook de hedendaagse opgejaagde mens opnieuw kan leren hopen.


Terug naar Overzicht alle titels

Bert Keizer

Voltooid : Nieuw Licht op een zelfgekozen dood
Ambo Anthos 2018, 94 pagina's - € 10,--

Wikipedia: Bert Keizer (1947)

Korte beschrijving
'Nieuw licht' is een reeks filosofische essays waarin een schrijver over een maatschappelijk relevant thema zijn of haar opvatting toetst aan een eerdere denker. De serie is bedacht door Frank Meester en Coen Simon, filosofen en schrijvers. In dit tiende deel geeft Bert Keizer, jarenlang arts in verpleeghuizen, nu werkzaam voor de Levenseindekliniek en daarbij filosoof, zijn visie op het in 1777 (postuum) verschenen essay van David Hume (1711-1776), 'Over zelfdoding', waarin deze het recht op een zelfgekozen dood verdedigde. We zijn van euthanasie bij terminale ziekten nu bij de eis dat iedereen een overdosis medicijnen zou mogen nemen, ook als daar geen lichamelijke aanleiding toe bestaat. Er blijft wel een verantwoordelijkheid ten opzichte van onze naasten: hoe weten we dat we bij een zelfgekozen dood het goede besluit nemen? Filosofische gedachten over de al dan niet gekozen dood. Interessant voor de lezer die dieper in wil gaan op relevante onderwerpen. Pocketuitgave; normale druk.

Informatie op website uitgever
'Voltooid' van Bert Keizer is onderdeel van de essayreeks Nieuw Licht, waarbij Nederlandse denkers een klassiek geworden essay naar de hedendaagse wereld toe trekken om te zien hoe houdbaar de ideeën zijn. Arts en filosoof Bert Keizer herleest als ervaren stervensbegeleider Humes 'Over zelfdoding' en werpt nieuw licht op de praktijk en de theorie van een vrijwillig levenseinde. Keizer schreef de bestsellers 'Het refrein is Hein' en 'Onverklaarbaar bewoond'.
We kenden al de luxe van een lang, zorgeloos leven na ons pensioen, nu willen we ook de luxe van een korte, pijnloze dood voor de aftakeling. De Schotse filosoof David Hume pleitte al in de achttiende eeuw voor het recht op een zelfgekozen dood. We hebben evenveel recht op zo'n einde als op de vrijwillige keuzes ín het leven. 'Ik dank de voorzienigheid, niet alleen voor het goede dat ik reeds heb ontvangen, maar ook voor het vermogen dat ik bezit om aan het kwaad dat me bedreigt te ontkomen.' Hoe logisch dit ook klinkt, het gebruik van 'voltooid leven' als argument om er een eind aan te maken heeft grote gevolgen voor ons idee van een waardevol leven.

Fragment - Een 'reguliere' euthanasie
Meneer B. is zevenenzestig, van huis uit jurist, maar al een paar jaar met pensioen. Zijn vrouw doet open. Ze is meteen in tranen. 'Ik weet waar u voor komt. Ik wil liever niet bij het gesprek zijn.' Ik praat met meneer in zijn werkkamer. Hij is van 1942 en ik kan hem dus onomwonden vragen of hij een Beatles- of een Stonesfan is. 'Stones natuurlijk, hoewel met enige twijfel over hun huidige status, ik bedoel: moeten die jongens, jongens?, wel zo lang doorgaan?' Hij vindt 'wheelchairrock' beledigend, 'maar Mick Jagger heeft zijn image vastgezet in een bankschroef in plaats van mooi in te storten zoals Keith dat doet'. We ontmoeten elkaar echter niet voor een nadere weging van de sixties, maar vanwege zijn uitgezaaide darmkanker. Ik ben SCEN-arts en moet controleren of  hij onder de euthanasiewet valt. Bij een dergelijke diagnose is dat niet zo moeilijk. Hij eet nog nauwelijks. Drinken gaat wel. Hij is geel, uitgeteerd, hologig. Hij is ook erg rustig. Over eventualiteiten na de dood is hij erg makkelijk: 'Ik heb daar niks mee.' Hij is niet bitter over zijn lot, ook niet over zijn behandelaars. Hoewel? 'Ze leiden je over een aantal hordes die steeds hoger en lastiger worden totdat je je over de allerlaatste heen geworsteld hebt, en daar doemt dan toch het graf op. Terwijl je hoopte na al die ellende gewoon weer terug in de wei te kunnen rennen. Ach.' Hij gooit het allemaal over zijn schouder en neemt me moeizaam lopend mee naar de huiskamer, waar hij samen met zijn kleinzoon bezig is met het bouwen van een prachtig model van die grote Amerikaanse trucks. Hij wijst op zijn kleinzoon: 'Hij moet het priegelwerk doen want ik heb geen gevoel meer in mijn vingers door de chemo.' Twee dagen later ging het drinken ook niet meer en kreeg hij euthanasie van zijn huisarts.
  Dit is dus een makkelijke, als u mij de uitdrukking wilt vergeven. Het is ondraaglijk, uitzichtloos, er zijn geen behandelopties meer, en meneer is goed bij zijn hoofd.
  Nu een lastige.  (pagina 46-47)



Startpagina Nieuw Licht

Terug naar Overzicht alle titels