donderdag 18 april 2019

Jeroen Linssen

Hebzucht : een filosofische geschiedenis van de inhaligheid
Uitgeverij Vantilt 2019, 340 pagina's - € 24,50

Website Radboud Universiteit: Jeroen Linssen (1960)

Korte beschrijving
Ingegeven door actuele vragen is dit boek een historisch-filosofisch onderzoek naar de intellectuele en met name filosofische opvattingen over hebzucht vanaf het midden van de elfde eeuw tot nu. Niet de geschiedenis van de graaiers en hun gegraai zelf staan centraal, de nadruk ligt op het filosofische denken over hebzucht. De auteur laat op overtuigende wijze zien dat dit denken over hebzucht zich in twee richtingen heeft ontwikkeld. Aan de ene kant wordt hebzucht op religieuze, morele en politieke gronden scherp veroordeeld en probeert men hebzucht in te dammen. Aan deze negatieve houding tegenover hebzucht komt rond de zeventiende eeuw een einde. Hebzucht wordt gezien als bron van welvaart en als motor achter de beschaving. Hoe die omslag tot stand is gekomen, is een van de hoofdthema's van dit boek. In het laatste deel laat de auteur (universitair hoofddocent sociale en politieke filosofie) zien hoe hebzucht is ingebouwd in het neoliberale systeem. Het boek is goed geschreven, staat vol van interessante details en is super actueel. Met eindnoten, een literatuurlijst en register.

Fragment uit 5. Normalisering en problematisering van de hebzucht
De neoliberale wending
Het is mij bekend dat spreken over een neoliberale wending, laat staan spreken over 'het neoliberalisme', omstreden is. Toch meen ik dat het legitiem is de term neoliberalisme te hanteren, na de oorlog ontstond er immers een breed gedragen programma dat zich duidelijk onderscheidde van het klassieke liberalisme en van het socaiaalliberalisme van de New Liberals uit de jaren dertig. In 1979 heeft Michel Foucault, dus nog voor de machtsovername door Thatcher en Reagan, een collegereeks gewijd aan de ontstaansgeschiedenis van het neoliberale programma. De publicatie van deze collegereeks stamt uit 2004.
Ik maak dankbaar gebruik van zijn analyse, omdat ik meen dat een groot deel van het neoliberale programma dat hij beschrijft daadwerkelijk is doorgevoerd in de loop van enkele decennia tot vandaag de dag toe.
  Foucault onderscheidt twee hoofdvormen: het Duitse en het Amerikaanse neoliberalisme. Hij wijst op grote verschillen tussen beide vormen van neoliberalisme, en hij laat tevens de overeenkomsten zien. Beide programma's hadden een gezamenlijke vijand, die luisterde naar de naam Keynes. Beide programma's hadden een afkeer van centrale planning, geleide economie of staatsinterventie gericht op herverdeling. Het Duitse neoliberalisme ontstond echter tegen een totaal andere achtergrond dan het Amerikaanse. In Duitsland speelde na de Tweede Wereldoorlog de legitimiteit van de staat een hoofdrol. De hoofdvraag luidde wat de rol van de staat zou moeten zijn, als men uitging van een vrijemarkteconomie. In Amerika was de liberale traditie vanouds sterk ingebed. Elke vorm van overheidsingrijpen werd als bedreigend, zeg maar als 'socialistisch' ervaren. De hoofdvraag cirkelde niet om de rol van de staat, maar om de kwestie hoe het marktmodel kon wordne uitgebreid. (pagina 258-259)

Youtube - Hebzucht. Een filosofische geschiedenis | Lezing door filosoof Jeroen Linssen (februari 2019)


Lees ook: Rijkdom : hoeveel ongelijkheid is nog verantwoord? (reeks Nieuw Licht) van Ingrid Robeyns (2019) en Moneyland : een zoektocht naar het verborgen geld van de superrijken en de multinationals van Oliver Bullough (ook uit 2019)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen