dinsdag 10 september 2024

Wilbert Schreurs & Doortje Smithuijsen

Wat mocht, wat mag, what's next?  : reclame als spiegel van onze tijd
Spectrum 2024, 219 pagina's € 24,99

Wikipedia: Wilbert Schreurs (1960) & Doortje Smithuijsen (1992)

Korte beschrijving
Een verdiepend en onderhoudend boek waarin een tijdsbeeld wordt geschetst van wat reclame met de Nederlandse cultuur doet en deed. Wilbert Schreurs en Doortje Smithhuijsen tonen dat reclame een barometer is van de tijdgeest, en dat samen met veranderingen van ideeën over goede smaak en fatsoen ook reclames aan verandering onderhevig zijn. Het boek analyseert klachten en uitspraken van de Reclame Code Commissie en neemt daarbij thema's als de verhouding tussen man en vrouw, seks, religie en gezondheid onder de loep. Tegelijkertijd laten de schrijvers zien hoe omgekeerd reclame, omgekeerd, ook onze samenleving heeft gevormd. Smithuijsen schreef aanvullend een essay over de rol van commercie en machtsverhoudingen waarin zij fantaseert over de toekomst. Soepel en helder geschreven. Met foto's en illustraties in kleur en zwart-wit. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.  Wilbert Schreurs (1960) is reclamehistoricus. Hij schreef enkele boeken. Doortje Smithuijsen (1992) is filosoof, documentairemaker, schrijver en journalist. Ze publiceerde meerdere boeken.

Tekst op website uitgever
Een inzichtelijk portret over wat reclame met onze cultuur doet en deed

‘Het overzicht en de analyse op de rol van reclame zijn overtuigend, buitengewoon goed gedocumenteerd en messcherp.’ Erwin Wijman, schrijver en journalist

Reclame is een barometer van de tijdgeest. Als spiegel van verandering zien we via reclame de normen over goede smaak en fatsoen verschuiven. Dat is de ruggengraat van het verhaal in Wat mocht, wat mag, what’s next?

Historicus Wilbert Schreurs en filosoof en journalist Doortje Smithuijsen onderzoeken het spanningsveld rond de maatschappelijke rol en de invloed van reclame. De klachten en uitspraken van de Reclame Code Commissie laten zien waar we ons met z’n allen zo druk over maken. De verhouding tussen man en vrouw, seks, religie, gezondheid en andere heikele thema’s komen langs.

Maar reclame heeft ons en onze samenleving ook gevormd. Overal zijn de sporen van reclame terug te zien. Technieken uit de reclame zijn tot in alle geledingen van de maatschappij doorgedrongen.

Wilbert Schreurs neemt in dit boek de rol van historische duider op zich. Doortje Smithuijsen schreef een essay over de rol van commercie en machtsverhoudingen en fantaseert over de toekomst.

Wilbert Schreurs (1960) is reclamehistoricus. Hij schreef onder meer de boeken Geschiedenis van de reclame in Nederland, Leuker kunnen we ‘t niet maken en So 70’s. Hij stelde ook de succesvolle tentoonstelling ‘100 Jaar ReclameKlassiekers’ samen en is momenteel verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Doortje Smithuijsen (1992) is filosoof, documentairemaker, schrijver en journalist. Ze heeft een column in Trouw over digitale dilemma’s, publiceerde meerdere boeken en schrijft regelmatig voor onder andere de Volkskrant en Vrij Nederland. Daarnaast maakte ze documentaires voor de VPRO en maakt ze de podcasts VSM en Old Girls Network.

Fragment uit How many brands? (Doortje Smithuijsen)
Such a bullshit product, really

Het was op een boot tussen Jepara en Karimunjawa dat ik een meisje van een jaar of vier zag spelen met een stuk speelgoed dat mijn wereldbeeld zonder overdrijven de jaren daarna enorm zou beïnvloeden. We zaten opeengepakt op het dek van het Indische schip - toeristen, lokale gezinnen op weg naar werk of familie, mannen met houten karren naast honderden eieren, blikken bonen en flesjes cola erop gestapeld. Indische kinderen renden rond op blote voeten, terwijl oude Amerikaanse stellen foto's van ze maakten met hun enorme digitale spiegelreflexcamera's. En te midden van deze onduidelijke, internationale verzameling aan mensen, talen en spullen, zat dat blonde meisje een spelletje te doen dat inmiddels zo'n beetje de hele wereld wel zou kunnen herkennen.
  In haar hand had ze een L.O.L. Surprise - een soort roze, plastic tennisbal waar je een poppetje en bijbehorende kleertjes uit kunt halen. Ze herhaalde constant dezelfde handeling: bal openmaken, poppetje eruit, kleertjes eruit, kleertjes aantrekken, dan weer alles uit, alles weer de bal in, bal weer dicht. Ondertussen kek ze almaar recht vooruit, richting een punt ongeveer een meter voor zich. Ze leek tegen dat punt te praten - alsof daar een vriendinnetje zat dat verder niemand kon zien. Maar het was geen vriendin die ze zich verbeeldde, begreep ik na het tafereel een aantal minuten bekeken te hebben. Het was een camera. Dit meisje speelde vloggertje. De LOL-bal was haar ingebeelde unboxing product.
  Ik raakte in gesprek met de vader van het meisje, een Italiaan van een jaar of vijfenveertig die een maand door Indonesië reisde met zijn gezin. Hij was speelgoedimporteur, verteld ehij, en de L.O.L. Surprise was zijn laatste grote hit. 'They love it,' zei hij met een blik op zijn dochter, 'they want to feel like a vlogger with sponsored products. Just like they see on YouTube.' Waar kinderen ooit ridder speelde, of prinses, of cowboy of astronaut, spelen ze nu influencer: ze imiteren een bestaan voor een camera, gefinancierd door adverteerders die betalen voor het tonen van bepaalde producten. Kennelijk is zo'n carrière zo nastrevenswaardig dat meisjes van vier al volop bezig zijn met oefenen.
  Later die vakantie kwam ik nog eens langs bij de Italiaan en zijn gezin. Hij bleek de allergrootste en allermooiste bungalow van het eiland gehuurd te hebben: een enorme hardhouten hut, met vrij uitzicht over een stuk zee waarin de zon elke avond spectaculair onderging. Zijn vierjarige zat op de grond, omringd door een arsenaal aan L.O.L. Surprises: glitterballen, ballen met panterprint, exemplaren zo groot als een voet- of basketbal. Ze rolden over de donkerbruine vloer, de Italiaan pakte er een op.
  'It's weird, huh,' zei hij. 'Such a bullshit product reallly. But the kids, they go crazy.'



Eind 2021 liep ik de Aesop-winkel aan de Amsterdamse Utrechtsestraat in - een winkel die een jaar eerder open was gegaan, met een interieur waarin de grootst mogelijke moeite was gedaan voor een oude, authentieke uitstraling. Bebrilde winkeliers, antieke kasten en vitrines, glazen stolpen met flessen zeep en shampoo eronder - Aesop is een huidverzorgingsmerk. Ik liet me minutenlang adviseren door de verkoper, maar wist ondertussen al precies wat ik wilde: de Reverence Aromatique Hand Wash. De afgelopen jaren had ik mijn handen ontelbaar vaak gewassen met Aesop - in restaurants, hotels, bij hippe vrienden thuis - maar nooit had ik zelf een fles bezeten. Samen met de handcrème kwam het totaalbedrag op 142 euro. Ik betaalde met een zo neutraal mogelijk gezicht.


  Ik nam de handzeep en -crème in het linnen tasje dat eromheen kwam mee naar mijn nieuwe huis: een huurappartement in Amsterdam-Noord, waar ik sinds een paar weken woonde. Aan mijn verhuizing waren maanden zo niet jaren aan huizenstress voorafgegaan. Ik was lang geobsedeerd geweest door het idee dat ik een huis moest kopen - mijn ouders kochten toen ze mijn leeftijd hadden een huis van drie verdiepingen in Amsterdam-Zuid, ik kon niet eens een hypotheek rondkrijgen voor een studio in Nieuw-West. Hoewel ik me kapot ergerde aan de doorgeslagen woningmarkt en aan de bizarre huizenprijzen, voelde het toch als falen dat ik op mijn dertigste niet kon herhalen wat mijn ouders op die leeftijd wel was gelukt.
  Wat zette ik neer, toen ik de twee diepbronzen plastic Aesop-flessen naast de kraan zette in mijn Formica-keuken? Een emulsie van water, natrium, kaliumlactaat. Maar ook een manifestatie van mijzelf als onderdeel van de strevende klasse. Deze klasse - hoogopgeleid, relatief welvarend, zelfbewust - bestendigt zijn sociaaleconomische positie met consumptie die een vorm van inwijding en kennis vereist. Leden luisteren de juiste podcasts, dragen ecologisch verantwoorde kleding, lopen rond met een tasje van maandbladen als The New Yorker - als getuigenis van een abonnement maar vooral van het bijbehorende denkvermogen. Ze kopen groenten op de biologische markt, eten zuurdesembrood in plaats van casino, drinken geen koemelk maar havermelk - vandaar de veelgehoorde term 'havermelkelite'. In Amerika kijkt biosupermarkt Whole Foods alvorens zich ergens te vestigen eerst in welke gebieden het opleidingsniveau toeneemt: hoe veryupter de buurt, hoe groter de behoefte tot klassenmanifestatie in de vorm van dure boerenkool. (pagina 167-169)

Lees ook: Iedereen verslaafd? : een analyse van ons digitale gedrag (uit 2022) en Kapitalisme is seksisme : een pamflet (uit 2024) van Doortje Smithuijsen (uit 2024)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen