woensdag 21 oktober 2015

Lieven De Cauter

Metamoderniteit voor beginners ; filosofische memo's voor het nieuwe millennium

Vantilt 2015, 256 pagina's - € 19,95

Korte beschrijving - tekst op website uitgever
Metamoderniteit voor beginners biedt een dwarsdoorsnede van onze tijd: een moderniteit voorbij de moderniteit. Vandaar: ‘metamoderniteit’. Het boek opent met een reeks filosofische robotfoto’s van de tijdgeest, een dieptepsychologie van het heden: over reality tv, gruwel als entertainment en het nieuwe onbehagen. Het tweede deel brengt een terugblik op het Nine Eleven-tijdperk: de oorlog tegen het terrorisme als uitzonderingstoestand. Een van de zwaartepunten van het boek wordt gevormd door politiek-filosofische beschouwingen over de natuurtoestand en over de burgeroorlog als mogelijke planetaire conditie. Vervolgens wordt het verschijnsel globalisering belicht en uitgewerkt vanuit de invalshoeken identiteitspolitiek en gemeengoed (de commons). Een aantal blogs over stadsactivisme maken dit laatste thema concreet en geven het boek een activistische toets. De verzameling sluit af met nabeschouwingen over politieke melancholie en posthistorie.

‘Zijn we uit de geschiedenis aan het vallen?’ Deze onmogelijke vraag ligt ten grondslag aan deze teksten, die zijn geschreven in de schaduw van de klimaatcatastrofe. De Cauter construeert een futurologie van het heden in memoranda voor de eenentwintigste eeuw: het nieuwe millennium voor eeuwige beginners. Dit boek wil een toegankelijke inleiding zijn op het heden. Niet alleen voor studenten, maar voor allen die geïnteresseerd zijn om ons verwarrend en donker tijdperk te begrijpen.

Fragment uit Gemeenplaatsen over gemeengoed
De eenentwintigste eeuw zal draaien om de verdediging van het universele gemeengoed (in het bijzonder het ecosysteem, het vrije gebruik van zaden, opensource-kennis enzovoort) door middel van een toename van particuliere praktijken van vergemeenschappelijking. We moeten lessen trekken uit de Magna Carta (en het Charter of the Forest): de bescherming van het gemeengoed moet bij wet worden vastgelegd. De Magna Carta was een verdrag na een opstand. Ook nu zal het enkele lukken na een opstand, vrees ik.
  Het geval van de privatisering van de zaden toont aan dat de 'oorspronkelijke accumulatie' niet slechts, zoals sommige uitspraken in het betreffende hoofdstuk van Marx suggereren, tot het begin van het kapitalisme behoort, maar voortduurt (zelfs het bemachtigen van land gaat door, zoals in Zuid-Amerika waar enorme sojavelden, de zogeheten 'groene woestijnen', de plaats van kleine boerenbedrijven hebben ingenomen). Anderzijds moeten we met Harvey blijven benadrukken dat het proces van vergemeenschappelijking even continue is als het omheiningsproces. Dat is een belangrijk punt. We kunnen hierbij denken aan de opensource-beweging of zelfs het illegale downloaden en uploaden van bijna alles, muziek, films en hele boeken. Maar Harvey denkt hierbij aan de stad, aan het stedelijke gemeengoed. Er is hier inderdaad sprake van een zeker metabolisme: tegenover gentrificatie (als oorspronkelijke toe-eigening van de sfeer van een buurt) staan duizenden praktijken van vergemeenschappelijking, variërend van een eenvoudige picknick in het park tot stedelijk activisme. Zulke vergemeenschappelijkingen en her-toe-eigeningen van het gemeengoed zijn nodig. Wat telt is het gebruik in plaats van bezit. Zoals de mensen op het Tahirplein in Cairo het terrein na de revolutie spontaan opruimden en schoonveegden: een openbaar verkeersplein was hun gedeelde ruimte geworden. Een voorbeeldige actie, concreet en symbolisch tegelijk. Telkens wanneer we de straat opeisen of van een park een gemeenschapstuin maken, eigen we ons het gemeenschpappelijke weer toe. het gemeenschappelijke is een gemeenplaats telkens wanneer we van een ruimte een gemene plaats maken. En zoals vergemeenschappelijking de kern uitmaakt van de schepping van ruimtelijk of stedelijk gemeengoed, is burgeractivisme de werkelijke kern van de democratie, de her-toe-eigening van de democratie (als het ideaal van het heersen van hen die daartoe niet bevoegd zijn verklaard, eeuwig degenen die niet aan de regering of partijen deelnemen, zoals Rancière in Hatred of Democracy zegt).

  Dat alles heeft mij er meer dan ooit van overtuigd dat een van de belangrijkste betekenissen van het gemeenschappelijke, van het gemene (zoals het etymologisch woordenboek aangaf), munia is, de plicht van de gemeenschap: de strijd voor het gemeengoed zal een van de belangrijkste politieke kwesties zijn van de eenentwintigste eeuw. (pagina 166-167)

Toelichting - commons
Commons is heel moeilijk te vertalen. Het betekent 'gemene gronden, maar dan in zijn algemeenheid, dus het gemene ook als het niet over gronden gaat. Gemeengoed als vertaling heeft als nadeel dat het alleen het goed en niet de gemeenschap, noch het proces of de praktijk behelst. Pierre Dardot en Christian Laval willen in Commun (Parijs: La Découverte, 2014) zelfs af van commons en alleen spreken over common, dus zonder de common pool resources (gemeenschappelijke middelen), omdat dat een verdinglijking inhoudt. Voor hen staat common voor co-munus: wederzijdse gift en verplichting. Vandaar dat wij vaak het woord in het Engels zullen gebruiken, maar het toch ook trachten te vertalen: als gemeengoed, het gemeenschappelijke en in zijn onbepaalde algemeenheid als het gemene. (pagina 250)

Terug naar Overzicht alle titels



Trudy Dehue 2

De depressie-epidemie : over de plicht tot het lot in eigen hand te nemen

Augustus 2008, 332 pagina's - € 12,50

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Trudy Dehue (1951)

Korte beschrijving
De auteur beschrijft allereerst haar observatie van de - vaak te korte - onderzoeken van de medicijnen tegen depressie. Ze heeft veel kritiek op de onderzoeken, die niet correct gehouden en weergegeven worden, waarvan de uitkomsten verdoezeld of verdraaid worden. Een en ander door de betrokkenheid van de hebzuchtige farmaceutische industrie die niet alleen veel geld steekt in de onderzoeken, maar ook de uitkomsten steeds meer bepaalt. Tegelijk wordt depressie steeds meer in de biologische hoek getrokken. Pleidooien voor onafhankelijk onderzoek krijgen geen voet aan de grond. De auteur onderzoekt ook de commercialisering van de wetenschap, de antidepressie-reclame en depressiecampagnes die worden gefinancieerd door de overheid. Gangbare verklaringen van een toename van het aantal gevallen van depressie zijn niet houdbaar of onvolledig. Tot slot een hoofdstuk over het nemen van het lot in eigen handen. Met een groot aantal eindnoten, een literatuuropgave en afzonderlijke registers op personen en onderwerpen. Een zeer goed boek, maar niet gemakkelijk, vooral geschikt voor de hulpverlening, artsen, psychiaters en psychotherapeuten, maar ook voor de media en journalisten. De schrijfster is hoogleraar aan de rijksuniversiteit te Groningen. Kreeg veel aandacht in de media.

Fragment uit 9. De plicht het lot in eigen hand te nemen
Kon voorheen het bestaan nog door hogere machten worden geregeld of worden getroffen door sociaal onrecht, nu staan we liefst allemaal zelfstandig, competitief en verantwoordelijk in het leven. Wie daar te weinig toe in staat is, heet niet alleen angstig of depressief maar loopt een kans werkelijk ongelukkig te worden door de permanente confrontatie met het eigen tekort. Ook wie anderszins niet meedoet, bijvoorbeeld door te veel alcohol te drinken, verlegen te zijn, narcistisch, druk of in zichzelf gekeerd, heeft behandeling nodig om aan zelf realisering te gaan doen. Om Mentaal Vitaal nog eens aan het woord te laten: 'Preventie [...] vanuit een disease management benadering levert gezondheidswinst op en verlaagt de kosten. [...] De samenleving heeft immers baat bij vitale burgers, werknemers, patiënten en leerlingen.'
Terwijl Furedi het concept 'burger als autonome, vrijdenkende, verantwoordelijke en voor zichzelf zorgende mens teloor ziet gaan als sneeuw voor de zon', staat dat in feite breeduit op de politieke agenda. Bordjes zoals 'pas op de gladde vloer', die je in overdrachtelijke zin inderdaad overal tegenkomt, zijn geen permanente hand boven het hulpeloze hoofd, maar wijzen mensen erop dat het risico voor hemzelf is. In de eenentwintigste eeuw houden overheden, hulpverleners en uiteindelijk alle mensen elkáár de plicht voor het lot in eigen hand te nemen. (pagina 236)

Lees ook: Betere mensen : over gezondheid als keuze en koopwaar (2014)

Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 15 oktober 2015

Guy Verhofstadt 2

De ziekte van Europa (en de herontdekking van het ideaal)

De Bezige bij 2015, 368 pagina's -  € 24,90

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Guy Verhofstadt (1953)

Korte beschrijving
Dit boek gaat over de afkalving van het Europese ideaal als gevolg van de eurocrisis en massa-immigratie. De auteur was premier van België van 1999 tot 2008. Hij is de leider van de liberalen in het Europees Parlement. Idealistisch – en teleurgesteld – evangelist van een verenigd Europa. Het boek stelt de diagnose van de malaise en probeert het Europese ideaal te herontdekken. Aansprekend en amusant is de felheid van de auteur, die het heeft over een 'Europees Korsakov-syndroom' en over de 'Hongaarse schande'. Wel veel emotie, waardoor hij de nuchtere lezer soms kwijt raakt. Interessant voor voor- én tegenstanders van vergaande Europese integratie. Toegevoegd zijn documenten uit de jaren vijftig die het oorspronkelijke Europese ideaal weergeven. Geen illustraties. Voor meer feiten is het de moeite waard om ‘Europa in alle staten : zestig jaar geschiedenis van de Europese integratie’* (2013) te lezen van o.a. Wim van Meurs.

Korte beschrijving
Dit boek gaat over de afkalving van het Europese ideaal als gevolg van de eurocrisis en massa-immigratie. De auteur was premier van België van 1999 tot 2008. Hij is de leider van de liberalen in het Europees Parlement. Idealistisch – en teleurgesteld – evangelist van een verenigd Europa. Het boek stelt de diagnose van de malaise en probeert het Europese ideaal te herontdekken. Aansprekend en amusant is de felheid van de auteur, die het heeft over een 'Europees Korsakov-syndroom' en over de 'Hongaarse schande'. Wel veel emotie, waardoor hij de nuchtere lezer soms kwijt raakt. Interessant voor voor- én tegenstanders van vergaande Europese integratie. Toegevoegd zijn documenten uit de jaren vijftig die het oorspronkelijke Europese ideaal weergeven. Geen illustraties. Voor meer feiten is het de moeite waard om ‘Europa in alle staten : zestig jaar geschiedenis van de Europese integratie’* (2013) te lezen van o.a. Wim van Meurs.

 Lees ook: De weg uit de crisis : hoe Europa de wereld kan redden (2009)

Trouw: Paardemiddel voor een doodziek Europa (14 oktober 2015)

Fragment uit 1. Het Syndroom van Korsakov
Europa lijdt echter aan meer dan geheugenverlies alleen. Inmiddels heeft het ook de volgende fase van de ziekte van Korsakov zich aangediend: het zich buiten de werkelijkheid plaatsen door het scheppen van een eigen schijn- of fantasiewereld. De voorbeelden zijn legio. Europa blijft denken dat het in de wereld nog steeds de grootste afzetmarkt bezit. Of de tot treurens toe herhaalde ambitie om de geavanceerdste kenniseconomie op deze planeet te worden, terwijl alle indicaties wijzen in de tegenovergestelde richting. Het heeft iets pathetisch, die stoere opgeklopte verklaringen die voortdurend worden herhaald in alle documenten van de Europese Commissie en in de besluiten van de Europese Raad. En dat terwijl er geen continent ter wereld zo traag groeit als Europa.

Terug naar Overzicht alle titels

zondag 11 oktober 2015

Bernard Maris

Economie is geen wetenschap : het bijgeloof van onze tijd ontmaskerd

De Geus 2015, 125 pagina's - € 14,95

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: Houellebecq économiste (2014)

Wikipedia: Bernard Maris (1946-2015)

Korte beschrijving
Hoewel de auteur een beroemd econoom is, staat hij bekend om het bekritiseren van economen en het huidige economische systeem. Net als de thans actuele Thomas Piketty beweert Maris meer geleerd te hebben van grote literaire auteurs dan van toonaangevende economen. In dit boek houdt hij de lezer een spiegel voor over onze huidige samenleving aan de hand van het werk van de schrijver Michel Houellebecq, met veelvuldige citaten van vroegere economen als Marx, Friedman en Keynes. Hij wil onze overschatting van de relevantie en invloed van de economie aan de kaak stellen door duidelijk te maken dat economie geen exacte wetenschap is en daardoor belangrijke beperkingen kent, zoals het willen rationaliseren van alles in de samenleving en het miskennen van de factor 'menselijk gedrag'. Dit boek is postuum uitgegeven: de auteur was een van de slachtoffers bij de aanslag van januari 2015 op de kantoren van het satirische Franse weekblad Charlie Hebdo, waarvan hij redacteur/columnist en deels eigenaar was. Een juweeltje voor cynici en relativeerders..

Fragment uit het Voorwoord
Ten eerste valt er nooit, ik herhaal nooit iets aan te begrijpen, en een roman of gedicht is van nature niet economisch. Nee. Net zoals je door het lezen van Kafka begrijpt dat je wereld een gevangenis is en door Orwell dat je er wordt gevoed met leugens, zo zul je door het lezen van de economische ideeën van Michel Houellebecq die ik ga onthullen, te weten komen - als je het niet al wist - dat het keurslijf dat je bewegingen afremt en je zo triest en sneu maakt, economisch van aard is. Rimbaud had het in een gedicht terloops over de economische verschrikkingen en Viviane Forrester schreef er een fraai boek over, dat werd verguisd door de intelligentsia (een goed teken!). Voortaan zul je nog meer van Michel Houellebecq genieten nu je begrijpt dat hij je immuun maakt voor economie, al had je dat vast al begrepen.
  Zijn boeken vallen onder de gezondheidszorg. Te zien dat onze tijd in hokjes is verdeeld door de troosteloze wetenschap en de statistiek, die etymologisch verwant is met de staatsraison en ten grondslag ligt aan de wil om de wereld te normeren via de 'normaalverdeling', is één ding; het bespreken van de twee Houellebecqiaanse redenen om te leven, of te overleven - goedheid en liefde - is iets anders, veel bezielender.

Nietzsche dacht dat de wetenschap de filosofie de das om zou doen. Niets daarvan. De filosofie werd vervangen door pseudowetenschappen, de economie voorop, waarvan de wiskundige overdrijving de conceptuele leegte verhult. Samen met het jargon is wiskunde de camouflagetruc die het economische kankergezwel in de samenleving aan het zicht onttrekt.
  Dat de economie de samenleving - of liever gezegd de mensheid - fataal wordt is, voor één keer, volkomen voorspelbaar. En die voorspelling wordt gedaan door Michel Houellebecq.
  Het is een goede zaak dat de moordenaar wordt ontmaskerd. (pagina 20-21)

Lees ook: Michel Houellebecq. Mogelijkheid van een eiland (2005) en Viviane Forrester. De terreur van de globalisering (2000/2001)

Terug naar Overzicht alle titels

donderdag 8 oktober 2015

Brian Robertson

Holacracy : de nieuwe manier van werken in een snel veranderende wereld

Business Contact 2015, 230 pagina's - € 24,99 

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: Holocracy : the new management system for a rapidly changing world (2015)

Wikipedia: Holacratie en Holacracy  en Twitter Brian Robertson 

Korte beschrijving
Snel kunnen inspelen op veranderingen – daartoe zouden veel organisaties graag in staat zijn, maar de werkelijkheid laat zien dat slechts weinigen daarin slagen. De Amerikaanse auteur van dit boek gelooft in de maakbaarheid van organisaties en ontwikkelde een methode die een organisatie wendbaarder en slagvaardiger maakt: holycracy. Kern van deze methode is dat de verantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheid dáár komt te liggen waar ze horen: op de werkvloer. De macht en beslisbevoegdhied worden weggehaald uit de managementhiërarchie en komen te liggen bij de rollen die in de organisatie vervuld worden via samenwerking in gelijkwaardige cirkels. Deze nieuwe manier van werken en organiseren wordt in dit boek praktijk- en toepassingsgericht uiteengezet: hoe breng je je organisatie in voortdurende ontwikkeling, wat betekent dat voor je organisatiestructuur en hoe geef je het in de praktijk vorm en inhoud? Ook al zie je er voor toepassing in jouw organisatie geen brood in, kennis nemen van dit nieuwe managementparadigma via dit boek is aan te bevelen.

Fragment uit 2. Loslaten van autoriteit
In holacracy is het distribueren van autoriteit meer dan een kwestie van de macht bij de leiders weghalen en toekennen aan een ander of een groep anderen. In plaats daarvan wordt macht niet meer toevertrouwd aan iemand die aan de top staat, maar aan een proces dat gedetailleerd is vastgelegd in een geschreven grondwet. De grondwet van holacracy is een generiek document dat kan worden toegepast op elke organisatie die gebruik wil maken van de methode. Als de grondwet formeel is geratificeerd, bepaalt deze de gang van zaken in de organisatie. De erin vastgelegde regels en processen zijn soeverein en staan zelfs boven degene die de grondwet heeft aangenomen. Zoals een op de nationale grondwet gebaseerd parlement wetten kan uitvaardigen die zelfs een president niet kan negeren, bepaalt de grondwet van holacract dat de macht binnen de organisatie niet bij een autoritaire baas berust, maar bij een wetgevend proces.
  Je kunt de grondwet online lezen, maar je hoeft de tekst niet te lezen om holacracy te leren. Je leert een ingewikkeld spel niet optimaal door de spelregels te lezen. Het werkt beter om de basisregels te leren, te gaan spelen en de spelregels alleen te raadplegen als je die nodig hebt. Het is echter wel cruciaal dat je weet dat die regels bestaan en met de andere speler overeenkomt dat jullie ze gehoorzamen; het is geen spel meer als een van de spelers het recht heeft de regels aan te passen. Als ik met een organisatie naar de implementatie van holacracy toewerk, is de eerste stap dat de CEO de grondwet van holacracy formeel aanvaardt en zijn of haar macht aan het systeem van regels overdraagt. Door heldhaftig afstand te doen van zijn of haar gezag effent de leider het pad voor een authentieke machtsverdeling die elk niveau van de organisatie bereikt. (pagina 31-32)

Youtube - Holacracy: A Radical New Approach to Management | Brian Robertson | TEDxGrandRapids



Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 7 oktober 2015

Marius de Geus

Filosofie van de eenvoud : vereenvoudiging en matiging als verrijking van het bestaan

Jan van Arkel 2015, 384 pagina's - € 19,95

Wikipedia: Marius de Geus (1954)

Korte beschrijving
De auteur is politiek filosoof aan de Universiteit van Leiden. Hij analyseert uiterst zorgvuldig en toegankelijk de economische, maatschappelijke en politieke werkelijkheid van het 'nooit genoeg' van de westerse maatschappijen. Vervolgens ontvouwt hij op overtuigende wijze zijn 'filosofie van de eenvoud' waarbij 'vrijwillige matiging' en een eenvoudige levensstijl kernbegrippen vormen. Tevens is een volledig politiek en ethisch omdenken nodig, weg van het falende liberalisme, hedonisme en consumentisme naar de ware, ecologisch verantwoorde 'kunst van het leven' van eenvoud in een eindige wereld. Dit zal een permanent en soms zeer weerbarstig individueel en collectief leerproces vereisen, dat echter tot een rijker en betekenisvoller bestaan zal leiden. Het levenstempo zal 'normaliseren'. Een meeslepend en zeer actueel betoog voor een 'verlaging van onze ecologische voetafdruk'. Gericht op een breed, op het nadenken over matiging en eenvoud gericht publiek.

Fragment uit 13. Belangrijke eindbevindingen, geleerde inzichten en opgedane lessen
Het bestaan van een niet te ontkennen maatschappelijke tegenstand en in bepaalde gevallen zelfs ook uitgesproken 'weerzin' ten aanzien van ene filosofie van vrijwillige vereenvoudiging, matiging en zelfbeheersing, valt in onze westerse samenleving op basis van verschillende redenen te verklaren.
  Een eerste reden is het feit dat de bevoorrechte westerse burgers een dergelijke ethiek vrijwel onmiddellijk associëren met 'opgeven', 'afzien' en 'inleveren'. Een dergelijke 'filosofie van de eenvoud' wordt door de meeste burgers al bij voorbaat afgewezen. Dit gebeurt op grond van de negatieve gevoelswaarde en verbinding met zuinigheid en schraalheid, beperking van de consumptiekeuzes, de verwachting van een zekere armoedigheid en een daarmee samenhangende existentiële angst voor het op tal van gebieden mogelijk ervaren van  tekorten'.
  Een tweede reden is dat een overgang naar meer eenvoudige, gematigde en beheerste levenswijzen en gedragingen ook een teken is dat de toekomst onzeker is en dat vertrouwde en langdurig ingesleten consumptiepatronen en gedragingen aangepast dienen te worden. Dit kan gepaard gaan met gevoelens van kwetsbaarheid, aantasting van het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van burgers: het zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden kost energie, kan spanningen opleveren en kan tot onverwachte en onvoorspelbare gevolgen leiden. Het bevestigt dat het menselijk bestaan voortdurend aan veranderingen onderhevig is en fundamentele onzekerheden met zich meebrengt.
  Een vergelijkbare vereenvoudigingsfilosofie wordt met behulp van de genoemde processen van 'framing' in de media doorgaans direct in verband gebracht met het inleveren van ruimere consumptiemogelijkheden, het opgaven van aanzien, comfort, luxe en het leiden van ene ascetisch bestaan, dat de mensen zich zouden dienen op te leggen om de welbekende ' aardse verleidingen' te bedwingen. (pagina 349-350)

Terug naar Overzicht alle titels

zondag 4 oktober 2015

Ahmed Aboutaleb


Droom & daad

Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek 2015, 63 pagina's - € 2,95
Uitgegeven in het kader van de Maand van de Geschiedenis 2015 (thema: Tussen droom en daad)

Wikipedia: Ahmed Aboutaleb (1961)

Korte beschrijving
In dit essay, uitgegeven ter gelegenheid van de Maand van de Geschiedenis (oktober 2015), pleit de Rotterdamse burgemeester voor een samenleving waarin solidariteit, hulpvaardigheid en opofferingsgezindheid de boventoon voeren in de omgang met de medemens. Als uitgangspunt daarbij haalt hij de geschiedenis aan van een aantal joodse onderduikers die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog verscholen op de orgelzolder van de Rotterdamse Breepleinkerk. Dankzij de onbaatzuchtige inzet van mensen die hen tevoren niet eens kenden, slaagden zij er in de oorlog te overleven. Aboutaleb knoopt aan bij het gedachtegoed van Aristoteles en met Rotterdam verbonden denkers als Erasmus en Pierre Bayle voor een oproep om de droom van een leefbare samenleving om te zetten in daden door moed, inzet en hulp voor de medemens. Voor een breed publiek. Geïllustreerd met een aantal zwart-witfoto's. Pocketuitgave; normale druk

Het essay voor de 12de Maand van de Geschiedenis wordt geschreven door Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam. Het krijgt de titel Droom & daad, bijna gelijk aan het thema van de Maand van de Geschiedenis: Tussen Droom & Daad.

In het essay onderzoekt Aboutaleb de wegen naar een wij-samenleving. Zijn stelling is dat we veel kunnen leren van zowel de dromers als de doeners. Mensen met moed, doorzettingsvermogen en opofferingsgezindheid. De boodschap van Aboutaleb is: we kunnen elkaar helpen de weg te vinden, want de weg van dromen naar daad is de weg van ‘ik’ naar ‘wij’. Van de ‘ik’ die vaak machteloos is tegen de grote problemen, naar de ‘wij’ die veel wegen opent. Het essay wordt door de CPNB uitgegeven en is tijdens de Maand van de Geschiedenis, jaarlijks in oktober, in de boekhandel te koop voor € 2,95.

Ahmed Aboutaleb (Marokko,1961) behaalde zijn einddiploma HTS in 1987, werkte als discussieleider, programmamaker, verslaggever en woordvoerder. Vanaf 2004 was hij wethouder van de gemeente Amsterdam. In 2007 werd hij benoemd tot staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en op 5 januari 2009 geïnstalleerd als burgemeester van Rotterdam.

In 2014 werd hij door Elsevier uitgeroepen tot ‘Nederlander van het jaar’ en door Binnenlands Bestuur tot beste lokale bestuurder van 2014. Aboutaleb wordt geroemd als het gezicht van de stad die de afgelopen jaren met onder meer architectonische hoogstandjes opvallend positief in het nieuws was.

Na de aanslag op het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo begin dit jaar maakte hij nationaal én internationaal indruk met zijn speech op het plein 1940-45. Het bracht hem op een topontmoeting over radicalisering in het Witte Huis en ontving hij veel lof van collega burgemeesters en politici over de gehele wereld.

Fragment uit de Epiloog
We hoeven die weg van droom naar daad niet alleen te gaan. Dat heeft het verhaal van Rebecca ons laten zien. Er waren vele moedige mensen die haar hielpen. De familie van de koster en de dominee, en de Surinaamse oogarts Leo Lashley. Het zijn voorbeelden en rolmodellen die ons kunnen helpen om onze eigen weg te vinden. We kunnen leren van de dromers, van de mensen met een ideaal. En we kunnen leren van de doeners, die hun idealen omzetten in daden. We kunnen geïnspireerd worden door de mensen met moed, doorzettingsvermogen en opofferingsgezindheid. We kunnen een voorbeeld nemen aan de moedige koster De Mars en zijn sterke vrouw Annie. Zij deden wat er op hun pad kwam en ze liepen er niet voor weg. We kunnen leren van het doorzettingsvermogen van de onderduikers, die dag in dag uit alert waren, 34 maanden lang. We kunnen net zo dienstbaar proberen te zijn als dokter Lashley en verpleegster Riek Dekkers, die bij de bevalling van Rebecca hielpen in die onmogelijke omstandigheden.
  We kunnen ook andere mensen helpen of op sleeptouw nemen. We kunnen jonge mensen helpen bij het vinden van hun weg naar volwassenheid, zoals Aristoteles deed voor Alexander de Grote. En zoals Erasmus deed voor Hendrik van Bourgondië en Karel V. En zoals de gidsen Henk den Haan en Randy Breukel nu doen, elke keer als ze het verhaal van de Breepleinkerk vertellen aan de schoolkinderen van Rotterdam-Zuid. En zoals Deborah Maarsen deed op die middag bij het Kindermonument aan de Stieltjesweg.
  De weg van dromen naar daad is de weg van 'ik' naar 'wij'.  Van de 'ik' die machteloos is ten opzichte van de grote problemen, naar de 'wij' die opeens zo veel mogelijk maakt.
  We kunnen elkaar helpen de weg te vinden. (pagina 57-58)

Joods Kindermonument Rotterdam

Terug naar Overzicht alle titels