De Bezige bij 2022, 197 pagina's - € 22,99
Website van Doortje Smithuijsen (1992)
Korte beschrijving
Een verhelderend boek over de gevolgen van digitalisering. Doortje Smithuijsen bezoekt klinieken, spreekt psychologen en interviewt game-, porno- en Instagramverslaafden. Daarnaast kijkt ze kritisch naar zichzelf en haar omgeving. In hoeverre verschilt de digitale afhankelijkheid van de moderne mens van die van ‘echte’ verslaafden? Waar ligt de grens tussen ‘normaal’ online gedrag en een online obsessie? Een analyse van de gevolgen van digitalisering en een kritische duiding van de huidige tijd. In prettige stijl geschreven, met persoonlijke passages. Voor een brede tot geoefende lezersgroep. Doortje Smithuijsen (1992) is filosoof, documentairemaker en schrijver. Ze heeft een tweewekelijkse column in Trouw over digitale dilemma’s. Daarnaast schrijft ze geregeld voor onder meer de Volkskrant en Vrij Nederland. Voor de vpro maakte ze de documentaires 'Mijn dochter de vlogger, Volg je me nog?' en 'Sociaal Tribunaal'. Haar eerste boek 'Gouden bergen. Portret van de digitale generatie' (2020) stond op de shortlist van de Brusseprijs 2021..
Tekst op website uitgever
Verhelderend boek over de gevolgen van digitalisering Een diepgravend en verhelderend boek over ontwikkelingen waar we middenin zitten.
Met de digitalisering is het aanbod aan verslavingen enorm toegenomen. Van PlayStation tot appen, van stappenteller tot Instagram – werkelijk alles wat we online doen lijkt een sterk aantrekkende werking op ons te hebben. Vrijwel iedereen kijkt meer naar schermen dan hij of zij zou willen; niemand kan nog zonder smartphone. Maar maakt dat ons allemaal meteen verslaafd?
Doortje Smithuijsen bezoekt klinieken, spreekt psychologen, interviewt game-, porno- en Instagramverslaafden, maar ook mensen die niet zonder hun Strava of datingapps kunnen. Daarnaast kijkt ze kritisch naar zichzelf en haar eigen omgeving: in hoeverre verschilt onze digitale afhankelijkheid van die van ‘echte’ verslaafden? Waar ligt de grens tussen ‘normaal’ online gedrag en een online obsessie?
Iedereen verslaafd? is een meeslepende en scherpe analyse van de gevolgen van digitalisering, maar ook een kritische duiding van de huidige tijd. Als verslaving immers een vlucht is, waarvoor vluchten we dan?
Fragment uit (de) Proloog
In eerste instantie voelde ik me enigszins bezwaard dit boek te schrijven. Het thema verslaving trok me enorm, en meer nog het idee dat de digitalisering een steeds uitdijende diepte schept waarin we als mens makkelijker kunnen verdwijnen. Wie geen zin heeft in het aardse leven pakt een telefoon of laptop, begint te scrollen, te staren en voor jet het weet ben je weg - dat idee. Het deed me denken aan de screensaver Sterrenbeeld die je vroeger op oude pc's had: een zwart beeld waarin kleine witte sterretjes steeds aan je voorbijtrekken, een oneindige cruise door het heelal. Een reis zonder bestemming, behalve het zwarte gat dat steeds op gelijke afstand bleef en toch gevoelsmatig dichterbij kwam. Als kind kon ik eindeloos naar dat beeld kijken, ik wachtte dagelijks bij de computer op de gang van de basisschool tot de muis lang genoeg niets had gedaan en het beeld weer op zwart ging. Het had iets magisch, dat vallen zonder ondergrond, dat eindeloze vooruit.
Het punt was dat ik met de metaforische wederhelft van dat sterrenbeeld - de verslaving, dus - eigenlijk heel weinig te maken had gehad. Niet als kind, niet als tiener, niet als twintiger. Natuurlijk had ik wel de nodige pogingen gedaan mezelf verslaafd te krijgen, aan drank, of seks, af en toe drugs; ik vond het allemaal fantastisch, maar verloor mezelf zelden. Als ik een avond dronken wil worden, moet ik me dat voornemen; mijn lichaam heeft een natuurlijke rem na een paar glazen wijn, dan heb ik simpelweg geen zin meer in alcohol. Toen ik tijdens mijn middelbareschooltijd besloten had roker te worden, hoorde ik van mijn mederokers op het schoolplein aan hoe moeilijk het was niet te kunnen roken als je thuis was - je ouders mochten er natuurlijk niet achter komen. Ik had dat probleem nooit; terwijl ik tijdens de school en uitgaan makkelijk de ene na de andere sigaret opstak, voelde ik nooit werkelijke aandrang dat te doen - ik had gewoon nooit écht zin in een peuk. Ik rookte als de omgeving erom vroeg; als ik thuis was hoefde het niet. Ik vergat ook aan de lopende band mijn rokersimago; liet mijn sigaretten overal liggen; bleef in pauzes vaak te lang in de kantine hangen om nog naar buiten te kunnen - iets wat voor mijn doorgewinterde Marlboro Light-vriendinnen onbegrijpelijk was.
Waarschijnlijk is het precies dit wat me altijd zo gefascineerd heeft aan verslaving: het gevoel dat ik geen onderdeel uitmaakte van dit fenomeen. Als ik weer eens iemand hoorde opbiechten 'heel verslavingsgevoelig' te zijn - iets wat mensen te pas en te onpas verkondigen op borrels en etentjes, terwijl het toch best precaire informatie is over jezelf - voelde ik me meteen aangetrokken tot die persoon. Eigenlijk wilde ik dan direct vragen: hoe is dat? Hoe is het om constant het trekkende gevoel van verslaving te ervaren, om aan de lopende band dingen te doen die je niet echt wilt? Hoe is het om steeds weer te worden meegesleurd in de eindeloze stroom van verleiding, van meer, nog meer, van overgave, zonder berusting? Hoe is het om je leven in essentie niet onder controle te hebben? Hoe is het daar, binnen in dat sterrenstelsel? (pagina 9-10)
Draadje (november 2022)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen