donderdag 11 juli 2019

Coos Huijsen


Ode aan het klootjesvolk : populisme als smoesje van een falende elite
Prometheus 2020, 244 pagina's - € 21,99

Werd aangekondigd in de zomer van 2019; zou  januari 2020 verschijnen. Het werd april.

Wikipedia: Coos Huijsen (1939)

Korte beschrijving
Kritiek op de hooghartige houding van de elite in de Nederlandse politiek en samenleving, met een pleidooi voor solidariteit tussen de verschillende bevolkingsgroepen.. - Is het populisme het grote gevaar van onze tijd? Coos Huijsen ziet er vooral een smoesje in van een progressieve elite om haar eigen falen te maskeren. Om te verhullen hoe weinig gevoel die elite zelf nog heeft voor de belevingswereld van gewone mensen. Sinds de provobeweging in de jaren zestig, die de term 'klootjesvolk' afstofte, heeft de linkse avant-garde vooral het narcistische genoegen gecultiveerd om zich van gewone mensen te onderscheiden. Al in de jaren tachtig waarschuwde Huijsen, met name in de PvdA, voor het gevaar van deze hooghartigheid. Voor het overschatten van theoretische kennis ten koste van de wijsheid van gewone mensen en hun dagelijkse ervaringen. Voor het technocratische gelijk en de zogenaamde morele onfeilbaarheid van het verheven wereldbeeld. Voor het dedain jegens het gezonde verstand. In Ode aan het klootjesvolk legt Huijsen het verziekte klimaat en de gepolariseerde verhoudingen in Nederland genadeloos op de snijtafel. Oplossingen zoekt hij in een gezamenlijke, nieuwe definitie van het begrip 'solidariteit' op basis van een herwaardering van gelijkheid, gelijkwaardigheid en medemenselijkheid. De elite moet begrijpen dat zij in een moderne democratie alleen legitiem kan voortbestaan in dienstbaarheid


Korte tekst op website uitgever
Het populisme, een gevaar? In Nederland wordt dat schromelijk overdreven. Een progressieve elite gebruikt de opmars van nieuwrechtse politici als smoesje om haar eigen falen te camoufleren. Om te maskeren hoe weinig gevoel zij nog heeft voor de belevingswereld van gewone mensen. Sinds de Provobeweging in de jaren zestig als avant-garde van links de term ‘klootjesvolk’ herintroduceerde, heeft die elite voortdurend het narcistische genoegen gecultiveerd om zich van gewone mensen te onder-scheiden.Nadat Coos Huijsen al decennialang hiertegen heeft gewaarschuwd, is het nu tijd voor harde woorden en pijnlijke waarheden. Over hoe onnozel de intelligentsia is. Over hoe zij haar eigen theoretische kennis overschat, ten koste van de wijsheid van gewone mensen en hun dagelijkse ervaringen. Over haar technocratische gelijk en de zogenaamde morele onfeilbaarheid daarvan. Over hoe zij het gezonde verstand buiten de orde van het politieke debat plaatst. In Ode aan het klootjesvolk legt Huijsen het verziekte politieke klimaat in Nederland genadeloos op de snijtafel en zoekt hij een oplossing in een radicaal nieuwe definitie van het begrip ‘solidariteit’. 


Een andere wervingstekst
Is het populisme het grote gevaar van onze tijd? Coos Huijsen ziet er vooral een smoesje in van een progressieve elite om haar eigen falen te maskeren. Om te verhullen hoe weinig gevoel die elite zelf nog heeft voor de belevingswereld van gewone mensen. Sinds de provobeweging in de jaren zestig, die de term "klootjesvolk' afstofte, heeft de linkse avant-garde vooral het narcistische genoegen gecultiveerd om zich van gewone mensen te onderscheiden.
Al in de jaren tachtig waarschuwde Huijsen, met name in de PvdA, voor het gevaar van deze hooghartigheid. Voor het overschatten van theoretische kennis ten koste van de wijsheid van gewone mensen en hun dagelijkse ervaringen. Voor het technocratische gelijk en de zogenaamde morele onfeilbaarheid van het verheven wereldbeeld. Voor het dedain jegens het gezonde verstand.
In Ode aan het klootjesvolk legt Huijsen het verziekte klimaat en de gepolariseerde verhoudingen in Nederland genadeloos op de snijtafel. Oplossingen zoekt hij in een gezamenlijke, nieuwe definitie van het begrip "solidariteit' op basis van een herwaardering van gelijkheid, gelijkwaardigheid en medemenselijkheid. De elite moet begrijpen dat zij in een moderne democratie alleen legitiem kan voortbestaan in dienstbaarheid.

Coos Huijsen (1939) is historicus. In de jaren zeventig was hij korte tijd Kamerlid voor de CHU. Later was hij geruime tijd actief in de PvdA. Hij schreef boeken over onder andere de sociaaldemocratie (Nog is links niet verloren, 1982) en het koningshuis (Beatrix. De kroon op de Republiek, 2005; Nederland en het Verhaal van Oranje, 2012). In 2016 verscheen zijn autobiografie Homo Politicus. De eerste parlementariër ter wereld die uit de kast kwam.
"Ode aan het klootjesvolk is een scherp en indringend pleidooi voor het werken aan meer draagvlak voor onze democratische instituties via meer verbindend leiderschap en vormen van meer directe invloed.' - Kim Putters

Fragment uit 3. De teloorgang van het gezonde verstand
De econoom en hoogleraar ondernemingsbeleid Arie van der Zwan - ooit een van de auteurs van het Nieuw Linkse program Tien over Rood - zegt over de karakterverandering van de sociale tegenstellingen dat de nieuwe 'succes-elite' zichzelf is gaan zien als een meritocratie, gebaseerd op prestatievermogen. De tucht van de markt, waarin ze zo geloven, geven ze voor hun gemoedsrust de 'lading van sociale en morele juistheid' mee. Behalve dat ze hun positie hiermee maatschappelijk lijken te rechtvaardigen, biedt die hun stiekem een vrijbrief voor gevoelens van meerderwaardigheid. De pech van de minderbedeelden wordt dan een kwestie van eigen schuld, dikke bult. Deze trend zou er volgens Van der Zwan de oorzaak van zijn dat de leden van de nieuwe elite zich 'persoonlijk zo weinig verantwoordelijk achten voor en zich verbonden voelen met het wel en wee van het gros van de bevolking.'
  Deze indruk is niet verbazingwekkend. Er klonk nauwelijks nog weerstand tegen het neoliberalisme en utiliteitsoverwegingen wogen zwaar. In de kosmopolitische gerichte en trendgevoelige omgeving van de moderne leidinggevenden draait het uiteindelijk om een wereldwijd 'je kansen te pakken en dus succes te hebben.' Op grond van zo'n belevingswereld wordt globalisering dan uitsluitend nog beleefd als kans en uitdaging. 
  Hiertegenover staan de zorgen van de praktisch opgeleide, gewone man (of vrouw, uiteraard). In doorsnee wil hij anderen best kansen geven, maar hij ziet de risico's van concurrentie uit lagelonenlanden en flexibilisering van arbeid en denkt, minstens evenveel als zijn theoretisch opgeleide medeburgers, zijn gezonde verstand te gebruiken. Hij hecht aan bescherming van zijn basale zekerheden via de verzorgingsstaat, maar hij heeft inmiddels wel begrepen dat hij hiervoor bij de elite niet hoeft aan te kloppen. De vraag wie er dan nog borg voor staat, is meer mensen gaan verontrusten. De koers van de PvdA wekte namelijk niet meer de indruk dat dit thema de sociaaldemocratie meer aan het hart ging dan andere politieke stromingen. Hierdoor is de PvdA voor de gewone man een onbetrouwbare factor geworden. Linkse wetenschappers boden weinig weerwoord. (pagina 90-91)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen