zondag 26 april 2020

Frank Koerselman

Ontvadering : het einde van de vaderlijke autoriteit
Prometheus 2020, 94 pagina's € 15,--
Reeks Nieuw Licht

Bio Frank Koerselman (1947)

Korte beschrijving
Dit boekje gaat over de rol van de vader in onze geïndividualiseerde, geseculariseerde en geëmancipeerde moderne samenleving. De ondertitel is: Het einde van de vaderlijke autoriteit. De auteur reageert in dit filosofische essay (64 pagina's) op een tekst van de Duitse filosoof en hoogleraar psychosomatiek Alexander Mitscherlich uit 1963 over der afname van de plaats van de vader in de samenleving, onder invloed van de specialisatie van het arbeidsproces, waardoor vaders geen voorbeeldfunctie meer voor kun kinderen hebben. Koerselman, emeritus hoogleraar psychiatrie en psychotherapie, gaat in zijn essay in op dat einde van de vaderlijke autoriteit, maar ook op de andere rol van de moeder, op de daarmee samenhangende verschuivingen in de opvoeding van kinderen, de andere rol van mannen en vrouwen, van maatschappelijke autoriteiten en van de staat en uiteindelijk ook van religie en God. Het boekje maakt onderdeel uit van de filosofische pamfletreeks 'Nieuw licht', waarin een hedendaagse denker verder denkt over de inhoud van een klassieke tekst over een relevante maatschappelijke vraag.

Tekst op website uitgever
Stoommachine en verbrandingsmotor hebben mannenkracht overbodig gemaakt. De vrouw is sinds de pil van onvermijdelijk moederschap verlost. Vaders zijn dus niet meer nodig om hun gezin te onderhouden en te beschermen. Het patriarchaat verdwijnt. Maar wat is de prijs van die bevrijding?
In navolging van de Duitse denker Alexander Mitscherlich (1908-1982) analyseert Frank Koerselman de gevolgen van de ontvadering. Veroordeelt die het individuele mensenkind niet tot permanente ‘selfie’-bevestiging?
Moderne vaders zullen moeten kiezen: gaan ze mee op de politiek correcte golf van vaderschaamte of durven ze te tonen dat flinkheid, beheersing en zelfrelativering nog steeds onmisbare deugden zijn?

Frank Koerselman is emeritus hoogleraar psychiatrie en psychotherapie en auteur van onder meer Wie wij zijn. Tussen verstand en verlangen

Fragment uit Ontvadering. Het einde van de vaderlijke autoriteit

Alexander Mitscherlich (1908-1982) publiceerde zijn boek Auf dem Weg zur vaterlosen Gesellschaft in 1963. Hoelang dat geleden is, blijkt wel als we denken aan de grote gebeurtenis van dat jaar, de moord op president John F. Kennedy. Kennedy zelf is op de foto's uit die tijd eeuwig jong, maar de context maakt nu een vervreemdende indruk. De meeste foto's zijn nog in zwart-wit. Bijna alle mannen dragen hoeden. De jaren vijftig zijn nauwelijks achter de rug. De oorlog in Vietnam moet nog op gang komen en het zal nog vijf jaar duren voordat jonge babyboomers hun antiautoritaire revolte beginnen. Die autoriteit is dan nog steeds een barse man in driedelig pak. Achteraf is het misschien niet moeilijk  om in te zien dat '1968' over de strijd van zonen tegen vaders ging, maar toen Mitscherlich zijn boek schreef, hing die opstand nog allerminst in de lucht. Toen zat de generatie van na de Tweede Wereldoorlog nog op school. Pas vijf jaar later waren ze student, en dat heeft groot verschil gemaakt. Toch voorvoelde Mitscherlich al ruim tevoren het einde van de vaderlijke autoriteit. Hij moet daar wel een fijne antenne voor hebben gehad. Die antenne was voor hem de psychoanalyse, die in die tijd nog en vogue was. (pagina 15-16)

Citaat uit een recensie
Koerselman heeft er in navolging van Mitscherlich niet veel vertrouwen in dat vader en moeder (deze gezinssamenstelling dient steevast als uitgangspunt) de taken sindsdien eerlijk hebben verdeeld. Of anders gesteld: een kind heeft nog steeds behoefte aan gezag, maar pa en ma bieden dat gezamenlijk en in hun nieuwe rollen niet voldoende.
  Het is belangrijk om bij het verdwijnen van de vaderlijke autoriteit niet meteen aan de autoriteit van mánnen te denken, maar eerder aan de waarden waar hij voorheen garant voor stond. We zijn, zegt Koerselman extrapolerend, inmiddels jammerlijk afgegleden naar een horizontale (lees: matriarchale) samenleving: we staan naast elkaar en dulden geen autoriteit meer boven ons en de verticaliteit bestaat eigenlijk alleen nog in het hobbyhoekje van de sport. (uit: De jammerlijk afgegleden samenleving, NRC, vrijdag 6 maart 2020)

Lees ook: Autoriteit van Paul Verhaeghe uit 2015

Startpagina Nieuw Licht

Terug naar Overzicht alle titels

Christien Brinkgreve, Eric Koenen en Sanne Bloemink

Taalkracht : andere woorden andere werelden
ISVW 2020, 144 pagina's € 17,50

Wikipedia: Christien Brinkgreve (1949) en haar websiteSanne Bloemink (1973) en website bedrijf Eric Koenen 

Korte beschrijving
In negentien opstellen komen de oorzaken en gevolgen van taalverschuivingen aan de orde. Tot de auteurs behoren schrijvers als Adriaan van Dis en Daan Heerma van Voss, maar ook een hoogleraar psychiatrie, een kunsthistorica en een socioloog, die allen vanuit hun vakgebied aantonen hoe ons taalgebruik veranderd is als gevolg van verschuivende maatschappelijke structuren. Ook het omgekeerde wordt besproken: hoe de macht van de taal in staat is om gewenste veranderingen in sociale verhoudingen aan te brengen, door begrippen en mensen te ontdoen van stigmatiserende definities. De voorbeelden komen uit het onderwijs, de zorg, maar ook de journalistiek en de musea: zo hebben woorden als ‘neger’, ‘laagopgeleid’, ‘hoogbegaafd’ een sterk bepalende lading. Dit interessante boek is een initiatief van Babel, een gezelschap van mensen uit verschillende vakgebieden, dat probeert een taal te ontwikkelen waarin andere woorden nieuwe waarden moeten hechten aan begrippen. Met voorwoord en nawoord van de samenstellers en een inleiding. Geïllustreerd met een zwart-witfoto en een schema. Vooral voor taalliefhebbers een boeiend boek.


Korte tekst op website uitgever
Woorden scheppen werkelijkheid. Onze taal is ons denken en ons handelen. Maar maken we ons eigenlijk druk om de woorden die we gebruiken?
Socioloog Christien Brinkgreve en de andere schrijvers van 'Taalkracht' zien overal taalgebruik veranderen. Financiële taal neemt andere domeinen over zoals het onderwijs en de zorg, de DSM is de dwingende taal geworden in de psychiatrie en musea moeten op eieren lopen als ze woorden zoeken voor een uitdagende tentoonstelling.
In 'Taalkracht' presenteert een rijk palet van schrijvers betekenisvolle taalverschuivingen. 'Taalkracht' waarschuwt en enthousiasmeert, roept op en geeft duiding. Een boek voor iedereen die beter wil begrijpen hoe woorden onze werkelijkheid maken en breken.
Met een inleiding van Paul Verhaeghe en bijdragen van onder andere Trudy Dehue en Jim van Os.

Fragment uit Over woorden en dingen (door Paul Verhaeghe
Foucault: vertoog en macht
Eens je het doorhebt wat framing is, kun je het leren doorzien. Zo schrijft hoogleraar bestuurskunde Hans de Bruijn een column voor Trouw waarin jij telkens voorbeelden van framing bespreekt. In een ervan toont hij hoe je bijvoorbeeld de manier waarop mensen denken over de beschermde stukjes natuurgebied verspreid over Nederland kunt beïnvloeden. Spreek over een 'lappendeken' van 'snippertjes' natuur, over 'postzegeltjesnatuur', en de boodschap is duidelijk: te klein, te onbelangrijk, mik toch op grotere gehelen. Spreek over een robuust 'netwerk', over 'laatste restanten' van 'oorspronkelijke natuur', over 'nabijheid' van natuur, en je brengt een heel andere boodschap: behouden, verzorgen, liefst uitbreiden (de Bruijn, 'Natura 2000' in Trouw, 3 november 2019).

Wat Foucault naar voren schuift als discours of vertoog komt neer op een allesomvattende framing. Het allesomvattende zorgt voor onzichtbaarheid en maakt ontmaskering veel moeilijker. Concrete bestaat een vertoog uit ene samenhangend geheel van woorden en uitdrukkingen met betrekking tot maatschappelijk relevante zaken. Een vertoog wordt gedeeld door een groep mensen die daarmee uiting gevn aan hun opvattingen over 'de' wereld en actief bijdragen tot de constructie van een dergelijke wereld. Dit is zonder twijfel het ruimste voorbeeld van 'reïficatie', de verwerkelijking van een idee, want in dit geval gaat het over de verwerkelijking van 'de' wereld op zích en van onze plaats daarin. 

De meest voor de hand liggende voorbeelden zijn religieus of ideologisch van aard. In Europa heerste eeuwenlang een religieus vertoog; in de vorige eeuw hadden we in het Oosten het communistische vertoog, tegenwoordig heerst het vrijemarktdiscours. Dergelijke vertogen zijn allesomvattend, waarmee we uit het oog verliezen dat sommige beperkt blijven tot veel kleinere groepen. Denk aan het vertoog van de strijkers in een symfonisch orkest. Hun taalgebruik geeft uitdrukking aan de wijze waarop zij zichzelf zien (en bijgevolg definiëren) in verhouding tot het publiek, tot de dirigent, tot de koperblazers, enzovoorts. Het identiteitsbepalende karakter van een vertoog wordt nog duidelijker als we het hebben over het LGTB-discours. Zo dacht een jongeman uit de provincie die op zijn achttiende 'uit de kast' gekomen was dat hij in Amsterdam 'zichzelf' zou kunnen worden. Hij moest heel snel vaststellen dat hij, samen met een nieuwe taal, ook een andere identiteit opgedrongen kreeg. Beide voorbeelden tonen hoe een bepaalde identiteit en het grondende vertoog ook een uitsluitingseffect bevatten: de anderen horen er niet bij. (pagina 15-16)

Lees ook: Weten vraagt meer dan meten : hoe het denken verdwijnt in het regime van maat en getal (2017)

Terug naar Overzicht alle titels

maandag 20 april 2020

Willem Gooijer

Dansen op de maat van het algoritme : hoe Silicon Valley ons veranderde van een klant in een product
Uitgeverij IJzer 2019, 429 pagina's -  € 25,--

Korte beschrijving
De auteur beschrijft hoe de macht van de grootste bedrijven tot stand kwam. Zijn verhaal begint in 1905 en eindigt voorlopig in 2019. Ook over hoe explosieve groei wordt gecreëerd en hoe bedrijven in vijf jaar soms een groei doormaken van 440 procent. Genoemd worden ondernemingen als Oracle, Apple, Alibaba en Azur (Microsoft). Ook komen persoonlijke verdiensten ter sprake: Bezos (Amazon) mag zich de rijkste man ter wereld noemen. In het boek spelen de bekende bedrijven een rol, bedrijven waar internetklanten bijna automatisch naartoe worden geleid, vandaar de aanduiding 'algoritme' in de titel (algoritme: wiskundige formule die bepaalt hoe je van een begin een (succesvol) einddoel kunt bereiken). Het boek is prettig leesbaar en vormt daarbij een stuk geschiedenis in meerdere facetten: emotioneel, financieel, soms controversieel, alles tegen een achtergrond van internationale ontwikkelingen en informatietechnologie. Het boek geeft een duidelijk beeld van structuren en is zeer interessant voor ICT’ers, ondernemers en overige belangstellenden. Met eindnoten.

Informatie op website uitgever
Ze zijn overal. Als we contact met vrienden willen of nieuws willen bekijken…Facebook. Als we het antwoord op een vraag willen hebben…Google. Als we iets willen aanschaffen…Amazon. Als we de nieuwste smartphone willen kopen…Apple. Als we software voor onze computer willen…Microsoft. Bij alles wat we willen komen we steeds dezelfde bedrijven tegen. Slaan we de krant open, vliegen de miljarden ons om de oren. Honderden miljarden omzet, tientallen miljarden winst. In de Verenigde Staten noemen ze deze internetgiganten niet voor niets de Frightful Five. Overal hebben ze hun tentakels. We lijken te dansen naar hun pijpen.

Wie zijn deze bedrijven, waar komen ze vandaan en hoe hebben ze zo’n grote invloed kunnen krijgen? Waar gaan ze naar toe en wat willen ze van ons? Wat we gaan doen aan die praktijken die ons allemaal in een steeds verstikkender greep houden?  Hoe maken we een einde aan een proces dat zich vooral blindelings lijkt te voltrekken? In Dansen op de maat van het algoritme probeert Willem Gooijer op deze vragen antwoorden te geven.

Fragment uit 2.3 harde dollars, zachte praatjes
Een ander aspect dat bij de beantwoording van deze vragen van niet te onderschatten belang is, is de geclaimde inhoudelijke neutraliteit van de 'sociale media' en de wijze waarop zij omgaan met de gebruikersgegevens. Wat betreft het eerste is mijn stelling dat er juist geen sprake is van neutraliteit. Als inhoudsneutraliteit betekent dat een racistische uiting of een filmpje van iemand die seks bedrijft met een koe, zaken die slechts door weinigen in de samenleving getolereerd worden, net zo beoordeeld worden als de verhandeling van een natuurkundige over de wetten van het universum betekent dit in ieder geval dat deze beoordeling geen reflectie is van de maatschappelijke waardering van deze zaken. Maar het achterliggende, voor ons verborgen mechanisme gaat een beslissende stap verder. Het algoritme leert namelijk welke aspecten van deze drie uitingen op het 'sociale netwerk' het meeste emoties losmaken, de meeste gebruikers zullen trekken en de meeste clicks zullen genereren. Op basis van alle verzamelde gegevens zal het vervolgens constateren dat de natuurkundige het minst populair is en zal geneigd zijn daar minder gebruikers naartoe te sluizen dan naar de koe. Dat dit voorbeeld niet uit de lucht gegrepen is en zich gemakkelijk in politieke termen laat vertalen bewijst de hele op de 'sociale media' gevoerde discussie over de zogenaamd Black Lives Matter-beweging, de zwarte protestbeweging die in de Verenigde Staten is ontstaan nadat een aantal ongewapende zwarte burgers was neergeschoten door de politie. Nadat de eerste discussies op Facebook met een zekere waardigheid waren gevoerd, kwam het algoritme op grond van nauwkeurige categorisering tot beoordelingen omtrent de meest omstreden en in het oog springende irritaties en emoties, zowel bij voor- en tegenstanders van deze beweging. Op grond van louter commerciële overwegingen werden vervolgens deze groepen geïdentificeerd en met elkaar in contact gebracht. De hieruit resulterende haatuitwisselingen en bedreigingen deden de aanvankelijk zo rustige discussie oplaaien tot een niveau dat uiteindelijk het platform verre oversteeg en in de Amerikaanse samenleving de nodige emoties en acties losmaakte. Op commerciële gronden wordt zo de gekoesterde neutraliteit verlaten en speelt het platform zelf een op zijn minst discutabele rol in het maatschappelijk debat. (pagina 210-211)

Hans Broekhuis

Populisme als schaamlap (essay) : de andere kant van Nederland
Uitgeverij Nobelman 2020, 160 pagina's -  € 16,95

Hans Broekhuis (1947) op Groningen perspectief

Korte beschrijving
De auteur keert zich tegen het taboe op populisme en laat zien hoe de wereld van de Nederlandse elite en de gewone man volstrekt uit elkaar is gelopen, via bureaucratische ficties, gebroken beloftes, schijndiscussies over bijvoorbeeld gaswinning, Europa, klimaat of integratie, waarbij de rekening bij de burgers wordt neergelegd. Een overtuigend betoog over de kloof tussen elite en burgers; een pleidooi voor terugkeer naar kleinschalige initiatieven, met gebruikmaking van moderne technologie, waarin lokaal draagvlak, menselijke maat, eigen verantwoordelijkheid en gemeenschapszin centraal staan. Een pleidooi voor een nieuw evenwicht tussen democratie, soevereiniteit en vrijhandel. Interessant betoog, niet altijd even helder. De auteur (1947) is afgestudeerd in de sociale wetenschappen. Met literatuurverwijzing en talrijke zwart-witfoto's.

Tekst op website uitgever
Populisme als Schaamlap is een poging om op een onbevangen wijze de grote vraagstukken in het huidige politieke debat in Nederland te analyseren. En het daarbij niet te laten. Het boek eindigt met een aantal voorstellen waar politici en beleidsmakers hun voordeel mee kunnen doen.

Het is zo ver
De werkelijkheid bestaat niet meer. En als hij nog bestaat, weten we niet waar die is. We zoeken hem wel, maar we kunnen hem niet meer vinden. We moeten ons tevreden stellen met een permanente productie van bureaucratische waarheden, Orwelliaanse rookgordijnen rond stiltegebieden waar iedere vier minuten een vliegtuig overheen dendert, rond geluidsmetingen die vervangen worden door rekenmodellen, rond pensioenfondswaarderingen, rond zeespiegelstijgingen en rond … ja… waaromheen niet? En alsof dat niet erg genoeg is, moeten we ons ook nog beschermen tegen een bombardement van hapklare ethisch verwerpelijke en esthetisch afgrijselijke oneliners en schaamteloze leugens. Op de treurbuis kabbelen de talkshows door en nergens is een journalist te bekennen die eens een keertje doorvraagt.

Dit boek is een handleiding. Ja, ook in dit bezopen spiegelpaleis kunnen we nog politiek bedrijven. We kunnen het in ieder geval proberen. Bureaucratische versluiering, volksmennerij, liegen en bedriegen is van alle tijden en nepnieuws ook. Maar wie een beetje moeite doet kan wel degelijk het kaf van het koren scheiden. Hoe treden we de wereld tegemoet op basis van onze eigen soevereine democratische principes? Dat kan op basis van een eigen economische agenda die niet gedicteerd is door anonieme kapitalistische krachten, maar door werkers en ondernemers die weten waar hun belangen botsen en waarom ze elkaar toch nodig hebben.

Fragment uit Naar een nieuwe maakbaarheid!
Er waait een polderwind door Nederland. Een polderwind die goede bedoelingen door het land blaast. In het huidige politieke debat gaat vorm steeds meer voor inhoud. Juist als politici zeggen dat het ze om de inhoud gaat is er reden tot argwaan. Vaak wordt dan het eigen gelijk verpakt in voorspelbare mantra's over zorg, sociaal, duurzaam, klimaat en samen voor iedereen en vooral voor onze kinderen. Goed doen en een goed gevoel bij 'iets' hebben of krijgen, scoort. Wat tevens opvalt is dat economische vraagstukken ondergeschikt zijn geraakt aan thema's die dichtbij de directe levenssfeer liggen. Verondersteld wordt dat mensen meer geven om zorg, wonen, identiteit, veiligheid dan om het klassieke verdelingsvraagstuk. Sociale partners spelen steeds minder een rol in het publieke debat en het lijkt erop dat de politiek in Den Haag over alles en nog wat gaat. En dat is, zeker als het om economische macht gaat, niet zo. Vakbonden zijn vrijwel onzichtbaar en er is eerder een tendens om bijvoorbeeld flexwerken als een positieve ontwikkeling te verwelkomen, dan dat er oog is voor de negatieve kanten van een toch hoofdzakelijk rechteloos bestaan. De maatschappij waarin we leven en werken wordt wel degelijk gekenmerkt door fundamentele economische tegenstellingen en die zullen in de toekomst eerder toenemen dan afnemen als er niets verandert. De strijd zal gaan over data en privacy, kortom over soevereiniteit. Het is om te beginnen niet verstandig die tegenstellingen te ontkennen en zeker niet als die geleid hebben tot regelrechte schandalen. Een paar voorvallen van recente datum:
* de bankencrisis die vanaf 2008 zichtbaar is geworden; ()
* de woekerpolissen; ()
* belastingontwijking; ()

Het is met andere woorden een misrekening om het primaat van de economische of wellicht beter de materiële werkelijkheid te ontkennen en zelfs buiten de politieke arena te houden. Evenzeer is het een doodlopend pad voor de vakbeweging om zich geheel uit te leveren aan het Haagse overlegcircuit. De spanning tussen nationale autonomie en internationale economische en politieke krachten vormt een permanent spanningsveld, maar dat vereist nu juist duidelijke politieke stellingnames. Ook van de vakbeweging, die daartoe haar draagvlak in de bedrijven moet zien te heroveren. Daar ligt immers haar echte machtsbasis. Dat is ook van belang omdat economische belangen het soms kunnen en moeten afleggen tegen politiek-ethische, democratische en soevereiniteits principes. De Harvard econoom Dani Rodrik (2012) vat de dilemma's samen in een trilemma: er moet gekozen worden tussen democratie, soevereiniteit en vrijhandel. Zijn stelling is dat hooguit 2 van die 3 te realiseren zijn. De Brexit is bijvoorbeeld een keuze tegen vrijhandel en voor democratie en soevereiniteit. China kiest voor soevereiniteit en vrijhandel en Amerika zit sinds Trump op de Brexit lijn. Nederlandse politici weigeren tot nu toe een keuze te maken, alhoewel in de praktijk gekozen is voor vrijhandel en democratie. Dat gaat ten koste van soevereiniteit, die in hoge mate ingeleverd is in Brussel en de vraag is, zoals eerder gesteld. of dat voldoende onderkend wordt. (pagina 133-135)

zaterdag 18 april 2020

Eleanor Gordon-Smith

Stop met redelijk zijn : waarom je met argumenten niets verandert
Ten Have 2019, 192 pagina's € 20,99

Oorspronkelijke titel: Stop being reasonable : how we really change our minds (2019)

Landingspagina van Eleanor Gordon-Smith (19?) op The Guardian

Korte beschrijving
Hoe open-minded denk je dat jij zelf bent? Wanneer ben je voor het laatst van mening veranderd? Denk je dat jij enkel reageert op rationele feiten? Of dat we elkaar louter overtuigen met onze opvattingen? Dit zijn een paar van de vele vragen die de auteur zich stelt en die ze aan de hand van zes waargebeurde verhalen helder uiteenzet. Deze verhalen worden zo verrassend verteld dat de lezer zich genoodzaakt kan voelen om de eigen mening te herzien, bij te stellen of zelfs te laten varen. De geïnterviewde personen maken duidelijk welke feiten er eigenlijk toe deden en welke niet, welke emoties als “passend” werden ervaren en welke niet. Terwijl zij zich worstelend een weg baanden uit de chaos, naar een leven dat meer de moeite waard is. Het laat op soms onthutsende en aangrijpende wijze zien op welke verschillende manieren mensen hun weg naar de waarheid vinden, terwijl hun leven tot op de fundamenten aan het wankelen was gebracht. Auteur (AU) is filosofe en radiomaakster en verbonden aan de Princeton University. In tijden van fake news en polarisatie is het verhelderend om te lezen hoe genuanceerd simpele feiten in elkaar kunnen steken en ons dus op het verkeerde been kunnen zetten.

Korte tekst op website uitgever
Eleanor Gordon-Smith laat in Stop met redelijk zijn zien hoe wij van mening veranderen. Levensveranderingen vinden zelden plaats na een zorgvuldige afweging. Hoe komt het dan dat we nog steeds denken mensen met argumenten te overtuigen anders te leven. Gordon-Smith onderzoekt waargebeurde verhalen van mensen die hun leven radicaal omgooiden: van het uittreden uit een sekte tot het aanpassen van onze herinneringen. De auteur houdt ons met diepgang en humor een confronterende spiegel voor: zijn we wel zo rationeel als we denken?
Eleanor Gordon-Smith is een Australische schrijver, filosoof en radiomaker. Zij werkt op het snijvlak van academische filosofie en de rommelige chaos die leven heet.

Fragment uit 2. Faith, of waarom George Michael ongelijk had
Zou jij iemand geloven, simpelweg omdat anderen je hadden gezegd dat het waar was? Het gebruikelijke antwoord daarop is 'zeker niet', en hoe durf je het zelfs ook maar te vragen. Het is de volwassen variant op dat moederlijke refrein: 'Als je vrienden van een rots springen, doe jij het dan ook?' Hier, in ons helderverlichte landschap van verantwoordelijk geloof aanvaarden we zaken niet zomaar omdat iemand ze beweert. We gaan zelf op zoek naar bewijzen voor wat we geloven.
  Als dat waar is, dan geldt er in elk geval één regel wanneer je van gedachten zou veranderen: 'Geloof nooit zomaar dingen omdat iemand je ze vertelt.' Tot zover ligt het nog voor de hand, maar kijk nu eens hoeveel volstrekt normale overtuigingen al in strijd zijn met deze ogenschijnlijk simpele regel: de waarheid over vaccins, hoe iemand anders heet, wanneer de volgende bus komt, waar Machu Pichu ligt, wie de Rubicon overstak, hoeveel een dollar waard is, welke vorm Afrika heeft, wat Lincoln precies zei bij Gettysburg, hoe koud het is op Antarctica, waarom de hemel blauw is, wat er in een atoom zit, hoe de dag van je collega is geweest - die lijst loopt al snel uit de hand en wordt steeds langer.
  En bij hoeveel van deze dingen kunnen we gerust vertrouwen op wat we erover weten? het merendeel. Maar voor hoeveel daarvan hebben we zelf, onafhankelijk, de bewijzen gezien? Niet zoveel. Ik hoef niet zo nodig een akelig kijkje in mijn eigen organen om te kunnen geloven wat de chirurg me erover vertelt, en hoewel ik geloof dat er op de bodem van de oceaan dieren leven , hoef ik niet in een diepzeeduikboot te klimmen en af te dalen naar dat helse landschap met vissen uti mijn nachtmerries, met lichtjes op hun kop, om dat geloof te controleren. Ik kan gewoon geloven wat mensen me vertellen. Dat lijkt ook een prima manier te zijn om ergens van overtuigd te raken. Toen ik je vertelde dat ik dingen geloof over al die zaken, dacht je ook niet: Da's niet zo verstandig hè? - of wel soms? Het leek een volstrekt aanvaardbare manier om mijn cognitieve landschap vorm te geven,. (pagina 58-60)

Fragment uit recensie
Redenen om dit boek wel te lezen

Dit is allereerst inhoudelijk een krachtig verhaal, waarbij Gordon-Smith haast dansend van de ene filosoof naar de andere voortbeweegt (en daarbij vooral originele, hedendaagse en veelal vrouwelijke filosofen terecht in de schijnwerpers zet). Bovendien schrijft ze donders goed: beeldend, speels, levendig, invoelend. Als Susie, uit hoofdstuk drie, iets vreselijks ontdekt over haar man, voelde het alsof haar hart 'als een ratelende ankertetting' in de diepte verdwijnt - expliciete complimenten verdient hier ook de vertaler.
  Bovendien is Gordon-Smith recht voor z'n raap ("ik kan maar beter open kaart spelen en gewoon toegeven dat ik het een stompzinnig argument vind" en heeft ze scherpe humor, die ze tactisch doch met charme inzet tegen een pelotonnetje dode, mannelijke filosofen. Wie denkt met pure, argumentatieve overtuigingskracht vooruitgang te boeken, schrijft ze bijvoorbeeld, is iemand die "er nu wat eenzaam bij zit op zijn hoogverheven syllogistische bergtop en moet aanzien hoe ver onder hem in de wereld de nazi's en de polio terug zijn van weggeweest".
  Dit boek schittert op verschillende fronten, en dat kom je niet vaak tegen. Het zou onredelijk zijn dit boek niet stante pede aan te schaffen.
Uit: Met kille argumenten zul je niemand overtuigen (Trouw, woensdag 15 april 2020)

Terug naar Overzicht alle titels


Jia Tolentino

Spiegeldoolhof : reflecties op zelfbedrog
De Geus 2020, 352 pagina's € 22,50

Oorspronkelijke titel: Trick Mirror: Reflections on Self-Delusion (2019)

Wikipedia: Jia Tolentino (1988) en haar blog.

Korte beschrijving
Bedrog en zelfbedrog zijn pathologisch standaardgedrag op internet geworden, vindt Jia Tolentino. Geboren in 1988, is ze opgegroeid met internet. Vanaf haar tiende deed ze mee met vrijwel iedere nieuwe rage: eigen website, games, blogs, Facebook, Instagram, you name it. Het is een wereld waarin je  succesvol kunt zijn dankzij likes, volgers, downloads – zonder ooit in je eigen stad door iemand bemind of herkend te worden of er ook maar een dollar mee te verdienen. Daarvoor moet je wel constant toneelstukjes opvoeren, jezelf beter, mooier, sexyer, slimmer, blijer, creatiever voordoen dan je bent en, vooral, er zelf in gaan geloven. Zelfbedrog dus, waarin mensen soms ettelijke uren per dag stoppen, aangestuurd door de manipulatieve technologie van de internetplatforms die alleen maar zoveel mogelijk traffic willen genereren. Andere onderwerpen in deze bundel zijn o.a.: de vele oplichters van de millennialsgeneratie, verkrachtingscultuur op de universiteit van Virginia, tieners in realityshows, heldinnen in kinderboeken en de wereldliteratuur, halfslachtig feminisme, bruiloften. Boeiende beschrijving en analyse van wat er grondig mis is met millennials, door een ambivalente dertiger, met veel autobiografische details.

Tekst op website uitgever
Jia Tolentino’s blik is die van de millennial, gevormd door een online leven en een gebrek aan economische stabiliteit. Maar geen millennial kijkt zo ver als zij. En zo weet ze de onderwerpen die er in dit internettijdperk het meest toe doen te doorgronden als geen ander. Of het nu gaat over social media, de obsessie met fysieke perfectie, vrouwen in de literatuur, of het zelfbedrog en het gehossel die deze tijd op allerlei manieren kenmerken, Jia Tolentino doorziet wat we onszelf en elkaar voorspiegelen. De negen essays, die meanderen tussen autobiografie en cultuurkritiek, leggen bloot hoe moeilijk het is om onszelf echt te zien in een maatschappij waar alles draait om het ego.

Fragment uit Het verhaal van een generatie in zeven zwendelpraktijken
De kredietcrisis
In 1988 nam de zevenentwintigjarige Michael Lewis ontslag bij Salomon Brothers, de investeringsbank die de eerste hypotheekobligatie verkocht. Daarna schreef hij zijn boek Vuil spel (Lair's Poker), een portret van Wall Street in de jaren na de deregulering, een periode waarin het bedrijfsleven floreerde en overspoeld werd door gewiekste, cynische mazzelaars die terechtkwamen in een wereld van extreme manipulatie en winst. Lewis was als onervaren twintiger ineens verantwoordelijk geweest voor miljoenen dollars aan assets zonder dat hij volledig begreep waar hij mee bezig was. Toen hij in 2010 terugkeek op die periode, zei hij: '[Ik vind] het nog altijd een absurde ervaring ... Het leek me een onhoudbare situatie, Vroeg of laat zou iemand doorhebben dat ik, samen met een heleboel anderen zoals ik, de zaak zat op te lichten.' Hij had gedacht dat Vuil spel een historisch document zou worden, een verslag van hoe 'een grote natie haar financiële verstand verloor.' Hij had nooit kunnen bedenken dat het financieel beheer van de jaren tachtig na de ineenstorting van de financiële markt in 2008 bijna ouderwets zou lijken.
  Lewis schrijft over de financiële crisis in The Big Short, een kroniek van de onbeschrijfelijke ingewikkelde mechanismes die bankiers in het midden van de jaren nul creëerden om de prijzen op de huizenmarkt kunstmatig op te drijven en vervolgens de torenhoge schulden van huiseigenaren in omloop e brengen, totdat het systeem onvermijdelijk in elkaar stortte. De wetgeving tegen 'predatory lending' [op oneerlijke wijze een lening verstrekken aan onvoldoende voorgelichte particulieren; vert.] werd in 2004 verworpen, waardoor er hypotheken werden verstrekt aan mensen die ze nooit zouden kunnen betalen. Dit maakte de groep potentiële huiseigenaren oneindig groot. De huizenprijzen stegen in sommige markten tot wel tachtig procent. Mensen financierde hun huizen met zogenoemde subprimeleningen, een systeem dat goed werkte zolang de prijzen bleven stijgen, en dat gebeurde ook omdat mensen bleven kopen. Om dit systeem in stand te houden werden er tegen wil en dank hypotheken verstrekt: het was mogelijk om een lening te krijgen zonder financiële stukken te overleggen, zonder een kredietcheck en zonder aanbetaling. Een van de typen subprimeleningen was de NINJA, dat stond voor no income, no job or assets. De financiële wereld verborg de instabiliteit van deze regeling met obscure termen en constructies: CDO's (colleteral debt obligation) waren torenhoge schulden die werden gecompenseerd door afbetalingen van onmogelijke hypotheken en synthetische CDO's waren torenhoge schulden die werden gecompenseerd door premies op die ellendige schulden. In The Big Short vertelt een jonge bankier aan Lewis: 'Maar hoe beter we zagen wat een CDO in feite was, hoe meer we zoiets hadden van: dit is verdomme de waanzin ten top. Dit is fraude. Misschien valt het in de rechtszaal niet te bewijzen, maar het is fraude.' (pagina 191-193)

Fragment uit een interview
Vraag: In uw boek schrijft u dat ons huidige, extreem ongelijke economische systeem, alleen met een complete ineenstorting tot een einde kan komen. Gebeurt dat nu?
Jia Tolentino: "Ik ben opgegroeid in een conservatieve omgeving en ken daarom veel mensen die geloven dat de vrije markt alles oplost. Ik vraag me af: denken ze dat nu nog steeds? Zouden vijftig Amerikaanse staten tegen elkaar moeten opbieden om beademingsapparatuur te verkrijgen? Het is moeilijk een gebeurtenis voor te stellen die rampzaliger is dan deze crisis. Dus ik hoop dat hier een reset uit voortkomt, een afrekening. Want de waarden waar de wereld zich nu door laat leiden zijn destructief voor ons collectieve overleven."
Vraag: 'Instagram moedigt aan om het leven als een bruiloft te benaderen, als een productie voor een publiek', schrijft u. Wat doet deze crisis met onze performance op social media?
JT: "Ik vind het grappig om te zien dat de influencer-economie op zijn gat ligt. Het idee om een aantrekkelijk, consumeerbaar leven uit te zenden oogt nu belachelijk - niet dat het vóór die tijd wél cool was. Je ziet ook de boze tegenreactie op beroemdheden die vanuit villa's schrijven 'blijf sterk, zorgverleners!'"

()
Vraag: In uw boek schrijft u: 'zoals zoveel mensen van mijn generatie ben ik uitgegroeid tot een kwetsbare, paniekerige, instabiele volwassene, doordat ik van jongs af aan zag dat bedrog loont'.  Wat bedoelt u daarmee?
JT: "Ons millennials is het idee verkocht dat bedrijven als Uber Spotify of Airbnb ons het gemakkelijke leven bieden. Maar deze platforms drijven op verborgen systemen van uitbuiting en lage lonen.
  "Ik ken bijna niemand in loondienst die niet uitgebuit wordt. Journalistiek was nog de minst slechte manier om geld te verdienen , maar zelfs in deze bedrijfstak ... Neem de website Jezebel. De bedoeling was om anti-establishment te zijn. Maar we dankten onze inkomsten aan bedrijven die geld wilden verdienen aan de populariteit van feminisme. het lijkt of carrière maken in deze tijd alleen lukt als je naar de top klimt van een diep ongelijk systeem."
Bron: 'Onze huidige waarden zijn destructief voor ons overleven', NRC, vrijdag 17 april 2020)

Terug naar Overzicht alle titels

Daniel M. Davis

Immuun : over de rol van ons afweersysteem bij de bestrijding van ziekten
Uitgeverij Nieuwezijds 2020, 288 pagina's  € 22,95

Oorspronkelijke titel: The beautiful cure : harnessing your body's natural defences (2018)

Wikipedia: Daniel M. Davis (1970)

Korte beschrijving
In 2018 werd de Nobelprijs voor de geneeskunde toegekend aan twee onderzoekers die de basis hebben gelegd voor de immunotherapie. Dit is een nieuwe, succesvolle behandeling tegen agressieve vormen van kanker, waarbij het immuunsysteem gestimuleerd wordt om tumorcellen aan te vallen. Ze is mogelijk geworden omdat men de afgelopen decennia veel inzicht heeft gekregen in afweerreacties en dit boek presenteert het werk van de belangrijkste onderzoekers op dit gebied, inclusief hun persoonlijke drijfveren. Stuk voor stuk zijn het wetenschapsbeoefenaars die door nieuwsgierigheid gedreven worden, zonder het medisch belang van de patiënten uit het oog te verliezen. Maar als het op de productie van een medicijn aankomt, zijn ze aangewezen op de farmaceutische industrie die er spectaculaire winsten mee maakt. Davis heeft er een boeiend verhaal van weten te maken, dat echter af en toe knap ingewikkeld kan worden als het over antilichamen, receptoreiwitten, T-suppressorcellen en cytokines gaat. Het is daarom jammer dat er geen schematische afbeeldingen zijn opgenomen om deze teksten te verhelderen. Met literatuurverwijzingen in eindnoten en een register. Een goed overzichtswerk van recente ontwikkelingen binnen de immunologie, dat wel enig doorzettingsvermogen van de lezer vraagt.

Fragment uit 7. De bewakingscellen
De belangrijkste boodschap van de wetenschap is dat niets eenvoudig is. Overal zit iets achter. Het lijkt een simpel gegeven dat ons immuunsysteem ons verdedigt door schadelijke indringers aan te vallen, maar dat is het niet. Er zijn ontelbare complicaties. Het menselijk lichaam - dat níet mag worden aangevallen door het immuunsysteem - verandert door de jaren heen; sommige bacteriën zijn niet schadelijk en vragen dus niet om een reactie; gevaarlijke ziektekiemen proberen onopgemerkt te blijven, enzovoort. Om deze eenvoudig klinkende opdracht te kunnen uitvoeren - onderscheid maken tussen wat een reactie vereist en wat niet, en op de juiste manier te reageren - heeft het menselijk lichaam enorm geïnvesteerd in een waar melkwegstelsel van cellen, eiwitten en andere componenten en daarmee een systeem gecreëerd dat qua complexiteit zijn gelijke niet kent in het heelal. En soms faalt het.
  Zoals we gebben gezien, bestaat één manier waarop ons lichaam probeert te voorkomen dat het immuunsysteem gezonde cellen aanvalt, erin dat het test of de zojuist uit stamcellen gemaakte immuuncellen wel of niet gezonde lichaamscellen of - weefsels zullen aanvallen. Elke immuuncel die dat doet, wordt direct gedood voordat hij schade kan aanrichten. Alleen immuuncellen die geen gezonde cellen aanvallen, mogen zich vrij door het lichaam bewegen, op zoek naar tekenen van ziekte. Maar dat proces is niet perfect, soms gaat er iets mis en worden gezonde cellen en weefsels vernietigd, zonder goede reden. Dit is het probleem dat ten grondslag ligt aan auto-immuunziekten. (pagina 177)

Fragment uit een recensie
Het is niet anders: de natuur is erop uit ons te vernietigen. Denk alleen al aan de bijna 20.000 liter lucht die we dagelijks inademen, met daarin ontelbare hoeveelheden micro-organismen. Gelukkig geeft ons lichaam zich niet zomaar gewonnen, dankzij een even verfijnd als raadselachtig mechanisme: het afweersysteem.
Daniel M. Davis gaat er in zijn nieuwe boek, Immuun, diepgaand op in. Bijna liefkozend omschrijft hij het als 'een melkwegstelsel van cellen, eiwitten en andere componenten, dat qua complexiteit zijn gelijke niet kent in het heelal'. Davis heeft recht van spreken. Hij is hoogleraar immunologie aan de Universiteit van Manchester, ontving meerdere prijzen voor zijn werk en schreef artikelen voor onder andere Nature, Science en Scientific American.
  Het boek verschijnt midden in de coronacrisis en Davis schreef in allerijl een nieuw voorwoord: 'het menselijk immuunsysteem is een van de belangrijkste speerpunten van wetenschappelijk onderzoek in de 21ste eeuw. Zoals covid-19 heeft aangetoond, hangt er zó veel af van ons immuunsysteem, dat we het beter op waarde moeten schatten, en nieuwe manieren moeten zoeken om de kracht ervan in te zetten.' (Uit: Ons miraculeuze afweersysteem, FD, zaterdag 11 april 2020)

Lees vooral ook hoofdstuk 12 uit Ons lichaam : een reisgids van Bill Bryson (uit 2019): Het immuunsysteem (pagina 209-221)

Terug naar Overzicht alle titels

Edward Bernays

Propaganda
Schrijversportaal 2019, 288 pagina's € 18,95
Opmerking: voor het eerst in het Nederlands vertaald

Oorspronkelijke titel: Propaganda (1928)

Wikipedia: Edward Bernays (1891-1995)

Korte beschrijving
Dit boek werd bijna een eeuw geleden uitgegeven in Amerika (in 1928) , in een tijd waarin er nog veel minder communicatiekanalen waren dan nu. Toch is het thema nog steeds bijzonder actueel. Na een uitgebreide inleiding waarin wordt ingegaan op het boek, de auteur (1891-1995) en de periode waarin het boek geschreven is, komt de vertaling zelf aan bod met aandacht voor propaganda, propagandisten, psychologie van public relations, handel en publiek, politiek leiderschap, propaganda en vrouwenactiviteiten, in het onderwijs, in dienst van de maatschappij, kunst en wetenschap en tot slot de werking van propaganda. Met een toelichting van relevante personen in die tijd en een literatuuroverzicht. De auteur heeft meerdere grote campagnes op zijn naam en wordt in de Verenigde Staten gezien als de vader van de public relations industrie. De vertaler is journalist, bladenmaker en creative director met een grote staat van dienst. Een echte aanrader voor iedereen die zich met journalistiek, marketing of communicatie bezig houdt. Met name ook om de actualiteit te ervaren, van wat er lang geleden over massamedia en communicatie is geschreven.

Fragment uit hoofdstuk 6. Propaganda en politiek leiderschap
De grootste politieke kwestie in onze moderne democratie is hoe we onze leiders ertoe kunnen bewegen om leiding te geven. Het dogma dat de stem van het volk de stem van God is, lijkt verkozen vertegenwoordigers tot willoze bedienden van het electoraat te maken. Dit maakt ongetwijfeld deel uit van de steriele Amerikaanse politiek, waarover bepaalde critici constant klagen.
  Geen enkele serieuze socioloog gelooft nog dat de stem van het volk enig goddelijk of bijzonder verheven idee verwoordt. De stem van het volk verwoordt de geest van het volk, en die geest wordt gekneed door de leiders van de groep waarin het gelooft, en door die personen die begrijpen hoe de politieke opinie gemanipuleerd kan worden. De stem van het volk bestaat uit ingesleten vooroordelen, symbolen en clichés en verbale formules, die hen zijn aangeleverd door de leiders.
  Gelukkig is de eerlijke en begaafde politicus in staat om door middel van het instrument van propaganda de wil van de mensen te vormen en aan te passen.
  De Britse politicus Benjamin Disraeli verwoordde dit dilemma nogal cynisch toen hij zei: 'Ik moet de mensen volgen. Ben ik niet hun leider?' Hij had daaraan kunnen toevoegen: 'Ik moet de mensen leiden. ben ik niet hun bediende?'
  Ongelukkigerwijs zijn de methoden van omgang met het publiek van onze huidige politici net zo archaïsch en weinig effectief als de advertentiemethoden in de zakenwereld van rond de eeuwwisseling nu zouden zijn. Terwijl propaganda in het Amerikaanse leven voor het eerst op grote schaal in de politiek werd gebruikt, zijn de propagandamethoden juist in de politiek het traagst aangepast aan de hedendaagse ontwikkelingen. Het Amerikaanse zakenleven heeft van de politiek geleerd hoe het een groot publiek kan aanspreken, en deze methoden continu verbeterd. Maar de politiek blijft zich vastklampen aan oude formules. (pagina 181-182)

Madelaine Böhme, Rüdiger Braun & Florian Breier

Hoe we mensen werden : een geheel nieuwe kijk op de oorsprong van de mensheid
Spectrum 2020, 268 pagina's € 22,50

Oorspronkelijke titel: Wie wir menschen wurden (2020)

Wikipedia: Madelaine Böhme (1967), Rüdiger Braun (1964) & Florian Breier

Korte beschrijving
Deze zoektocht naar de oorsprong van de mens (Afrika of niet?) en de verspreidingsgeschiedenis, met 289 literatuurverwijzingen, is heel boeiend om te volgen. Met veel aandacht voor gevonden overblijfselen, bijkomende gegevens over geologie, palaeoklimatologie en palaeontologie (fossielen, artefacten en modern onderzoek) en de visie van diverse wetenschappers daarover. En zo komen er soms heel onverwachte feiten voorbij: bijvoorbeeld de Sahara met bossen en een rijk dierenleven, een droogstaande Middellandse Zee (Messiaanse saliniteitscrisis), een woestijngordel van Afrika tot in China, continenten die er anders uitzien dan nu. Stap-voor-stap wordt geprobeerd de feiten tot theorieën te smeden. Wat duidelijk aangegeven wordt, is hoe moeilijk dat is, onder andere omdat er altijd te weinig fossiele overblijfselen zijn. En toch groeit er een beeld van de ontwikkeling van mensaap tot de moderne mens en hun verblijf op Aarde. Skeletkenmerken en moderne DNA-technieken spelen daarbij een rol. Een index ontbreekt. Wel zijn er literatuurverwijzingen in eindnoten. Zwart-witafbeeldingen zijn soms moeilijk leesbaar. Alleszins interessant.

Tekst op website uitgever
De bakermat van de mensheid ligt in Afrika – dat werd lang beschouwd als onbetwistbare kennis. Maar de laatste jaren zijn er steeds meer botten opgedoken die qua tijd en vindplaats niet meer in dat beeld passen. Onderzoekers in Europa ontdekten talloze fossielen van vroege voorouders van de hedendaagse mensapen, waaruit een ander beeld van de menselijke evolutielijn naar voren kwam.

Uit bekende informatie en volledig nieuwe puzzelstukjes reconstrueert de gerenommeerde paleontoloog Madelaine Böhme een ander beeld van het ontstaan van de huidige mensheid dat breekt met de nu bestaande ideeën. Böhme beschrijft de wetenschappelijke race die ze heeft afgelegd in dit onderzoek om de eerste te zijn die dit nieuws kon brengen; een speurtocht met verbazingwekkende hoogtepunten en kantelmomenten. Ze brengt de fascinerende wereld van onze vroegste voorouders tot leven. Een sensationele populairwetenschappelijke thriller

Fragment uit (de) Inleiding
Hoe de mens zich verhief uit het dierenrijk was de titel van een kinderboek dat ik op mijn twaalfde kreeg van mijn ouders. Het had op mij een magische aantrekkingskracht, het wekte mijn nieuwsgierigheid en tot op de dag van vandaag liet het onderwerp me niet meer los. Het riep bij mij protest op, bleef in mijn onderbewustzijn doorwerken en leidde tot talrijke vragen: Hoe kunnen we ons verheffen boven iets waarvan we deel uitmaken? Is dat geen egocentrische houding? Is Homo sapiens, de verstandige mens, niet veeleer een ramp voor deze planeet? Wat onderscheidt ons mensen van de rest van het dierenrijk? Wat maakt ons uniek en hoe was die uiterst dynamische en culturele ontwikkeling van onze soort mogelijk? Welke factoren hebben uiteindelijk de koers van de menselijke evolutie bepaald, en welke betekenis hebben deze factoren tegenwoordig nog voor ons? En niet in de laatste plaats: Wat zijn de feiten en wat is slechts speculatie?
  Deze vragen heb ik mij vanaf het begin van mijn werk als onderzoeker gesteld. Ze hebben mij duidelijk gemaakt dat de wetenschap zichzelf steeds opnieuw moet bevragen. Ook de gangbare theorie dat de ontwikkeling van aap naar mens uitsluitend in Afrika heeft plaatsgevonden was daarom voor mij geen in beton gegoten dogma.
  De eerste twijfel aan deze officiële opvatting ontstond in de zomer van 2009 en hij is de afgelopen tien jaar door talrijke nieuwe vondsten en nieuw onderzoek versterkt. (pagina 7)

Lees vooral ook: Sapiens : een kleine geschiedenis van de mensheid van Yuval Noah Harari (uit 2014) of Leven met goden : 40.000 jaar volkeren, objecten en religie van Neil MacGregor (uit 2018).

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 15 april 2020

Paolo Giordano

In tijden van besmetting
De Bezige bij 2020, 80 pagina's € 9,99,

Oorspronkelijke titel: Nel contagio (2020)

Wikipedia: Paolo Giordano (1982)

Korte beschrijving 
Essay in korte heldere hoofdstukken over hoe de uiterst besmettelijke ziekte COVID-19 begin 2020 de wereld in zijn greep houdt. Auteur Paolo Giordano is de Italiaanse natuurkundige (1982) en veelgelezen auteur van romans als 'De eenzaamheid van de priemgetallen' (2009, verfilmd in 2010). Hij analyseert wiskundig hoe het elkaar besmetten ‘werkt’ en maakt duidelijk hoe intens wij door de wereldwijde mobiliteit tegenwoordig met elkaar verbonden zijn. Het maakt niet meer uit wie of waar we zijn, wat de wereldbevolking met dit virus meemaakt, overbrugt landsgrenzen, identiteiten en culturen. Giordano laat zien dat de epidemie ons volgens noopt de wereldbevolking te zien als één grote samenleving waarbinnen individuele keuzes gevolgen hebben voor iedereen. Een uiterst actueel thema. Hoogstrelevante, nuchtere en goed onderbouwde informatie en inzichten, zowel in tijden van corona als daarna.

Tekst op website uitgever
Een urgent, elegant en uiteindelijk hoopvol essay van de auteur van De eenzaamheid van de priemgetallen en over het virus dat ons allen in zijn greep houdt.

De corona-epidemie dreigt de grootste gezondheidsdreiging van onze tijd te worden. Het legt de verschillende niveaus bloot waarop wij tegenwoordig met elkaar verbonden zijn – het maakt niet uit wie of waar we zijn, wat we nu meemaken gaat voorbij aan landsgrenzen, identiteiten en culturen. De verspreiding van het virus maakt ondubbelzinnig duidelijk hoezeer onze wereld geglobaliseerd is. De epidemie moedigt ons aan de wereldbevolking als één grote samenleving te zien en dwingt ons om in te zien dat individuele keuzes gevolgen hebben voor iedereen. De samenleving waar we ons nu mee bezig moeten houden, is de gehele mensheid.
De wereldwijde bestsellerauteur Paolo Giordano schreef vanuit zijn wetenschappelijke achtergrond met In tijden van besmetting een glashelder, indringend en belangwekkend betoog.

Fragment - Tegen het fatalisme
De epidemie spoort ons dus aan om onszelf te beschouwen als behorend tot een collectief. Ze dwingt ons tot een gedachte-experiment waar we normaal gesproken niet mee bezig zijn: onszelf zien als onlosmakelijk verweven met de anderen en rekening houden met hun aanwezigheid bij het maken van individuele keuzes. In tijden van besmetting zijn we één enkel organisme. In tijden van besmetting worden we weer een gemeenschap.
  je hoort op het ogenblik vaak de volgende tegenwerping: als het virus - en daar lijkt het op - niet al te dodelijk is, en vooral niet voor jonge, gezonde mensen, waarom zou iemand als ik dan niet een risicootje mogen nemen en doorgaan met leven zoals hij gewend is? Is een beetje fatalisme soms niet het onvervreemdbare recht van elke vrije burger ?
  Nee, we moeten geen risico's nemen. Om minstens twee redenen.
  De eerste is van getalsmatige aard. Het percentage noodzakelijke ziekenhuisopnames wegens COVID-19 is absoluut niet verwaarloosbaar. Afgaand op de huidige schattingen, die nog kunnen veranderen, kunnen ongeveer tien procent van de besmette mensen in de ziekenhuizen terecht. Te veel besmettingen in korte tijd zou betekenen tien procent van een heel groot aantal, dus zoveel opnames dat er een tekort aan bedden en verplegers ontstaat. Zoveel dat het zorgsysteem plat komt te liggen.
  De tweede reden is simpelweg van menselijke aard. Het gaat om de deelverzameling vatbaren die net wat vatbaarder zijn dan de anderen: de ouderen, de mensen met een zwakke gezondheid. Laten we ze de supervatbaren noemen. Als wij gezonde jongeren meer risico's nemen om het virus op te lopen, brengen we het automatisch dichter bij hen. In een epidemie moeten de vatbaren zichzelf ook beschermen om de anderen te beschermen. De vatbaren zijn ook een cordon sanitaire.
  Dus wat we wel of niet doen in tijden van besmetting is niet alleen onze eigen zaak. Daar wil ik mezelf aan blijven herinneren, ook als alles achter de rug is.
  Daarom zoek ik naar een bondige formulering, een slogan die ik kan onthouden, en die vind ik in een artikel in Science uit 1972: More Is Different. Meer is anders. Toen Philip Warren Anderson dat schreef, doelde hij op elektronen en moleculen, maar hij had het ook over ons: het cumulatieve effect van onze afzonderlijke handelingen op het geheel is niet  hetzelfde als de som van de afzonderlijke effecten. Als we met velen zijn, hebben al onze gedragingen globale, abstracte consequenties die we maar moeilijk kunnen begrijpen. Als het om besmetting gaat, is het gebrek aan solidariteit bovenal een gebrek aan verbeeldingskracht. (pagina 37-39)

Fragment uit interview
Vraag: Covid-19 is niet alleen. U maakt zich boos over nog een virus. Het virus van nepieuws, geruchten, complottheorieën. China, het Amerikaanse leger, multinationals, zelfs Bill gates wordt genoemd als bron van herkomst.
Paolo Giordano: "Wat ons nu overkomt, is gene spelletje. Het verspreiden van nepnieuws, van complottheorieën, werkt averechts. Al die kletskoek in berichten en video's op sociale media ondergraven onze maatschappij, juist nu er zo veel mensen overlijden. Zij scheppen wantrouwen, slaan de hoop weg voor mensen die ziek zijn en op zoek zijn naar houvast. Verdeeldheid is een slecht medicijn. Daarom ben ik boos, ja!"
  De auteur blijft niet hangen in boosheid en de angst dat alles wordt uitgewist of dat juist alles bij het oude blijft. Hij vraagt om visie, om daadkracht. het staat in zijn ogen iedereen vrij om dit virus af te doen als een geïsoleerd geval, een ongeluk of plaag, aangericht door anderen. 'Maar', aldus de auteur in Nel contagio, 'we kunnen we ook naar streven om zin te geven aan deze besmetting. Om te bedenken wat we in normale omstandigheden niet kunnen bedenken: hoe we hier gekomen zijn, hoe we de draad weer op willen pakken. De dagen tellen. Opdat wijsheid ons hart vervult. Niet toestaan dat al dit lijden voor niets is geweest.' ('Virus zoekt ons niet op, wij jagen het uit zijn hol', ED, zaterdag 11 april 2020)

Fragment
‘Ik ben niet bang dat ik ziek word. Waarvoor dan wel? Voor alles wat de coronavirusbesmetting kan veranderen. Ik ben bang dat ik ontdek dat de beschaving die ik ken een kaartenhuis is. Dat alles wordt uitgewist. Maar ik ben ook bang voor het tegenovergestelde: dat als de angst straks weg is, alles bij het oude is gebleven.’

Terug naar Overzicht alle titels

dinsdag 14 april 2020

Mensbeelden - boeken én e-books voor onze post-corona-times

Onze identiteit
Het is een dooddoener, maar er wordt de laatste jaren verdacht veel gepraat over 'onze' identiteit. En of 'die' geen gevaar loopt. 'We' hem (of haar) niet kwijt zullen raken, dan wel dat hij of zij sterk zal gaan veranderen. Onder druk van allerlei krachten, ontwikkelingen. Óf - nog erger - door bepaalde mensen, groepen. Die er blijkbaar belang bij (zouden) hebben om dat voor elkaar te krijgen.

Mensbeelden
Hieronder wil ik boeken naar voren halen waarin ingegaan wordt op mensbeelden die we van onszelf en elkaar hebben. Die identiteit laat ik liggen. In mijn ogen een zwaar overschat begrip.

Uit dit artikel zal vooral duidelijk worden dat er tientallen mensbeelden zijn, en dat ogenschijnlijk sommige momenteel aan de 'verliezende', en andere aan de 'winnende' hand zijn.

Een conclusie die meer to the point is dat - wat mij betreft - die verschillende mensbeelden 'allemaal' tegelijk, en naast elkaar (blijven) bestaan. En het er maar net aan ligt wie dit of dat mensbeeld propageert, dan wel 'aanvalt', of negatief wegzet. Met mensbeelden kun je als het ware 'het verhaal' waar een samenleving min of meer massaal in gelooft laten zien.

Homo sapiens, Homo deus ...
Achteraf kwam ik voor het eerst op het spoor van dit mensbeelden-verhaal door een van de grote bestsellers van de laatste jaren: Homo deus : een kleine geschiedenis van de toekomst (uit 2016).

Het gaat natuurlijk om de titel: Homo deus. Yuval Noah Harari, de Israëlische historicus en schrijver van dit boek, weet als geen ander dat de mens (Homo sapiens) als het ware een strijd heeft gewonnen. Hij heeft in de loop van de geschiedenis 'concurrenten' als Homo neanderthalensis of Homo floresiensis 'overwonnen'. Niemand weet precies hoe die strijd zich heeft afgespeeld, en wanneer de mens de spreekwoordelijke vlag heeft uitgestoken.

Zeker is alleen dat Homo sapiens heeft gewonnen. Sterker: ogenschijnlijk staan wij op aarde aan de top van de piramide. Wij bepalen wat er op aarde gebeurt; en maken alle andere levende wezens en niet levende 'dingen' aan ons ondergeschikt. Dat dit een illusie beginnen we langzaam te ontdekken, maar doet er híer niet toe!

Als de corona-crisis ons iets leert, is het dit: we hebben niet alles onder controle! En mochten we er in slagen het corona-spook te temmen - wat iedereen verwacht - dan liggen er andere (vaak door 'ons' zelf gecreëerde) problemen op ons te wachten. Uitdagingen en problemen zó groot, dat ze afbreuk zullen moeten doen aan een (nog) door velen gedeeld gevoel dat wij, Homo sapiens, dé baas zijn op aarde.

Het is maar zeer de vraag of 'de mens' zal uitgroeien tot (een) Homo deus, een mens die als een god kan leven. Yuval Noah Harari houdt ons in dit belangrijke boek ook voor dat het volstrekt anders zou kunnen uitpakken en wij mensen als dieren uit de bio-industrie door slimme, zelflerende systemen 'gehouden' gaan worden.

Mensbeelden als 'etiketten'
In de rest van dit artikel gaat het niet over de Neanderthalers, de Floresmens of andere al lang geleden uitgestorven mensensoorten. Het gaat om heel andere soorten. Mensbeelden.

Benamingen voor hoe wij mensen van binnen zijn, handelen, gehardwired zijn. Beter: hoe wij ons als Homo sapiens - dé mens - (kunnen) gedragen.

Op ons mensen zijn door de eeuwen heen, door verschillende mensen, uiteenlopende etiketten geplakt. Bedoeld om ons neer te zetten, onszelf 'beter' te leren kennen. Ons te laten weten hoe en wie we zijn. Alleen - spoiler alert - er is géén enkel door mensen bedacht mensbeeld dat 'klopt' of dat alle andere mensbeelden overbodig maakt. Integendeel.

Mensbeelden en verhalen
Al die mensbeelden zitten allemaal in onszelf; en only time will tell welke in elk van ons naar voren zullen treden. De overhand krijgen of ver op de achtergrond blijven. Uiteraard is het retoriek. Een woorden-spel. Maar tegelijkertijd: - en daarom noem ik Yuval Noah Harari - woorden zijn belangrijk. Doen er wel degelijk toe. Woorden die deel uitmaken van een verhaal.

Verhalen zijn - in zijn verhaal (zowel in zijn 1e als 2e boek) - in zijn ogen heel erg belangrijk. Verhalen houden samenlevingen bij elkaar, geven haar 'iets' om in te geloven (zelfs als het evident níet kan bestaan). Verhalen om je voor op te offeren. Verhalen zó groot en belangrijk dat het immens veel moeite kost om er op zeker moment niet meer in te geloven; je er vanaf te keren.

De post-coronatijd lijkt mij zo'n moment. Dat we stoppen met te geloven dat het verhaal dat voor de corona-crisis 'opging' - de overhand had - het juiste verhaal is om straks weer te gaan oppikken.

In de zomer van 2019 viel voor mij het mensbeeld-Homo-kwartje. In die periode verscheen Homo universalis : moreel kompas voor een nieuwe Europese Renaissance van Klaas van Egmond. Die titel spreekt voor zich.

Een samenwerkende Homo
Dat politicoloog/filosoof Govert Buijs het ook over mensbeelden heeft kun je niet opmaken uit de titel van zijn in de zomer van 2019 verschenen boek: Waarom werken we zo hard? : op weg naar een economie van de vreugde.

Het is een pleidooi om onze economie op een andere leest te gaan schoeien. Hij heeft het daarin over (de) Homo economicus. En betoogt dat die mensensoort niet bestaat.

Wél in de verhalen van veel economen en anderen die leiding geven aan 'het land' en in charge zijn in bedrijven, organisaties en instellingen. Maar volgens Govert Buijs - én inmiddels vele anderen - klopt dít beeld van de mens niet. We zijn geen rationele wezens, die alleen en in eerste instantie opkomen voor onze eigen belangen. Integendeel.

Govert Buijs poneert een ander mensbeeld, de Homo cooperans. De meeste mensen willen samenwerken, met anderen. Graag zelfs. Dat geeft betekenis aan onze levens. Drijft ons. Wat voor wonder zou er gebeuren als leiders van dat mensbeeld uit zouden gaan, en navenant andere 'dingen' zouden gaan doen?

Kort daarna las ik door een toeval een ander boek; uit 'die kringen'. Govert Buijs en de auteurs van dat andere boek cirkelen rond de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zeg maar redelijk verlichte protestants-christelijke kringen. Doordrongen van wat in de Bijbel staat en gekneed in nadenken over moraal en ethiek; ik betwijfel of de meesten nog geloven in dat andere eeuwenoude verhaal dat (er een) God bestaat. Artikel: Homo sapiens, Homo economicus, Homo dignus (augustus 2019)

De waardige mens
Aan De onvolkomenheid van de mens & het streven naar perfectie hebben verschillende relatief jonge denkers meegedaan. Opmerkelijk is dat in een bijlage een tabel zit met tientallen mensbeelden; door de eeuwen heen. Die tabel heb ik aangevuld met andere. Klik hier voor een pdf.

In het boek zelf lichten ze specifiek drie mensbeelden toe: Homo economicus, Homo biologicus en Homo sociologicus. En presenteren daarna hún (nieuwe, of andere) mensbeeld.

De mens bestaat in hun verhaal uit drie 'neigingen'. We zijn rationeel, worden geleefd door onze biologische 'bedrading' én door onze omgeving.

We zijn groepsdieren die ons graag en vaak spiegelen aan onze omgeving. En altijd is er die honderdduizenden oude laag die ervoor zorgt dat we ons als dieren (blijven) gedragen. In hun ogen valt hieraan niet te ontsnappen. We zijn nu eenmaal zo; en het kost veel moeite om ons daar af en toe aan te onttrekken. Hoe? Door proberen bewust na te denken. Voor- en nadelen van 'dingen' af te wegen, én dan pas iets te gaan doen. Fuck die aap in ons, en onze omgeving.

Uiteraard komt in dit boek ook een andere Israëlische wetenschapper 'voorbij', psycholoog Daniel Kahneman. De schrijver van Ons onfeilbare denken, waarin hij onder andere betoogt dat wij mensen twee systemen in ons hoofd hebben die met elkaar om 'de macht' strijden. En - helaas - meestal wint ons gevoel (Systeem 1), en heeft onze ratio (Systeem 2) het nakijken.

Op het eind poneren ze een ander mensbeeld, de Homo dignus. De zich bescheiden opstellende mens, die geneigd is er het beste van te maken. Op pagina 80 stellen ze het zo:
Vanuit deze rijke redelijkheid maakt de homo dignus zijn beslissingen. Zijn waardigheid verplicht hem ertoe het geluk van anderen na te streven. Hij heeft dus een plicht ten opzichte van anderen. Aan de andere kant houdt zijn eigen waardigheid ook in dat hij recht heeft op een waardige bejegening door anderen. () Deze middenweg is het juiste midden tussen eigenliefde en naastenliefde. 
Logos - Pathos - Ethos
Iets later las ik Moreel leiderschap van oud-ombudsman Alex Brenninkmeijer. Een boek, dat ogenschijnlijk bedoeld is voor mensen die leiding moeten geven aan bedrijven, instellingen en organisaties. Maar in wezen richt hij zich tot iedereen die zich druk maakt over de richting waarin onze samenleving zich zou moeten gaan ontwikkelen.

Als oud-Nationaal ombudsman weet Alex Brenninkmeijer als geen ander dat er veel dingen niet kloppen, er de afgelopen jaren (zeg vanaf het begin van de jaren tachtig) door veel 'leiders' verkeerde keuzes zijn gemaakt. Met als gevolg - en dat heeft hij gezien - dat veel burgers ietwat verweesd achter zijn gebleven. Slachtoffers van TINA-achtige keuzes. Slachtoffers van systemen die hen niet langer willen, kunnen dan wel mogen helpen als het nodig was of is.

In dit boek heeft hij het op zeker moment over logos, pathos én ethos. Verhip, ook drie begrippen en hoe die zich tot elkaar (zouden kunnen, dan wel moeten) verhouden. Zijn stelling is dat 'de elite' zich te vaak bezig houdt met logos (zeg maar, de Homo economicus) en zich volstrekt onvoldoende realiseert dat 'de gemiddelde mens' en burger zich veel meer 'beroept' op, of bezig is met pathos (zijn of haar gevoel, de Homo biologicus én Homo sociologicus), en dat wij allemaal in onszelf ook aangestuurd worden door wat wij 'goed of kwaad' vinden (onze moraal, ethiek).

Mensen zijn volgens Brenninkmeijer geen rationele wezens; en laten we daar niet langer té veel van uit gaan. Leiders zouden zich er beter bij neerleggen dat de meeste mensen gevoelswezens zijn met een moreel kompas.

Homo puppy
Historicus/publicist Rutger Bregman sluit in dé bestseller van het laatste halfjaar - De meeste mensen deugen -een nieuwe geschiedenis van de mens - bij bovenstaande gedachten aan. Hij stelt dat de meeste mensen geneigd zijn zich coöperatief op te stellen (Homo cooperans), en dat we niet de rationele wezens zijn voor wie we gehouden worden.

Hij doet een poging uit te leggen waarom we zó zijn geworden. Hij betoogt dat de mens zich door de millennia heen als het ware zelf heeft 'getemd'. Samenlevingen selecteerden als het ware op meegaande, meewerkende mensen. Zij hebben een hekel aan bullies, die anderen (al dan niet met geweld) willen overheersen. Nee, er heeft zelfdomesticatie plaatsgevonden.

Onbewust hebben we als een soort veredelaars onszelf zachter, liever gemaakt. Een proces zoals dat bij de honden heeft plaatsgevonden. De woeste, gevaarlijk wolf is terug gekruist tot aanhalige puppies. De wellicht ooit wilde Homo sapiens is volgens Rutger Bregman terug gekruist tot wat we nu zijn: de Homo puppy. Het is natuurlijk een grapje. Beter: een verhaal. Met een kern van waarheid en aansluitend bij die Homo cooperans en Homo dignus.

In zijn boek bezigt hij ook één keer het woord possibilist. Dat is een mens die redelijk optimistisch in het leven staat ('de wereld staat er nog niet zo slecht voor!'), en die gelooft dat we - als we dat willen -  'alle' problemen kunnen gaan oplossen. Optimist + Possible = Possibilist. Rutger Bregman bezigt de term niet, maar ik wel: Homo possibilist.

Tot slot drie boeken

Onmensen?
Kort voor de lockdown verscheen het laatste essay van publicist Bas Heijne: Mens/Onmens. Voor zijn doen een kritisch én hard boek.

Bedoeld voor iedereen die er warmpjes bij zit, en vaak ergens leiding aan geeft. Hij verwijt hen (ons?) dat we moeten oppassen om ons (nog vaker?) onmenselijk te gaan opstellen. Hij wil dat we niet tot onmensen vervallen. Juist nu, aan de vooravond van het (kruis)punt waarop we om allerlei redenen andere wegen in zullen moeten gaan slaan. Dan is het het verstandig en moreel juist om ons te blijven realiseren dat we compassie moeten hebben voor mensen die om wat voor redenen niet mee kunnen, die achterblijven, of het (nog) niet eens zijn met voorgestelde of gekozen nieuwe wegen. Op pagina 121-121 zegt hij;

Het is een stem die zegt dat als wij het onszelf niet moeilijk maken, het ons flink moeilijk gemaakt zal worden. Wanneer wij ons niet inspannen ons daadwerkelijk in andere ervaringen dan die van onszelf te verplaatsen, ons daadwerkelijk in gedachtewerelden proberen in te leven  die niet de onze wijn, als we niet bereid zijn tegen ons eigenbelang in te denken, onszelf te verliezen, zullen wij uiteindelijk zelf minder mens zijn. Onze eigen levens zullen dan even comfortabel als nietszeggend zijn.
Die boodschap is in geen enkele tijd gerieflijk of geruststellend. In onze tijd is zij even radicaal als noodzakelijk.

Bas Heijne heeft het wat mij betreft impliciet over mensbeelden, en dat 'de elite' zich realiseert dat zij  daar niet het monopolie op heeft. Juist die elite zou beter moeten weten. Handel er naar!

Earthrise, een andere variant
Graag noem ik ook nog een oude favoriet. Van geoloog Peter Westbroek.

In 2012 hield hij ons in De ontdekking van de aarde : het grote verhaal van een kleine planeet voor dat de mens zich veel meer zou moeten gaan realiseren hoe uniek onze planeet is.

Voor zover bekend is het de enige plek in het immens grote heelal waar ooit leven is ontstaan. Een dorre aarde heeft op zeker moment - pakweg vier miljard jaar geleden - leven voortgebracht. Dat zich vervolgens geëvolueerd heeft tot een wezen - Homo sapiens - dat in staat is dit alles te aanschouwen, te doorgronden. En nu staan we op een punt dat we wellicht aan onszelf een einde gaan maken. Op dat bewuste kruispunt. Dat er in 2012 ook al was. Voor degenen die het konden of wilden zien.

Peter Westbroek biedt ons een andere blik op onze aarde. Aanschouw onze planeet als die astronauten in 1968. Kerstavond. Toen een legendarische foto werd gemaakt tijdens een van de Apollovluchten die ruim een half jaar later zouden leiden tot het zetten van de eerste voet van een mens op de maan. Die foto is de geschiedenisboeken ingegaan als Earthrise.

Allmensch
In 2016 werd de Belgisch-Poolse filosoof Alicja Gescinska uitgedaagd om een lezing te verzorgen in Gent.

Allmensch : van middelmaat tot meesterschap gaat (ook) over hoe je als mens zou kunnen (gaan) opstellen.

Op de achterflap van dit écht dunne boekje (30 pagina's) staat:
Allmensch is een pleidooi voor ambitieuze bescheidenheid: we moeten als mens bescheiden genoeg zijn om ons te realiseren dat we allemaal vrij doorsnee wezens zijn, maar ambitieus genoeg om te beseffen dat ook een gemiddeld mens tot grootse dingen in staat is. We kunnen altijd beter. () Dit kunnen is misschien wel het meest wezenlijke van ons bestaan: '' De mogelijkheid om de middelmaat te overstijgen, om onszelf te ontplooien, om de wereld te verbeteren ... in die mogelijkheid schuilt het wezen van onze condition humaine'. 
(maandag 14 april 2020)
Hans  van Duijnhoven

Must read E-books
Rutger Bregman De meeste mensen deugen 2019 512
Guus Kuijer Hoe word ik gelukkig? 2009 160
Jaron Lanier Nee, je bent geen gadget 2010 271
Raoul Martinez Hoe vrij zijn wij? 2017 544
Sendhill Mullainathan Schaarste 2013 360
Susanne Piët Egolutie 2014 191
Paul Verhaeghe Identiteit 2012 256
Peter Westbroek De ontdekking van de aarde 2012 302

Must read 'gewone' boeken
# De onvolkomenheid van de mens 2019 151
Alex Brenninkmeier Moreel leiderschap 2019 334
Govert Buijs Waarom werken we zo hard? 2019 160
Nicholas Christakis Het goede in de mens 2019 448
Klaas van Egmond Homo universalis 2019 256
Alicja Gescinska Allmensch 2016 39
Seth Godin The Icarus deception 2012 241
Seth Godin What to do when it's your turn 2014 160
Yuval Noah Harari Homo Deus 2017 444
Yuval Noah Harari Sapiens 2014 556
Bas Heijne Mens/Onmens 2019 128
Bas Heijne Onbehagen 2016 93
Richard Layard Waarom zijn we niet gelukkig? 2005 302
Kees van Lede e.a. Pessimisme is voor losers 2020 256
Dominique Moïsi De geopolitiek van emotie 2009 256
Susan Neiman Waarom zou je volwassen worden? 2014 218
Tor Norretranders Het bewustzijn als bedrieger 2000 493
Hans Rosling Feitenkennis 2018 343
Will Tiemeijer Hoe mensen keuzes maken 2011 130

De overige E-books
Lisa Doeland e.a. Onszelf voorbij 2018 208
Joke Hermsen Kairos 2014 310
Joke Hermsen Stil de tijd 2009 272
Stine Jensen Dus ik ben 2010 237
Stine Jensen Dus ik ben weer 2012 190
Daniel Kahneman Ons feilbare brein  2011 527
Kevin Kelly De wil van technologie 2012 463
Jaron Lanier Tien argumenten om je sociale media-acoounts … 2018 189
Aryan van der Ley De pretparkgeneratie 2013 319
Martin Lindstrom Brandwashed 2012 372
Leonard Mlodinow Stiekeme signalen 2013 311
Frank Mulder De geluksmachine 2015 175
Cal Newport Diep werk 2016 268
Wouter van Noort Is daar iemand? 2017 224
Frans de Waal De bonobo en de tien geboden 2013 286
Frans de Waal Een tijd voor empathie 2009 311

De overige 'gewone' boeken
George Akerlof Animal spirits 2009 271
Martin Appelo Wij - Zij 2017 260
Kwame Anthony Appiah De leugens die ons binden 2019 335
Lieke Asma Vrije wil 2019 280
Benjamin R. Barber De infantiele consument 2007 512
Colin Beavan No impact man 2009 280
Abdelkader Benali De vreemdeling 2020 11
David Brooks Het sociale dier 2011 508
Carl Cederström Ons geluksideaal 2019 175
Ap Dijksterhuis Het slimme onbewuste 2007 239
Marian Donner Zelfverwoestingsboek 2019 142
Erich Fromm De angst voor vrijheid 1941 270
Joachim Gauck Laat je niet regeren door angst 2012 63
Alicja Gescinska De verovering van de vrijheid 2011 219
Alicja Gescinska Intussen komen mensen om 2019 160
René Gude Het agoramodel 2016 123
Cees Guikers Vlinderlicht 2013 152
Kevin Kelly The inevitable 2016 326
Andreas Kinneging De onzichtbare maat 2020 640
Victor Lamme De vrije wil bestaat niet 2010 333
Charles Mann De tovenaar en de profeet 2018 688
Mariana Mazzucato De waarde van alles 2018 384
Koert van Mensvoort Next nature 2019 240
Marcel Metze De hoogmoedigen 2011 96
George Monbiot Uit de puinhopen 2018 207
Anousha Nzume Hallo witte mensen 2017 140
José Ortega y Gasset De opstand van de massamens 2015 274
Jaap Peters Intensieve menshouderij 2004 188
Robert M. Pirsig Zen en de kunst van het motoronderhoud 1974 509
Marja Pruis Omdat je het waard bent 2017 100
Rob Riemen Adel van de geest 2009 187
Larry D. Rosen Identity 2013 288
Eva Rovers Ik kom in opstand, dus wij zijn 2017 85
Adam Rutherford Een kleine geschiedenis van iedereen die … 2018 485
Adam Rutherford Het boek over de mensheid 2019 264
Angela Saini Superieur 2020 336
Willem Schinkel c.s. Theorie van de kraal 2019 224
Lenette Schuijt Wat bezielt ons? 2014 480
Robert & Edward Skidelsky Hoeveel is genoeg? 2013 320
Gerard van Stralen … En denken! 2012 408
Michiel van Straten Dagelijks irrationeel 2018 272
Stuart Sutherland Irrationaliteit 2010 335
Geert Van istendael De grote verkilling 2019 267
Joost de Vries Echte pretentie 2019 153
Kees Vuyk De feilbare mens 2019 224
Kees Vuyk Oude en nieuwe ongelijkheid 2017 287
Alan Weisman De wereld zonder ons 2007 359

The time is now, aflevering 3
Op vrijdag 17 april maakte ik met collega Peter van der Wijst een filmpje waarin ik enkele titels nader toelicht.



Homepage boeken én e-books voor onze post-coronatimes

Homepage The Time is Now - alle filmpjes

(dinsdag 14 april 2020-maandag 18 mei 2020)
Hans van Duijnhoven