Ons geluksideaal : een nieuwe blik op een versleten idee
Ten Have 2019, 175 pagina's - € 18,50
Oorspronkelijke titel: The happiness fantasy (2018)
Stockholm University: Carl Cederström (1980)
Korte beschrijving
Het geluksideaal van Donald Trump wordt gebruikt om uitbuiting en aperte ongelijkheid te normaliseren, aldus Carl Cederström. Het Westerse idee van zelfontplooiing en 'alles uit jezelf halen' startte in de jaren twintig van de vorige eeuw en had zijn hoogtepunt in de tegencultuur van de jaren zestig. Dit levensideaal stierf een abrupte dood tijdens de verkiezingsrede van Trump op 9 november 2016. Via historisch besef van Geluk maakt de auteur een reis langs psychoanalyticus Reich en het hedonisme. Hij onderzoekt hoe dit geluksideaal vanaf de jaren zeventig werd opgenomen in de economie, de psychotherapie en de farmaceutische wereld. Optimistisch eindigt Cederström met de gedachte dat dit ideaal opnieuw uitgevonden kan worden. In zijn conclusie, 'Geluk na Trump', geeft Cederström niet alleen drie trefwoorden (liefde, vriendelijkheid en solidariteit) maar ook verrassende andere mogelijkheden voor een ommezwaai. De auteur is verbonden aan de Stockholm Business School. Met inleiding, eindnoten, verantwoording en register op persoonsnamen. Een objectieve onderbouwing en benadering van geluk.
Tekst op website uitgever
In ‘Ons geluksideaal’ pleit Carl Cederström voor een nieuw geluksideaal. Hij toont aan dat ons huidige ideaal, dat gebaseerd is op een idee van vrijheid en zelfontplooiing, ons gijzelt en beperkt. Bepaalde factoren hebben bijgedragen aan ons huidige idee van geluk, zoals de flowerpower-beweging, de psychoanalyse, de consumptiemaatschappij en de Amerikaanse president Donald Trump. Volgens Carl Cederström is het hoog tijd dat we met onze verbeelding een nieuw ideaal ontwerpen en realiseren.
'Als analyse van onze moderne optimaliseringscultuur is dit boek scherp en bondig; en dat is geen verrassing voor lezers van Cederströms excellente vorige boek, The Welness Syndrome.’ – The Guardian
Carl Cederström is als onderzoeker verbonden aan de Stockholm Business School, en schrijft voor The Guardian. Hij schreef eerder The Wellness Syndrome, Dead Man Working en Desperately Seeking Self-Improvement.
Fragment uit 2. Gedwongen narcisme
Ik deelde fotokopieën uit en vroeg of zij vonden of de omslag een goed beeld gaf van hun situatie. Ik had verwacht dat de cover weerstand zou oproepen, maar in plaats daarvan reageerden de studenten opmerkelijk laconiek.
'Het klopt wel zo'n beetje, denk ik", zei een student.
'Tja, we zijn narcisten', voegde een ander toe.
'Weet je', begon een derde, 'toen we opgroeiden, kregen we allemaal te horen hoe geweldig en speciaal we waren.'
Veel studenten in de zaal knikten. Ze hadden dezelfde ervaring. En ze wisten ook allemaal dat het een leugen was. Een van de studenten legde uit dat het tegenwoordig bijna geboden leek om beroemd te worden, zoals Sheila Heti ook zegt in het opschrift van dit hoofdstuk (Wat moet je zijn als mens. Ik vraag het me weleens af en denk dan steeds: een beroemdheid). Maar ze waren niet zo dom om echt te geloven dat ze beroemdheden zouden worden zoals de Kardashians, Justin Bieber of Paris Hilton.
Een van de studenten protesteerde. Ze legde uit dat ook haar was verteld dat ze speciala was. Maar ze had ook te horen gekregen dat ze geen kans zou maken om te concurreren met de Chinezen als ze niet keihard zou werken en geweldige cijfers zou halen. Die opmerking had een onaangenaam effect, want er zaten ook Chinese studenten in de zaal. Ik keek hun kant op. Ze lachten stoïcijns.
In The Culture of Narcissism uit 1979 schrijft Christopher Lasch dat 'de narcist zichzelf bewondert en zichzelf identificeert met 'winnaars'"
Maar mijn studenten waren helemaal niet bezig met eigenliefde of auto-erotiek. Ze zagen zichzelf niet als winnaars. Zelfs toen ze zichzelf narcisten noemden, zeiden ze dat op een fatalistische toon. Ze zagen narcisme niet als een persoonlijkheidskenmerk, maar als een verzameling culturele kenmerken waaraan ze moesten voldoen. Hun narcisme was geen vrije keuze, maar noodzaak. Sinds dat gesprek zie ik deze jongeren als een generatie waaraan het narcisme is opgedrongen. Aan de ene kant wordt er van hen verwacht dat ze zichzelf zo goed mogelijk presenteren. Ze moeten aan de buitenwereld laten zien dat ze ambitieus en bijzonder zijn, dat ze naar de sterren willen reiken, alsof ze een soort beroemdheid zijn. Aan de andere kant worden ze er voortdurend aan herinnerd dat de wereld waarin ze leven hard is en dat ze een sterk concurrerende mentaliteit moeten ontwikkelen. (pagina 74-75)
Fragment uit interview/artikel
Vanaf de jaren zeventig verdween dat politieke doel langzaam. Zelfverwerkelijking draaide steeds meer om individueel welzijn. het was de start van 'The Me Decade', zoals gemunt door de journalist Tom Wolfe. Midden jaren zeventig sloegen zelfontwikkelingscursussen aan bij het grote publiek omdat de cursussen steeds praktischer werden: je kwam er niet alleen maar om je als individu te ontwikkelen, maar ook om efficiënter en succesvoller te worden, en daarmee beter afgestemd te zijn op de markt. De volgende stap is uitbuiting door de markt.
Artikel: 'Zelfhulp maakt ongelukkig' (Filosofie Magazine, februari 2019)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen