Augustus 2009, 143 pagina's - € 15,--
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Wikipedia: Christien Brinkgreve (1949) en haar website.
Korte beschrijving
Persoonlijk geluk en maatschappelijk succes zijn er alleen voor degenen die weten wat ze willen. Daarvoor moet je jezelf kennen. En heel vaak wordt gedacht dat je je voor zelfkennis op jezelf moet terugtrekken. Ons zelfbeeld is dat van een psychisch atoom of harde kern, heel verschillend van hoe we in gezelschap overkomen. Aan de hand van verschillende opvattingen over het zelf uit de psychologie, de literatuur en de filosofie probeert dit vlot en laagdrempelig geschreven boek duidelijk te maken hoe verkeerd dit beeld is. Het zelf is door en door sociaal, niet veel meer dan een rol die we spelen. Aan het einde van het boek slaat dan de twijfel toe en wordt geconcludeerd dat - hoezeer het zelf ook is ingebed in een sociale context - het zelf niet met deze context samenvalt. De lezer mag dan verder raden hoe het nu precies zit met dat zelf: een autonoom iets, of gevormd door anderen.
Verhalen doen veel. Ze hebben hun uitwerking op anderen, maar ze betekenen vooral veel voor degenen die ze vertellen. Ze brengen lijn in het leven, een grotere eenheid en consistentie, wat orde in de chaos kan geven, een gevoel van autobiografische eenheid in de wirwar van ervaringen en gebeurtenissen. Het eigen verhaal geeft mensen een duidelijker gevoel van wie ze zijn en waar ze staan (plaatsbepaling, betekenisgeving, zelfdefiniëring).
Het verhaal als visitekaartje, voor anderen, maar vooral voor zichzelf: 'Dit ben ik, dit is mijn verhaal', en dat wordt dan algauw, slechts een stapje verder: ik ben mijn verhaal. Mensen gaan leven naar hun verhaal: ze zien duidelijker wat kenmerkend voor ze is, en gaan in die stappen verder. De Canadese hoogleraar gerontologie William Randall ziet levensverhalen niet zozeer 'als iets wat we hebben, maar wat we zijn. Wij zijn de verhalen waarmee we ons leven begrijpen.' (pagina 69-70)
Tweede fragment uit 13. Geen zelf zonder anderen
Als je naar jezelf kijkt zie je dus niets, maar als je naar iemand kijkt die naar jou kijkt zie je jezelf, op een van vele mogelijke manieren. "The looking glass self" noemde Charles Cooley dat.
De ander is de spiegel, maar geen lege spiegel: hij kijkt, hij geeft terug, reageert, met blikken en woorden. Zonder interactie blijven deze 'spiegels' leeg.
De betekenis die de blikken krijgen is contextgebonden, situationeel: daarin spiegelen zich de verhoudingen en de ervaringen van anderen. In de eerste plaats met de ouders: in de interactie met hen wordt het mentale script van mensen in eerste aanleg gevormd. Vervolgens ook met anderen: met de betekenissen en missives van de cultuur, de anderen als abstractie (cultuur) en concrete anderen - anderen van dat moment en van vroeger, verinnerlijkte anderen, die allen meeblazen in het innerlijke koor dat we het zelf noemen, waarin alle spiegelingen, bewerkt, verwerkt, zich samenvoegen tot het complexe geheel dat als het zelf wordt ervaren. (pagina 120-121)
Terug naar Overzicht alle titels