woensdag 31 mei 2017

Peter Mertens

Graailand : het leven boven onze stand
EPO 2016, 403 pagina's -  € 20,--

Wikipedia: Peter Mertens (1969)

Korte beschrijving
Dit is het derde boek van de in België zeer populaire auteur, socioloog en politicus Peter Mertens. Vanaf de eerste pagina's haalt Mertens de kern van het wereldbeeld van de neo-liberalen keihard onderuit. We leven niét in een meritocratie, wel in een samenleving waarbij de gemeenschappelijke middelen volkomen ongelijk verdeeld worden. Al is het soms wat demagogisch en eenzijdig, het boek legt wél goed en in klare taal uit wat er misgaat in een hele reeks beleidsdomeinen, van armoede tot zonnepanelen. Mertens slaagt erin concrete cijfers en persoonlijke verhalen te verweven in een boeiend en samenhangend maatschappelijk betoog. Hij heeft met succes het oude communistische ideaal in een nieuw modieus jasje gestoken. Uitvoering: illustraties ontbreken, traditionele typografie/lay-out. Met eindnoten; geen register. Uitstekend, vlot geschreven, voor dit genre zeer leesbaar boek. In Nederland vermoedelijk minder populair dan in België, maar toch goed voor een redelijke lezerskring.

Tekst op website uitgever
De elite graait, grabbelt en grijpt als nooit tevoren. Ongestraft verstoppen miljonairs en multinationals miljarden euro’s in postbusbedrijven en belastingparadijzen. Overbetaalde politici walsen ongestoord de draaideur door tussen politiek en grootbedrijf. Wat crisis?

Crisis is voor sissies, zegt de kaste, en ze verhogen opnieuw de taksen en bevriezen de lonen. We leven toch boven onze stand? Ondertussen vloeit het verse geld naar nieuwe speculatieve zeepbellen, tot de bubbels barsten. Hoe meer ellende de graaiers zaaien, hoe meer opstand ze oogsten tegen de elites.

Mertens gooit geen steen in de kikkerpoel, maar meteen een hele muur. Graailand biedt een alternatief op de profeten van de angst, zoals Trump, Le Pen en Wilders. Graailand toont de sprankeling van het sociaal verzet, stelt de New Kids in Town voor, en offreert een politiek van hoop.

Graailand is een boek dat brandt in de handen. Neem het vast, en geef het vuur door.

Fragment uit En wat als alle motoren uitvallen?
De Britse collega's van het blad The Economist trokken eerder al aan de alarmbel: "Sedert 2008 hebben de Amerikaanse bedrijven zich gelanceerd in een van de omvangrijkste fusie-ronden in 's lands geschiedenis, ter waarde van tien biljoen dollar." De krant stelt vast dat de voordelen van al die fusies en overnames niet ten goede komen aan de klanten van het grootbedrijf. Het geld wordt opgepot, en de winsten gaan door het dak. The Economist schrijft: "In de meeste rijke landen zijn de winsten de laatste tien jaar gestegen, maar toch het meest die van de Amerikaanse bedrijven. Koppel dat aan de groeiende concentratie van het eigenaarschap ervan en het wordt duidelijk dat de vruchten van de economiosche groei zijn opgepot. Het is een van de redenen waarom twee derde van de Amerikanen, ook van de Republikeinen, is beginnen geloven dat de economie de belangen van de machtigen op een oneerlijke manier voortrekt.

Overnames en fusies, maar gene investeringen die werkgelegenheid creëren. Logisch dat de zakenbankiers en de tussenpersonen hun slag slaan. De drie zakenbanken die de wereld in 2008 mee in een uitzichtloze crisis stortten, profiteren vandaag het meest. "Het lijkt erop dat 2015 het lucratiefst zal zijn voor Goldman Sachs. Concurrenten JP Morgan en Morgan Stanley volgen op respectabele afstand", schrijft De Tijd.
  Hoe pervers moet het eigenlijk nog worden? Ondanks massa's geld die in de economie worden gepompt, ondanks superlage interestvoeten investeert het grootbedrijf niet. Winsten worden wel geboekt. Veel winsten zelfs. Heel veel. Waar gaan die fenomenale winsten dan wel naartoe? Het geld vloeit naar beleggingen, derivaatproducten, speculatiefondsen. Net als voor 2008. In volle crisis, bij een overschot aan beschikbaar geld, wordt het kapitaal op de beurs overgewaardeerd. De wereld op zijn kop ... tot de volgende krach.

Het is uiterst zeldzaam dat alle motoren van ene vliegtuig uitvallen. De meeste meermotorige toestellen kunnen zelfs in de lucht blijven met één enkele werkende motor. Zolang één motor werkt, kan je proberen de andere motoren weer te laten aanslaan, en wel door de druk van de lucht in een duikvlucht. Maar als alle motoren uitvallen is geen besturing meer mogelijk, dan is het gedaan.
 In de Europese Unie zijn alle motoren stilaan uitgevallen. Niemand investeert nog: de gezinnen niet, de overheden niet, de bedrijven niet. ()

  Het is zonneklaar: als we de motoren opnieuw willen doen aanslaan, zullen we een heel andere politiek moeten voeren, in plaats van te rommelen in de marge. Dan zal het erop aankomen al dat slapend kapitaal wakker te schudden en te durven raken aan de almacht van het private grootbedrijf. (pagina 308-310)


Terug naar Overzicht alle titels

Henk van der Waal 2

Mystiek voor goddelozen
Querido 2017, 431 pagina's - € 19,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Website van Henk van der Waal (1960)

Korte beschrijving
Volgens de meermaals bekroonde dichter en filosoof Henk van der Waal is de hedendaagse mens als 'laatkomer' per definitie het sluitstuk van de geschiedenis van de kosmos vóór hem. De mens is als sluitstuk ook een nieuw begin. En dat nieuwe begin kan een nieuw élan krijgen wanneer de mens weer een 'aanhaker' wordt, een wezen dat zich op grond van een late komst voegt naar het omvattende dat hem draagt. Een existentieel-mystiek besef dus van hoe het wezen van de mens samenhangt met al wat bestaat en bestaan heeft en van hoe kosmos en mens allerlei 'tijdvertragende' technieken en technologieën hebben uitgevonden om het bestaan te rekken. Opgebouwd als een dialoog tussen de 'welwillende' en de 'raadselachtige' neemt de auteur de mens mee op een diepgravende zoektocht naar een modern, aansprekend seculier-mystiek inzicht in de werkelijkheid die ons draagt, omvat en verbindt. Filosofie van zeer hoog literair niveau. Wel voor doorzetters want erg moeilijk, mede door Van der Waals eigenzinnige jargon (met verklarende woordenlijst). Inspirerend en erg knap gecomponeerd. Een aanrader voor mensen die geïnteresseerd zijn in moderne filosofie en seculiere spiritualiteit en mystiek.

Een lang citaat uit een recensie
Laat ik het maar meteen bekennen: ik weet niet goed wat ik met dit boek aan moet. Het is een van die zeldzame boeken waarin getracht wordt het hele universum in zijn samenhang te begrijpen, maar wel met de naduk op het aardse en menselijke leven. Van der Waal biedt zijn lezers een alomvattende theorie van de geschiedenis van de mensheid, en een perspectief op haar mogelijke toekomst.
  Een dergelijke universele aanpak doet nog het meest denken aan de filosoog Georg Hegel, die ruim twee eeuwen geleden soortgelijke boeken schreef. Met veel bravoure onderneemt Van der Waal iets wat filosofen lange tijd niet meer hebben aangedurfd. Zijn denken, waarin het thema 'tijd' centraal staat, is overigens meer dan door Hegel beïnvloed door Heidegger, de Franse denkers die op diens denken hebben voortgeborduurd en, zeker in het laatste deel, door hedendaagse tijdfilosofen als Joke Hermsen.
  Maar daar blijft het niet bij: de voetnoten en de literatuurlijst getuigen van een schier universele belezenheid, die zich ook uitstrekt tot de nieuwste ontwikkelingen in de wetenschappen. Deze voetnoten zijn heel nuttig, maar hebben ook iets merkwaardigs, omdat het boek is geschreven in de literaire dialoogvorm. Het is een tweespraak tussen gesprekspartners van onbestemd geslacht, de 'raadselachtige' en de 'welwillende' genoemd, die niet zozeer opponenten zijn, maar elkaar veeleer als geestverwanten aanvullen en stimuleren in de ontvouwing van hun filosofie.
  In het laatste deel schetsen zij het perspectief van een mystiek, kosmisch, 'posthumaan' bewustzijn, waarin het geloof in een scheppende, almachtige God een gepasseerd station is, evenals het nationalisme of andere ideologieën. Een bewustzijn van individuele openheid en vrijheid, dat pas mogelijk wordt na alle stadia die de mensheid tot nu toe heeft doorlopen, inclusief dat van de technologie van de moderne communicatiemedia.
  Is dit het eindstadium van de geschiedenis? Dat is nog de vraag, want het is 'niet waarschijnlijk dat de hele evolutie en de hele geschiedenis een van tevoren gegeven doel in zich dragen'. Zo hegeliaans is Van der Waal ook weer niet.

Fragment uit (de) Proloog
Wel, we zijn met z'n tweeën, en afwisselend is de welwillende aan het woord en de raadselachtige.

Hoe die welwillende en raadselachtige elkaar hebben ontmoet, is niet bekend. Wel is duidelijk dat ze nog maar kort in elkaars nabijheid verkeren en willen weten wie de ander is. Er wordt daarom een naam gefluisterd, want een naam is nu eenmaal het begin van alles. Van onze gang door de wereld en van onze gang door ons leven. En vroeg of laat ook van onze gang naar de spiegel om onszelf eens recht in het gezicht te kijken en te vragen: wat doe ik hier?

Wees gerust: de raadselachtige en de welwillende schieten niet direct in een kramp als die vraag hun voor de voeten wordt geworpen Integendeel. Ze worden er vrolijk van en geven er zelfs hoopvolle antwoorden op. Het gaat te ver om te zeggen dat ze een bestemming voor je in petto hebben of dat ze je over de zin van het leven zullen informeren. Niettemin zullen ze je er wel op wijzen dat je heel veel verleden in je verzameld houdt en dat je daar best zuinig op mag zijn. Ook zullen ze je voorzichtig en schoorvoetend rijp proberen te maken voor het inzicht dat je een tijdbloem bent. En wat doet een tijdbloem? Inderdaad, een tijdbloem bloeit tijd.

Je zult je wel afvragen wat je met zo'n antwoord kunt. Heel veel en heel weinig, zoals met alle grote antwoorden. Maar wat belangrijker is: dit antwoord houdt ook een plaatsbepaling in. Dat is heel letterlijk bedoeld. Een bloem moet immers ergens zijn om te kunnen bloeien. Zo is het ook met jou. Jij moet ook ergens zijn, compleet met een naam en een identiteit, om te kunnen bloeien en om je diepste en mooiste ervaring in de wereld te kunnen ontvouwen. Je naam en je identiteit zijn met andere woorden een voorwaarde voor het laten bloeien van die diepste en mooiste ervaring, die volgens de raadselachtige en welwillende in de grond ook nog eens mystiek van aard is. (pagina 8)

Lees ook van Henk van der Waal: Denken op de plaats rust (2012)

En van Joke Hermsen: Stil de tijd : pleidooi voor een langzame toekomst (2009) & Kairos : een nieuwe bevlogenheid (2014).

Lees ook: Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst van Yuval Noah Harari (uit 2016/2017).


Lezing: op dinsdag 19 september 2017 spreken Joke Hermsen enHenk van der Waal in Bibliotheek Uden over dit boek.

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 30 mei 2017

Carlo M. Cipolla

De wetten van menselijke stupiditeit
Amsterdam University Press 2016, 85 pagina's - € 9,95 

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: The basic laws of human stupidity (2011)

Wikipedia: Carlo M. Cipolla (1922-2000)

Korte beschrijving
In 1976 publiceerde Carlo Cipolla, hoogleraar economische geschiedenis in Berkeley, een kort essay over menselijke domheid. Dat essay, destijds bedoeld voor vrienden en kennissen, bleef lang onopgemerkt. Inmiddels is het in vele talen vertaald en nu eindelijk ook in het Nederlands. De schrijver verdeelt de mensheid in vier soorten: de dommen en de slimmen, de schurken en de zwakken. En met een groot gevoel voor humor en minstens zoveel pijn in het hart constateert hij dat er veel meer domme mensen zijn dan wij doorgaans willen weten en dat ze machtiger zijn en meer schade aanrichten dan goed voor ons is. Het boekje eindigt met een aantal grafieken waarin en waarmee de lezer zichzelf kan plaatsen. Pocketuitgave; normale druk.

Fragment uit hoofdstuk VI - Stupiditeit en macht
Net zoals met alle andere mensen het geval is, verschillen ook domme mensen enorm van elkaar wat betreft hun vermogen om andere mensen te benadelen. Sommige dommeriken brengen hun omgeving slechts in beperkte mate verliezen toe, terwijl anderen juist in staat zijn enorme grote schade aan te richten. Niet alleen onder een paar mensen in hun directe omgeving, nee hele gemeenschappen en zelfs samenlevingen kunnen het slachtoffer zijn van hun nefaste handelingen. Het vermogen om anderen schade te berokkenen wordt bepaald door twee belangrijke factoren. In de allereerste plaats bestaat er een verband met erfelijke aanleg. Sommige mensen komen nu eenmaal ter wereld met een uitzonderlijk hoge dosis van het stupiditeitsgen, en we kunnen stellen dat deze categorie krachtens hun geboorte behoort tot de elite van de domme mensen. De tweede factor die van invloed is op het vermogen van de domme mens om schade aan te richten hangt samen met de machtspositie die hij of zij in de maatschappij inneemt. Het is niet zo moeilijk om uit de categorieën ambtenaren, generaals, politici en staatshoofden díe domme exemplaren eruit te pikken wier vermogen om schade aan te richten in verontrustend grote mate nog eens werd (of wordt) versterkt door de machtspositie die zij innamen (of innemen). In dit verband mogen ook godsdienstige leiders niet over het hoofd worden gezien. (pagina 53-54)

Recensie: Menselijke stupiditeit gesignaleerd - Geestig boek over de vijf wetten van de domheid (juni 2016)

Artikel: Zou het? “Iedereen onderschat altijd en onvermijdelijk het aantal domme individuen dat in omloop is.” (mei 2017)

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 23 mei 2017

Peter Singer


Effectief altruïsme : 1. Ontdek hoe je het meeste goed kunt doen in de wereld. 2. Doe het!
Lemniscaat 2017, 224 pagina's - € 19,95

Oorspronkelijke titel: The Most Good You Can Do: How Effective Altruism Is Changing Ideas About Living Ethically (2015)

Wikipedia: Peter Singer (1946) en zijn website 

Korte beschrijving
Effectief altruïsme is kort gezegd het door middel van geld, werk, keuzes en tijd zoveel mogelijk goeds in de wereld tot stand brengen. Logisch redeneren en eenvoudig leven moeten dit mogelijk maken. Peter Singer, de Australische utilitaristisch filosoof en docent aan onder meer Princeton University, is een van de vaders van deze beweging in opkomst. Hij verwoordde het ethisch ideaal voor het eerst in 'Famine, Affluence and Morality' (1972). Deze thematiek komt in dit boek terug. Aan de hand van voorbeelden en onderzoeken wordt duidelijk gemaakt hoe iedereen effectief altruïst kan worden. Niet altijd even genuanceerd in zijn opvattingen, bijvoorbeeld over kunst en soms te rationeel, bijvoorbeeld wanneer hij stelt dat het beter is grote bedragen aan een of twee organisaties te schenken die hebben bewezen de wereld te verbeteren en daarmee het gevoelsmatige 'penningske van de weduwe' veronachtzaamt. Dit boek wordt ondersteund door de website www.effectiefaltruisme.nl. Met enkele grafieken, eindnoten met literatuurverwijzingen en een register. Hoewel hier en daar controversieel te noemen een belangrijk en wellicht invloedrijk boek.

Tekst op website uitgever
'Stel,' zegt Peter Singer, 'je loopt door het park en je ziet een kind verdrinken. Er is niemand anders in de buurt. Zou je in de vijver springen om dat kind te redden?' 'Ja natuurlijk,' zullen de meeste mensen antwoorden. 'Maar waarom accepteer je dan,' gaat Singer verder, 'dat er in ontwikkelingslanden dagelijks kinderen overlijden zonder dat je ingrijpt, terwijl hun dood met jouw hulp voorkomen had kunnen worden?'

Deze casus is typerend voor het denken van Peter Singer. Als je eenmaal hebt erkend dat mensen die honger lijden en doodgaan aan bestrijdbare ziektes geholpen dienen te worden, net als het verdrinkende kind in de vijver, dan is de volgende vraag: hoe dan? Er zijn onderzoeken die laten zien dat het ene goede doel meer dan honderd keer effectiever is dan het andere. Als je aan mensen vraagt of ze honderd keer zoveel willen doneren, dan zullen ze nee zeggen. Maar als je ze vraagt of ze met hetzelfde bedrag honderd keer zoveel effect willen genereren, dan willen ze daar best over nadenken.

Fragment uit Voorwoord
Er is een opwindende nieuwe beweging in opkomst: effectief altruïsme. Daaromheen vormen zich organisaties van mensen die zich erin willen verdiepen, en op de sociale media en op websites wordt er levendig over gediscussieerd, evenals in The New York Times en in de Washington Post.
  Effectief altruïsme is op een heel eenvoudige gedachte gebaseerd: we moeten zoveel mogelijk goeds tot stand brengen. Je aan de gebruikelijke regels houden over niet stelen, niet bedriegen, anderen geen pijn doen is niet genoeg, in ieder geval niet voor degenen onder ons die het grote geluk hebben in materieel comfort te leven, die zichzelf en hun gezin kunnen voeden, huisvesten en kleden en die toch nog geld en tijd overhouden. Een minimaal ethisch leven leiden betekent dat we een aanzienlijk deel van de middelen die we overhouden gebruiken om van de wereld een betere plek te maken. Een volledig ethisch leven leiden betekent dat we zoveel mogelijk goeds tot stand brengen. (pagina 7)

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 17 mei 2017

Kris Pint

De wilde tuin van de verbeelding : zelfzorg als vrolijke wetenschap
Boom 2017, 132 pagina's - € 14,90

Universiteit van Hasselt: Kris Pint (1981)

Korte beschrijving
Cultuurhistorische verhandeling over een uitweg uit de stresserende ratrace van de homo economicus. Een alternatieve levenswijze, zelfzorg als vrolijke wetenschap, wordt ontworpen via 'de wilde tuin van de verbeelding', met als hoofdmetafoor het scheppen van je 'innerlijke tuin'. Na 'nee' durven zeggen tegen de overtrokken eisen van de maatschappij en het opeisen van een eigen plek maak je deze tot een potentiële ruimte (hortus conclusus), waarin je mentaal verbinding maakt met inspirerende zaken in kunst en leven. In deze innerlijke wilde tuin zoek je via 'intieme fantasma’s' naar díe verbeeldingspraktijken die helpen bij dat transformatieproces, via de elementen 'personages', 'details' en 'het ontijdige'. De Belgische auteur (1981, Halle), dichter en docent cultuurwetenschappen, citeert vrijdenkers als Freud, Jung, Nietzsche, Barthes, Foucault en schrijvers als Proust en Gombrowicz om zijn zaak te bepleiten. Geschikt voor de liefhebbers van 'Stil de tijd' van Joke Hermsen en het soortgelijke 'Landschap en herinnering' van Simon Schama..

Tekst op website uitgever
Dé gids om op een andere manier naar jezelf te kijken - weg van de neoliberale stereotypen - en zo een goed en voor jou waarachtig leven te leiden.

‘De geheime tuin bevindt zich binnen de ruimte van onze hedendaagse maatschappij met zijn schrale monoculturen van steeds maar weer dezelfde gewassen. Het gaat erom hier bepaalde cultuurpraktijken als tegengif tegen de dominante cultuur te ontdekken en te cultiveren. Het is een praktijk die te vergelijken is met guerrilla gardening, waarbij mensen in publieke ruimtes stiekem bepaalde bloemen of struiken planten, om zo de lelijkheid en de monotonie te bestrijden die vele plekken zo deprimerend maken.’

De moderne mens is continu bezig zichzelf te verbeteren en nog beter in de markt te zetten. In De wilde tuin van de verbeelding laat Kris Pint zien hoe wij aan deze instrumentalisering van onszelf kunnen ontsnappen. In het werk van kunstenaars en denkers vindt hij elementen van een levenskunst voor iedereen die zichzelf en anderen niet langer wil begrijpen in termen van concurrentie en consumptie.

Je moet jezelf niet beschouwen als een ondernemende tuinier die zich voortdurend wil bewijzen, maar als een wilde tuin, met allerlei nog onvermoede, waardevolle plaatsen. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de verbeelding, als een vorm van verzet, een verkenning van andere mogelijke levenswijzen.

Citaat uit de rubriek Doorlezen of afhaken?
In Sigmund, de zaterdagbijlage van De Volkskrant, worden de laatste tijd min of meer Bekende Nederlanders aan het werk gezet. Ze krijgen wekelijks drie willekeurige boeken voorgeschoteld. En of ze de eerste tien pagina's van elk boek willen lezen. Om vervolgens te besluiten: doorlezen of afhaken? In mei 2017 las cabaretier, liedjesmaker en kunstenaar Jeroen van Merwijk (1955) het boek van Kris Pint. Hij begon zijn verhaal als volgt:
De ondertitel van dit boek is: Zelfzorg als vrolijke wetenschap. Waar de toon van het vorige boek me wat irriteerde, is het juist de toon van dit boek die me bevalt. Op een niet nadrukkelijke, zachte - ik zou bijna zeggen: Vlaamse - manier verzet dit boek zich tegen de alomtegenwoordige marktwerking en tegen het beeld van de mens als homo economicus. () Lezen, dat boek!

Fragment uit Zelfzorg als vrolijke wetenschap
Het is de stelling van dit boek dat we verbeelding kunnen gebruiken als een vorm van verzet tegen wat ons beklemt, als een manier om nieuwe bestaansmogelijkheden te verkennen door van ons zelf een wilde tuin te maken. Zoals we aan het begin van het boek reeds stelden, is dat 'zelf' geen authentieke kern die in het verborgene klaar ligt om ontdekt te worden. Het is een constructie, een fictie - maar dan wel een bijzonder waardevolle en zelfs noodzakelijke fictie, die ons helpt om 'nee' te zeggen tegen vele andere illusies die ons als vanzelfsprekend worden aangereikt. De zorg voor het zelf betekent dus een zorg voor de verbeelding, omdat het via de verbeelding is dat we ons andere levenswijzen kunnen voorstellen. De toetssteen voor die alternatieve verbeeldingspraktijken is steeds de mate waarin we ze als heilzaam ervaren. Laten ze ons toe de werkelijkheid intenser en genuanceerder te ervaren, bieden ze de nodige vorm- en zingeving om ons te helpen om te gaan met tegenslag en lijden, geven ze ons kracht om ons te verweren tegen wat ons zwak en ziek maakt? (pagina 119)

Youtube - Cultuurfilosoof Kris Pint over marktwerking (Brainwash, april 2017) (4:52)



Terug naar Overzicht alle titels

zaterdag 13 mei 2017

Nick Meynen

Frontlijnen : een reis langs de achterkant van de wereldeconomie
EPO 2017, 250 pagina's - € 22,50

MO: Nick Meynen (1980)

Korte beschrijving
De huidige economische orde, gekenmerkt door het neo-liberalisme, put de grondstoffen uit en verwoest de Aarde. De auteur illustreert dit door voorbeelden bij de winning van grondstoffen, de wijze van produceren en de (niet plaatsvindende) afvalverwerking. De oorzaak ligt in de groei van de bevolking, de wens tot stijging van de welvaart en de consumptie en daardoor de steeds grotere uitputting van de grondstoffen. Handelsverdragen en het optreden van regeringen en internationale instanties leiden niet tot voldoende maatregelen. De auteur houdt een pleidooi voor een andere economische orde en geeft voorbeelden voor een ander beleid. Het boek geeft een interessante alternatieve visie op de huidige economische orde, maar kan niet geheel overtuigen, omdat het voorzien in de basisbehoeften van een uitdijende wereldbevolking een groot vraagstuk is. De Belgische auteur is werkzaam bij de grootste Europese federatie van milieuorganisaties, maar zegt dat dit boek zijn persoonlijke mening weergeeft. Een aantal voorbeelden betreft Belgische bedrijven. Met eindnoten en een literatuurlijst.

Tekst op website uitgever
‘Dit boek verdient een breed en internationaal publiek.’ Dat schrijft Naomi Klein over Frontlijnen.
Het is geen toeval dat de wereldberoemde auteur van onder andere De shockdoctrine en No time zo onder de indruk is van dit verhaal. Zoals treinen je de achterkant van landschappen laten zien, zo troont Nick Meynen je mee langs de achterkant van onze mondiale economie. Hij maakt kennis met de afvalmaffia in Napels, aanschouwt de geschifte Griekse goudkoorts, ontdekt in Dubai dat er niet genoeg zand is en komt in Congo tot een verrassende vaststelling over de globale economie. Op elke plaats die hij aandoet, op elke frontlijn, komt naar boven: dit economisch systeem is onhoudbaar want het maakt mens, dier en planeet ziek. Toch is Meynen niet pessimistisch, zelfs niet in tijden van Trump. Hij toont hoe overal mensen in de maalstroom rechtop gaan staan en zich verzetten tegen het kwartaalkapitalisme. Non-fictie van de bovenste plank waarin de Grote Verhalen van deze tijd oplichten.

Enkele citaten uit een interview in De Morgen (12 mei 2017, door Thomas Decreus)
"Als je kijkt naar wat er momenteel kan gerecycleerd worden in onze economie, dan valt dat nogal tegen. Het komt neer op zeven procent van het totale gewicht van de materialen die in omloop zijn. De overige drieënnegentig procent wordt nog altijd afval. Ondanks het buzzword circulaire economie, zal er ook gewoon een economische krimp, een verlaging van het totale volume nodig zijn.  Maar dat hele idee past natuurlijk niet in het plaatje van “we zijn supergoed bezig”. En nog minder in het idee dat we alle schulden moeten terugbetalen door economisch te blijven groeien."

"Dat is een steeds weerkerende opmerking en ik heb er één antwoord op. De VN schat dat er tegen 2050 twintig procent meer mensen zullen zijn dan nu. Maar de VN schat ook dat we tegen 2050 ongeveer tweehonderd procent meer zullen consumeren dan nu. Dan vraag ik je: zeg me waar het grootste probleem zit? Het grootste probleem is niet de hoeveelheid mensen. Het is zelfs niet de hoeveelheid die we consumeren. Het is het economische systeem dat dit mogelijk maakt, aanmoedigt en voorstelt als een daad van goed burgerschap. Ik geloof sterk in wat Ghandi ooit zei: ‘Er is genoeg voor ieders noden, maar niet voor ieders hebzucht.’ Daar komt het eigenlijk op neer. Zelfs Adam Smith, de peetvader van het kapitalisme, heeft tweehonderdvijftig jaar geleden al gezegd dat kapitalisme een groeifase zou kennen maar dat die groei niet eeuwig kan blijven duren. Het probleem is dus vooral dat de economische expansie veel sneller gaat dan de bevolkingsexpansie. Trouwens, die bevolkingsexpansie zal zich sowieso stabiliseren na 2050."

Artikel: Nick Meynen: "We leven in een bubble die vroeg of laat zal barsten"

Fragment uit Mythe 4. Het bruto nationaal product moet groeien
'Een stijging van 20 procent in het sterftecijfer van Amerikanen boven de 65 zou een groei in het bnp (bruto nationaal product) per hoofd van de bevolking betekenen.
  De quote komt uit The Economist. Deze logica volgend is het goed voor de groei van het bnp dat de overheid alle 65-plussers de toegang tot ziekenhuizen ontzegt en hen een gratis cyanidepil geeft. Of met een drone uitschakelt. Het zou een win-winsituatie zijn: het bnp groeit door besparingen in de sociale zekerheid en de cyanide- en drone-industrie groeit. De quote komt uit een artikel over klimaatveranmdering. Eigenlijk zegt de auteur dat de opwarming van de aarde een vijfde van onze oudjes op het altaar van de god Groei zal leggen. Nergens stelt de auteur Groei in vraag.,
  Aanhangers van de meest geïnstitutionaliseerde, geglobaliseerde en gevaarlijkste religie ter wereld kijken niet op een generatiegenocide meer of minder. Ze bidden niet langer tot Allah of God, maar tot Groei. Alles wat niet tot de bnp-groei bijdraagt moet uitgefaseerd en liefst geëlimimineerd owrden. Waar het neoliberalisme nog een ideologie is met een viertal grote recepten en met concrete namen van implementerende instellingen (zoals de Wereldbank en het IMF) is de Groeireligie groter, vager en ongrijpbaarder. Het is vandaag dé God boven alle andere Goden, van Washington tot Peking.
  In historisch perspectief is Groei een nieuwkomer. Waar God en Allah al wijdverspreid waren, was de religie rond Groei in het begin van de industriële revolutie een randfenomeen. Twee eeuwen later leven we in de hegemonie van Groei. Groei van het bnp is voor de aanhangers geen middel voor een goed leven, het is Het Doel. En Het Doel heiligt de middelen, alle middelen. Vandaag kun je ook op zondag Groei (voordien God) eren door meer te consumeren (voorheen bidden) in een winkel (voorheen kerk). Consumeren is en vorm van goed burgerschap, een manier om je plaats in de geloofsgemenschap te behouden en te versterken. Een burgerplicht. (pagina 197-198)

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 9 mei 2017

Salomon Kroonenberg

Spiegelzee : de zeespiegelgeschiedenis van de mens
Atlas Contact 2017, 271 pagina's - € 14,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Salomon Kroonenberg (1947)

Korte beschrijving
Zeespiegelstijging is van alle tijden. Het zeeniveau is de gemiddelde hoogte van de zeespiegel. Het wordt beïnvloed door een aantal factoren: het mondiale volume van het zeewater, de gemiddelde temperatuur en de saliniteit. Als de ijskappen van het poolgebied smelten, heeft dat gevolgen voor het zeeniveau, het zal dan stijgen. Wordt er veel zeewater door ijsvorming opgenomen, dan zakt het zeeniveau. Deze processen zijn van invloed geweest op de vorming van het Nederlandse landschap. De stijging en daling van het zeeniveau is een wetmatigheid, gebaseerd op natuurlijke processen. De tegenwoordige stijging van het zeeniveau wordt door menselijk handelen veroorzaakt. De auteur, emeritus hoogleraar geologie aan de TU Delft, geeft op een toegankelijke wijze informatie over deze materie. Het boek is voorzien van kleurenfoto's, een geologische tijdschaal van het Pleistoceen, landkaartjes, curven, profielen, een register en een paginagrote kaart van de afsmeltingsfasen van de Scandinavische ijskap. Belangrijk boek voor biologen, geologen en mensen met belangstelling voor geomorfologie.

