Thomas Rap 2023, 367 pagina's - € 24,99
Oorspronkelijke titel: Butler to the World: How Britain Helps the World's Worst People Launder Money, Commit Crimes, and Get Away with Anything (uit 2022).
Wikipedia: Oliver Bullough (1977)
Korte beschrijving
Een verhandeling over hoe het Verenigd Koninkrijk corruptie en belastingontwijking vrij spel heeft gegeven. Van miljoenen aan steekpenningen van Russische oligarchen tot het cultiveren van Gibraltar als een offshore-gokparadijs: hoe heeft het Verenigd Koninkrijk ooit kunnen uitgroeien van internationale supermacht tot de bediende van 's werelds rijkste en meest corrupte machthebbers? In dit vervolg op ‘Moneyland’ legt Oliver Bullough bloot hoe het land zich ontpopte tot de spilfiguur in de wereldwijde offshore-economie en zijn diensten ging aanbieden aan de meest kwaadaardige mensen die er op aarde rondlopen. Informatief, maar onderhoudend geschreven. Oliver Bullough (Wales, 1977) is een bekende schrijver en journalist. Hij schreef een klein aantal boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.
Tekst op website uitgever
Van miljoenen aan steekpenningen van Russische oligarchen tot het cultiveren van Gibraltar als een offshore gokparadijs: hoe heeft Engeland ooit uit kunnen groeien van internationale supermacht tot de bediende van ’s werelds rijkste en meest corrupte mannen? Slechts weinig landen doen minder om globale corruptie tegen te gaan.
In De butler van de wereld laat Oliver Bullough overtuigend zien hoe het land danst naar de pijpen van gangsters, kleptocraten en oligarchen.
Fragment uit 3. Praktische types
Toen Richard Fry, de financiële redacteur van The Guardian, in de jaren zeventig terugkeek op de Suezcrisis, kon hij amper geloven hoeveel er was veranderd. Let wel: Fry wist het nodige van omwentelingen. Hij was geboren in Oostenrijk en werkte als journalist voor een Duitse krant, maar raakte zijn baan kwijt -want Joods, toen de nazi's in 1933 de macht grepen. Hij emigreerde naar het VK en vond emplooi bij The Manchester Guardian, waarvoor hij schreef over de Tweede Wereldoorlog en de woelige decennia die daarop volgden.
Hij schreef: 'Aan het eind van de jaren vijftig leek Londen niet te zijn meegegaan met de vooruitgang in de handel en finance. Het pessimisme was zelfs zo groot dat de zonen van sommige bankiers zich tot boeren lieten omscholen.'
Nu ben ik zelf opgegroeid op een boerderij en zou ik niet willen zeggen dat dat per se iets slechts is. Maar opmerkelijk is het natuurlijk wel dat er een tijd was waarin het boerenleven de concurrentie kon aangaan met banen in de finance, toen de knapste koppen van een generatie überhaupt overwogen om het fokken van vee te verkiezen boven het schuiven met geld in de kantoren aan de Theems. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de City gerund door grijze mannen. De stoeltjes bij de Stock Exchange die ooit zo in trek waren, hadden hun aantrekkingskracht verloren. Ambitieuze jonge mensen zochten hun heil in de maakindustrie, het recht, de universiteit of de ambtenarij. Maar tegen het eind van de jaren zestig was dat, aldus Fry, allemaal alweer veranderd.
'Werken in de City houdt blijkbaar opnieuw de belofte in van een snelle weg naar de top, niet alleen naar een goed salaris en maatschappelijke status, maar ook naar al snel veel verantwoordelijkheid. De handelsbanken, overzeese banken, gespecialiseerde financiële huizen en de grote aandelenhandelaren worden zo bedolven onder het werk dat een schrandere nieuwkomer erop mag hopen om al op jonge leeftijd echte besluiten te kunnen nemen. Ondernemingszin en inventiviteit vieren hoogtij,' schreef Fry. Tussen de Suezcrisis en het einde van de jaren zestig had een wedergeboorte plaatsgevonden. De City van Londen was back in the game.
Lees vooral ook: Moneyland : een zoektocht naar het verborgen geld van de superrijken en de multinationals (uit 2019, alweer; en nothing's changed!)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen