Boom 2023, 311 pagina's - € 29,90
Wikipedia: Michiel Korthals (1949)
Korte beschrijving
Een filosofisch pleidooi voor het belang van een leefbare planeet. Als ieder land op dezelfde grote voet zou leven als Nederland, dan zou de mensheid drie hele aardes per jaar gebruiken. Het belang van een leefbare planeet moet daarom centraal staan in ons denken en handelen, stelt filosoof Michiel Korthals. In dit boek doet hij concrete voorstellen om dit in de praktijk te brengen, in de landbouw, onze eetgewoonten, in het onderwijs, en in stedelijke ontwikkeling, gezondheidszorg en technologie. Om goed te leren leven als aardbewoners, stelt Korthals, zal de mens gebruik moeten maken van zijn inventiviteit, democratische verworvenheden, mensenrechten en natuur- en voedselvaardigheden. ‘Goed leven als aardbewoners’ is informatief en verdiepend geschreven, met veel ondersteunende cijfers. Voor geoefende lezers met verregaande interesse in het onderwerp. Met enkele grafieken en schema’s. Michiel Korthals (1949) is emeritus hoogleraar toegepaste filosofie aan Wageningen University & Research en de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schreef meerdere boeken.
Tekst op website uitgever
Om goed te leven als aardbewoners hebben we democratische verworvenheden, mensenrechten en natuur- en voedselvaardigheden nodig. Alles wat we doen, gebeurt op deze ene planeet, de aarde – en toch handelen we alsof er meer aardes zijn. Als ieder land op dezelfde grote voet zou leven als Nederland, dan zou de mensheid drie aardes per jaar gebruiken. Dat kan niet lang meer goed gaan. Het belang van een leefbare planeet moet daarom centraal staan in al ons denken en handelen. Laten we aardbewoners worden met alle andere aardbewoners. Filosoof Michiel Korthals laat zien hoe we het belang van de aarde kunnen vooropstellen in de landbouw en onze eetgewoonten, in onderwijs, stedelijke ontwikkeling en huizenbouw, in gezondheidszorg, wetenschap en technologie. Korthals gelooft niet dat wetenschap en technologie ons weer kunnen verzoenen met de aarde, maar hij denkt evenmin dat we te laat zijn en in de onvermijdelijke ondergang moeten berusten. Mensen hebben genoeg inventiviteit en vaardigheden om de aarde leefbaar te houden. Democratische verworvenheden, mensenrechten en natuur- en voedselvaardigheden kunnen daarbij helpen. Met als doel: goed leven als aardbewoners.
Fragment uit 1. Nederlandse economie heeft meer dan drie keer Nederland nodig
Hoe is het zo gekomen? 'Dwingt Natuur, door nieuwe vonden'
Zoals aangegeven: wereldwijd beslaat landbouwgrond gemiddeld 30% van de beschikbare grond, maar in Nederland is dat meer dan 60%. Hoe kan dat? De geschiedenis van de landbouw in Nederland geeft een antwoord. De middeleeuwen laten een land zien met een aantal grote steden in het westen en vooral in het oosten veel woeste grond: land dat sporadisch werd gebruikt voor schapen, maar verder onaangetast was. Tussen de steden en die woeste grond was een redelijk groot gebied ontgonnen voor turf als brandstof voor de stedelijke huisvesting: grote uitgestrekte langwerpige sloten en plassen waren daardoor ontstaan, zoals rond Vinkeveen, Aalsmeer en Leiden. Door de ongebreidelde veenwinning konden sommige van die enorme plassen met stevige wind echt gevaarlijk worden voor de steden, zoals de Haarlemmermeer toen het nog Haarlemmermeer was.
Al eeuwenlang staat de exportoriëntatie van de Nederlandse landbouw hoog op de agenda bij boeren en beleidsmakers. landbouw in de zin van vlees en melkproducten is door de opeenvolgende regeringen steeds bevorderd als een goede financieel-economische basis voor 's lands belang. Voordat er goede koelmethoden waren, bestond de export uit kaas, vlees en tarwe. tegelijkertijd werden al vanaf de middeleeuwen de grote plassen ingepolderd met als doel meer landbouw voor de export. Dus werd de Beemster, een van de bekendste inpolderingen, in 1612 drooggemaakt, nadat in de eeuwen daarvoor een klein riviertje door de vele veenafgravingen een groot meer was geworden. En zo ging het met vele plassen, zoals zie verderop, het Hornmeer en het Stommeer. De inpolderingen zorgden voor een enorme toename van het landoppervlak, en dat nieuwe land werd met name gebruikt voor landbouw gericht op export, en niet op de verbetering van de voedselsituatie in Nederland zelf. Daarnaast werden ook de voormalige woeste gronden, zoals heide, bruikbaar gemaakt voor landbouw.
Aangezwengeld door verhoging van landbouwprijzen, start vanaf ongeveer 1840 een modernisering van de Nederlandse landbouw. Dit gebeurde met behulp van ruilverkaveling, verwijdering van slootjes, bosranden en slootranden, het rechttrekken van rivieren, het diepploegen van wilde gronden en het egaliseren van heuvelachtig gebied. Steeds werden op deze nieuwe gronden landbouwbedrijven gevestigd, waarbij de opbrengsten als belangrijkste doel werden gezien. Deze opbrengsten moesten vooral uit de export komen, want de Nederlandse bevolking was te gering in aantal; bovendien waren de toenmalige boeren en eigenaren niet geïnteresseerd in betere en voldoende voeding voor de bevolking. Vooral na de jaren 1840 stegen de prijzen van landbouwproducten, en gingen de grootgrondbezitters over op een veelzijdiger exportproductie. Er werd niet meer alleen zuivel (vooral kaas) geëxporteerd, maar ook andere dierlijke producten, en later ook veredelde zaden en ten slotte bloembollen. Bieleman noteert deze tendensen: productie voor de export, en import van kunstmest, machines, en veevoer. Bieleman noteert ook een enorme toename van veevoeder (granen en krachtvoer zoals maïs en lijnkoeken). Het is opmerkelijk dat deze import van mais al voor de Eerste Wereldoorlog sterk was toegenomen. Engeland en Duitsland waren in 1913 de grootste importeurs van mest, maar Nederland kwam toen al op de derde plaats: 'Nederland werd in korte tijd het land met veruit het hoogste gebruik van kunstmest per ha cultuurland'. Uiteraard ging het hierbij nog niet om totaal synthetisch gemaakte kunstmest (die wordt pas vanaf 1945 grootschalig gebruikt), de uitwerpselen van broedende vogels die hele eilanden in de Stille Oceaan bij Peru vormden en in korte tijd werden afgegraven en geëxporteerd naar de westerse landen. )pagina 27-29)
Lees ook: Goed eten : filosofie van voeding en landbouw (uit 2018) en Eetbare natuur : de essentie van landbouw en voeding (uit 2021)
En: Waar ben ik? : lockdownlessen voor aardbewoners van Bruno Latour (uit 2021)
Klik hier voor meer titels over ons voedselsysteem.
Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen