Life is people van
Bill Fay is zo'n cd die blijft 'groeien'. Waarop zich telkens andere nummers naar voren blijven dringen. Door de muziek, maar vooral door zijn teksten. Zinnen waar jaren aan geschaafd is. Woorden die niet zomaar ergens in een liedje staan. Dat is logisch. Als je weet dat Bill Fay pas in 2011 na een afwezigheid van ruim veertig jaar weer met een aantal 'echte' muzikanten de studio indook. Om liedjes die al jaren lagen te liggen te gaan opnemen. Een jonge Amerikaanse muzikant-bewonderaar benaderde hem in 2011 of hij er iets voor voelde om samen met hem een plaat te gaan maken.
Bill Fay is een typisch voorbeeld van een muzikant die het in het begin commercieel niet maakte en uitgekotst werd door de muziekindustrie. Hij heeft daarna veel uiteenlopende (laagbetaalde, laaggeschoolde) baantjes gehad (waar hij op Life is people af en toe naar verwijst), maar bleef in zijn vrije tijd wel nummers schrijven en opnemen. Maar vooral voor eigen gebruik. Maar zoals dat (gelukkig) gaat, iets wat goed is wordt (soms) op een zeker moment herontdekt.
Een gelovig man - kosmisch bewustzijn
Life is people is een plaat van een gelovig man. Die een groot ontzag heeft voor de wereld waarop hij mag leven. Die daar dankbaar voor is. En gelooft dat een god daarvoor verantwoordelijk is. Maar hij is geen fanaticus. Noch een preker om anderen over te halen. In bijna alle nummers refereert hij er kort aan, maar voor iemand die niet gelooft valt daar ondanks dat kosmisch gedoe 'toch' mee te leven. Dat komt door de muziek maar vooral door de woorden waarin hij de luisteraar meeneemt in zijn ontzag voor onze aarde en alles wat daarop gebeurt, gebeurde en zal gebeuren. Hij realiseert zich als geen ander dat we als mens een voorbijganger zijn op onze aarde. Een
tiny little speck op aarde. En in de tijd die achter én voor ons ligt.
The never ending happening
Of what's to be and what has been
Just to be a part of it
Is astonishing to me
Hieronder een live opname van
The never ending happening uit een BBC-Jools Holland-programma (zonder de cello-solo aan het eind die wel op de cd-opname staat)
Gelijkgestemde zielen?
De levenshouding van Bill Fay sluit naadloos aan bij geoloog Peter Westbroek die in
De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet op een heel andere manier kond doet van zijn ontzag voor diezelfde aarde. Peter Westbroek zal zich herkennen in bovenstaand liedje. We zullen het aan hem voorleggen op
zondag 20 januari 2013 als hij in de Groene Engel in Oss een lezing geeft over de
(echte) waarde verwondering. Alhoewel hij wel vraagtekens zal zetten bij de laatste regels uit het voorlaatste couplet (Yearning for the day to be / When god will roll his stone away).
Er is echter een groot verschil tussen deze twee leeftijdsgenoten (Fay = 70 jaar en Westbroek 75): Westbroek moet niets van geloof en god hebben. Die heeft hij in zijn
wereldbeeld niet nodig. Maar hij laat zich in zijn boek niet denigrerend over gelovige mensen uit, tenzij ze 'hun' geloof als het ware inzetten om iets wetenschappelijks te beweren. Vooral over creationisten en aanhangers van de intelligent design-'sekte' maakt hij enkele opmerkingen waaruit blijkt dat hij niets op heeft met dit soort 'wetenschappers'. In de wetenschapswereld van Peter Westbroek (en de aarde/wereld/universum) is geen god nodig om 'dingen' te kunnen verklaren.
De werkelijkheid zit vol verrassingen. Want terwijl de angst voor het nihilisme om zich heen grijpt, is er één activiteit die er garen bij spint. In de wetenschap bestaat geen absolute waarheid. Juist omdat aan alles wordt getwijfeld, komt het onderzoek vooruit.
() Absolute waarheid is iets voor fundamentalisten.
Die lui leiden aan een ernstige vorm van zelfoverschatting. Als we ons voorstellen dat de werkelijkheid de omvang heeft van de wereldoceaan, dan is onze kennis zo groot als een garnaal. We moeten woekeren met een handjevol principes, en het is nog verbazingwekkend hoe we daarmee uit de voeten kunnen. We moeten ons oefenen in die wetenschappelijke bescheidenheid. Het is een kwestie van civilisatie, een wapen tegen de angst voor het nihilisme en een bron van distantie en fascinatie.
Een bescheiden mens
Peter Westbroek weet zijn plaats. Hij is in eerste instantie een wetenschapper die weet dat hij voortbouwt op reuzen voor hem en dat zijn kennis en inzicht tijdelijk van aard zijn. En dat hoort zo. Na hem zullen andere wetenschappers delen van zijn inzicht onderuit halen, aanpassen, ja wellicht volledig overhoop stoten. Westbroek zit daar niet mee. Ten eerste omdat hij weet hoe nietig een mens op onze aarde is. Er zijn 45 miljoen eeuwen geweest waarin op aarde geen mensen rondliepen en er zullen nog ontelbaar veel eeuwen komen waarin niemand op onze aarde zal weten dat hier een Peter Westbroek heeft rondgelopen. Verder weet hij dat hij een 'middelmatig' wetenschapper is die niet zoals een Copernicus, Darwin of Freud een wereldbeeld doet kantelen. Hij is weliswaar wel betrokken bij een kanteling die momenteel gaande is, maar gunt anderen de credits daarvoor. In dat verband noemt hij James Lovelock (van de Gaia-theorie) en de biologe Lynn Margulis. Maar zelfs voor hen valt hij niet in katzwijm; alleen over Lynn Margulis (symbiose) schrijft hij in zijn boek geen enkele kritische zin.
Ziehier de kern van het onderscheid tussen het modernistische en het nieuwe wereldbeeld: eerst waren we nog heersers over de aarde, nu moeten we leren om ons te voegen naar de grillige dynamiek van de planeet, als surfers op de golven in de zee.
Ik stel voor om te spreken van het symbiotische wereldbeeld, als opvolger van het modernisme van de afgelopen eeuwen. Dat ik Lynn Margulis en James Lovelock daarmee op gelijke voet plaats met Copernicus of Galilei zal de nodige verbazing wekken, maar ik meen het serieus.
|
Lynn Margulis |
Een mens die zich kan (blijven) verwonderen
Bill Fay en Peter Westbroek bezitten beide de gave van de verwondering. Hoe rijk de wereld is die zich aan hen voltrekt. Fay neigt meer naar bewonderen en opzien naar een god die dat allemaal mogelijk heeft gemaakt; althans het zaakje op gang heeft gebracht. Westbroek heeft een andere houding. Hij gebruikt zijn verwondering over wat zich aan zijn geologen-oog voorbijtrekt als uitgangspunt om op zoek te gaan voor een verklaring van raadselachtige verschijnselen. In het verleden (het heel verre verleden) maar de laatste jaren van zijn werkzame leven ook over onze huidige aanwezigheid als mens op deze planeet.
Tegenwoordig spreek je misschien liever van een ingeving of een idee, maar vroeger noemden ze zoiets een openbaring. Volgens mij komt dat allemaal op hetzelfde neer. Zolang je maar inziet dat alles, álles om je heen miraculeus is, inclusief jezelf. Wie de verwondering niet kent, zal nooit een goed en evenwichtig leven kunnen leiden. Hij zal gemakkelijk vervallen in paniek en stress en door de minste verstoring uit evenwicht raken.
De verwondering mag dan geen deel uitmaken van de wetenschap zelf, maar ze drijft haar wel vooruit en wordt zelf door de voortgang van het onderzoek steeds verder opgestuwd.
Een kritisch mens
In het boek is in de eerste plaats een (ouderwetse) geoloog aan het woord, die begeesterd kan schrijven over stenen, rotsmassa's en verschijnselen als plaattektoniek, erosie en sedimentatie. Hij werkt nadrukkelijk twee verschijnselen uit die raken aan andere takken van wetenschap(sport): kalk en zuurstof. Maar al snel wordt duidelijk dat deze wetenschapper niet zoals veel zijn collega-wetenschappers 'opgesloten' wil worden of zijn in zijn (of haar) vakgebied. Integendeel. Ergens tijdens zijn 50 jaar lange carrière heeft hij ingezien dat verschijnselen die een geoloog bestudeert 'raken' aan andere takken van wetenschap. En niet alleen aan de 'harde' beta-kant, maar evenzozeer aan de 'zachte' sociologische.
Westbroek is op latere leeftijd betrokken geraakt bij de opmars van een ‘nieuwe’ wetenschap,
Earth System Science. Er is nog geen Nederlandse benaming voor. In deze wetenschap komen veel takken van wetenschap samen. Waar gaat dit over? De centrale notie is dat alles, maar dan ook alles op aarde met elkaar samenhangt. Symbiose. Dat woord valt vaak. Steeds vaker wordt duidelijk dat niet alleen levende wezens in symbiose met elkaar leven (denk bijvoorbeeld aan de ontelbaar vele bacteriën die in en op ons lichaam rondkrioelen, en maar goed ook), maar dat levende wezens ook ‘samenleven’ met dode materie én – nog sterker – dat die dode materie invloed uitoefent op ‘ons’ (de levende natuur) en dat omgekeerd die levende natuur dode materie ‘verandert’.
Westbroek weet dat ‘zijn’ Earth System Science pas in de kinderschoenen staat. En hij zal niet meemaken dat die volwassen wordt. Hij weet wél dat hij iets te pakken heeft wat de komende decennia erg groot en belangrijk zal worden.
Ik zie wetenschappers niet als helden maar toch meer als een soort werkmieren of bedienden. We dienen de wetenschap, de mensheid of zo je wilt de planeet, en we zijn voortdurend verantwoording verschuldigd aan de werkelijkheid.
Onze eigen glorie is dus van ondergeschikt belang. Toch maak ik hier, voor één keer, een uitzondering. Dat doe ik om te onderstrepen () dat zo veel mensen ten onrechte het idee hebben dat het oordeel van de wetenschap ook maar een mening is, net zo belangrijk als wat henzelf bij gelegenheid te binnen schiet.
() wetenschappelijke kennis is van een hogere orde. De ontwikkeling van de wetenschap is een cumulatief proces, en goede wetenschappers praten niet namens zichzelf, maar plaatsen zich gehoorzaam (zij het kritisch) binnen een traditie; ze staan op de schouders van reuzen.
|
Charles Darwin |
|
Een optimistisch mens, ondanks alles
Peter Westbroek (en Bill Fay, op zijn manier) maken zich zorgen over onze tijd, de mens die op deze aarde veel aan het kapotmaken is. Maar beiden zijn ondanks het feit dat ze weten dat 'de mens' op veel punten verkeerd bezig zijn toch optimistisch. Wanhopen niet. Vertrouwen er op dat de mens in staat zal zijn zich aan te passen aan 'de aarde'.
Gedurende de eeuwen die achter ons liggen, zijn de aarde en de mensen van elkaar vervreemd geraakt, zozeer dat het voortbestaan van de mens wordt bedreigd en de aarde geteisterd achterblijft. We voelen ons heersers, maar zijn parasieten van de planeet. Alleen door symbiose, door in de aarde op te gaan, zullen we kunnen overleven. Er ontstaat dan een nieuwe planeet met ongekende mogelijkheden.
|
Copernicus |
Een mens die wil, ja moet krenken
In zijn boek vertelt Westbroek grofweg het bekende verhaal van 'de mens' die zijn plaats in de 'rangorde' van de aarde door de eeuwen heen ziet veranderen. De zon draait niet om de aarde! De mens is geëvolueerd uit andere wezens! Mensen worden vaak aangedreven door hun onbewuste. Westbroek heeft het over wereldbeelden en krenkingen. Dat woord - krenkingen - is afkomstig van Sigmund Freud.
Op dinsdag 9 januari 2013 schreef de filosoof Hans Schnitzler in zijn column in de De Volkskrant onder de kop
Dorpsgek over de moderne mens die 'gebukt' gaat onder een overdaad aan impulsen: de
homo digitalis mobilis. Deze moderne 'dorpsgek' komt naar voren uit het rapport
De zwarte kant van sociale media. Schnitzler plaatst de komst van de homo digitalis mobilis in een breed perspectief. Los van het feit of dat klopt is het een (té) mooi citaat om duidelijk te maken wat Westbroek (en Freud) onder die 'krenkingen' verstaan:
Wie de ziektegeschiedenis van onze planeet met een freudiaanse bril bekijkt, ziet een interessant patroon dat licht werpt op deze kwestie. Al generaties lang staat de arme ziel aan vernederingen bloot waartegen hij zich keer op keer probeert te verzetten. Eerst was daar Copernicus die hem van zijn centrale zetel in het universum stootte. Toen verscheen Darwin die hem reduceerde tot een gril van de natuur en hem terugplaatste in het dierenrijk. En tot slot kwam dokter Freud ook nog langs die zijn ego een enorme oplawaai verkocht door hem als product van zijn driftleven voor te stellen. Daar lag hij dan: een paar illusies armer en zijn zelfbeeld in duigen.
En Westbroek met 'zijn' medecompanen van Earth System Science voegen er
een vierde krenking aan toe. De krenking die Schnitzler in zijn column aansnijdt is van een volstrekt andere orde. De krenking van Westbroek e.a. begint wat betreft hem betreft bij een foto. Genomen in 1968. Vanuit een capsule die rond de maan cirkelde. Waarin een astronaut een 'kiekje' van de aarde maakte. Met op de voorgrond de kale, dode, barre maan.
Earthrise. Zo is deze legendarische foto bekend geworden. En voor Westbroek en andere Earth System Science-mensen was dit een breukpunt. Voor de eerste keer konden mensen de aarde vanuit het heelal zien. En - verrassend - die leek niet op de bekende globes of kaarten uit de atlassen. Integendeel: geen grenzen. Nee louter wolken, water en continenten in verschillende kleuren. De mens zag voor de eerste keer de aarde als een organisch geheel.
Met de Earthrise-foto ontstond het nieuwe wereldbeeld, dat we symbiotisch noemen en dat nu uitmondt in de Earth System Science. Het symbiotische wereldbeeld voegt een vierde krenking van de menselijke eigenwaarde toe: De aarde en niet de mensheid is het medium waaraan het civilisatieproces zich afspeelt. In de jaren vijftig van de vorige eeuw dachten we nog dat we heersers over de aarde waren. Maar wij beseffen inmiddels dat we geen andere keuze hebben dan ons aan te passen aan de wisselvalligheden van de aardse odyssee, als surfers op de golven van de zee.
Een politiek bewust mens
Westbroek is geen politicus. Is daarvoor waarschijnlijk ook niet geschikt. Hij praat niet met meel in de mond. Maar hij heeft wel meningen over onze tijdgeest. En doet ergens aan het eind van zijn boek enkele opmerkelijke uitspraken. Hij heeft een grote hekel aan politici die op de nationalistische toer gaan of trommel roffelen. Earth System Science beziet de aarde als één geheel. De aarde heeft alles wat op deze aarde is (gekomen) voortgebracht. En trekt zich in dit al maar doorgaande proces niets van grenzen aan. Sterker, grenzen worden doorlopend doorbroken en gaan levende én dode stoffen allianties met elkaar aan. Symbiose.
Om onze huidige (en toekomstige) problemen als mens te kunnen oplossen zullen we moeten samenwerken. Grenzen oversteken. Loskomen uit onze o zo beschermde omgeving. Minder angst voor het onbekende.
Als de Earth System Science één ding duidelijk maakt, dan is het wel dat we de aarde als ons thuisland mogen beschouwen. Al geven we vaak de voorkeur aan een eigen woonplaats, streek, land, religie of cultuur, in het zicht van de aarde lijken die parochiale identificaties triviaal. In 1968 maakte de Earthrise-foto ons bij verrassing bewust van het aangrijpende contrast tussen het lege maanlandschap en onze bitterzoete planeet. Eventjes voelden we ons echte aardbewoners, maar dat ene beeld was toch te zwak om die gezindheid vast te houden. Nu, bijna een halve eeuw later, worden we opnieuw bevangen door de mondiale angst en schrikken we terug voor dat grootse visioen.
Wat er nu voor in de plaats komt, is het nationalisme, een ongerief dat de mensheid eeuwenlang heeft geteisterd. Op steeds meer plaatsen duiken de opzichtige kleuren van vlaggen en wimpels weer op. Infantiele mythes van helden en moordpartijen uit het verleden roepen op tot tweedracht. Hebben we echt zulke symbolen nodig om onze angsten te bedwingen?
De mens als inspirator, bron van hoop
Het moge inmiddels duidelijk zijn dat in dit boek de hele waarheid de veranderende aarde betreft, de Global Change die de mensheid dreigt te vermorzelen. Alleen wat in symbiose leeft met de aarde, houdt het uit en de rest verdwijnt. Niemand weet wat we precies onder die symbiose moeten verstaan, maar de civilisatie zoals die nu is, valt er zeker niet onder.
Zolang we gevangenzitten in het antropocentrische wereldbeeld van het modernisme en de aarde beschouwen als het passieve substraat van ons handelen, blijven deze dingen voor ons verborgen. Pas als we het geheel overzien vanuit de diepe ruimte en de geologische tijd, wordt ons duidelijk dat we nu bezig zijn de grootste stap ooit te zetten naar de volwassenheid van de mensheid.
Ik ga nog verder: de opkomst van het symbiotische wereldbeeld waarmee ik je in dit boek heb laten kennismaken, gaat de menselijke maat te boven. Het is een doorbraak in de planetaire bewustwording, een geologische gebeurtenis van de eerste orde.
Onze troost bestaat eruit dat we onze weg naar symbiose met de aarde niet alleen hoeven te zoeken. We vinden de zich almaar differentiërende planeet aan onze zijde. Terwijl het leven van alledag voortkabbelt, beleven we ijzingwekkend bijzondere tijden. Als de nood het hoogst is, zullen we ons hernieuwde zelfvertrouwen hard nodig hebben om het voorbeeld te volgen van onze heldhaftige visser in de maalstroom #.
|
Edgar Allan Poe |
De heldhaftige visser
komt voor in het beroemde verhaal van Edgar Allan Poe (Een afdaling in de Maalstroom). Twee vissers komen in een verwoestend kolkende zeestroming terecht. De ene broer overleeft het niet. De ander wel. Door zich niet te verzetten tegen de almacht van de natuur(krachten) maar door op basis van observatie te besluiten zich als het ware aan moeder natuur over te geven. Die man verwondert zich in eerste instantie over de 'schoonheid' van waarin hij terecht is gekomen, wordt daardoor als het ware kalm (de kracht is zó groot dat een klein mens weerloos is) en ziet daardoor een manier om te ontsnappen. Het boek van Westbroek begint met een samenvatting van dit verhaal en eindigt met een integrale plaatsing (in een vertaling van Simon Vestdijk).
Tien jaar werk
Programmamaker Wim Brands heeft in 2012 twee keer Peter Westbroek in zijn programma
gehad. In
september op de radio en
in december op tv. Op zondag 16 december noemde hij het in de introductie van het tv-interview een van de meest inspirerende boeken van 2012. Een groot compliment uit de mond van een échte Lezer van Stavast. Het boek van Westbroek is een typisch voorbeeld van een boek dat zich langzaamaan 'rondpraat'. Terecht. Het levenswerk van deze vitale zeventiger verdient een ruim publiek. Hij heeft er tien jaar aan gewerkt.
Het Holstee manifesto
In de week dat het inzicht daagde dat The never ending happening van Bill Fay en het boek van Peter Westbroek op een bepaalde manier in elkaars verlengde liggen kwam ook het zogenaamde Holstee manifesto voorbij. Nu pas. Vier jaar nadat dit manifest werd gepubliceerd. Maar iets wat kwaliteit heeft komt vanzelf bovendrijven. Of niet. Dat is dan jammer, maar iets wat je niet kent kunt je niet missen.
Een optimistisch manifest
Dat dezelfde sfeer uitstraalt als de liedjes van Bill Fay en de gedachten van geoloog Peter Westbroek. Een optimistisch, inspirerend beeld aan het begin van wat een donker jaar dreigt te worden.
Dit manifest is in 2009 gemaakt en is uitgegroeid tot een statement waarin miljoenen mensen zich herkennen. In oktober 2011 is op Youtube onderstaand filmpje (van 2,5 minuut) geplaatst waarin de woorden en zinnen ín beeld worden gebracht. Een prachtig filmpje voor iedereen die zich (in 2013) zorgen maakt. Het kan anders!
Doe er iets aan!
Homepage Achtergrondartikelen