Fragment uit 12. Tempels verdwijnen, terpen verschijnen
Het Spiegelzeeteam heeft het Katwijkse strand niet willekeurig gekozen als locatie van het paviljoen. Het is volgens de historicus Dik Parlevliet exact de plaats waar ooit het Romeinse castellum Brittenbrug stond, maar die ruïne is inmiddels in zee of onder het strandzand verdwenen.
  Vanaf 2500 jaar geleden is het afgelopen met de kustaangroei in West-Nederland. Bij een stormvloed in 1250 wordt een groot deel van de duinen bij Katwijk weggeslagen en komen er resten van een bouwsel tevoorschijn, in de woorden van Jan van Wassenaar uit dat jaar: 'toen zag men de structuren en bouwsels van de aarde en de muren gingen opwaarts door het strand in de duinen onder de aarde tot twee plaatsen, op de manier of daar een water tussen die muren gelopen had.' Er werden stenen met opschriften, zilveren munten en andere voorwerpen gevonden die teruggaan tot het jaar 270 van onze jaarteklling. In 1581 maakt de beroemde tekenaar en cartograaf Ortelius er een tekening van. Daarop heeft het bouwsel weinig weg van een Romeins bouwwerk, want de Romeinen maakten geen ronde torens. Ook in later eeuwen komt de structuur soms even boven water, maar sinds 1800 is er niets meer gezien. Van de vondsten uit die tijd is helaas niets bewaard gebleven. Bij een recente uitgraving op het Katwijkse strand komt wel een Romeinse hypocausttegel tevoorschijn, gebruikt om een vloerdeel op te hogen voor de vloerverwarming, en in het nabijgelegen Valkenburg wordt een bodemplank van een wijnvat met het stempel van keizer Caligula gevonden. (pagina 172-173)

Terug naar Overzicht alle titels

Thomas Rau & Sabine Oberhuber

Material matters : het alternatief voor onze roodbouwmaatschappij
Bertram + De Leeuw Uitgevers 2016, 221 pagina's -  € 14,95

BioThomas Rau op zijn website

Korte beschrijving
In dit boek werken architect Thomas Rau en econome Sabine Oberhuber stapsgewijs toe naar een nieuw economisch model. Doel: een toekomstbestendige wereld waarin de consument niet langer eigenaar maar gebruiker is van materialen (die een circulaire levensloop krijgen waardoor afval verleden tijd is). Dit lijkt een utopie, maar het boek schetst – aan de hand van aansprekende cases en voorbeelden – een werkbaar model dat dit ideaal daadwerkelijk mogelijk kan maken. Uitvoering: traditionele typografie, eigentijdse lay-out, geïllustreerd met de nodige kleurenfoto's. Met eindnoten. Het boek wordt aangekondigd als revolutionair, met de potentie de wereld zoals wij die kennen volledig op zijn kop te zetten. En dat zou nog wel eens waar kunnen zijn ook. Al is het wel de vraag of de huidige maatschappij al klaar is voor dit soort andersdenken. Hoe dan ook: het betreft zeker een uitdagend visionair boek, een echte eyeopener, goed voor een redelijke lezerskring.

Fragment uit de Inleiding
Wij leven in ene tijd van grote en snelle veranderingen. Geen dag gaat voorbij zonder dat we vertrouwde zekerheden zien afbrokkelen of dingen die wij tot dan voor onmogelijk hielden, ineens als een nieuwe realiteit moeten accepteren - Brexit bijvoorbeeld, of de compleet 'onwaarschijnlijke' verkiezingsuitslag in de Verenigde Staten. Maar is dit allemaal echt zo verrassend of hebben we de onderliggende oorzaken simpelweg over het hoofd gezien, de voortekens genegeerd?
  Al jaren zijn er urgente problemen in onze globale maatschappij die wij stelselmatig ontkennen. Zo lang de consequenties niet direct voor onze neus staan, permitteren wij ons een lakse houding. Pas als urgente problemen zo actueel geworden zijn dat ze het dagelijkse nieuws bereiken, zijn wij tot handelen bereid, maar dan is het voor een adequaat antwoord meestal te laat - kijk maar naar de vluchtelingencrisis.
  Een probleem dat steeds urgenter wordt, is de ecologische crisis; af en toe bereikt zij in de vorm van wervelstormen of overstromingen onze tv-schermen, maar raakt dan snel weer naar de achtergrond van onze drukke mediawereld.
  Deze crisis wordt veroorzaakt door een economisch systeem waarin de waarden van de winst- en verliesrekening de enige echte parameters zijn voor de besluitvorming. Sterker nog: onze cultuur is zo doordrenkt van eenzijdig economisch denken, dat die puur kwantitatieve kijk op de wereld het negeren van problemen blijkbaar rechtvaardigt.
 Daarbij hangen de grote globale vraagstukken samen met ons lineair georganiseerde economische systeem waarin wij grondstoffen delven, gebruiken en vervolgens weggooien. Take make and waste. Dit heeft niet alleen een gigantische verspilling van grondstoffen tot gevolg, maar ook het verlies van ecosystemen en de klimaatcrisis. De aarde is een gesloten systeem en ons verblijf hier is tijdelijk.En in plaats dat wij ons als verantwoordelijke gasten op deze planeet gedragen en bewust met alles omgaan wat ons verblijf hier mogelijk maakt, hebben wij een systeem gecreëerd dat ons en het bestaan van vele andere wezens op deze planeet in gevaar brengt.
  Sinds de vorige eeuw hanteren wij een economisch systeem dat gericht is op continue, exponentiële groei - onze welvaart hangt daarvan af. Om dat systeem in stand te houden, moeten producten in steeds grotere hoeveelheden geconsumeerd worden. Wij hebben van producten dan ook een probleem gemaakt: hun technische levensduur wordt kunstmatig verkort, door zogenaamde innovatie 'verouderen' ze in hoog tempo, en door steeds wisselende trends wordt er elk seizoen iets nieuws aangeschaft.
  Dit systeem kunnen wij niet repareren door middel van kleine verbeteringen, maar wel door onze economie fundamenteel anders te organiseren. (pagina 10-11)

Terug naar Overzicht alle titels

Andrea Britta Maier

Eeuwig houdbaar : de ongekende toekomst van ons lichaam
Prometheus 2017, 223 pagina's -  € 19,99

Wikipedia: Andrea Maier (1978)

Korte beschrijving
De auteur is internist en hoogleraar veroudering aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Universiteit van Melbourne, Australië. Het boek gaat over wetenschappelijk onderzoek naar veroudering van de mens. Het gaat er met name om wat de oorzaken van veroudering zijn. Na een kort overzicht over het patiëntgebonden, het epidemiologische en het fundamentele wetenschappelijke onderzoek geeft de auteur een overzicht van de wijze waarop zij zelf onderzoek deed en doet. Vervolgens is er een hoofdstuk met een historisch overzicht, waarbij voorbeelden worden gegeven van wetenschappelijke ontdekkingen die belangrijk waren voor de geneeskunde. De auteur bespreekt vervolgens haar persoonlijke ideeën over hoe zij de geneeskunde ervaart. De volgende hoofdstukken gaan over de veroudering, waarin niet alleen resultaten van onderzoek worden besproken, maar ook tips worden gegeven wat men eraan kan doen om het proces van verval tegen te gaan en de leeftijd te verlengen. Eindnoten met verwijzingen naar wetenschappelijke literatuur. Geïllustreerd met enkele figuren en grafieken; soms worden deelonderwerpen in grijze tekst

Fragment uit 1. Waarheen leidt de weg?
Dit boek gaat over ouder worden. Niet over de kwalen van het ouder worden, al komen ze onherroepelijk af en toe voorbij. Nee, het gaat over de wetenschap van het ouder worden. Over gezondheid, gezondheidszorg en onderzoek. Over artsen zoals ikzelf, over verpleegkundigen en al die anderen die betrokken zijn bij de gezondheidszorg. Maar het gaat ook over u, de lezer. Want vroeg of laat krijgt iedereen met de consequenties van veroudering te maken. Bijna alles wat leeft, veroudert. Althans, dat is de situatie op dit moment. Hoe dat in de toekomst uitpakt weten we nog niet. Wetenschappers zijn op zoek naar manieren om veroudering te stoppen en misschien zelfs terug te draaien. Ook daarover gaat dit boek. Kortom, het gaat over de nu reeds bekende mogelijkheden van ons lichaam en zijn nog onbekende toekomst. Maar laat ik u eerst inwijden in het dilemma van de toekomstige geneeskunde. (pagina 11)

Zomergasten: 28 augustus 2016

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 2 mei 2017

Kate Raworth


Donuteconomie : in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw

Nieuw Amsterdam 2017, 352 pagina's - € 24,99

Oorspronkelijke titel: Doughnut economics : seven ways to think like 21st century economist (2017)

Wikipedia Kate Raworth (1970)
Bio op website Kate Raworth en Twitter

Korte beschrijving
De schrijfster, als docente verbonden aan de universiteiten van Oxford en aan Cambridge, probeert in dit boek een ander denken te ontwikkelen over welvaart en de verdeling daarvan. Feitelijk doet zij een poging om het denken van de Club van Rome (grenzen aan de groei) nieuw leven in te blazen. En met succes. Het boek krijgt veel aandacht in de pers en zij wordt veel uitgenodigd om haar denkbeelden toe te lichten. Ook in Nederland. Binnenkort zal ze ook spreken in de Tweede Kamer bijvoorbeeld. The Guardian betitelt haar als de nieuwe Keynes. Dat zal nog moeten blijken, maar feit is dat het boek wel aanzet tot nadenken. De auteur geeft blijk van meer dan voldoende economische kennis. Toch is het boek zonder specifieke voorkennis te lezen. Van een schrijfster met deze positie en statuur mag een wetenschappelijke schrijfstijl worden verwacht, maar het boek is wel prettig leesbaar. Geïllustreerd met figuren en foto's in zwart-wit; voorzien van eindnoten, een literatuurlijst en register..

Tekst op website uitgever
De economische wetenschap ligt in duigen. De financiële crisis werd niet voorspeld, laat staan voorkomen. Achterhaalde economische theorieën hebben een wereld mogelijk gemaakt waarin nog steeds extreme armoede heerst, terwijl de allerrijksten elk jaar rijker worden. Economisch handelen tast de natuur zo sterk aan dat onze toekomst gevaar loopt.
In Donuteconomie laat econoom Kate Raworth zien hoe het mainstream economische denken ons op een dwaalweg heeft gezet. Ze tekent de routekaart die ons kan leiden naar het punt waarop in de behoefte van iedereen kan worden voorzien, zonder dat dit ten koste gaat van onze planeet. Dit alles resulteert in een alternatief en innovatief economisch model voor de 21e eeuw. 

Korte beschrijving op website
Humanity’s 21st century challenge is to meet the needs of all within the means of the planet. In other words, to ensure that no one falls short on life’s essentials (from food and housing to healthcare and political voice), while ensuring that collectively we do not overshoot our pressure on Earth’s life-supporting systems, on which we fundamentally depend – such as a stable climate, fertile soils, and a protective ozone layer. The Doughnut of social and planetary boundaries is a playfully serious approach to framing that challenge, and it acts as a compass for human progress this century.

Een citaat uit een recensie

Afbeeldingen staan centraal in het betoog van Raworth, en met reden. Die moeten namelijk een bijdrage leveren aan de transitie van ‘oud’ naar ‘nieuw’ economisch denken. De belangrijkste visualisatie is deze Doughnut, die het Bruto Binnenlands Product zou moeten vervangen als graadmeter voor de welvaart in een land:

De binnenste ring definieert elf basisvoorzieningen waar ieder mens recht op heeft; de buitenste ring geeft negen planetaire grenzen weer. Volgens Raworth is de doelstelling van de mensheid in de 21e eeuw om binnen het 'rechtvaardige en veilige’ deel van de Doughnut te komen en te blijven. Naast de donut komt Raworth met nog zes nieuwe visualisaties voor economen in de 21e eeuw; de meeste zijn reeds te vinden op haar website.
Bron: Follow The Money Lezen: de Donut-economie van Oxford-onderzoeker Kate Raworth (20 april 2017)

Fragment uit 1. Verander de doelstelling - Van het bbp naar de donut
Een eenentwintigste-eeuws kompas
Laten we, om onze positie te bepalen, eerst de groei van het bbp aan de kant schuiven en helemaal opnieuw beginnen, met een fundamentele vraag: wat stelt mensen in staat te gedijen? Een wereld waarin ieder individu een waardig leven kan leiden, vol mogelijkheden, en als onderdeel van een gemeenschap - en waar we dat allemaal kunnen doen binnen de mogelijkheden van onze levenwekkende planeet. Met andere woorden: we moeten zien dat we binnen de donut komen. Het is het visuele concept dat ik voor het eerst tekende in 2011, toen ik voor Oxfam werkte, en het is geïnspireerd door de innovatieve aardsysteemkunde. In de afgelopen vijf jaar heb ik het idee door middel van gesprekken met wetenschappers, activisten, academici en beleidsmakers vernieuwd en geactualiseerd, zodat de nieuwste wetenschappelijke inzichten en ontwikkelingsdoelen erin verwerkt zijn. Laat me u dus de enige donut voorstellen die daadwerkelijk goed voor ons blijkt te zijn.
  Wat is de donut nu precies? Eenvoudig gezegd is het een radicaal nieuw kompas om de mensheid door deze eeuw heen te loodsen. En het wijst naar een toekomst waarin ieders behoeften worden bevredigd, terwijl tegelijkertijd de levende wereld waarvan we afhankelijk zijn wordt beschermd. Onder het sociale fundament van de donut liggen de tekorten in menselijk welzijn, zoals die worden ervaren door mensen die gebrek hebben Ana essentiële levensvoorwaarden als voedsel, onderwijs en huisvesting. Boven het ecologisch plafond bevindt zich een overmaat aan druk op levenwekkende systemen van de aarde, zoals klimaatverandering, verzuring van de oceanen en chemische vervuiling. Tussen deze twee grenzen bevindt zich echter een aangename plek, die onmiskenbaar de vorm van een donut heeft en die de mensheid zowel een ecologisch veilig als sociaal rechtvaardige ruimte biedt.

  De binnenring van de donut - het sociale fundament - wordt gevormd door de levensbehoeften waaraan niemand gebrek zou mogen hebben.Tot deze twaalf levensbehoeften waaraan niemand gebrek zou mogen hebben.Tot deze twaalf basisbehoeften behoren onder meer: voldoende voedsel, drinkwater en behoorlijke sanitaire voorzieningen; toegang tot energie en de mogelijkheid om hygiënisch te kunnen koken; toegang tot onderwijs en gezondheidszorg; fatsoenlijke huisvesting; een minimuminkomen en behoorlijk werk; en toegang tot informatienetwerken en sociale ondersteuning. Bovendien moeten bij het verwezenlijken van deze taken voldaan worden aan eisen van seksegelijkheid, gelijke sociale kansen, politieke inspraak, vrede en gerechtigheid. Sinds 1948 is er door middel van internationale regels en wetten met betrekking tot de mensenrechten geprobeerd ervoor te zorgen dat iedereen aanspraak kan maken op de overgrote meerderheid van deze basiseisen, ongeacht hoeveel of hoe weinig geld en macht iemand heeft. Het noemen van een datum waarop al deze rechten voor iedereen verwezenlijkt moeten zijn lijkt wellicht uitzonderlijk ambitieus, maar is nu officieel beleid. Al deze doelstellingen zijn opgenomen in de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals) van de Verenigde Naties -die 193 lidstaten in 2015 zijn overeengekomen - en de overgrote meerderheid ervan moet in 2030 gerealiseerd zijn. (pagina 47-48)

Lees vooral ook: De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet van Peter Westbroek (uit 2012), waarin hij het over het levenwekkend karakter van onze planeet heeft.

Enkele artikelen
2018: "Past 't binnen de donut?" (december 2017)
Donut economie - "Het is de taak van filosofen en de elite om mensen nieuwe dromen te geven, nieuwe hoop, nieuwe verhalen" (november 2017)
Philipp Blom - Wat op het spel staat (oktober 2017)
Donut economie - verander het doel (april 2017) Met hierin 7 korte filmpjes om haar theorie uit te leggen.
Herlezen - We stand little chance of writing a new () story that is fit for our times if we keep falling back on last-century’s () storybooks. (april 2017)
Veerkracht in de 21e eeuw (mei 2017)
Philipp Blom. Wat op het spel staat (oktober 2017) 
Meester van het geld - Terwijl de wateren kalm lijken, bouwen zich onder het oppervlak kwetsbaarheden op (november 2017)
Donut economie - "Het is de taak van filosofen en de elite om mensen nieuwe dromen te geven, nieuwe hoop, nieuwe verhalen" (november 2017)
Vraag voor 2018: "Past 't binnen de donut?" (december 2017)
De donut - Een goed leven voor iedereen binnen planetaire grenzen (februari 2018)
Jan Terlouw: 'Ik wou het eerste, maar ik denk het tweede.' (februari 2018)

Column Ewald van Engelen
: 'Groen-rechts is dweilen met de kraan open' (De Groene Amsterdammer, 27-4-2017 & Follow The Money)

Artikel/interview: Verander de wereld, begin met een potlood (De Groene Amsterdammer, 5 juli 2017) Fragment daaruit:
Ik citeer in dit verband graag de Amerikaanse architect en systeemtheoreticus Buckminster Fuller: “Je verandert niets als je je slechts kant tegen het bestaande. De enige manier om daadwerkelijk iets te veranderen is door een nieuw model te ontwikkelen dat het oude obsoleet maakt.” Kritiek op het bestaande is niet genoeg, je moet ook met alternatieven komen. Vandaar mijn pleidooi voor rentevrij geld, voor complementaire munten, voor belasting op vervuiling, grondstoffen en land, voor een basisinkomen, voor circulaire economieën, voor een alternatief ondernemingsmodel dat niet draait om maximale aandeelhouderswaarde, voor fysieke meeteenheden in plaats van de monetaire van het bbp, voor open access in plaats van private intellectuele eigendomsrechten. Wat dat betreft leven we in een unieke tijd. Nog nooit stond er zoveel op het spel en was onze creativiteit zo groot. Ik ben uitgesproken optimistisch.’

Youtube - Kate Raworth on Growth (maart 2014) (RSA) (3:26)



Youtube - Why it's time for 'Doughnut Economics' | Kate Raworth | TEDxAthens
(2014)






Tegenlicht: De donuteconomie (26 november 2017)


 

Terug naar Overzicht alle titels