dinsdag 12 maart 2024

Doortje Smithuijsen 2

Kapitalisme is seksisme : een pamflet
Podium 2024, 112 pagina's  € 17,99

Website van Doortje Smithuijsen (1992)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Jonge vrouwen bevinden zich in een onmogelijke spagaat. Ze willen carrière maken, maar ook een gezin. Niet onzeker worden door influencers, maar zijn ook bang te laat aan botox te beginnen.

Binnen het kapitalisme wordt de ongelijkheid tussen man en vrouw schaamteloos uitgebuit. Mannen werken standaard buitenshuis, vrouwen worden nog steeds gezien als 'natuurlijke' verzorgers. Ze leven in een wereld die rijker wordt aan wellness, maar steeds armer aan autonomie en onderlinge verbinding.

Doortje Smithuijsen analyseert aan de hand van persoonlijke ervaringen hoe schijnbaar onschuldige fenomenen als moedervloggers en Rocycle onderdeel zijn van een systeem dat vrouwen blijft marginaliseren. Met haar vlijmscherpe blik laat ze zien hoe moeilijk het is om als vrouw binnen dit systeem vrije keuzes te maken.

Fragment uit

Lees ook: Iedereen verslaafd? : een analyse van ons digitale gedrag (uit 2022)

Terug naar Overzicht alle titels

Huib Modderkolk 2

Dit wil je écht niet weten : over de onvoorstelbare wereld achter je scherm
Podium 2024, 272 pagina's € 20,99

Wikipedia: Huib Modderkolk (1982)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
'Ik wil dit eigenlijk niet weten,' krijgt onderzoeksjournalist Huib Modderkolk regelmatig te horen wanneer hij vertelt over de gevaren van moderne technologie. Diezelfde houding treft hij bij bedrijven en de overheid.

Als hij zelf doelwit wordt van een inlichtingenoperatie, ondervindt Modderkolk de gevolgen van die naïeve opstelling. Zijn daaropvolgende onderzoek brengt hem bij mensen die, soms met gevaar voor eigen leven, stap voor stap laten zien dat internet een magnifiek wapen is. Van Den Haag tot Sint Petersburg en van Eindhoven tot Teheran stuit hij op angstaanjagende verhalen die normaal verborgen blijven. Zo ontdekt hij waar onze meest intieme data belanden, waarom Nederland een risicovol detectiesysteem verspreidde en hoe ver China wereldwijd is doordrongen in kritieke systemen. Dit wil je écht niet weten is - net als Modderkolks alom geprezen bestseller Het is oorlog maar niemand die het ziet - een bloedstollende pageturner over de schaduwkanten van de online samenleving.

Fragment uit

Lees ook: Het is oorlog maar niemand die het ziet (uit 2019)

Terug naar Overzicht alle titels

maandag 4 maart 2024

Tinneke Beeckman

Ken jezelf : een openhartige filosofie
Boom 2023, 240 pagina's € 24,90

Wikipedia: Tinneke Beeckman (1976) en haar website.

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
‘Tinneke Beeckman is niet alleen erudiet en intelligent – dat wisten we al – maar met deze fijnzinnige essays getuigt ze ook van wijsheid en kwetsbaarheid. Grote klasse.’ – David Van Reybrouck

Wat kan je troosten? Is je verlangen gevaarlijk? Waarvoor kun je dankbaar zijn?

In een moedige zoektocht naar zelfkennis leidt Tinneke Beeckman de lezer langs de grootste geesten uit de filosofie en wereldliteratuur: van Socrates, Hannah Arendt en Albert Camus tot Marcel Proust en Virginia Woolf. Vertrekkend vanuit persoonlijke vragen ontdekt ze hoe hun ideeën je blik op jezelf en het leven kunnen verrijken. Beeckman wekt klassieke denkers tot leven en laat overtuigend zien hoe de filosofie juist vandaag de dag van grote waarde kan zijn.

Tinneke Beeckman (1976) is een van de meest vooraanstaande filosofen in het Nederlandse taalgebied. Ze schreef onder andere het bekroonde Door Spinoza’s lens (2012) en Macht en onmacht (2015). In 2020 verscheen haar bestseller Machiavelli’s lef, waarmee ze de Hypatia-prijs won. Naast haar boeken schrijft Beeckman columns voor De Standaard.

Fragment uit Ben je een snob?
Vrijwel niemand ziet zichzelf als een snob. Maar als ik erover nadenk, is die term misschien op mij van toepassing. Soms beoordeel ik de wereld naar mijn eigen selectieve criteria en heb ik het verlangen me boven anderen te verheffen. Al is het makkelijker dergelijke kleine trekjes bij anderen op te merken: hoe ze hun smaak en stijl willen etaleren, en dat ze tot de betere klassen behoren. De criteria die in aanmerking kunnen komen om jezelf en anderen te taxeren, hangen af van het milieu waarin je je bevindt. Snelle wagens en zakelijke successen tellen voor de ene persoon; uitzonderlijke studieresultaten, de duurzaamste levensstijl, de betere artistieke connecties voor anderen. Gedurende je leven kun je andere criteria aannemen. Je kunt je aanpassen aan een nieuw milieu, met andere normen.

Willen excelleren op zich is niet snobistisch. Je kunt bijvoorbeeld graag lekker willen koken. Pas als je met de exquise diners een sociaal effect beoogt, speelt snobisme mee. Dat doen de Verdurins in Proust beroemde romancyclus Op zoek naar de verloren tijd (1913). Ze willen graag geloven dat ze met hun zogenoemde salon deel uitmaken van de chicste Parijse elite. Maar hun ambitie om bij die elite te horen heeft een keerzijde: ze teert op een logica van uitsluiting. De Verdurins bewieroken zichzelf en genieten ervan om anderen belachelijk te maken. Daaraan doen hun gasten aardig mee. Zo wordt de arme Saniette het voorwerp van gruwelijke spot. 'Want het instinct om na te bootsen en de afwezigheid van moed beheersen zowel de samenleving als de massa. En elk mens lacht wanneer iemand bespot wordt, zelfs wanneer hij diezelfde persoon tien jaar later aanbidt zodra die zich in een kring van bewonderaars bevindt', observeert Proust (1871-1922). Mensen laten zich meeslepen door wat anderen begeren. In gezelschap blijven ze amper trouw aan een eigen maatstaf en nemen over wat 'men' belangrijk vindt.

Tegelijk is de onderneming van de Verdurins een maskerade: hun arrogantie verbergt een diepe gêne over de eigen inkomsten en oorsprong. Dat is typisch voor snobs: ze willen zich juist verheffen over de kenmerken waarvoor ze zich schamen. Snobisme kan subtiele vormen aannemen. Iemand zie zijn studie niet heeft afgemaakt, strooit met intellectuele verwijzingen. Iemand die onzeker is over zijn afkomst, doet alsof hij in adellijke kringen thuishoort. Iemand die aarzelt over zijn aantrekkelijkheid, hult zich in prestigieuze modemerken. Die keuzes zijn niet enkel positief; er volgt een hard oordeel over wie niet dezelfde geraffineerde attitude aanneemt. Snobisme is een poging om afstand te nemen van jezelf, of beter: van datgene in jezelf wat je twijfelachtig vindt. Die kenmerken corrigeer je publiekelijk, alsof je gebreken voor jezelf en voor de ander wilt rechtzetten. Als je opgaat in snobisme, laat je niet alleen mensen in de steek die niet meer bij jouw betere status of levenshouding passen. je probeert een deel van jezelf achter je te laten. Vandaar dat snobisme soms met een niet-aflatende energie wordt uitgevoerd. (pagina 61-62)

Lees in dit verband ook Echte pretentie : waarom het zo irritant is en waarom we niet zonder kunnen van Joost de Vries (uit 2019)

vrijdag 1 maart 2024

Adriaan van Dis 3

De kolonie mept terug : over witte arrogantie en voortschrijdend inzicht: een denkoefening en leesreis
Atlas Contact 2024, 93 pagina's € 12,99

Wikipedia: Adriaan van Dis (1946)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
De wonden geslagen door gedwongen verplaatsing, westerse expansiedrift en de verdeel-en-heerspolitiek zijn nog niet geheeld. Europa ligt onder de loep, het door de witte macht gedicteerde wereldbeeld kantelt en de nazaten van de gekoloniseerden verheffen hun stem.

Adriaan van Dis – geboren in een Indisch milieu – volgt al jaren het postkoloniale debat in binnen- en buitenland. Een lees- en denkervaring die hem uiteindelijk aanspoorde anders naar deze tijd te kijken.

Eén schrijver wees hem al vroeg de weg: Rudy Kousbroek (1929-2010). Een van de origineelste essayisten van ons taalgebied. Niemand schreef met zoveel hartstocht en verontwaardiging over de koloniale erfenis, de Japanse bezetting en de verwerking van het verlies van Nederlands-Indië. In 1992 werden nagenoeg al zijn artikelen over dit onderwerp bijeengebracht in Het Oostindisch kampsyndroom, een belangwekkend boek dat voor veel onrust onder oud-Indiëgangers zorgde. Voor van Dis was het een bevrijdende les in voortschrijdend inzicht, en een inspiratiebron voor De kolonie mept terug.

Fragment
In de tien jaar dat mijn vader in Nederland woonde heeft hij zich altijd een ontheemde gevoeld. Niet alleen omdat het verheven moederland in zijn hoofd niet paste bij de werkelijke kaart. Of omdat hij werkloos was - fysiek afgekeurd voor van alles. Niet omdat de Bergenaren ons repatriantenhuis 'de blauwe kolonie' noemden en de donkergekleurde kinderen blauwen. (Blauw vanwege de donkere vlek boven de bil. De Blue Diamonds maakten dit scheldwoord later tot een geuzennaam.)  Niet omdat de opgeschoten jeugd hem achter zijn rug een pinda noemde, , klein als ie was, en lichtbruin en ook nog eens behept met die komische 'klemtóón op de motór'. (Doe je best vent: je moet met kop en schotel boven de Hollanders uitsteken.') Voor hem betekende INDO: In Nederland Door Omstandigheden. Hij voelde zich ontheemd omdat hij zijn achtergrond verloochende en zich overdreven aanpaste - dit alles volgens mijn moeder en mijn oudere zusters. (Ik was tien toen mijn vader stierf en op die leeftijd weet een kind zoiets niet.)

Aanpassen was het devies. Aanpas, aanpas... voor sommigen in het repatriantenhuis een vloekwoord, voor mijn vader een overlevingsstrategie. Hij had al vroeg ervaren dat hij beter kon zwijgen over en verloren oorlog onder de evenaar. De Hollanders hadden pas echt geleden: de Hongerwinter overleefd, tulpenbollen gegeten en hadden ook nog eens allemaal in het verzet gezeten. Wij kolonialen waren uitbuiters geweest, hielden er rijen bediendes op na, en honger? Welnee, we plukten gewoon een banaan uit de boom.

Hollanders - die Hollanders - het klonk in ons huis als een scheldwoord. (En zo lees je het ook bij Kousbroek.) Die Hollanders waren ongemanierd, klotsten met hun vuile schoenen door het huis en erger nog: ze wasten zich slecht. Tropenmensen zijn schoon. Hollanders douchten hooguit één keer in de week. (Lees op internet de verhalen van Surinaamse verpleegsters, die in de jaren zestig in Nederlandse ziekenhuizen gingen werken en het ketelstee van de Hollandse pikken moesten beitelen.)  Beroemd in ons huis was het verhaal hoe het maatschappelijk werk ons kwam berispen over een te hoge elektiriciteitsrekening. Onze boilers maakten overuren. Al eerder was er een maatschappelijk werkster langsgekomen om de medebewoners (die ooit verantwoordelijkheden droegen in verre buitengewesten en een halve wereldreis achter de rug hadden) te leren hoe je ene dubbeltje twee keer moest omdraaien. Hoe sparen wij in Nederland? Met een Brabantia-gleufblik, voorzien van diverse compartimenten voor de belangrijkste uitgaven.

De repatrianten werden betutteld en bevoogd. Zelfs het aardappelschillen werd aangeleerd: naar je toe en niet van ja af zoals wij deden. Aanpas! Grommend. Maar de ergernissen bleven binnenskamers. Tot we dus het verwijt kregen dat we te vaak in bad gingen en mijn moeder de historische woorden sprak: 'Hollanders van buiten blink, van onder stink.'

Al die spot en betutteling maakten ons als groep sterker. Die Hollanders mochten ons lomp en grofstoffelijk zijn - kasar, wij voelden ons heimelijk superieur.

Mensen in verdrukking zoeken trots. (pagina 15-17)

Lees ook: De wandelaar (uit 2007/2021) en Klifi : woede in de republiek Nederland (uit 2021).

En lees ook: Roofstaat : wat iedere Nederlander moet weten van Ewald Vanvugt (uit 2016) en Revolusi : Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld van David van Reybrouck (uit 2020)

Terug naar Overzicht alle titels


maandag 26 februari 2024

Martha Claeys

Trots : de filosofie van een emotie
Boom 2023, 221 pagina's € 24,90

Website Martha Claeys (1994)

Korte beschrijving
Een filosofische beschouwing op de betekenis van de emotie trots. Trots lijkt iets voor mensen met grote ego’s en voor opscheppers die op sociale media geen maat kennen. Wie trots is, plaatst zichzelf in de kijker. Maar trots ligt ook ten grondslag aan emancipatie en kan een krachtig wapen zijn bij protest. Met trots kun je jezelf beter op waarde schatten. Meer ruimte voor sommige vormen van trots kan de sleutel zijn tot sociale rechtvaardigheid. Filosofe Martha Claeys onderzoekt de betekenis van trots en laat zien dat deze emotie juist in deze woelige tijden van groot belang is. Intelligent en helder geschreven. Met name geschikt voor een geoefend lezerspubliek. Martha Claeys (1994) is doctor in de filosofie.

Tekst op website uitgever
Trots lijkt iets voor mensen met grote ego’s, voor personen die snel gekrenkt zijn en voor opscheppers die op sociale media geen maat kennen. Wie trots is, plaatst zichzelf te veel in de kijker.

Maar trots ligt ook ten grondslag aan emancipatie, en kan een krachtig wapen zijn bij protest. Met trots kun je jezelf beter op waarde schatten. Meer ruimte voor sommige vormen van trots kan de sleutel zijn tot sociale rechtvaardigheid.

Filosofe Martha Claeys onderzoekt de betekenis van trots en laat zien dat deze emotie juist in onze woelige tijden van groot belang is.

Martha Claeys (1994) is doctor in de filosofie. Als schrijver en spreker onderzoekt ze hoe mensen zich goed tot elkaar kunnen verhouden. Ze laat zien dat een beter begrip van emoties zoals trots, woede en liefde, helderheid kan brengen in ethische vraagstukken. Samen met Lotte Spreeuwenberg maakt ze de filosofische podcast Kluwen.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels

Jan Bransen 3


 En nu? : de mens als bedreigde diersoort
ISVW 2024, 287 pagina's € 24,95

Website Jan Bransen (1958)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
We stapelen crisis op crisis. De problemen zijn onderhand zo groot dat de constatering voor de hand ligt dat ook de mens een bedreigde diersoort is. De hoogste tijd, dus, om daar nu eindelijk eens iets aan te doen. Maar wat dan? En hoe? Ga filosoferen, zegt Jan Bransen. Want we moeten anders leren denken. En we moeten betere vragen leren stellen. Aan de hand van elf hoognodige mentaliteitsveranderingen nodigt 'En nu?' je uit om vooral zelf op onderzoek uit te gaan. Filosofie is immers een gezamenlijke bezigheid. Dus, hup, je stoel uit. Ga iets doen. Ga de straat op. Luister. En spreek. Want woorden zijn daden.

Fragment uit (de) Inleiding
We kunnen het niet alleen

In Laat je niets wijsmaken heb ik de prachtige vondst van Harry Kuitert omarmd., die in navolging van Aristoteles opperde dat het een goed idee zou zijn om het woord 'mensen' te beschouwen als een werkwoord. Ik mens, jij menst, wij mensen. Het mooie aan de vondst is dat het benadrukt dat mens zijn een kwestie van doen is. Dat wij mensen zijn betekent dat wij als mensen doen, dat wij 'mensen'.  Ons bestaan is een praxis, een praktijk. Ons bestaan, ons leven, is geen statisch gegeven, maar een dynamisch gebeuren. En in dat gebeuren doet onze activiteit ertoe, omdat wij wat gebeurt meemaken. letterlijk. Wij leven ons leven. We maken het mee. Door 'mensen' te beschouwen als een werkwoord valt eenvoudig in te zien waarom in het centrum van ons bestaan telkens weer die fundamenteel existentiële vraag opdoemt: hoe moeten wij mensen?

Geen mens ontsnapt aan die vraag. In ieder leven zijn er momenten waarop deze vraag de volle aandacht opeist. Niet, natuurlijk, op deze volkomen abstracte manier. Als deze vraag zich voordoet, is dat altijd in een concrete, specifieke, lokale, gesitueerde vorm. Zou Sportmarketing in Tilburg de juiste studie voor mij zijn? Zal ik solliciteren op die vacature bij de TNO? Zou het wat voor mij zijn om vader te worden? Kan ik eigenlijk wel vlees blijven eten? En kaas? Moet ik me aanmelden bij Extinction Rebellion? In al deze voorbeelden draait het om de vraag wat ik met mijn leven moet. Die vraag generaliseert zich eigenlijk onmiddellijk en vanzelf tot de vraag wat wij met ons leven moeten, wat wij hier als mens op aarde doen. En dan ben je er, bij de vraag die Aristoteles in zijn Ethica Nicomachea stelde: hoe moet je mensen? Hoe moeten wij mensen? In zijn simpele, algemene abstractie is het de cruciale vraag geworden voor ieder van ons, omdat de manier waarop wij in het Westen de afgelopen vierhonderd jaar zijn gaan mensen geleid heeft tot het Antropoceen, dat geologische tijdperk waarin de aarde zucht onder al die mensen die zo onvoorstelbaar destructief mensen.

De suggestie die ik in dit boek wil doen, is dat de focus op wat aanvankelijk zo'n boeiend werkwoord lijkt, 'mensen', ons uiteindelijk toch de das om zal doen. Er kleeft namelijk een antropocentrisme aan waardoor we de kans lopen dat we de betekenis van een nog veel fundamenteler werkwoord over het hoofd zien, ondanks dat we in onze alledaagse taal veel meer gewend zijn aan dit andere werkwoord. Leven. Ik leef, jij leeft, wij leven. Hoe moeten we leven? Dat hoeft niet menselijk. Leven is immers geen exclusief menselijke aangelegenheid. Volstrekt niet. Er is zoveel leven op aarde, zoveel meer dan alleen het menselijk leven. Hoe doen die anderen het? Hoe leven de amoeben, berken, mieren, wormen, dolfijnen, antilopen en pinguïns. Kunnen we iets van hen leren? Wat is leven, eigenlijk?

Leven is minimaal een kwestie van metabolisme, van stofwisseling, van een permanente interactie tussen organisme en omgeving. Al wat leeft heeft zijn omgeving nodig, leeft fundamenteel dankzij zijn omgeving. In termen van ons hedendaagse economische perspectief zouden we wellicht geneigd zijn te zeggen dat al wat leeft op kosten van zijn omgeving leeft. Die omgeving verlangt daarvoor niets terug - dat zou een moderne, antropomorfe voorstelling van zaken zijn. Dat zou een scheiding impliceren tussen organisme en omgeving die helemaal niet eigen is aan die permanente interactie. De omgeving is geen grondstof, geen al dan niet bruikbare materie die we naar believen aan die omgeving zouden kunnen onttrekken. Dat gaat helemaal niet. Die omgeving zijn we immers ook zelf. Er is geen radicale scheiding tussen ons en de natuur mogelijk. De kringloop van het leven is een totale kringloop waarin wij allemaal opgenomen zijn en dat is 'wij' hier vanzelf vele groter dan alleen de mensheid, dan gaat het onmiddellijk in zijn geheel om al wat leeft. Te beseffen dat wij leven en dat wij dankbaar mogen zijn voor het grotere geheel waarin wij opgenomen zijn, betekent dan ook niet dat wij als organisme, als mens, iets terug zouden moeten doen voor onze omgeving, dat we goed voor ons leefklimaat zouden moeten zorgen. Dat zou immers weer die scheiding impliceren tussen ons als gebruiker en de natuur als leverancier. Nee, het gaat er veel fundamenteler om dat we onze afhankelijkheid moeten erkennen, bevestigen en omarmen, dat w eons realiseren dat leven overgave impliceert. We kunnen het niet alleen.  

Voor moderne mensen klinkt 'overgave' spannend, kwetsbaar. Maar uiteindelijk ligt aan die overgave een nog veel mooier inzicht ten grondslag. We hoeven het niet alleen! We hebben het ook nooit alleen gekund. Het naakte feit dat wij leven impliceert namelijk niet alleen die overgave van jou en mij, maar impliceert ook dat onze omgeving er voor ons is, dat onze omgeving ons steunt, ons leven mogelijk maakt. Het vertrouwen in onze omgeving - in de natuur, het klimaat, de samenleving - dat we nodig hebben om die overgave te durven toelaten, te durven omarmen, is een vertrouwen dat niet geschaad is, althans dat niet geschaad is door onze omgeving, onze oikos. Dat vertrouwen wordt echter wel bedreigd door onze ontkenning, door onze zelfvervreemding, door het wantrouwen dat aangewakkerd wordt door ons slecht begrepen verlangen naar radicale onafhankelijkheid. (pagina 17-19)

Lees ook: Laat je niets wijsmaken : over de macht van experts en de kracht van gezond verstand (uit 2013) en Gevormd of vervormd? : een pleidooi voor ander onderwijs (uit 2019)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels


Benjamín Labatut

De maniac : roman
Meridiaan 2023, 380 pagina's € 26,50

Oorspronkelijke titel: The maniac (2023)

Wikipedia: Benjamín Labatut (1980)

Korte beschrijving
Een roman over John von Neumann (1903-1957) en de geschiedenis van computers en AI. John verbijstert zijn omgeving met zijn obsessieve zoektocht naar de onwrikbare grondslagen van de wiskunde. Wanneer zijn geloof in dit systeem begint af te brokkelen, zet hij zijn buitengewone intellect in voor de machthebbers, ontwerpt hij ondoorgrondelijke computersystemen en draagt hij bij aan de ontwikkeling van de atoombom. Zijn werk bevindt zich steeds meer op gebieden die buiten het bereik van menselijk begrip en controle liggen. De roman vervlecht feit met fictie en neemt de lezer mee op een reis naar de randen van rationeel denken, terug naar het conflict in de vroege twintigste eeuw over tegenstrijdigheden in de natuurkunde en de vooruitgang in vormen van kunstmatige intelligentie. In talige stijl geschreven, met relatief lange zinnen en weinig gebruik van alinea’s. Geschikt voor de meer literaire lezer. Met enkele zwart-witfoto’s. Benjamín Labatut (Rotterdam, 1980) is een Chileense schrijver en journalist. Hij schreef een klein aantal boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
Een duizelingwekkende, caleidoscopische roman over de vernietigende chaos die schuilt in de geschiedenis van computers en AI.

Johnny von Neumann was een enigma. Als jonge man verbijsterde hij zijn omgeving met zijn monomane jacht op de onwrikbare grondslagen van de wiskunde. Maar toen zijn geloof in dit allesomvattende systeem afbrokkelde, begon hij zijn wonderbaarlijke intellect in te zetten voor de machthebbers. Terwijl hij ondoorgrondelijke computersystemen ontwierp, en daarmee hielp bij de ontwikkeling van de atoombom, begaf zijn werk zich steeds meer op gebieden die buiten het bereik van menselijk begrip en controle lagen.

In De MANIAC vervlecht Benjamín Labatut feit met fictie in een sprankelende reis naar de randen van het rationele denken. Het verhaal gaat terug tot het conflict in de vroege twintigste eeuw over tegenstrijdigheden in de natuurkunde en tot de vooruitgang in vormen van kunstmatige intelligentie die de mens overtreffen. Dit is een verbijsterend verhaal over de waanzinnige dromen van de rede.

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels