vrijdag 28 april 2023

Michiel Korthals 3

Goed leven als aardbewoners : filosofie van een leefbare planeet
Boom 2023, 311 pagina's  - € 29,90

Wikipedia: Michiel Korthals (1949)

Korte beschrijving
Een filosofisch pleidooi voor het belang van een leefbare planeet. Als ieder land op dezelfde grote voet zou leven als Nederland, dan zou de mensheid drie hele aardes per jaar gebruiken. Het belang van een leefbare planeet moet daarom centraal staan in ons denken en handelen, stelt filosoof Michiel Korthals. In dit boek doet hij concrete voorstellen om dit in de praktijk te brengen, in de landbouw, onze eetgewoonten, in het onderwijs, en in stedelijke ontwikkeling, gezondheidszorg en technologie. Om goed te leren leven als aardbewoners, stelt Korthals, zal de mens gebruik moeten maken van zijn inventiviteit, democratische verworvenheden, mensenrechten en natuur- en voedselvaardigheden.  ‘Goed leven als aardbewoners’ is informatief en verdiepend geschreven, met veel ondersteunende cijfers. Voor geoefende lezers met verregaande interesse in het onderwerp. Met enkele grafieken en schema’s. Michiel Korthals (1949) is emeritus hoogleraar toegepaste filosofie aan Wageningen University & Research en de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schreef meerdere boeken.

Tekst op website uitgever
Om goed te leven als aardbewoners hebben we democratische verworvenheden, mensenrechten en natuur- en voedselvaardigheden nodig. Alles wat we doen, gebeurt op deze ene planeet, de aarde – en toch handelen we alsof er meer aardes zijn. Als ieder land op dezelfde grote voet zou leven als Nederland, dan zou de mensheid drie aardes per jaar gebruiken. Dat kan niet lang meer goed gaan. Het belang van een leefbare planeet moet daarom centraal staan in al ons denken en handelen. Laten we aardbewoners worden met alle andere aardbewoners. Filosoof Michiel Korthals laat zien hoe we het belang van de aarde kunnen vooropstellen in de landbouw en onze eetgewoonten, in onderwijs, stedelijke ontwikkeling en huizenbouw, in gezondheidszorg, wetenschap en technologie. Korthals gelooft niet dat wetenschap en technologie ons weer kunnen verzoenen met de aarde, maar hij denkt evenmin dat we te laat zijn en in de onvermijdelijke ondergang moeten berusten. Mensen hebben genoeg inventiviteit en vaardigheden om de aarde leefbaar te houden. Democratische verworvenheden, mensenrechten en natuur- en voedselvaardigheden kunnen daarbij helpen. Met als doel: goed leven als aardbewoners.

Fragment uit 1. Nederlandse economie heeft meer dan drie keer Nederland nodig
Hoe is het zo gekomen? 'Dwingt Natuur, door nieuwe vonden'

Zoals aangegeven: wereldwijd beslaat landbouwgrond gemiddeld 30% van de beschikbare grond, maar in Nederland is dat meer dan 60%. Hoe kan dat? De geschiedenis van de landbouw in Nederland geeft een antwoord. De middeleeuwen laten een land zien met een aantal grote steden in het westen en vooral in het oosten veel woeste grond: land dat sporadisch werd gebruikt voor schapen, maar verder onaangetast was. Tussen de steden en die woeste grond was een redelijk groot gebied ontgonnen voor turf als brandstof voor de stedelijke huisvesting: grote uitgestrekte langwerpige sloten en plassen waren daardoor ontstaan, zoals rond Vinkeveen, Aalsmeer en Leiden. Door de ongebreidelde veenwinning konden sommige van die enorme plassen met stevige wind echt gevaarlijk worden voor de steden, zoals de Haarlemmermeer toen het nog Haarlemmermeer was.
  Al eeuwenlang staat de exportoriëntatie van de Nederlandse landbouw hoog op de agenda bij boeren en beleidsmakers. landbouw in de zin van vlees en melkproducten is door de opeenvolgende regeringen steeds bevorderd als een goede financieel-economische basis voor 's lands belang. Voordat er goede koelmethoden waren, bestond de export uit kaas, vlees en tarwe. tegelijkertijd werden al vanaf de middeleeuwen de grote plassen ingepolderd met als doel meer landbouw voor de export. Dus werd de Beemster, een van de bekendste inpolderingen, in 1612 drooggemaakt, nadat in de eeuwen daarvoor een klein riviertje door de vele veenafgravingen een groot meer was geworden. En zo ging het met vele plassen, zoals zie verderop, het Hornmeer en het Stommeer. De inpolderingen zorgden voor een enorme toename van het landoppervlak, en dat nieuwe land werd met name gebruikt voor landbouw gericht op export, en niet op de verbetering van de voedselsituatie in Nederland zelf. Daarnaast werden ook de voormalige woeste gronden, zoals heide, bruikbaar gemaakt voor landbouw.
  Aangezwengeld door verhoging van landbouwprijzen, start vanaf ongeveer 1840 een modernisering van de Nederlandse landbouw. Dit gebeurde met behulp van ruilverkaveling, verwijdering van slootjes, bosranden en slootranden, het rechttrekken van rivieren, het diepploegen van wilde gronden en het egaliseren van heuvelachtig gebied. Steeds werden op deze nieuwe gronden landbouwbedrijven gevestigd, waarbij de opbrengsten als belangrijkste doel werden gezien. Deze opbrengsten moesten vooral uit de export komen, want de Nederlandse bevolking was te gering in aantal; bovendien waren de toenmalige boeren en eigenaren niet geïnteresseerd in betere en voldoende voeding voor de bevolking. Vooral na de jaren 1840 stegen de prijzen van landbouwproducten, en gingen de grootgrondbezitters over op een veelzijdiger exportproductie. Er werd niet meer alleen zuivel (vooral kaas) geëxporteerd, maar ook andere dierlijke producten, en later ook veredelde zaden en ten slotte bloembollen. Bieleman noteert deze tendensen: productie voor de export, en import van kunstmest, machines, en veevoer. Bieleman noteert ook een enorme toename van veevoeder (granen en krachtvoer zoals maïs en lijnkoeken). Het is opmerkelijk dat deze import van mais al voor de Eerste Wereldoorlog sterk was toegenomen. Engeland en Duitsland waren in 1913 de grootste importeurs van mest, maar Nederland kwam toen al op de derde plaats: 'Nederland werd in korte tijd het land met veruit het hoogste gebruik van kunstmest per ha cultuurland'. Uiteraard ging het hierbij nog niet om totaal synthetisch gemaakte kunstmest (die wordt pas vanaf 1945 grootschalig gebruikt), de uitwerpselen van broedende vogels die hele eilanden in de Stille Oceaan bij Peru vormden en in korte tijd werden afgegraven en geëxporteerd naar de westerse landen. )pagina 27-29)

Lees ook: Goed eten : filosofie van voeding en landbouw (uit 2018) en Eetbare natuur : de essentie van landbouw en voeding (uit 2021)

En: Waar ben ik? : lockdownlessen voor aardbewoners van Bruno Latour (uit 2021)

Klik hier voor meer titels over ons voedselsysteem.

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

Laurence Devillairs

Een kleine filosofie van de zee
De Bezige bij 2023, 141 pagina's € 18,99

Oorspronkelijke titel: Petite philosophie de la mer (2022)

Korte bio van Laurence Devillairs (1969)

Korte beschrijving
Een filosofische verkenning van de zee als inspiratiebron. Filosofe Laurence Devillairs legt verbanden tussen de kracht van het water en ons leven als mens. In 24 korte hoofdstukken laat ze zien hoe de zee ons kan leren om beter naar ons innerlijke ritme te luisteren en vaker te kiezen voor diepgang in plaats van oppervlakkigheid. In zachtaardige, onderzoekende en soms poëtische stijl geschreven. Laurence Devillairs (1969) is schrijver, filosoof en academicus. Ze geeft les aan het Centre Sèvres en aan het Institut Catholique in Parijs, waar ze decaan is van de faculteit Wijsbegeerte. Als specialist op het gebied van de zeventiende-eeuwse filosofie houdt ze zich onder andere bezig met moraalfilosofie en schreef ze over Descartes en Pascal.

Tekst op website uitgever
Welke lessen kunnen we trekken uit het eeuwige komen en gaan van de getijden, de kleur van de zee en de grens tussen land en water?

Zeeën en oceanen kunnen ons verbazen. Ze vormen de grootste bron van leven en bedekken een enorm deel van onze planeet. Maar ze kunnen ook aanzetten tot bescheidenheid en bezinning en inspireren tot de meest wezenlijke levenslessen en onverwachte filosofieën.

In Een kleine filosofie van de zee legt Laurence Devillairs verbanden tussen de kracht van het water en ons leven als mens. In 24 korte en toegankelijke hoofdstukken laat ze zien hoe de zee ons kan leren om beter naar ons innerlijke ritme te luisteren en vaker te kiezen voor diepgang in plaats van oppervlakkigheid.


Fragment uit Zeevaarders

Wees de held van je bestaan
Het bevindt zich in de Tate Gallery in Londen. Een werveling van grijs, oker en wit. Met enige moeite ontwaar je het silhouet van een boot en daaromheen de storm. Water en lucht vormen één woest geheel. Je hoort ze bijna tekeergaan. Het is een en al beweging en kleuren, net alsof het noodweer dreigt te ontsnappen aan het doek. De boot is gehuld in bleek, zilverig licht, een herinnering aan een blauwe hemel. 
  Het is een schilderij van William Turner met de titel: Sneeuwstorm, stoomboot aan een havenmond. Die boot bevindt zich in de verte, nog op volle zee, waar uitsluitend golven, nevel en lucht zijn. Een inscriptie op het doek zegt dat 'de maker zich in deze storm bevond, de nacht waarin de Ariel Harwich verliet'. Hij zou zelfs de matrozen hebben gevraagd om hem vast te binden aan de mast, zodat hij de woeste golven kon blijven observeren. Als we hem moeten geloven werd hij vier uur lang door de storm gegeseld, in de verwachting dat hij het niet zou overleven.
  In het relaas van Turner schuilt waarschijnlijk meer mythe dan waarheid. Maar dat doet niets af aan zijn schilderij met zijn samensmelting van zee, lucht en mens. Zeelui zijn geen sporters, het gaat hun niet om de prestatie, ook niet als ze meedoen aan serieuze zeilwedstrijden: de Route du Rhum, de Vendée Globe, de America's Cup... Ze zijn op zoek naar iets anders: de confrontatie met de oceaan, 'hem gedaan hebben', zoals zeillegende Éric Tabarly het noemde.
  Je móét wel je eigen held worden, want op zee is iedereen een baas aan boord.
  Je staat er helemaal alleen voor, zelfs al blazen techniek en wind ook zo hun partijtje mee, zelfs al maak je deel uit van een team. Nergens wordt zo duidelijk wat het betekent om een beslissing te nemen, een daad die gelijkstaat aan risico's aangaan, onzekerheden voor lief nemen. Je kunt een besluit niet half nemen, je doet het met heel je ziel, door er volledig voor te gaan. 
  De figuur van de zeevaarder behelst de idee van volledigheid, van een leven dat niet half kan worden geleefd. Hoe kunnen wij ook zo'n houding van de tomeloze navigator aannemen, zonder verre oroden op te zoeken of solotochten rond de aarde te ondernemen? Alles begint natuurlijk met het feit dat je niet altijd maar beschikbaar moet zijn; dat je niet per se thuis geeft als iemand op z'n fluitje blaast, niet naar andermans pijpen danst, niet altijd 'ja' zegt. De zeevaarder is de grote kampioen van het spelletje 'Geen ja, geen nee': hij geeft gewoon geen antwoord wanneer iemand hem roept. Hij houdt afstand, doet er het zwijgen toe. (pagina 94-96)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

James Bridle

Manieren van zijn : voorbij de menselijke intelligentie
Volt 2023, 424 pagina's € 29,90

Oorspronkelijke titel: Ways of Being: Animals, Plants, Machines: The Search for a Planetary Intelligence (2022)

Wikipedia: James Bridle (1980)

Korte beschrijving
Een uitgebreide filosofische beschouwing (424 p.) over niet-menselijke vormen van intelligentie, van dierlijke tot kunstmatige intelligentie. Wat kan de mens leren van andere vormen van intelligentie, en hoe kunnen we onze samenlevingen hervormen om rechtvaardiger met elkaar en de niet-menselijke wereld om te gaan? James Bridle schrijft over de bewustwording van vormen van intelligentie die niet eerder als zodanig werden (h)erkend, zoals de intelligentie van planten, dieren en ecosystemen. Het boek is een diepgaande verkenning van de complexe wereld om ons heen, en een waarschuwing voor de bedreiging die de steeds sneller voortschrijdende ontwikkeling van AI vormt voor ons bestaan.‘Manieren van zijn’ is intelligent, talig en verhalend geschreven, met ruimte voor het perspectief van de auteur. Voor een geoefende lezersgroep. Met afbeeldingen in zwart-wit.James Bridle is een Britse filosoof, technoloog en kunstenaar. Hij schrijft over kunst, politiek, cultuur en technologie voor The Guardian en Wired, en werkt voor o.a. het Victoria & Albert Museum en het Barbican Centre.

Tekst op website uitgever
‘In Manieren van zijn onderzoekt James Bridle het leven in een werkelijkheid die de mens overstijgt.’ – De Groene Amsterdammer
Wat kunnen we leren van andere vormen van intelligentie en identiteit? En hoe kunnen we onze samenlevingen hervormen om rechtvaardiger met elkaar en de niet-menselijke wereld om te gaan?

Terwijl grote vorderingen worden gemaakt op het gebied van kunstmatige intelligentie, worden we ons ook bewuster van andere intelligenties die al die tijd bij ons waren, maar niet als zodanig werden herkend of erkend. Deze andere intelligenties zijn dieren, planten en natuurlijke systemen die steeds sneller hun complexiteit en kennis aan ons onthullen. Tegelijkertijd worden we ermee geconfronteerd hoe we met onze nieuwe technologieën hun uitsterven dreigen te veroorzaken, en daarmee uiteindelijk ook de onze.

Filosoof, technoloog en kunstenaar James Bridle vertelt in Manieren van zijn een radicaal nieuw verhaal over ecologie, technologie en intelligentie. We moeten, zo stelt James, deze begrippen herdefiniëren om een betekenisvolle en vrije relatie op te bouwen met het niet-menselijke; een relatie die gebaseerd is op solidariteit en diversiteit. James boek is een diepgaande verkenning van de complexe wereld om ons heen en een waarschuwing voor de bedreiging die de steeds sneller voortschrijdende ontwikkeling van kunstmatige intelligentie vormt voor ons bestaan.

‘Bedwelmend, opwindend en verbazingwekkend.’ – The New York Times
‘Een inspirerend boek over intelligentie in de meer-dan-menselijke-wereld […] Bridle bespreekt een reeks voorbeelden uit de moderne biologie, informatica en andere disciplines [en] verweeft ze soepel in een helder en goed geschreven narratief.’ NRC Handelsblad
‘De ideeën in dit boek zijn zo groot, zo fascinerend en ja, zo anders [...] Bridle heeft een nieuwe manier van denken over onze wereld gecreëerd, over ons zijn.’ – Washington Post
‘Fascinerend, innovatief en tot nadenken stemmend: ik beveel Manieren van zijn van harte aan.’ – Jane Goodall

Fragment uit

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen


donderdag 6 april 2023

Susan Neiman 4

Links is niet woke
Lemniscaat 2023, 156 pagina's € 9,99

Oorspronkelijke titel: Left is not woke (2023)

Wikipedia: Susan Neiman (1955)

Korte beschrijving
Kritisch essay over hoe de woke-generatie haar eigen politieke doelen ondermijnt door het continueren van wij-zij-denken. Aan de hand van het werk van o.m. Foucault en Schmitt beargumenteert de auteur waarom mensen met progressieve idealen juist samen op zouden moeten komen voor gemeenschappelijke universele waarden, ongeacht onderlinge verschillen.

Tekst op website uitgever
Links ≠ woke is een vlammend en urgent boek. De Amerikaanse filosoof Susan Neiman, die als tiener sterk beïnvloed werd door de Burgerrechtenbeweging van Martin Luther King, behoort tot de meest geëngageerde denkers ter wereld. In dit boek roept zij mensen met progressieve idealen op om elkaar niet te bestrijden, maar samen op te komen voor gemeenschappelijke universele waarden, ongeacht verschillen in afkomst, gender en etniciteit. Zonder deze waarden zal de huidige woke-generatie haar eigen doelen ondermijnen en onbedoeld naar rechts afglijden. Op de lange termijn lopen we dan het risico te worden wat we verachten. Neiman wijst op de invloed van twee titanen van het twintigste-eeuwse denken, Michel Foucault en Carl Schmitt, die het sociale leven voorstelden als een eeuwige strijd van ‘wij’ tegen ‘zij’. Wie zich laat leiden door dit polariserende gedachtegoed, is bezig met een stammenstrijd waar niemand beter van wordt. Het is hoog tijd dat we weer gaan nadenken.

‘Links heeft afstand gedaan van precies die ideeën die we nodig hebben als we de ruk naar rechts willen tegengaan.’ – Susan Neiman

‘Met dit genuanceerde en gepassioneerde pleidooi voor universalisme bewijst Susan Neiman lezers van elke politieke snit een dienst.’ – Thomas Chatterton Williams, The Atlantic

Fragment uit 5. Conclusie
Op een warme ochtend in oktober laste ik tijdens de afronding van dit boek een pauze in, omdat ik had afgesproken met de Indiase auteur en activist Harsh Mander in een café in Berlijn. Manders onvermoeibare geweldloze strijd voor de rechten van gemarginaliseerde volkeren in zijn vaderland hebben hem een nominatie voor de Nobelprijs voor de Vrede en diverse doodsbedreigingen opgeleverd. Hij vergelijkt het zwijgen van het merendeel van het grote publiek over het lynchen van moslims in het huidige India met de Duitse onverschilligheid ten aanzien van het geweld tegen Joden in de jaren dertig van de vorige eeuw.

Toen we ontdekten hoeveel dezelfde ideeën we hadden, vroeg hij met wat voor boek ik bezig was. Ik vertelde dat ik aan het schrijven was over het feit dat de progressieven drie voor links essentiële principes hadden laten varen: geloof in het universalisme, een hard onderscheid tussen recht en macht, en de mogelijkheid van vooruitgang.

Mander was het ermee eens en stelde nog een vierde principe voor: een geloof in het belang van twijfel. Zijn marxistische collega's hadden hem vaak gevraagd waarom hij geen communist was, gezien zijn felle loyaliteit aan universele sociale en economische rechten. Zijn antwoord was simpel: hij zou nooit een beweging kunnen steunen die hem verbood om nog zaken in twijfel te trekken. 'Het hindoeïsme heeft enorme problemen', vervolgde hij. De regering-Modi heeft hem van terrorisme beschuldigd vanwege zijn pogingen om de onderdrukking va moslims door hindoes tegen te gaan. 'Maar het heeft één ding dat abrahamitische godsdiensten niet hebben: al die goden en godinnen laten ons de noodzaak van twijfel zien.'

Twijfel was natuurlijk ook fundamenteel voor de Verlichting en de Verlichtingsdenkers zouden het amusant gevonden hebben als ze gehoord hadden dat ze iets gemeen hadden met de polytheïstische hindoes. Van Gotthold Ephraim Lessing is bekend dat hij ooit zei dat hij de eindeloze zoektocht naar de waarheid verkoos boven de waarheid zelf. Geen enkele godsdienst kan een einde maken aan geweld, zoals de recente gebeurtenissen in India en het boeddhistische Myanmar wel hebben laten zien. Maar het matigen van je geloof in je diepste principes door te twijfelen aan de toepassing ervan, zou vele schade kunnen voorkomen. Op dit moment in de geschiedenis is er niets zinlozers dan wanneer één progressieve persoon een andere progressieve persoon afwijst vanwege een meningsverschil over wat als discriminatie geldt. (pagina 146-147)

Artikel: Van trots vignet tot sinister signaalwoord (De Groene Amsterdammer, 6 april 2023)

Lees ook: Je mag ook niets meer zeggen : een nieuwe taal voor een nieuwe tijd van Mounir Samuel (uit 2023), of Wie wat woke? : een cultuurkritische benadering van wat we (on)rechtvaardig vinden van Walter Weyns (uit 2021).

Andere boeken van Susan Neiman:  Waarom zou je volwassen worden? (uit 2014) en Verzet en rede : in tijden van nepnieuws (uit 2017), Wat we van de Duitsers kunnen leren (2020) of Verzet en rede : in tijden van nepnieuws (2017).

Terug naar Overzicht alle titels

Sander van der Linden

Immuun voor nepnieuws : een tegengif voor fake news en complottheorieën 
Spectrum 2023, 379 pagina's - € 22,50

Wikipedia: Sander van der Linden (19?)

Korte beschrijving
Een boek over het bestrijden van nepnieuws en complottheorieën.Sander van der Linden laat zien hoe we onszelf kunnen inenten tegen nepnieuws, hoe we ons kunnen verzetten tegen zogenaamde ‘massaoverredingswapens’ en hoe we feiten van fictie kunnen onderscheiden. Hij neemt de lezer mee in de psychologie achter complotdenken en bespreekt de elf anti-genen die nodig zijn om verspreiding van nepnieuws voor eens en altijd te stoppen. Helder, informatief en bevlogen geschreven. Met zwart-witfoto’s en -illustraties. Sander van der Linden (1976) is hoogleraar Sociale Psychologie en directeur van het Cambridge Social Decision-Making Lab aan de Universiteit van Cambridge.

Tekst op website uitgever
Iedereen is vatbaar voor fake news. Hoe komt het dat mensen in nepnieuws geloven? De Nederlandse wetenschapper Sander van der Linden laat ons kennismaken met dit wonderlijke fenomeen en benadert het waarheidsprobleem als een virus.

In Immuun voor nepnieuws kaart Sander van der Linden dit wereldwijde probleem aan en biedt hij tegelijkertijd een oplossing. Waarom zijn we zo vatbaar voor nepnieuws? Hoe en waarom verspreidt het zich? En wat kunnen we doen om fake news te bestrijden? Het resultaat is een fundamenteel en toegankelijk werk over hoe onze hersenen worstelen met het onderscheiden van feit en fictie, en hoe we dit kunnen en moeten voorkomen.

Over Immuun voor nepnieuws:
'Sander van der Linden is een van ’s werelds toonaangevende experts in het bestrijden van nepnieuws en Immuun voor nepnieuws is het ultieme handboek voor het navigeren door en terugvechten tegen de tsunami die ons dreigt te overspoelen in bullshit.' Jay van Bavel, auteur van The Power of Us

Sander van der Linden is hoogleraar Sociale Psychologie en directeur van het Cambridge Social Decision-Making Lab aan de Universiteit van Cambridge. Zijn onderzoeken stonden onder andere in Nature en Science. Hij werkte samen met de premier van het Verenigd Koninkrijk en belangrijke technologiebedrijven zoals WhatsApp, Facebook en Google.

Fragment uit (de) Proloog
Kortom: nepnieuws kan levensgevaarlijk zijn.
Ook wie optimistisch is over ons vermogen om nepnieuws door te prikken moet zich rekenschap geven van het feit dat misinformatie ook zeer invloedrijk en gevaarlijk kan zijn wanneer lang niet iedereen zich erdoor laat beetnemen. Belangrijke verkiezingen worden immers vaak beslist met relatief kleine stemverschillen en cyberpropaganda weet steeds effectiever onze democratische structuren te ondermijnen. Begin februari 2020 overstelpten Russische propagandisten de media met nepvideo's over zogenaamde Oekraïense daden van agressie en aanvallen op Russisch grondgebied, om zo een voorwendsel te creëren voor de geplande invasie van Oekraïne. Een deel van deze socialemediabeelden betrof in werkelijkheid Israëlische luchtaanvallen op Gaza; andere beelden waren schaamteloos gejat van een computergame, het schietspel Arma 3. Deze campagnes hadden niet als doel om het internationale publiek te doen geloven dat de Russische militaire invasie op de een of andere manier gerechtvaardigd was, maar alleen om het lastiger te maken voor mensen om feit van fictie te onderscheiden: de hoop was dat politieke analisten en factcheckers afgeleid zouden worden doordat een overvloed van overduidelijke nepbronnen moesten ontrafelen en debunken. (gaslighting - hd)


De zorgen over de ondermijning van de democratie door nepnieuws zijn alleszins terecht. Zo bleek uit een enquête uit 2016 van Pew, een onderzoeksbureau in Washington, dat 65 procent van de Amerikanen als gevolg van nepnieuws in de war raakte over wat de basale feiten nu precies zijn. Daarnaast ziet 83 procent van de Europeanen nepnieuws als een probleem. En ten minste de helft van de enquêtedeelnemers gaf aan dat ze wekelijks met desinformatie worden geconfronteerd. Zelfs complottheorieën zijn niet langer voorbehouden aan alleen de lunatic fringe, de radicale marges van de samenleving: meer dan 50 procent van de Amerikanen geeft aan dat ze ten minste één complottheorie onderschrijven. Deze vaststellingen werpen grote vragen op over ons vermogen om ons staande te houden binnen het ecosysteem van de media. Wat brengt mensen ertoe om in misinformatie te geloven? Hoe en waarom wordt ze verspreid? En wat kunnen we ertegen doen? (pagina 12-13)

Lees ook: Nepnieuws : een wereld van desinformatie van Han van der Horst (uit 2018) of 

Het nieuwsdieet : omgaan met de overload aan informatie van Rolf Dobelli (uit 2020) of 

Verzet en rede : in tijden van nepnieuws van Susan Neiman (uit 2017) of 

De waan van de dag : over nepnieuws enzo van Raymond Serré (uit 2017) of 

Dit is geen propaganda : de oorlog tegen de waarheid van Peter Pomerantsev (uit 2019)

Terug naar Overzicht alle titels


Marjolijn van Heemstra 2

Wat is ruimte waard
Maand van de Filosofie 2023, 90 pagina's  € 12,25 (De Correspondent)

Wikipedia: Marjolijn van Heemstra (1981)

Korte beschrijving
Een boek over de ethiek van interplanetaire ruimtevaart en de impact van de ruimtevaart op de maan. In het heelal lonkt het nieuwe goud: er worden momenteel miljarden geïnvesteerd om in de toekomst planeten te kunnen koloniseren. De ene raket na de andere gaat de ruimte in en er zijn plannen voor een tankstation op de maan, voor wie op doorreis is naar Mars. Maar ten koste van wat? Kritisch en helder geschreven, met persoonlijke passages van de auteur. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.Marjolijn van Heemstra (1981) is auteur, dichter en theatermaker en schrijft voor De Correspondent over de ruimte. Haar laatste boek 'In lichtjaren heeft niemand haast' is door NPO Radio 1 uitgeroepen tot Non-Fictie Boek van 2021.Dit boek maakt deel uit van de serie 'Vonkjes: ideeën die je aansteken’ en is geschreven in opdracht van Stichting Maand van de Filosofie.

Tekst op website uitgever
In de ruimte lonkt het nieuwe goud. Waar vroeger verre landschappen gekoloniseerd werden, zijn nu planeten aan de beurt. Miljardairs lanceren de ene raket na de andere, er zijn plannen voor mijnbouw op asteroïden en voor een tankstation op de maan voor wie op doorreis is naar Mars.

Maar ten koste van wat? In dit boek neemt Marjolijn van Heemstra je mee naar de vertes die rijk maken en toont ze de verarming die dat tegelijkertijd teweegbrengt.

Schrijver, dichter en theatermaker Marjolijn van Heemstra schrijft voor De Correspondent over ruimte en ruimtevaart. Van haar laatste boek In lichtjaren heeft niemand haast zijn 17.500 exemplaren verkocht.

Fragment
Na de instelling van CSLCA was de geest uit de fles. De vraag was niet langer of buitenaardse mijnbouw was toegestaan, maar hoe. In navolging van de VS pasten ook Luxemburg en de Verenigde Arabische Emiraten de afgelopen jaren hun wetten aan.
  In de tussentijd werd er wereldwijd getimmerd aan nieuwe verdragen. In 2016 werd de The Hague International Space Resources Governance Working Group opgericht, een werkgroep die nadacht over nieuwe wetgeving met betrekking tot het winnen van grondstoffen in de ruimte. De deelnemers - waaronder ruimtejuristen, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van de ruimtevaartindustrie - stelden samen een aantal kaders op waarmee het gebruik van grondstoffen in de ruimte kan worden gereguleerd. Deze kaders kunnen nu worden gebruikt voor het verder ontwikkelen van internationale wetten en verdragen. Maar: die zullen altijd achterlopen op de praktijk. Wetten maken is nu eenmaal een traag proces, te traag voor de snelle NewSpace-ondernemers.
  Ik sprak erover met ruimtejurist Dimitra Stefoudi, die onderdeel was van de Haagse werkgroep. Soms, merkte ik, is een gesprek ontluisterend en geruststellend tegelijk. Stefoudi schetst een toekomst waarin ruimtemijnbouw onvermijdelijk tot een volwaardige industrie uitgroeit. 'DE ontwikkelingen gaan razendsnel, het is niet te stoppen.' Als antwoord op mijn bezorgde blik voegde ze daaraan toe dat je deze ontwikkeling ook niet moet willen stoppen. 'Dit is een prachtige kans voor de mensheid om het zonnestelsel te ontdekken. Het brengt buitenaardse werelden dichterbij'. 
  En dat daarboven nog te vaak de principes van het Wilde Westen gelden, was volgens Stefoudi een tijdelijk euvel. Ze gelooft dat er op termijn een juridisch raamwerk zal bestaan waarbinnen de mensheid op een eerlijke en duurzame manier de ruimte zal ontginnen. 
  Haar enthousiasme was bijna aanstekelijk. Maar toen ik vroeg hoe ze zelf dacht over mijnbouw op de maan viel ze even stil. 'Ik kan het niet goed uitleggen', zei ze toen. 'ik ben heel enthousiast over onze toekomst in de ruimte maar iets in mij voelt ook weerstand, het is moeilijk onder woorden te brengen.' (pagina 66-68)



Lees ook: In lichtjaren heeft niemand haast : een zoektocht naar meer ruimte in ons leven (2021)

Terug naar Overzicht alle titels


Mounir Samuel 2

Je mag ook niets meer zeggen : een nieuwe taal voor een nieuwe tijd
N'w A'dam 2023, 366 pagina's € 24,99

Wikipedia: Mounir Samuel (1989)

Korte beschrijving
Een maatschappijkritisch essay van Mounir Samuel waarin de politicoloog pleit voor een inclusieve, veilige en toegankelijke taal voor iedereen. Een nieuwe tijd vraagt om een nieuwe taal. Maar wat kun je nu wel en niet tegen wie zeggen? Samuel beschrijft op welke manieren een taal kan uitsluiten op het gebied van onder meer gender, ras of het hebben van een beperking, en wat daaraan te doen is. Een boek voor iedereen die streeft naar een inclusieve, veilige en toegankelijke omgeving — op het werk, in de klas, thuis, of waar dan ook. Geen checklist of verbodenwoordenlijst, maar een gids die ons leert hoe we waardegericht met elkaar kunnen omgaan. ‘Je mag ook niets meer zeggen’ is eigentijds en scherpzinnig geschreven en schuwt geen taboes. Geschikt voor een breed tot geoefend lezerspubliek. Met enkele illustraties. Mounir Samuel (1989) is politicoloog, auteur en journalist. Hij trainde tal van bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties in Nederland en Vlaanderen in wat hij waardegerichte communicatie en het bouwen aan een diversvaardige samenleving noemt.

Tekst op website uitgever
Een nieuwe tijd vraagt om een nieuwe taal. Maar wie weet eigenlijk nog wat je wel en niet tegen wie kunt zeggen? In Je mag ook niets meer zeggen maakt Mounir Samuel met humor duidelijk op welke manieren een taal kan uitsluiten en wat we daaraan kunnen doen. Hij zet je aan het denken en schuwt geen taboe of ongemak. Dit is een boek voor iedereen die streeft naar een inclusieve, veilige en toegankelijke omgeving, op het werk, in de klas, het theater, de dokterspraktijk of thuis. Het is geen checklist of verbodenwoordenlijst, maar een heldere gids die ons leert hoe we waardegericht met elkaar kunnen omgaan. Dit is dé blauwdruk voor een Nederlandse taal van en voor iedereen.

Fragment uit Deel 5. Democratisering & eigenaarschap
Waarde 13 - Weg met de elitaire bubbel
Moderne regenten in maatpak

Nederland en België worden nog steeds geregeerd door een kleine elite. En daarbij doel ik niet alleen op die enkele politicus die al jarenlang op het pluche zit en dezelfde politieke partijen die telkens weer de dienst uitmaken. Die politieke leiders zijn in veel gevallen slechts pionnen van grote multinationals, de energieelobby, zware industrie, agrarische sector en natuurlijk: de kapitaalbezitters.
  Een relatief kleine groep bezit het geld (en vastgoed) en heeft daarmee de macht. De rijke regenten op de schilderijen van Rembrandt en Rubens, die vroeger de dienst uitmaakten, zijn niet verdwenen. Ze hebben hun zwierige hoeden en pofbroeken slechts ingeruild voor een (mantel)pak. Het zijn witte, valide, heteroseksuele, cisgender mannen (en tegenwoordig spaarzame vrouwen) die toen maar ook nu de dienst uitmaken. Zelfs de achternamen zijn in bepaalde gevallen onveranderd.
  De hedendaagse regenten borrelen erop los, schuiven elkaar de interessante bestuursfuncties toe, sluiten achterkamertjesdeals en bestieren het land naar het hun lief is.
  De voorselectie begint al vroeg: op school en op de studentenvereniging. Het old boys network leidt in veel gevallen direct terug naar de collegebanken. Let maar eens op hoeveel politici naar dezelfde universiteiten zijn gegaan en lid zijn geweest van dezelfde studentenverenigingen en hoeveel (gemeenschappelijke) vrienden zij in de top van het bedrijfsleven hebben (gemaakt).
  De elitaire bubbel is dus ook een 'diplomistische' bubbel (waarover later meer). Het zijn het diploma en de gerenommeerde naam van de opleidingsinstelling die ertoe doen. De populariteit van dure privé-instellingen en de opkomst van university colleges is daarom een zorgelijke ontwikkeling. De uitsluiting wordt door deze onderwijsdiensten extra versterkt omdat die niet alleen plaatsvindt op grond van schooladvies en opleidingsgraad, maar ook op grond van financiële middelen (en sociale connecties).
  De elitaire bubbel beperkt zich niet tot de top van de politiek en het bedrijfsleven, maar omvat ook de bestuurlijke lagen van ministeries, prestigieuze kunst- en cultuurinstellingen, de literaire wereld, ngo's, de medische wereld, vliegvelden, havens en het academisch onderwijs.
  De elitaire bubbel is geen zeepbel, maar een kasteel met slotgracht en al, waarvan alleen de bewoners de ophaalbrug kunnen bedienen. De macht wordt afgebakend en beschermd door tal van ongeschreven regels, sociale codes en de taal, zoals vakjargon, afkortingen en anglicismen.
  De nuances zijn soms erg subtiel.
Zo spreekt een persoon van adel niet van een 'toilet', maar 'wc' of zelfs 'plee' en heeft die geen 'koelkast' maar een 'ijskast'. Met een enkel woord wordt dus duidelijk wie wel en gene blauw bloed heeft.
  Het is moeilijk om van een democratie te spreken als zo veel personen geen toegang tot het systeem krijgen of tot de top kunnen doordingen en dat simpelweg omdat zij niet over de juiste kwalificaties, taal en gewoonten en het gewenste voorkomen beschikken. (pagina 300-301)

Lees ook: Jona zonder walvis : een profetie voor Nederland (2022) 

Terug naar Overzicht alle titels