Het menselijke kwaad : Hannah Arendt, Adolf Eichmann en het oordelen over het kwaad
Boom 2020, 272 pagina's - € 24,50
Biografie Klaas Rozemond
Korte beschrijving
Volgens de rechtswetenschapper Klaas Rozemond dwingt de verontrustende toename van misdaden tegen de menselijkheid zoals terrorisme, ethnische zuiveringen en volkerenmoord ons tot het opnieuw overdenken van het wezen van het kwaad. Zijn boek onderzoekt de betekenis van het kwaad aan de hand van Hannah Arendts controversiële boek over de oorlogsmisdaden van Eichmann. Daarin noemt ze Eichmanns kwaad een banaliteit, een betiteling die Rozemond in zekere opzicht onderschrijft, maar anderzijds ook ten stelligste verwerpt. Net als Arendt vindt ook Rozemond dat Eichmann moet worden beoordeeld op grond van de feiten en niet van een typering als een demonische dader. Haar boek over Eichmann heeft daarom ook nog steeds een actuele betekenis. Maar wat in zijn ogen niet tot Arendt doordringt, is de onvergelijkbare radicaliteit van Eichmanns monsterlijke misdaad. Wijdlopig maar goed geschreven. Veel aandacht voor historische en juridische details. Een filosofische analyse van het kwaad ziet er anders uit.
Tekst op website uitgever
Aan de hand van de strafzaak tegen Eichmann onderzoekt filosoof en jurist Klaas Rozemond of de klassieke opvatting over het menselijke kwaad moet worden herzien.
Het morele bewustzijn van de dader is het klassieke kenmerk van het menselijke kwaad. Daarvan is sprake wanneer een mens welbewust schade aan anderen toebrengt, terwijl hij weet dat zijn gedragingen immoreel en misdadig zijn. In haar boek Eichmann in Jeruzalem stelt Hannah Arendt dat de oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann niet voldeed aan deze klassieke opvatting. Volgens Arendt miste Eichmann het vermogen om na te denken en te oordelen over zijn eigen misdaden. Hij was zich er niet van bewust dat hij door de deportaties van de Joden naar de vernietigingskampen te organiseren betrokken was bij een enorm kwaad.
In zijn boeiende boek bespreekt Klaas Rozemond onder meer Arendts opvatting over de banaliteit van het kwaad, Eichmanns verdediging, en het vonnis van de rechtbank in Jeruzalem. Daarnaast analyseert hij het geweten van nazi’s en andere Duitsers tijdens de Holocaust, het gehoorzaamheidsexperiment van Milgram, het kwaad van Kaïn uit de Bijbel en van Callicles uit de Gorgias van Plato, het idee van het radicale kwaad volgens Arendt en Kant, het kwaad van Auschwitz en Westerbork, en de opvattingen van hedendaagse filosofen over het kwaad. Zijn conclusie is dat de klassieke opvatting inderdaad moet worden herzien. Niet het morele bewustzijn van de dader, maar het oordeel van de rechter en de toeschouwers is bepalend voor de vraag of de dader een vorm van kwaad heeft begaan.
Lees ook: Het tij keren : met Rosa Luxemburg en Hannah Arendt van Joke Hermsen (2019)
Terug naar Overzicht alle titels