donderdag 11 juli 2019

Lieke Asma


Mijn intenties en ik : filosofie van de vrije wil 

Boom 2021, 239 pagina's  - € 22,50

Bio Lieke Asma (1984)

Korte beschrijving
Het bestaan van de vrije wil blijft een eeuwig discussiepunt. Binnen de neurowetenschappen lijkt de consensus te zijn dat de vrije wil een illusie is en dat onze handelingen vooraf bepaald worden in onze hersenen. Psychologe en filosofe Lieke Asma noemt deze positie 'willusionisme'. In dit boek laat ze zien dat de argumenten van 'willusionisten' als Dick Swaab, Victor Lamme en Benjamin Libet niet overeind blijven. Vervolgens neemt ze het denken van Elizabeth Anscombe (1919-2001) tot uitgangspunt voor een nieuw filosofisch raamwerk om over de vrije wil en het zelf na te denken. Binnen dat raamwerk blijken intenties en het eerste-persoonsperspectief doorslaggevend. Niet alleen kan daarmee het bestaan van de vrije wil en van een zelf succesvol beargumenteerd worden, maar ook blijken de implicaties voor bijvoorbeeld het determinisme verstrekkend. Een erg interessant en belangrijk boek, dat ingaat tegen de mainstream en de waarde van filosofie sterk laat zien. Veel alledaagse voorbeelden, maar vanwege de vele nuanceringen moet de lezer worstelen om de rode draad in het zicht te houden.

Korte tekst op website uitgever
Vrije wil is een raadselachtig fenomeen. Wij mensen hebben de indruk dat we zelf keuzes maken, maar de wetenschap vertelt een heel ander verhaal: onze handelingen zijn slechts het resultaat van onze persoonlijke eigenschappen, onbewuste associaties en hersenprocessen. Ons bewuste zelf is niets meer dan een passieve toeschouwer. Het is dan ook niet verrassend dat wetenschappelijk onderzoek vaak uitmondt in determinisme of ‘willusionisme’. Maar wat is vrije wil eigenlijk? En wat betekent het om zelf te kiezen? In Mijn intenties en ik verkent Lieke Asma vrije wil en legt ze nauwgezet uit hoe we over de vrijheid van onze eigen keuzes en handelingen moeten nadenken. Wat blijkt? Filosofisch onderzoek en het in ogenschouw nemen van het perspectief van de handelende persoon zijn essentieel voor een goed begrip van vrije wil. Lieke Asma (1984) is filosoof en psycholoog. In 2018 promoveerde ze aan de Vrije Universiteit Amsterdam op een proefschrift over vrije wil en wetenschappelijk onderzoek. Ze werkt aan de Munich School of Philosophy, waar ze onderzoek doet naar zelfontplooiing, impliciete motieven en handelen.

Fragment uit 12. Zelfbepaling en vrije wil
Hoe wij van stenen en wijnglazen verschillen

Maar hoe is het mogelijk dat wij als geheel een actieve rol spelen in wat wij doen? En wat voor soort actieve rol is precies noodzakelijk voor zelfbepaling?
Vrije wil wordt door sommige filosofen gezien als een vermogen. Tegelijkertijd hebben juist filosofen, zoals David Hume, het bestaan van vermogens lange tijd ontkend. Net als vormoorzaken en processen zijn ook vermogens fenomenen waar binnen de metafysica van Hume geen ruimte voor is. Als een bepaalde gebeurtenis optreedt, bijvoorbeeld het breken van ene ruit, dan is dat volgens Hume volledig in termen van een andere gebeurtenis, het vallen van een steen bijvoorbeeld, te verklaren. Maar is het feit dat iets op de ruit viel wel voldoende om te verklaren dat de ruit brak? Als datgene wat viel een blad was geweest in plaats van een steen, dan was de ruit niet gebroken. Met andere woorden, we moeten de steen en zijn vermogens in onze verklaring meenemen. Stenen kunnen iets wat bladeren niet kunnen: ruiten breken. En ruiten hebben een vermogen dat muren niet, of in ieder geval in mindere mate, hebben: breken. Om een volledige verklaring te kunnen geven van het breken van de ruit, moeten we iets zeggen over de vermogens van de objecten die bij de gebeurtenis betrokken waren. Wetenschappers weten allang dat we de werkelijkheid niet gaan doorgronden als we vermogens negeren. We hebben de breekbaarheid van glazen, de oplosbaarheid van zout en het isolatievermogen van rubber nodig om te begrijpen waarom deze objecten bij processen betrokken kunnen zijn waar andere objecten niet bij betrokken kunnen zijn.
Vermogens zijn interessant. Het zijn eigenschappen van objecten, maar we kunnen deze eigenschappen niet zomaar waarnemen, zoals de kleur of de vorm van het object. Cruciaal is dat het object de eigenschap ook heeft als het op dat moment niet, os zelfs nooit, tot uiting komt. Een wijnglas is ook breekbaar als het nooit breekt, maar als het na een val breekt, kunnen we dat verklaren in termen van dit vermogen. Ook al is het vermogen zelf niet aan te wijzen en komt het alleen naar voren als het glas daadwerkelijk breekt, dat betekent niet dat vermogens niet bestaan of minder echt zijn. Ze spelen een belangrijke rol in (wetenschappelijke) verklaringen, bijvoorbeeld dat de ruit breekt of dat iemand een blikseminslag overleeft. De neiging bestaat om deze vermogens tot de fysieke eigenschappen van het object te reduceren. Het feit dat het wijnglas van glas is, is de verklaring dat het breekt. Een verwijzing naar het vermogen zou dan overbodig zijn. Toch zijn veel denkers het erover eens dat de breekbaarheid van het wijnglas niet te reduceren si tot het feit dat het van glas is. Van glas zijn is niet hetzelfde als breekbaar zijn. Botten zijn ook breekbaar, net als vazen, bloemen en papieren kunstwerken. Bovendien zijn sommige glazen objecten veel breekbaarder dan andere; een wijnglas is breekbaarder dan een borrelglaasje, en een borrelglaasje is breekbaarder dan een massief glazen bol. De fysieke eigenschappen van het object realiseren het vermogen, maar het vermogen is daar niet toe te reduceren. (pagina 181-183)


Artikel: Waarom filosofe Lieke Asma het opneemt voor de vrije wil (Trouw, juni 2018)

Youtube - Vrije Wil en Bewustzijn (Lieke Asma)



Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen