De Correspondent 2024, 192 pagina's - € 22,--
Wikipedia: Tim 'S Jongers (1981)
Korte beschrijving
Een relaas waarin de misvattingen over armoede worden ontkracht. Het boek is een spoedcursus over armoede, geschreven door Tim ’S Jongers die zelf in armoede is opgegroeid, uiteindelijk ging studeren, onderzoek deed naar armoede en nu beleidsvoorstellen doet om het tegen te gaan. Het boek daagt de gangbare opvattingen over armoede uit en stelt dat deze vaak onjuist zijn. Het doel is om mensen met geld anders te laten kijken naar armoede, als eerste stap in de bestrijding ervan. In heldere en onderhoudende stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Tim 'S Jongers (1981) is een Nederlandse politicoloog, bestuurskundige en directeur van de Wiardi Beckman Stichting. Voor De Correspondent schrijft hij over armoede.
Tekst op website uitgever
In een land geregeerd door welvarende, hogeropgeleide mensen wordt op een beperkte en soms zelfs schadelijke manier naar armoede gekeken.
Tim ’S Jongers groeide op in armoede, ging uiteindelijk studeren, deed onderzoek naar armoede en doet nu beleidsvoorstellen om het tegen te gaan. Hoe de meeste mensen denken over armoede, ontdekte hij, klopt van geen kant.
In deze spoedcursus bedoeld voor mensen met geld laat Tim ’S Jongers zien: armoede bestrijden kan pas als zij anders leren kijken.
Fragment uit 8. De potentie van ervaringskennis
Wat als we de vragen omdraaien?
Nu armoede is herontdekt als maatschappelijk thema, valt er bijna niet meer te ontsnappen aan de aandacht van politici, beleidsmakers en onderzoekers. Hoe meer aandacht, hoe beter zou je kunnen denken. De grote vraag is wat voor aandacht het betreft. Bewoners van achterstandswijken worden tegenwoordig overspoeld door ambtenaren die een wijksafari gaan houden, armoedetayloristen die het gezonde en gelukkige leven komen belijden of onderzoekers die hongerig zijn naar data.
Ik vraag me af: hoe zou het omgekeerd werken?
Stel dat ik met mensen uit een achterstandswijk een wijksafari houd in een rijke wijk. Dat we vervolgens mensen gaan bevragen om te snappen hoe het kan dat in een welvarend land als Nederland dat zij zo rijk zijn geworden terwijl anderen zo arm zijn. En dat we vervolgens aanbevelingen gaan oden om hen anders te laten leven.
Hoeveel aanbevelingen zullen opgevolgd worden, denk je? Inderdaad: nul. Het zou daarom geen verrassing mogen zijn dat bewoners van achterstandswijken zich regelmatig klein gehouden voelen door onderzoekers en beleidsmakers.
Marieke Breed en Fenna van Marle deden onderzoek naar de effecten van studies in achterstandswijken. Breed en Van Marle stellen dat er bij bewoners sprake is van participatiemoeheid en wantrouwen richting onderzoekers en professionals en dat er een gevoel heerst dat men alleen maar komt 'halen'. Een van de jonge bewoners zei: 'Het is dat Den Haag geen dierentuin heeft zeker, dus nemen ze ons maar.'
Bewoners voelen volgens Breed en Van Marle perfect aan wat de bedoelingen zijn. In al dat onderzoek schuilt de boodschap dat bewoners niet aan de normen van het goede leven voldoen. In de zin van: 'Ik ben nooit arm geweest, maar zou ik arm zijn, dan zou ik het tien keer beter doen dan jij.' Veel succes.
En daarbij: zit je in de shit, dan komen mensen je niet helpen, maar onderzoeken. Met overheidsgeld uiteraard, in de vorm van subsidies. Van oprechte interesse gesproken. (pagina 153-154)
Lees ook: Beledigende broccoli 2.0 : over de kloof tussen hoopvollen en hooplozen (2022/2023)
Artikel: Starry night aan het eind van de Shifttalks 2023 (november 2023)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen