De Arbeiderspers 2018, 546 pagina's - € 24,99
Wikipedia: Ilja Leonard Pfeijffer (1968)
Korte beschrijving
De ik-figuur, een schrijver genaamd Ilja Leonard Pfeijffer, strijkt neer in een oud hotel ergens op ons continent. Daar probeert hij af te komen van het verdriet om zijn verbroken relatie met de Italiaanse kunsthistorica Clio. Het oude hotel met zijn soms nog oudere bewoners brengt hem echter tot overdenkingen over de rol van Europa in de moderne wereld en dat dan vooral afgezet tegenover het door hem verafschuwde massatoerisme. Zo waaiert deze lijvige roman in meerdere richtingen uiteen: in het verleden een liefde (en zijn speurtocht met Clio naar een verloren gewaand schilderij van Caravaggio) en de leidende rol die Europa vroeger in de grote ontwikkelingen van de kunst speelde, maar in het heden en de toekomst het verlangen van Europa om in het verleden te blijven hangen terwijl Afrikaanse bootvluchtelingen aan de deur kloppen. Waanzinnig uitgebreide, extreem ambitieuze, breedvoerige ideeënroman, waarvan het nauwelijks mogelijk is om in een kort bestek een overzicht te geven van alle thema's die de schrijver (1968) aanstipt, en die veel van de lezer vraagt maar hem ook heel veel geeft.
Tekst op website uitgever
De schrijver neemt zijn intrek in het illustere maar in verval geraakte Grand Hotel Europa om te overdenken waar het is misgegaan met Clio, op wie hij in Genua verliefd is geworden en met wie hij in Venetië is gaan wonen. Hij reconstrueert het meeslepende verhaal van liefde in tijden van massatoerisme, van hun reizen naar Malta, Palmaria, Portovenere en de Cinque Terre en hun spannende zoektocht naar het laatste schilderij van Caravaggio. Intussen vat hij een fascinatie op voor de mysteries van Grand Hotel Europa en raakt hij steeds meer betrokken bij het wedervaren van de memorabele personages die het bevolken en die uit een eleganter tijdperk lijken te stammen, terwijl de globalisering ook op die schijnbaar in de tijd gestolde plek om zich heen begint te grijpen.
Grand Hotel Europa is de grote roman van Ilja Leonard Pfeijffer over het oude continent, waar zoveel verleden is dat er voor toekomst geen plek meer is en waar het meest reële toekomstperspectief geboden wordt door de exploitatie van dat verleden in de vorm van toerisme. Het is een theatraal en lyrisch boek over de Europese identiteit, nostalgie en het einde van een tijdperk. Het is, hoe verontrustend het ook zijn mag, zijn beste boek tot nu toe.
4
'U bent ongetwijfeld bekend met de wijze waarop de gezaghebbende veelweter George Steiner de idee van Europa heeft getracht te omschrijven. Hij definieert de eigenheid van het continent aan de hand van vijf onderscheidende kenmerken. Het eerste is, interessant genoeg, de alomtegenwoordigheid van cafés, die hij, beschaafd als hij is, niet zozeer beschouwt als drenkplaatsen van de hopelozen waar zure vergetelheid wordt geschonken in een bodemloos glas, als wel als ontmoetingsplaatsen waar de intelligentsia samenzweert, schrijft en debatteert, en waar de bepalende filosofieën zijn ontstaan, alsmede de toonaangevende artistieke stromingen en de ideologische en esthetische revoluties.'
'Het doet mij deugd.' zei ik, 'dat ik het frequente cafébezoek uit mijn verleden op gezag van niemand minder dan Steiner kan verdedigen als een uiting van een militant pro-Europese houding.'
'U merkt dat Europa voor Steiner pas in de negentiende eeuw begint. De presocratische, platoonse en aristotelische filosofieën, de stoa en het epicurisme, het neoplatonisme, de erfenis van de kerkvaders, de mystiek en hoofse ethiek, de renaissance, de verlichting en de romantiek zijn allemaal niet in het café ontstaan, evenmin als het classicisme, het hellenisme, de romaanse stijl, de gotiek, de barok en het neoclassicisme. Steiners ijkpunt is het burgerlijke Europa, waarvan hij zelf een exponent is. Hij ziet de boulevards van Parijs en Wenen voor zich als hij aan Europa denkt, niet de agora van Athene of de machtige vorstenhoven. Maar dat is een flauwe kanttekening, die het feit miskent dat hij doelbewust provoceert en dat hij in de kern van de zaak gelijk heeft als hij zegt dat intellectueel debat en uitwisseling van ideeën wezenlijke kenmerken zijn van de Europese identiteit.'
'Ik vind het moedig van u,'zei ik, 'dat u de tegenwoordige tijd hanteert'. (pagina 126)
Recensie: Met ‘Grand Hotel Europa’ schreef Pfeijffer de roman van het jaar (NRC december 2018)
Terug naar Overzicht alle titels