woensdag 11 september 2024

Yuval Noah Harari 4

Nexus : van het stenen tijdperk tot AI: een beknopte geschiedenis van informatienetwerken
Thomas Rap 2024, 527 pagina's € 29,99

Oorspronkelijke titel: Nexus: A Brief History of Information Networks from the Stone Age to AI (2024)

Wikipedia: Yuval Noah Harari (1976)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
We hebben onze soort Homo sapiens genoemd, ‘de wijze mens’, maar als mensen zo wijs zijn, waarom zijn we dan zo zelfdestructief? Waarom staan we op het punt ecologische en technologische zelfmoord te plegen?

Op dit moment maken we de meest ingrijpende informatierevolutie in onze geschiedenis door. Om goed te kunnen begrijpen wat er gebeurt, moeten we leren van het verleden en analyseren welke rol informatie in ons leven speelt.

Al eeuwenlang verkrijgt de mensheid macht door het verspreiden van informatie in de vorm van fictie, fantasieën en massale waanideeën. In Nexus neemt Yuval Noah Harari ons mee naar het stenen tijdperk, de heiligverklaring van de Bijbel, vroegmoderne heksenjachten, het stalinisme, het nazisme en de heropleving van het hedendaagse populisme, om de complexe relatie tussen informatie en waarheid, bureaucratie en mythologie, wijsheid en macht bloot te leggen. Hij onderzoekt hoe verschillende samenlevingen en politieke systemen in het verleden informatie hebben gebruikt om hun doelen te bereiken en orde te scheppen, ten goede en ten kwade.

In de 21ste eeuw kan kunstmatige intelligentie ervoor zorgen dat we geen grip meer hebben op de verspreiding van waanideeën en onwaarheden. Door weloverwogen keuzes te maken, kunnen we de ergste uitkomsten wellicht nog voorkomen.

Fragment uit (het) Voorwoord
Onze individuele psychologie is dus niet de factor die tot machtsmisbruik leidt. Mensen zijn immers niet alleen in staat tot hebzucht, overmoed en wreedheid, maar ook tot liefde, mededogen, bescheidenheid en vreugde. Het is zeker waar dat de akeligste leden van onze soort zich laten leiden door hebzucht en wreedheid en dat die tot machtsmisbruik kunnen leiden, maar waarom zouden mensengemeenschappen ervoor kiezen om hun akeligste leden de macht te geven? De meeste Duitsers uit 1933 waren  bijvoorbeeld geen psychopaten. Waarom kozen ze dan toch voor Hitler?

Onze neiging om onbeheersbare krachten op te roepen komt niet voort uit de individuele psyche, maar uit de unieke manier waarop onze soort in grote groepen kan samenwerken. Het voornaamste argument van dit boek is dat de mensheid enorm veel macht vergaart door het opzetten van grote  samenwerkingsnetwerken, maar dat de manier waarop die netwerken zijn opgezet ze vatbaar maakt voor een onverstandig gebruik van die macht. Ons probleem is dus een netwerkprobleem.

Specifieker gesteld is het een informatieprobleem. Informatie is de lijm die netwerken bij elkaar houdt, maar sapiens hebben tienduizenden jaren lang grote netwerken opgezet en onderhouden door het bedenken en verspreiden van verzinsels, fantasieën en massale waanvoorstellingen – over goden, betoverde bezems, ai en nog veel meer. Individuele mensen willen doorgaans graag de waarheid over zichzelf en de wereld te weten komen, maar grote netwerken verbinden hun leden en creëren orde met behulp van verzinsels en fantasieën. Zo hebben we bijvoorbeeld het nazisme en het stalinisme gekregen. Dat waren uitzonderlijk sterke netwerken die bijeen werden gehouden door uitzonderlijke waanideeën. Onwetendheid is kracht, zoals het beroemde citaat van George Orwell luidt.

Het feit dat het naziregime en dat van Stalin op wrede verzinsels en Nexus schaamteloze leugens gebaseerd waren, maakte ze zeker niet tot historische uitzonderingen en het maakte hun val ook niet onvermijdelijk. Het nazisme en het stalinisme waren twee van de sterkste netwerken die mensen ooit hebben opgezet. Eind 1941, begin 1942 wonnen de asmogendheden bijna de Tweede Wereldoorlog. Uiteindelijk kwam Stalin als overwinnaar uit de bus,1 en in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw maakten hij en zijn erfgenamen ook nog een redelijke kans om de Koude Oorlog te winnen. In de jaren negentig kregen liberale democratieën de overhand, maar dat begint steeds meer op een tijdelijke overwinning te lijken. In de eenentwintigste eeuw zou een nieuw totalitair regime heel goed kunnen slagen in iets wat Hitler en Stalin niet voor elkaar kregen, namelijk het opzetten van een almachtig netwerk waarin toekomstige generaties niet eens meer kunnen proberen om de onderliggende leugens en verzinsels aan de kaak te stellen. We moeten niet klakkeloos aannemen dat netwerken op basis van waanideeën automatisch gedoemd zijn. Als we hun overwinning willen voorkomen, zullen we daar hard voor moeten werken. (pagina 12-13)

Fragment uit 11. Het digitale gordijn: wereldrijk of wereldwijde tweedeling?
Datakolonialisme

In de zestiende eeuw, toen Spaanse, Portugese en Nederlandse conquistadores de eerste wereldrijken van de geschiedenis vestigden, kwamen ze met zeilschepen, paarden en buskruit. Toen de Britten, Russen en Japanners in de negentiende en twintigste eeuw een gooi naar de hegemonie deden, hadden ze stoomschepen, locomotieven en machinegeweren. In de eenentwintigste eeuw hoef je geen kanonneerboot meer te sturen om een kolonie te domineren. Je hoeft alleen de data er maar uit te trekken. Een paar bedrijven of regeringen die alle data op aarde oogsten kunnen de rest van de aardbol reduceren tot datakoloniën - gebieden die ze niet beheersen met openlijke militaire overmacht, maar met informatie.

Stel je een situatie voor - zeg over een jaar of twintig - waarin iemand in Beijing of San Francisco de complete persoonlijke geschiedenis van alle politici, journalisten, kolonels en CEO's in jouw land in handen heeft: elk appje dat ze ooit verstuurd hebben, elke zoekopdracht die ze ooit op internet hebben ingetikt, elke ziekte die ze gehad hebben, elk seksueel contact dat ze hebben genoten, elke grap die ze hebben verteld, alle steekpenningen die ze hebben aangenomen. Zou je dan nog steeds in een onafhankelijk land wonen of in een datakolonie? Wat gebeurt er als je land ineens volkomen afhankelijk wordt van digitale infrastructuren en op AI draaiende systemen waarover het in wezen geen enkele controle heeft?

Zo'n situatie kan tot een nieuw soort datakolonialisme leiden waarin de beheersing van data gebruikt wordt om verre koloniën te domineren. Zeggenschap over AI en data kan de nieuwe grootmachten ook macht geven over de dingen waaraan mensen aandacht schenken. Zoals we al zagen, hebben de Amerikaanse socialemediagiganten als Facebook en YouTube in de jaren tien de politiek van verre landen als Myanmar en Brazilië al compleet overhoopgegooid, puur uit winstbelang. Toekomstige digitale wereldwijken zouden iets vergelijkbaars kunnen doen vanuit politieke overwegingen. (pagina 416-417)


Lees ook:  Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid (2014), Homo Deus : een kleine geschiedenis van de toekomst (2016) en 21 lessen voor de 21ste eeuw (2018).

Terug naar Overzicht alle titels

Marieke Groen

Het verhaal van mijn schaarste
Thomas Rap 2024, 224 pagina's € 22,99

Website van Marieke Groen (1966)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
'Mijn hele leven heb ik geprobeerd iemand anders te worden, een ander dan ik diep vanbinnen was, en dat is niet gelukt.'

Als Marieke Groen bij de gemeente moet aankloppen voor financiële hulp dringt voor het eerst tot haar door dat haar leven al heel lang door schaarste wordt gedomineerd: door armoede, ziekte, honger en eenzaamheid. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Aan de hand van gebeurtenissen uit haar verleden onderzoekt ze hoe de ideeën en overtuigingen waarmee ze opgegroeide een voedingsbodem konden vormen voor een leven vol tekorten. Ze vindt antwoorden op vragen als: wat gebeurt er in je hoofd als je ergens structureel te weinig van hebt? Waarom is het zo moeilijk om schaarste te overwinnen en hoe komt het dat verschillende vormen van schaarste onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn?

Het verhaal van mijn schaarste is een even aangrijpend als verhelderend literair memoir over de mechanismes die schuilgaan achter schaarste.

Fragment uit (de) Proloog
Intussen heeft geen van de voorstellen die ik heb rondgestuurd geresulteerd in een opdracht. Ik geef maar twee keer per week een cursus op het moment, te weinig om van te kunnen leven. Ik tel voor de honderdste keer mijn geld. Wat als ik straks de huur niet meer kan betalen? Mijn spaarrekening is inmiddels leeg. Gelukkig kan ik zuinig leven. Mijn vriezer en keukenkastjes zitten vol, ik heb geen verjaardagen de komende tijd, veel hoef ik niet uit te geven. Ik maak nieuwe berekeningen met mijn uitgaven en inkomsten en kijk waar ik nog op kan besparen. Ik zet oude spullen op Marktplaats. Ik laat mijn haar knippen in ruil voor drie positieve internetreviews en ik vraag gratis samples aan van kattenvoer, espresso, shampoo en soep. Een deel van me vindt het leuk, dit gegoochel – er wordt een beroep gedaan op mijn vindingrijkheid, dat ik me red zie ik als een teken van mijn kracht en flexibiliteit. Maar het andere deel is constant gespannen en bezorgd.

Een collega-schrijver mailt met de vraag of ik een opdracht van haar over wil nemen. Daarna komen er nog twee kleine correctieklussen binnen, maar de goedbetaalde workshop blog­ en columnschrijven die ik zou geven gaat niet door bij gebrek aan inschrijvingen. Meteen weer beklemmende paniek.

Zo gaat het nu al jaren. Ik leef van opdracht naar opdracht en kijk zelden verder dan een paar weken vooruit. Elke keer als ik een poosje zonder inkomsten zit overvalt het me. Ik zou daar misschien beter op moeten anticiperen, maar meestal heb ik het te druk met het halen van een deadline om daarmee bezig te zijn.

Ik heb niet genoeg bandbreedte als gevolg van schaarste, zouden gedragswetenschappers Sendhil Mullainathan en Eldar Shafir zeggen. ‘Schaarste neemt zo’n groot deel van je denkvermogen in beslag,’ schrijven ze, ‘dat je min­ der capaciteit overhoudt voor andere dingen. Dat geldt voor geldgebrek, maar ook voor tijdgebrek, gebrek aan vrienden of calorieën, het zorgt allemaal voor een 'schaarstementaliteit”.’ Ze vergelijken het met een computer waarop tien programma’s tegelijk draaien en meerdere tabbladen openstaan: de pc wordt trager of loopt vast. Dat gebeurt ook in het hoofd van mensen die met een vorm van schaarste te maken hebben, ze hebben niet genoeg bandbreedte om zich op alle belangrijke zaken in hun leven te kunnen focussen. Als ik bezig ben een deadline te halen, denk ik niet na over mijn gebrek aan werk en inkomsten in de nabije toekomst, en als ik me zorgen maak over geld, ben ik niet bezig met het zoeken naar werk dat me op langere termijn geld zal opleveren: ik heb nú geld nodig, dus zet ik liever spullen op Marktplaats dan dat ik pitches schrijf voor stukken die ik mogelijk in de toekomst kan gaan schrijven of ga koffiedrinken met mensen die me misschien aan werk kunnen helpen. Koffiedrinken kost bovendien geld. (pagina 12-14)

Artikel waarin verschillende boeken worden aangestipt die op dit brede thema aansluiten: Starry night aan het eind van de Shifttalks 2023 (november 2023)

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 10 september 2024

Peter Wohlleben 2

Onze natuur : fascinerende inzichten voor een leven in harmonie met de natuur
LeV 2024, 256 pagina's  € 22,99

Oorspronkelijke titel: Unser wildes Erbe (2024)

Wikipedia: Peter Wohlleben (1964)

Korte beschrijving
Een beschouwing van de mens en zijn relatie tot de natuur. Peter Wohlleben onderzoekt waarom de mens, het schijnbaar meest ontwikkelde wezen op aarde, zijn eigen leefomgeving vernietigt. Hij betoogt dat de mensheid voornamelijk instinctmatig reageert en gericht is op onmiddellijke behoeftebevrediging, wat leidt tot het plunderen van de hulpbronnen van de planeet. Door middel van vergelijkingen tussen de mens en het dieren- en plantenrijk laat hij zien dat evolutie nog steeds een cruciale rol speelt in ons bestaan. Alleen door ons verleden en de plaats van de mens in de natuur te begrijpen is het mogelijk een leefbare toekomst voor mens en planeet te creëren. Doorwrocht maar onderhoudend geschreven. Voor een brede tot geoefende lezersgroep.  Peter Wohlleben (Bonn, 1964) is een wereldberoemde Duitse schrijver, boswachter en ecoloog. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk wordt in meer dan dertig landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
Peter Wohlleben, auteur van de bestseller Het verborgen leven van bomen, over de problematische relatie van de mens met zijn leefomgeving.

Peter Wohlleben onderzoekt de vraag hoe het kan dat het schijnbaar meest ontwikkelde wezen op deze planeet diens eigen leefomgeving vernietigt. 

Hebben we ons lot daadwerkelijk zelf in de hand of reageren we, net als alle andere diersoorten, vooral instinctmatig? Dat laatste lijkt het geval te zijn. We lijken niet in staat tot langetermijndenken en zijn puur geïnteresseerd in onmiddellijke behoeftebevrediging. De mensheid plundert de hulpbronnen van de planeet en stevent af op haar eigen ondergang. Aan de hand van verrassende vergelijkingen tussen de mens n het dieren- en plantenrijk, betoogt Wohlleben dat begrip van onze menselijke natuur en het erkennen van haar constante invloed essentieel zijn voor een nieuwe, duurzame toekomst. Door ons verleden en onze plaats in de natuurlijke wereld te begrijpen, kunnen we een toekomst creëren die zowel voor ons als voor onze planeet leefbaar is.

Fragment uit

Lees ook: Het verborgen leven van bomen : wat ze voelen, hoe ze communiceren - ontdekkingen uit een onbekende wereld (uit 2016)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

Wilbert Schreurs & Doortje Smithuijsen

Wat mocht, wat mag, what's next?  : reclame als spiegel van onze tijd
Spectrum 2024, 219 pagina's € 24,99

Wikipedia: Wilbert Schreurs (1960) & Doortje Smithuijsen (1992)

Korte beschrijving
Een verdiepend en onderhoudend boek waarin een tijdsbeeld wordt geschetst van wat reclame met de Nederlandse cultuur doet en deed. Wilbert Schreurs en Doortje Smithhuijsen tonen dat reclame een barometer is van de tijdgeest, en dat samen met veranderingen van ideeën over goede smaak en fatsoen ook reclames aan verandering onderhevig zijn. Het boek analyseert klachten en uitspraken van de Reclame Code Commissie en neemt daarbij thema's als de verhouding tussen man en vrouw, seks, religie en gezondheid onder de loep. Tegelijkertijd laten de schrijvers zien hoe omgekeerd reclame, omgekeerd, ook onze samenleving heeft gevormd. Smithuijsen schreef aanvullend een essay over de rol van commercie en machtsverhoudingen waarin zij fantaseert over de toekomst. Soepel en helder geschreven. Met foto's en illustraties in kleur en zwart-wit. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.  Wilbert Schreurs (1960) is reclamehistoricus. Hij schreef enkele boeken. Doortje Smithuijsen (1992) is filosoof, documentairemaker, schrijver en journalist. Ze publiceerde meerdere boeken.

Tekst op website uitgever
Een inzichtelijk portret over wat reclame met onze cultuur doet en deed

‘Het overzicht en de analyse op de rol van reclame zijn overtuigend, buitengewoon goed gedocumenteerd en messcherp.’ Erwin Wijman, schrijver en journalist

Reclame is een barometer van de tijdgeest. Als spiegel van verandering zien we via reclame de normen over goede smaak en fatsoen verschuiven. Dat is de ruggengraat van het verhaal in Wat mocht, wat mag, what’s next?

Historicus Wilbert Schreurs en filosoof en journalist Doortje Smithuijsen onderzoeken het spanningsveld rond de maatschappelijke rol en de invloed van reclame. De klachten en uitspraken van de Reclame Code Commissie laten zien waar we ons met z’n allen zo druk over maken. De verhouding tussen man en vrouw, seks, religie, gezondheid en andere heikele thema’s komen langs.

Maar reclame heeft ons en onze samenleving ook gevormd. Overal zijn de sporen van reclame terug te zien. Technieken uit de reclame zijn tot in alle geledingen van de maatschappij doorgedrongen.

Wilbert Schreurs neemt in dit boek de rol van historische duider op zich. Doortje Smithuijsen schreef een essay over de rol van commercie en machtsverhoudingen en fantaseert over de toekomst.

Wilbert Schreurs (1960) is reclamehistoricus. Hij schreef onder meer de boeken Geschiedenis van de reclame in Nederland, Leuker kunnen we ‘t niet maken en So 70’s. Hij stelde ook de succesvolle tentoonstelling ‘100 Jaar ReclameKlassiekers’ samen en is momenteel verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Doortje Smithuijsen (1992) is filosoof, documentairemaker, schrijver en journalist. Ze heeft een column in Trouw over digitale dilemma’s, publiceerde meerdere boeken en schrijft regelmatig voor onder andere de Volkskrant en Vrij Nederland. Daarnaast maakte ze documentaires voor de VPRO en maakt ze de podcasts VSM en Old Girls Network.

Fragment uit How many brands? (Doortje Smithuijsen)
Such a bullshit product, really

Het was op een boot tussen Jepara en Karimunjawa dat ik een meisje van een jaar of vier zag spelen met een stuk speelgoed dat mijn wereldbeeld zonder overdrijven de jaren daarna enorm zou beïnvloeden. We zaten opeengepakt op het dek van het Indische schip - toeristen, lokale gezinnen op weg naar werk of familie, mannen met houten karren naast honderden eieren, blikken bonen en flesjes cola erop gestapeld. Indische kinderen renden rond op blote voeten, terwijl oude Amerikaanse stellen foto's van ze maakten met hun enorme digitale spiegelreflexcamera's. En te midden van deze onduidelijke, internationale verzameling aan mensen, talen en spullen, zat dat blonde meisje een spelletje te doen dat inmiddels zo'n beetje de hele wereld wel zou kunnen herkennen.
  In haar hand had ze een L.O.L. Surprise - een soort roze, plastic tennisbal waar je een poppetje en bijbehorende kleertjes uit kunt halen. Ze herhaalde constant dezelfde handeling: bal openmaken, poppetje eruit, kleertjes eruit, kleertjes aantrekken, dan weer alles uit, alles weer de bal in, bal weer dicht. Ondertussen kek ze almaar recht vooruit, richting een punt ongeveer een meter voor zich. Ze leek tegen dat punt te praten - alsof daar een vriendinnetje zat dat verder niemand kon zien. Maar het was geen vriendin die ze zich verbeeldde, begreep ik na het tafereel een aantal minuten bekeken te hebben. Het was een camera. Dit meisje speelde vloggertje. De LOL-bal was haar ingebeelde unboxing product.
  Ik raakte in gesprek met de vader van het meisje, een Italiaan van een jaar of vijfenveertig die een maand door Indonesië reisde met zijn gezin. Hij was speelgoedimporteur, verteld ehij, en de L.O.L. Surprise was zijn laatste grote hit. 'They love it,' zei hij met een blik op zijn dochter, 'they want to feel like a vlogger with sponsored products. Just like they see on YouTube.' Waar kinderen ooit ridder speelde, of prinses, of cowboy of astronaut, spelen ze nu influencer: ze imiteren een bestaan voor een camera, gefinancierd door adverteerders die betalen voor het tonen van bepaalde producten. Kennelijk is zo'n carrière zo nastrevenswaardig dat meisjes van vier al volop bezig zijn met oefenen.
  Later die vakantie kwam ik nog eens langs bij de Italiaan en zijn gezin. Hij bleek de allergrootste en allermooiste bungalow van het eiland gehuurd te hebben: een enorme hardhouten hut, met vrij uitzicht over een stuk zee waarin de zon elke avond spectaculair onderging. Zijn vierjarige zat op de grond, omringd door een arsenaal aan L.O.L. Surprises: glitterballen, ballen met panterprint, exemplaren zo groot als een voet- of basketbal. Ze rolden over de donkerbruine vloer, de Italiaan pakte er een op.
  'It's weird, huh,' zei hij. 'Such a bullshit product reallly. But the kids, they go crazy.'



Eind 2021 liep ik de Aesop-winkel aan de Amsterdamse Utrechtsestraat in - een winkel die een jaar eerder open was gegaan, met een interieur waarin de grootst mogelijke moeite was gedaan voor een oude, authentieke uitstraling. Bebrilde winkeliers, antieke kasten en vitrines, glazen stolpen met flessen zeep en shampoo eronder - Aesop is een huidverzorgingsmerk. Ik liet me minutenlang adviseren door de verkoper, maar wist ondertussen al precies wat ik wilde: de Reverence Aromatique Hand Wash. De afgelopen jaren had ik mijn handen ontelbaar vaak gewassen met Aesop - in restaurants, hotels, bij hippe vrienden thuis - maar nooit had ik zelf een fles bezeten. Samen met de handcrème kwam het totaalbedrag op 142 euro. Ik betaalde met een zo neutraal mogelijk gezicht.


  Ik nam de handzeep en -crème in het linnen tasje dat eromheen kwam mee naar mijn nieuwe huis: een huurappartement in Amsterdam-Noord, waar ik sinds een paar weken woonde. Aan mijn verhuizing waren maanden zo niet jaren aan huizenstress voorafgegaan. Ik was lang geobsedeerd geweest door het idee dat ik een huis moest kopen - mijn ouders kochten toen ze mijn leeftijd hadden een huis van drie verdiepingen in Amsterdam-Zuid, ik kon niet eens een hypotheek rondkrijgen voor een studio in Nieuw-West. Hoewel ik me kapot ergerde aan de doorgeslagen woningmarkt en aan de bizarre huizenprijzen, voelde het toch als falen dat ik op mijn dertigste niet kon herhalen wat mijn ouders op die leeftijd wel was gelukt.
  Wat zette ik neer, toen ik de twee diepbronzen plastic Aesop-flessen naast de kraan zette in mijn Formica-keuken? Een emulsie van water, natrium, kaliumlactaat. Maar ook een manifestatie van mijzelf als onderdeel van de strevende klasse. Deze klasse - hoogopgeleid, relatief welvarend, zelfbewust - bestendigt zijn sociaaleconomische positie met consumptie die een vorm van inwijding en kennis vereist. Leden luisteren de juiste podcasts, dragen ecologisch verantwoorde kleding, lopen rond met een tasje van maandbladen als The New Yorker - als getuigenis van een abonnement maar vooral van het bijbehorende denkvermogen. Ze kopen groenten op de biologische markt, eten zuurdesembrood in plaats van casino, drinken geen koemelk maar havermelk - vandaar de veelgehoorde term 'havermelkelite'. In Amerika kijkt biosupermarkt Whole Foods alvorens zich ergens te vestigen eerst in welke gebieden het opleidingsniveau toeneemt: hoe veryupter de buurt, hoe groter de behoefte tot klassenmanifestatie in de vorm van dure boerenkool. (pagina 167-169)

Lees ook: Iedereen verslaafd? : een analyse van ons digitale gedrag (uit 2022) en Kapitalisme is seksisme : een pamflet (uit 2024) van Doortje Smithuijsen (uit 2024)

Terug naar Overzicht alle titels

Charles Duhigg 2

Supercommunicatie : het geheim achter een goed gesprek
Spectrum 2024, 350 pagina's € 24,99

Oorspronkelijke titel: Supercommunicators (2024)

Wikipedia: Charles Duhigg (1974)

Korte beschrijving
Een verhandeling over succesvolle communicatie in werk- en privé-leven. Charles Duhigg legt uit waarom sommige gesprekken soepel verlopen terwijl andere maar moeilijk van de grond komen. Hij onderscheidt drie soorten gesprekken — 'waar gaat het eigenlijk om', ‘hoe voelen we ons’ en ‘wie zijn we’ — en legt uit hoe die te herkennen en erop in te spelen. Hij laat ook zien uit hoe complexe emoties, subtiele onderhandelingen en onderliggende gedachten in een gesprek kunnen worden opgevangen en benut. De voorbeelden komen onder meer uit de rechtbank, relatiepraktijk en televisiewereld. Informatief maar onderhoudend geschreven.  Charles Duhigg (New Mexico, 1974) is een Pulitzerprijswinnende onderzoeksjournalist. Hij schreef 'Slimmer sneller beter' en 'Macht der gewoonte' en werd onderscheiden met de National Academy of Sciences Award, de National Journalism Award en de George Polk Award. Ook schrijft hij voor onder andere The New Yorker. Zijn boeken werden in meer dan 45 landen vertaald.

Tekst op website uitgever
Bestsellerauteur en communicatie-expert Charles Duhigg leert ons de kunst van goede communicatie – thuis en op de werkvloer

• Hoe houd je de regie over een gesprek?
• Hoe praat je over gevoelige onderwerpen zonder direct commentaar te geven?
• Hoe leid je een gesprek naar een succesvolle uitkomst?

We kennen allemaal wel iemand die moeiteloos met iedereen een connectie aangaat. Maar wat is het geheim achter een goed gesprek? In dit boek ontcijfert onderzoeksjournalist Charles Duhigg de kunst van succesvolle communicatie en laat hij zien waarom sommige gesprekken meteen gesmeerd lopen terwijl andere maar moeilijk van de grond komen.

Duhigg onderscheidt drie verschillende soorten gesprekken: het ‘Waar gaat het eigenlijk om?’-gesprek, het ‘Hoe voelen we ons?’-gesprek en het ‘Wie zijn we?’-gesprek. In zijn zoektocht naar supercommunicatie leert hij ons deze gesprekken te herkennen en ons erop aan te passen. En hij legt uit hoe we de complexe emoties, subtiele onderhandelingen en onderliggende gedachten die een gesprek rijk is kunnen opvangen en benutten – of het nu gaat over wie de kinderen ophaalt of over hoe je op je werk behandeld wilt worden. Communicatie is een superkracht, en aan de hand van verhalen uit onder meer de rechtbank, relatiepraktijken en de televisiewereld leert Duhigg ons een eenvoudige maar belangrijke les: we kunnen met iedereen een connectie aangaan.

Charles Duhigg is een Pulitzerprijswinnende onderzoeksjournalist en studeerde aan de Harvard Business School en Yale. Hij is de auteur van de bestsellers Slimmer sneller beter en Macht der gewoonte en werd onderscheiden met de National Academy of Sciences Award, de National Journalism Award en de George Polk Award. Ook schrijft hij voor onder andere The New Yorker en presenteerde hij de podcast How To! Zijn boeken werden in meer dan 45 landen vertaald.

Over Supercommunicatie:
‘Dit is niet alleen een geweldig boek over hoe je anderen beter kunt begrijpen. Het is ook een onthullende kijk op hoe je ervoor zorgt dat anderen jóú begrijpen.’ Adam Grant, auteur van Weten wat je niet weet

‘Ons persoonlijke en professionele succes hangt af van ons vermogen om te begrijpen en begrepen te worden, en toch vertrouwen we meestal op intuïtie. In Supercommunicatie onthult [Duhigg] praktische tactieken om te laten zien dat iedereen een effectievere luisteraar, spreker en zelfs socialmediaexpert kan worden.’ David Epstein, auteur van Range

‘Dit boek liet me niet los. Ik betrapte mezelf erop dat ik nadacht over hoeveel vragen ik stel en hoe vaak ik lach tijdens een gesprek. […] Een broodnodige gids voor verbinding in tijden van afstand.’ Amanda Ripley, auteur van High Conflict

‘Charles Duhigg schreef opnieuw een boek dat we allemaal moeten lezen. Met zijn unieke mix van verhalen en wetenschap is Supercommunicatie een gids voor betere gesprekken en diepere menselijke verbinding. Als je je communicatieve vaardigheden op het werk en in je dagelijks leven wilt verbeteren, is dit boek het startpunt.’ Arthur C. Brooks, auteur van Het leven dat jou past

Fragment uit 2. Elk gesprek is een onderhandeling
Hoe bepalen we waarover we zullen praten?
Probeer je het laatste betekenisvolle gesprek te herinneren dat je hebt gevoerd. Misschien hebben jij en je partner gespraat over het verdelen van huishoudelijke taken. Of misschien was het een werkbespreking over de begroting van volgend jaar. Je hebt misschien met vrienden gediscussieerd over politiek of geroddeld over de mogelijkheid dat de buren, Pablo en Zach, uit elkaar gaan. 
  hoe wist je aan het begin van dat gesprek waarover iedereen wilde praten? Was er iemand die het onderwerp aankondigde ('We moeten beslissen wie Aimee morgen naar school brengt') of ontstond er geleidelijk aan een thema? ('Overigens, vonden jullie Pablo gisteren tijdens het diner ook niet wat verstrooid?')
  En hoe voelde je de toon van het gesprek aan toen je eenmaal had uitgezocht waarover jullie wilden praten? Hoe wist je dat het om ene luchtig gesprek zou gaan? Dat er grapjes gemaakt konden worden/ Dat je elkaar mocht onderbreken?
  Je hebt waarschijnlijk helemaal niet over deze vragen nagedacht en toch kreeg je er op een of andere manier antwoord op. Toen onderzoekers zich verdiepten in het voeren van gesprekken, ontdekten ze een gevoelig, bijna onbewust spel dat zich doorgaans aan het begin van een gesprek ontvouwt. Deze uitwisseling berust op de toon waarop iets wordt gezegd, op onze lichaamstaal, onze terloopse opmerkingen, onze gezichtsuitdrukkingen en onze manier van lachen. Maar zolang we geen consensus hebben bereikt over het verdere verloop van de dialoog, komt het werkelijke gesprek niet op gang.
  Af en toe worden de doelstellingen van een gesprek met zoveel woorden geuit ('We zijn hier om de ramingen voor dit kwartaal te bespreken'), totdat men halverwege beseft dat de aandacht van de aanwezigen op iets anders is gericht ('Waar we ons eigenlijk zorgen over maken, is de vraag of er ontslagen zullen vallen'). Soms ondergaat een gesprek een of meerdere herstarten - iemand vertelt een grapje; iemand anders wordt veel te formeel; er valt een pijnlijke stilte totdat een derde persoon het voortouw neemt - waarna het echte doel van het gesprek stilzwijgend wordt geaccepteerd.
  Sommige onderzoekers noemen dit proces een 'stille onderhandeling', een subtiel spel van geven en nemen waarin wordt bepaald welke onderwerpen aan de orde komen en welke we willen vermijden, oftewel de regels die bepalen hoe we praten en luisteren.
  Het eerste doel van deze onderhandeling is vast te stellen wat de aanwezigen van het gesprek verwachten. Deze verwachtingen blijken vaak uit een reeks voorstellen en tegenvoorstellen, uitnodigingen en afwijzingen die vrijwel onbewust worden verwoord maar toch duidelijk maken of mensen bereid zijn het spel te spelen. Zo'n uitwisseling kan een paar seconden in beslag nemen of kan zo lang duren als het hele gesprek zelf.  En het dient een zeer belangrijk doel: om ons te helpen een aantal onderwerpen te vinden dat we allemaal willen bespreken.
  Het tweede doel van de stille onderhandeling is het vaststellen van de regels die bepalen hoe we praten, luisteren en samen tot beslissingen komen. Deze regels worden niet altijd expliciet verwoord. Veeleer worden er experimenten uitgevoerd om uit te vinden welke normen worden gedeeld. We brengen nieuwe onderwerpen in, we geven signalen af door middel van de toon waarop we iets zeggen en de gebaren die we maken, we reageren op wat mensen zeggen, we geven blijk van verschillende stemmingen en besteden aandacht aan de reacties van anderen.
  Maar hoe deze stille onderhandeling ook verloopt, de doelstellingen ervan zijn altijd hetzelfde: ten eerste om te bepalen wat we van de dialoog verwachten. En ten tweede om te bepalen hóé we zullen praten en tot beslissingen zullen komen. Kortom, om uit te zoeken wat iedereen eigenlijk wil en hoe we gezámenlijk besluiten kunnen nemen. (pagina 62-64)

Lees ook: Macht der gewoonte : waarom we doen wat we doen en hoe we dat kunnen veranderen (uit 2012)

Terug naar Overzicht alle titels

Christopher Lasch

De cultuur van het narcisme : leven in een tijd van afnemende verwachtingen
Athenaeum, Polak & Van Gennep 2024, 384 pagina's  € 27,99
Herdruk uit 19? verschijnt in de Paradigma reeks

Verschijnt in oktober 2024

Oorspronkelijke titel: The Culture of Narcissism: American Life in an Age of Diminishing Expectations (1979)

Wikipedia: Christopher Lasch (1932-1994)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
De cultuur van het narcisme, oorspronkelijk verschenen in 1979, is een vernietigende kritiek op de cultuur van het moderne kapitalisme dat zich van alle ideologieën heeft ontdaan. Lasch laat zien dat de zich als radicaal voordoende cultuurkritiek van de jaren zestig in feite de wegbereider was voor de opmars van neokapitalistische normen en waarden.

De nieuwe cultuur is eerst en vooral een therapeutische cultuur. Gezondheid, zowel geestelijk als lichamelijk, is het grote doel, een ontwikkeling die zich heeft voortgezet tot nu, waarvan de geestelijke gezondheid het belangrijkste is. Iedereen moet zich prettig voelen, wat alleen te verwezenlijken is als met alle vormen van repressie wordt afgerekend. Te sterke emotionele bindingen zijn verboden, alle mogelijkheden moeten open blijven. De gevolgen zijn desastreus: ‘De narcistische persoonlijkheid van deze tijd baart een schijncultuur die geen geschiedenis heeft en op geen toekomst rekent.’

Fragment uit

Lees ook: Narcisme : over vrijwillige onderwerping van Isolde Charim (uit 2023) en Wij - Zij : gaat de wereld aan narcisme ten onder? van Martin Appelo (uit 2017(

Terug naar Overzicht alle titels

Olaf Tempelman

 De kunst van het missen : waarom aardse paradijzen niet gelukkig maken
Athenaeum, Polak & Van Gennep 2024, 192 pagina's  € 22,99

Verschijnt oktober 2024

Korte bio van Olaf Tempelman (1971)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Hoe welvarender mensen zijn en hoe meer mogelijkheden ze hebben, hoe sterker ze zich bewust kunnen raken van gemis in hun leven. Legden mensen zich in het verleden neer bij de mores van een levenscyclus, nu willen velen uit het leven halen 'wat erin zit', meemaken 'waar het echt om gaat', deelgenoot worden van wat Norman Mailer 'the sweet of life' noemde. Begrippen als 'bucketlist' en 'fomo' vinden we inmiddels ook in Nederlandse woordenboeken terug.

Eén van de gedaantes van de moderne mens die zoekt naar vervulling is De Reiziger. Aan de hand van het gedrag van reizigers brengt Volkskrant-journalist Olaf Tempelman in kaart wat bevoorrechte mensen in hun leven missen, en waarin moderne maatschappijen tekortschieten. Over de hele wereld ziet hij reizigers zoeken naar liefde, verlichting, bevlogenheid, geborgenheid en meer. Hij ziet óók dat er veel voorbijgaat aan mensen die niets willen missen. In een boek waarin hij reisimpressies met contemplaties mengt, pleit hij voor de kunst van het missen.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels