woensdag 17 augustus 2022

Ronald Meester

Wetenschap als nieuwe religie : hoe Corona de spirituele armoede in onze samenleving blootlegde
Ten Have 2022, 221 pagina's € 20,99

Korte bio van Ronald Meester (19?)

Korte beschrijving
Een maatschappijkritisch boek over zingeving. De auteur betoogt dat er een gebrek aan zingeving is in de huidige maatschappij en dat wetenschap ontoereikend is in het vullen van deze spirituele leegte. Wetenschap, stelt Meester, geeft geen antwoord op de vraag wat we echt belangrijk vinden in het leven en zegt niets over wat voor samenleving we zouden moeten nastreven. Op zoek naar een groter verhaal beschrijft hij de lessen die we kunnen leren uit de coronacrisis. In beschouwende en betogende stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.Ronald Meester (1963) is hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
De coronacrisis heeft een spirituele leegte in onze samenleving blootgelegd. Volgens Ronald Meester kampen we met een zingevingsvacuüm, waarbij alleen de wetenschap nog in staat wordt geacht te vertellen hoe we moeten leven. Wetenschap is onze religie geworden. Er zijn onaantastbare waarheden die we niet mogen bekritiseren op straffe van excommunicatie.

Meester laat zien hoe wezenlijke vragen daarbij onbeantwoord blijven. Wetenschap geeft ons geen antwoord op de vraag wat we echt belangrijk vinden in het leven. Ze zegt niets over wat voor samenleving we eigenlijk zouden moeten willen. Op zoek naar een groter verhaal beschrijft hij de lessen die we kunnen leren uit de coronacrisis.

‘Onze technologie gaat ons uiteindelijk niet redden om een menswaardige samenleving te behouden. We zullen zelf moeten nadenken over hoe we met elkaar en met de wereld willen omgaan, en geen slaaf moeten worden van wat wetenschappelijk en technisch mogelijk is.’

Fragment uit hoofdstuk 7. En nu?
We moeten ons namelijk echt afvragen wat voor samenleving we eigenlijk wensen. Hoe willen we onze medemensen tegemoet treden? Doen we dat uit een basishouding van angst, of uit een basishouding van vertrouwen? Zien we ander primair als iemand met we samen kunnen werken, liefhebben, vriendschap sluiten of misschien soms ook ruzie maken, of zien we de ander primair als ene potentieel gevaar waartegen we ons dienen te beschermen? Gaan we het normaal vinden dat we elkaars QR-code gaan controleren voordat we gezellig de kroeg in duiken? Gaan we alles wat het leven de moeite waard maakt opofferen op het altaar van de veiligheid?
  Zoals zo vaak heeft de joodse en christelijke traditie hier ook wel iets zinnigs over te zeggen. Niet dat ze een panklaar antwoord heeft - daar is de traditie niet naar - maar ze heeft wel de woorden en de beelden om er met elkaar over te kunnen praten. Rabbi Hillel, een groot mysticus, werd eens gevraagd of hij de Thora kon samenvatten binnen de tijd waarin de vragensteller op één been kon staan. Hillel antwoordde: 'Doe een ander niet aan wat je niet wilt dat een ander jou aandoet. Dat is de hele Thora, de rest is commentaar.' Dit ethische principe vraagt natuurlijk om invulling. Je zou kunnen stellen dat jij niet door iemand anders besmet wilt worden, en dat je daarom ook zelf niemand wilt besmetten. Maar je kunt met net zoveel recht stellen dat jij hoopt dat andere mensen jou vertrouwen, en dat je in lijn met dit ethisch principe de ander zelf ook wenst te vertrouwen. De eerste invulling is vanuit angst geredeneerd, de tweede vanuit vertrouwen.
  Ik denk dat het in dit geval voor iedereen mogelijk is om, aan de hand van de ethiek van rabbi Hillel, jezelf te positioneren in de omgang met andere mensen. Niet dat dit altijd even gemakkelijk zal zijn, want waar begint dat eigenlijk: iemand anders schaden? Ik accepteer volledig dat acties van andere mensen mij schade kunnen toebrengen, en een ongeluk zit in een klein hoekje. Maar ik ga ervan uit dat dit niet de bedoeling is van die andere mensen. Iedereen die leeft doet mee aan het opsouperen van de grondstoffen van de aarde, en aan het tot op zekere hoogte vervuilen van het milieu, Deze schade is onvermijdelijk. Maar het is doorgaans iet de bedoeling, zo vermoed ik, om anderen schade toe te brengen.
  Ik zeg dat niet dat het makkelijk is. Ik ken voorbeelden. (pagina 205-206)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen