zondag 17 februari 2019

Beate Rössler

Autonomie : een essay over het vervulde leven
Boom 2018, 384 pagina's € 32,50

Oorspronkelijke titel: Autonomie. Ein Versuch über das gelungene Leben (2017)

Wikipedia: Beate Rössler (1958)

Korte beschrijving
De auteur vraagt zich af wat autonomie is, waarom het niet altijd kan worden bereikt en dit toch niets verandert aan de noodzaak ervan. Beate Rössler is vanaf 2009 hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en studeerde behalve filosofie en theologie ook Germanistiek in haar geboorteland, Duitsland. Zij neemt telkens een ander gezichtspunt in: conceptueel, de zin van het leven, het Zelf, kiezen, enzovoort. Zij bouwt haar essay, zoals het op het omslag heet, indrukwekkend en organisch op. Hierbij gaat Rössler onder meer te rade bij literatuur (Murdoch, McEwan, Austen, Tóibín en anderen), films, dagboeken en blogs als vorm van zelfobservatie. Deze kunnen volgens haar vaak beter bij interpretatiekwesties helpen dan abstracte filosofie. Het boek is toegankelijk voor een in filosofische vragen geïnteresseerd lezerspubliek, dat enigszins met de basisbegrippen daarvan is vertrouwd. Een belangrijke studie over een actueel onderwerp dat ook aanpalende thema’s bespreekt, zoals enerzijds privacy, vriendschap en intimiteit en anderzijds verplichting, gelijkheid en democratie. Met eindnoten en een literatuurlijst.

Tekst op website uitgever
Wanneer en in hoeverre zijn wij autonoom in ons handelen en de wijze waarop wij leven? Autonomie, het eerste werk van Beate Rössler dat in het Nederlands wordt uitgegeven, is een onderzoek naar ‘het vervulde leven’.

We vinden het vanzelfsprekend dat we autonoom beslissingen nemen en een door onszelf bepaald leven leiden. We denken dat een leven waar we belangrijke beslissingen tegen onze wil in moeten nemen niet geslaagd kan zijn. Toch bepalen we veel dingen in ons leven niet zelf. Dat geldt bijvoorbeeld voor veel sociale relaties, maar ook voor situaties waarin we niet precies weten wat we willen. De alledaagse ervaring laat ons zien dat we wel autonoom willen zijn, maar dat het vaak niet lukt.

Beate Rössler stelt dat we doorgaans uitgaan van een te abstracte opvatting van het begrip autonomie. In dit belangrijke boek onderzoekt ze hoe het in het alledaagse leven mogelijk is om een autonoom en vervuld leven te leiden. In gesprek met filosofen en literaire auteurs als Jane Austen en Franz Kafka komt Rössler tot een wezenlijk nieuwe doordenking van wat autonomie is. Uiteindelijk leidt de vraag naar autonomie tot een van de belangrijkste vragen die we kunnen stellen: wanneer kun je spreken van een vervuld of geslaagd leven?

‘Beate Rössler voelt de tijdgeest haarfijn aan met grote thema's als privacy en autonomie, en doet op toegankelijke wijze wat een filosoof moet doen: voorbij de hype en het gemakkelijke oordeel verder denken.’ - Stine Jensen, filosoof en programmamaker

'Dit boek biedt een geweldige staalkaart van hedendaagse filosofische discussies over autonomie die aan maatschappelijke debatten – zoals die over het boerka-verbod – ten grondslag liggen.’ ****  – Maarten Doorman in NRC Handelsblad

Fragment uit 4. Autonomie, zelfkennis en zelfbedrog
1. Zelfkennis en zelfbepaling
Elizabeth Bennett, de hoofdpersoon van de roman Trots en vooroordeel van Jane Austen, is de tweede van vijf dochters, duidelijk de slimste van allemaal, en ze vindt - juist omdat ze weet dat ze slim is - dat ze zichzelf precies kent en begrijpt. Ze weet dat ze jegens Mr Darcy, die ze als trots, verwaand en bevooroordeeld beschouwt, een sterke afkeer koestert; ze weet tevens dat ze Mr Wickham daarentegen als verstandig en vriendelijk beschouwt, en ook als iemand die zwaar benadeeld wordt. Lizzy Bennett gelooft graag alle kwalijke meningen over Mr Darcy - en vooral gelooft ze Mr Wickham graag, die zo schandelijk door deze Mr Darcy behandeld zou zijn.
  Maat ongeveer halverwege de roman gebeurt er iets onverwachts: Elizabeth Bennett begint langzaam te beseffen dat ze ernaast zat, dat ze zich net zo volledig heeft vergist in Mr Darcy als in Mr Wickhanm, dat ze zich heeft laten leiden door haar vooroordelen - en zich wellicht zelfs heeft vergist in haar eigen gevoelens jegens Darcy. Darcy is niet de schoft die ze in hem wilde zien, en hij doet haar ook nog een aanzoek: hij houdt van haar.
  Elizabeth Bennett weet niet meer wat ze van Mr Darcy moet denken, en pas geleidelijk begint ze 'enige duidelijkheid te krijgen over haar eigen gevoelens. Vooral in het tweede deel van de roman laat Austen op voorbeeldige wijze zien hoe Elizabeth Bennett probeert zichzelf te begrijpen, aan de weet te komen wat ze precies denkt en wil, en hoe ze probeert al haar dwalingen over anderen, die ze aan zichzelf te wijten heeft, en ook haar zelfbedrog te overwinnen. En hoe ze door middel van deze bewustwording van wat ze denkt en voelt, ook haar gedrag verandert, zichzelf verandert. (pagina 107-108)

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen