donderdag 11 juli 2019

Gabriël van den Brink

Ruw ontwaken uit de neoliberale droom en de eigenheid van het Europese continent
Prometheus 2020, 352 pagina's -  € 25,--

Dit boek werd in de zomer van 2019 aangekondigd; zou in november 2019 verschijnen. Het werd mei 2020. De ondertitel werd aangepast. Ook het beoogde omslag verviel

Bio Gabriël van den Brink (1950)

Korte beschrijving
Nederlanders behoren tot de gelukkigste mensen ter wereld, toch zijn ze ontevreden over de samenleving. In dit boek probeert hoogleraar wijsbegeerte Gabriël van den Brink deze tegenstelling te verklaren. Hij ziet de oorzaak in het liberale denken, met keuzes voor deregulering, privatisering, marktwerking en wereldwijde vrijhandel. Hoewel die agenda voordelen had, bracht ze óók problemen mee. Die zijn echter door de bestuurlijke elite onvoldoende geadresseerd. De vraag naar het hoe en waarom komt in dit boek op genuanceerde wijze aan bod. Tevens geeft de auteur aan in welke richting we de problemen kunnen oplossen. In zijn actuele en heldere beschouwing is veertig jaar filosofisch, historisch en sociologisch onderzoek samengebald. Kenmerkend voor Van den Brink is dat hij empirisch onderzoek en filosofisch denken combineert. Bevat geen illustraties (alleen wat grafieken), Met een voorwoord door Kim Putters en een naschrift van de auteur, waarin hij ingaat op de coronacrisis. Verder uitgebreide noten en drie bijlagen, over mobiliteit, eigen publicaties en literatuurverwijzingen. Relevant boek.


Korte tekst op website uitgever
Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw werd in veel westerse landen het liberale denken dominant. Ook in Nederland koos de overheid als het maar even kon voor deregulering, privatisering en marktwerking. Bovendien zette het Westen na het vallen van de Berlijnse Muur vol enthousiasme in op wereldwijde vrijhandel. Hoewel die agenda ontegenzeggelijk voordelen had, bracht ze ook problemen met zich mee, zoals een groeiende ongelijkheid tussen rijk en arm, de flexibilisering van de vaste baan, meer asociaal gedrag en een breed gedeeld gevoel dat de nationale gemeenschap erodeerde. Een overtuigend antwoord vanuit de bestuurlijke elite ontbreekt vooralsnog. Zowel links als rechts van het politieke midden hield men aan een liberale denkwijze vast. Vroeg of laat moest een politicus van het bestaande onbehagen gaan profiteren. In maart 2019 was het zover. Hoewel de verkiezingsuitslag een golf van boze reacties losmaakte, hebben slechts weinigen een helder antwoord op de vraag wat er met de Nederlandse samenleving is gebeurd. Die vraag komt in dit boek op genuanceerde wijze aan bod, waarbij tevens duidelijk wordt in welke richting we de huidige problemen kunnen oplossen.


Gabriël van den Brink was tot 2016 hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan Tilburg University en werkt sindsdien als hoogleraar wijsbegeerte bij Centrum Èthos aan de Vrije Universiteit. Kenmerkend is dat hij empirisch onderzoek en filosofisch nadenken over de meer algemene vragen van het leven combineert.

Fragment uit 7. En toen ontwaakten de verworpenen ...
Met dit hoofdstuk komen we bij het grote probleem van onze tijd. Voor velen houdt het ontwaken uit de neoliberale droom een verontrustende ervaring in. We denken onwillekeurig aan alles wat zich in de jaren dertig van de vorige eeuw voordeed. Toch zijn er grote verschillen tussen toen en nu. Daartoe behoort in de eerste plaats het feit dat de noodlottige gevolgen van de toenmalige dynamiek in ons geheugen staan gegrift. Wat er toen gebeurde mag nooit meer voorkomen. Mede daardoor is de liberale orde momenteel veel steviger dan hij in het interbellum was. Verder werd na het vallen van de Berlijnse Muur elk geloof in een alternatief voor het kapitalisme weggevaagd. Bovendien lijkt er in de sociale bovenlaag een liberale consensus te bestaan, waarbij culturele verworvenheden uit de jaren zestig en de economische dynamiek van de jaren tachtig elkaar de hand reiken. En dan heb ik nog geen woord gezegd over de enorme verschillen op het vlak van technologie en media, het feit dat we met een totaal andere geopolitieke situatie van doen hebben, dat de wereldwijde economie een ongekende vlucht genomen heeft en dat we worstelen met een klimaatprobleem waarvan niemand de gevolgen overziet. We kunnen de huidige situatie en die van de jaren dertig dus zeker niet gelijkstellen. En toch dringen zich parallellen op. Vormen van rechts-populisme worden steeds sterker en in tal van landen komen autocraten aan de macht. Het is niet mijn bedoeling dit alles te behandelen. Ik wil met dit hoofdstuk één onderwerp centraal stellen, namelijk het feit dat de door het neoliberalisme opgeroepen onvrede op een ongelijke wijze over de bevolking is verdeeld. (pagina 163-164)

Fragment uit een interview
Vraag: U koppelt het populisme aan het marktdenken dat sinds de jaren tachtig dominant is geworden in de wereld?
GvdB: 'Ik duid het rechts-populisme als een cry for community. De afgelopen decennia is er veel verdwenen onder het mom van vooruitgang. Er was sprake van innovatie in de hoogste versnelling. De kruidenier verdween uit het dorp, de lokale fabriek verdween er, de kleine boer. Allemaal kapot voor "een betere toekomst". Maar degenen die deze dynamiek aanprijzen en stimuleren, vergeten dat mensen ook hechten aan zaken die voor gemeenschapszin zorgen. Uit de sociale psychologie weten we dat kinderen die niet goed hechten allerlei tekortkomingen ontwikkelen. Tradities, folklore, taal en afkomst zijn belangrijk, maar worden ondermijnd door het bewieroken van creatieve destructie, zoals Schumpeter dat noemde, en de idee dat de wereld één grote marktplaats is.'
'Mensen zijn gemeenschapsdieren en dat betekent dat we twee tendenties hebben. We concurreren met elkaar én we werken met elkaar samen. We zijn rivalen als het gaat om voedsel, veiligheid en voortplanting. Maar we helpen elkaar, troosten elkaar en verzoenen ons na een conflict. Die twee tendenties moeten wel een beetje in evenwicht met elkaar blijven. Als je heel lang de nadruk legt op het individuele, dan rijst de vraag: wat hebben we nog gemeenschappelijk? Kennen wij elkaar? Vertrouwen wij elkaar? Spreken we dezelfde taal? Die vragen zijn de afgelopen dertig jaar systematisch ondermijnd. Maar gemeenschappen bestaan en willen ook bestaan.' (Uit: 'Hoe vaak moet je een klap krijgen voor je ontwaakt?', FD zaterdag 15 augustus 2020)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen