Een hogere liefde : brieven aan een Duitse vriendMet een inleidend essay van Bas Heijne
Prometheus 2024, 80 pagina's
- € 12,50Wikipedia: Albert Camus (1913-1960) en Bas Heijne (1960)
Opmerkelijk! : Bas Heijne werd vijf dagen na de dood van Albert Camus geboren.
Korte beschrijving
Tekst op website uitgever
‘Het vergt heel veel om te vechten terwijl je oorlog verafschuwt, te accepteren dat je alles kwijtraakt terwijl je liever gelukkig zou zijn, om vernietiging onder ogen te zien terwijl je het idee van een hogere beschaving koestert.’ Midden in de oorlog schreef de grote Franse schrijver Albert Camus (1913-1960) vier brieven aan een naamloze Duitse vriend. Inzet was het harde verwijt van de Duitser dat Camus niet van zijn land zou houden, omdat hij zich niet wilde bekeren tot de nietsontziende vaderlandsliefde van de nazi’s.
Camus’ brieven zijn een vlammende verdediging van zijn persoonlijke liefde voor zijn land en de Europese beschaving, die juist vraagt om debat en kritiek en vasthoudt aan het streven naar rechtvaardigheid.
Juist in een tijd waarin het agressieve nationalisme weer hoogtij viert, hebben de lucide woorden van Camus het effect van een mokerslag. Gelauwerd essayist Bas Heijne schreef een lange inleiding bij deze even krachtige als onbekende tekst van Camus, waarin hij die, zoals hij eerder deed bij het essay van George Orwell over nationalisme, onontkoombaar in ons heden plaatst.
Bas Heijne schrijft naast romans en verhalen spraakmakende essays, waaronder recent een flonkerend essay bij de heruitgave van Menno ter Braaks Het nationaalsocialisme als rancuneleer en een inleiding bij George Orwells Over nationalisme.
Albert Camus was een Frans filosoof, journalist en schrijver van romans, essays en toneelstukken. Hij ontving in 1957 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Fragment uit 4 (Bas Heijne)
De noodzaak tot verzet en strijd, ondanks afkeer van pijn en bloedvergieten, precies daar gaat het om in Camus' Brieven aan een Duitse vriend, nu voor het eerst in het Nederlands vertaald. De 'brieven' zijn geschreven in de eerste fase van zijn schrijverschap, midden in de Tweede Wereldoorlog. De eerste twee verschenen in verschillende verzetsbladen in 1943 en 1944. De twee laatste bleven ongepubliceerd tot na de oorlog, toen ze tezamen verschenen als boekje in een kleine oplage.
Het is geen bekende tekst in het oeuvre van Camus, maar het is wel een sleuteltekst - zijn hele wereldbeeld vind je erin terug. Het is ook een tekst die zich aan de hedendaagse lezer niet meteen gewonnen geeft. Je moet rustig op zijn gedragen zinnen kauwen. Maar iedere keer dat ik ze herlees, dingen nieuwe inzichten zich op.
Die relatieve onbekendheid komt vooral door Camus zelf. In zijn voorwoord bij de Italiaanse editie geeft hij blijk van zijn terughoudendheid om de brieven, geschreven tijdens een van de duisterste periodes in de geschiedenis, ná de oorlog alsnog als boek te publiceren. Het nazisme is immers overwonnen. Duitsland is niet langer de vijand. Maar met een typerende zelfverzekerdheid verklaart Camus er geen woord van terug te nemen. Het gaat, zegt hij, in wezen helemaal niet om Frankrijk en Duitsland. Het gaat om twee verschillende levenshoudingen, om twee botsende mentaliteiten, die tijd en plaats ontstijgen. Die zijn na de oorlog niet verdwenen. En hij heeft gelijk, het conflict dat Camus beschrijft is schrijnend actueel - in onze verwarrende tijd zelfs meer dan in de afgelopen decennia. Voor Duitsland zou je nu Rusland, of welke etnische nationalist dan ook, kunnen invullen.
'U houdt niet van uw land' - het verwijt van die imaginaire Duitse vriend aan het adres van Camus echoot tegenwoordig luid door in de retoriek van de radicaal-rechtse 'patriotten' die zich in grote delen van de wereld keren tegen de elites, de elites die het eigen volk op een fatale manier verraden zouden hebben. Eigen mensen eerst, de Nederlander weer op één, Make America Great Again, ik wil mijn mooie landje terug. Het is het soort nationalisme dat de rechtsstaat als obstakel ziet, empathie als zwakheid, pluriformiteit als fatale ondermijning.
Uitgedaagd door het nietsontziende nationalisme van de Duitser antwoordt Camus dat hij wel degelijk van zijn land houdt, maar dat zijn liefde niet los kan bestaan van kritiek op wat er niet goed is en ook niet los van het streven naar een rechtvaardige samenleving. Juist die kritische liefde, die Camus een 'hogere liefde' noemt, wordt door de Duitser gezien als zwak en bespottelijk. Voor Camus is zij essentieel. En waard om voor te vechten wanneer dat noodzakelijk wordt. (pagina 25-27)
Fragment uit (de) Derde brief (Albert Camus
Jullie spreken over Europa, maar het verschil is dat Europa voor jullie een bezit is, terwijl wij ons van haar afhankelijk voelen. Jullie hebben pas vanaf het moment dat jullie Afrika verloren, op deze manier over Europa gesproken. Dat is niet de goede manier om lief te hebben. Deze aarde, waarop zovele eeuwen hun stempel hebben gedrukt, is voor jullie niets meer dan een gedwongen oponthoud, terwijl het onze grootste hoop is. Jullie te plotselinge hartstocht bestaat uit wrok en noodzakelijkheid. Het is een sentiment dat niemand eert en misschien begrijpt u nu waarom geen Europeaan die deze naam waardig is, er iets van wil weten.
Jullie zeggen Europa, maar jullie bedoelen grondtroepen, graanschuren, dienstbare industrieën en een overheerste geest. Ga ik te ver? Ik weet tenminste dat als jullie over Europa spreken, zelfs als jullie het oprecht menen en jullie jezelf laten misleiden door jullie eigen leugens, jullie er niet omheen kunnen aan een schare volgzame naties te denken die door een Duitsland van heersers een fabelachtige en bloederige toekomst in wordt geleid. Ik zou willen dat jullie dit verschil goed voelen: Europa is voor jullie die door zeeën en bergen omcirkelde ruimte, door dammen doorsneden, door mijnen ondergraven en met oogsten bedekt, waarin Duitsland een spel speelt waarin alleen het eigen lot op het spel staat. Voor ons is zij echter de aarde waarop zicht sinds twintig eeuwen het verbazingwekkende avontuur van de menselijke geest afspeelt. Het is die eigenaardige arena waarin de strijd van de westerse mens tegen de wereld, de goden en zichzelf vandaag de dag zijn hoogtepunt bereikt. U ziet: er is geen gemeenschappelijke betekenis (pagina 60-61)
Lees ook: Het nationaal-socialisme als rancuneleer van Menno ter Braak (uit 1937/2019) en Over nationalisme van George Orwell (uit 1945/2023)
Terug naar Overzicht alle titels