Octavo 2021, 156 pagina's - € 19,50
Oorspronkelijke titel: Le cri de Gaïa. Penser la Terre avec Bruno Latour (2021)
Wikipedia: Bruno Latour (1947)
Korte beschrijving
Essay van de Franse filosoof, antropoloog en klimaatcriticus Latour (1947), die in 2020 de Spinozalens ontving. Het verschijnt als derde deel in de serie ‘Kantelingen’ en is het vervolg op ‘Waar kunnen we landen?’* (Verschenen als ‘Kantelingen’ 1). De uitgave kan gezien worden als een filosofisch verhaal met als leidraad ‘De gedaanteverwisseling’ van Kafka, waarin het hoofdpersonage in een tor verandert. Door de coronacrisis en de lockdown lijken we een gedaanteverwisseling te ondergaan. De mens raakt in een bestaanscrisis, alle heersende concepten en paradigma’s staan op hun kop, zoals ook het vooruitgangsdenken. Er moet iets veranderen aan de manier waarop wij naar onszelf en naar onze verhouding met de aarde kijken. De grote vraag is: wat kunnen wij leren uit de coronacrisis? De mens is kakkerlak geworden, een grote vervuiler en een monsterachtig ongedierte. Steden lijken op termietenheuvels. Actueel kafkaësk sprookje waarin de link tussen de coronacrisis en de klimaatcrisis gelegd wordt. Voor een intellectueel publiek, geïnteresseerden in de klimaatcrisis en/of het raakvlak van filosofie, levenskunst en literatuur.
Tekst op website uitgever
Voorjaar 2021 verschijnt in de serie Reflecties een boek met teksten van Hannah Arendt en Susan Sontag over Walter Benjamin, en in de serie Kantelingen verschijnen het vervolg op het succesvolle Waar kunnen we landen? van Bruno Latour, getiteld: Waar ben ik? Lockdownlessen voor aardbewoners, en de vertaling van Anna Lowenhaupt Tsings nu al klassieke boek The Mushroom at the End of the World.
Ik geef toe dat het bizar is om lessen uit de zich repeterende lockdown te willen trekken en er een haast metafysische ervaring van te willen maken. En toch gaat het wel degelijk om fysica - meta-, infra-, para- -, want dankzij deze beproeving moeten we wel erkennen dat we nog niet weten waar we in lockdown zitten, dat we de vastheid, de weerstand, de fysiologie, de resonantie, de combinatie, de overlap, de eigenschappen, de materialiteit van de dingen om ons heen niet op dezelfde manier ervaren. Terwijl de Modernen de hoop hadden dat ze van periode konden veranderen, moeten ze nu opnieuw leren zich in de ruimte te situeren. Nog maar twee jaar geleden werden er conferenties gehouden om te peilen waar de ongevoeligheid voor de klimaatkwesties vandaan kwam. Nu heeft iedereen begrepen dat we niet om die kwestie heen kunnen, al wil dat nog niet zeggen dat we daarom weten hoe we erop moeten reageren? Achter de politieke vraag - 'Wat te doen? Hoe komen we hieruit?' - is een andere vraag opgedoken: 'Maar wáár zijn we eigenlijk?' Dankzij de lockdown, en zelfs dankzij dat verschrikkelijke masker waarachter ons gezicht weggestopt zit en waarachter we naar adem happen, beginnen we gevoelig te worden voor de opkomst van een kosmologische crisis achter de politieke crisis. Nog nooit zijn we een 'levenloos object' tegengekomen, net zomin in de stad, waar alles het werk van de levenden is, als op het land, waar alles de sporen van de inwerking van de levenden draagt.
Lees ook: Lees ook: Oog in oog met Gaia : acht lezingen over het Nieuwe Klimaatregime (uit 2017), Waar kunnen we landen? : politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime (uit 2018) en Het parlement van de dingen : over Gaia en de representatie van niet-mensen (uit 2020) en Wij zijn nooit modern geweest : pleidooi voor een symmetrische antropologie (uit 1991/2016).
Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen