Echte pretentie : waarom het zo irritant is en waarom we niet zonder kunnen
Das Mag 2019, 153 pagina's - € 19,99
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Wikipedia: Joost de Vries (1983)
Korte beschrijving
De huidige kritiek van 'gewone mensen' op 'de elite' heeft de auteur aan het denken gezet over mensen met pretenties, mensen die beweren, of de verwachting wekken, iets te weten, te kunnen of te zijn wat ze niet of nog niet zijn. Ook hij heeft als jongere al geleerd 'dat er niets ergers is dan aangezien worden voor iemand-die-niet-zichzelf-is, omdat het ... etaleren van een bepaald soort kennis of smaak steeds sneller als elitair wordt gezien.' 'Deze dwang tot laagdrempeligheid ... is een dominant discours in de politiek en de media geworden.' Aan de hand van levens zoals dat van de Amerikaanse intellectueel Susan Sontag, ooit als tiener een irritant strebertje, laat De Vries zien dat er nu eenmaal mensen zijn die denken dat ze beter kunnen zijn dan zichzelf, die aspiraties en ambities hebben, die aan 'ostentatief social climbing' doen, die dingen overdrijven om als bijzonder opgemerkt te worden. Sommige van die 'aanstellers' groeien echter uit tot de denkers, kunstenaars, musici, kortom de creatievelingen die we voor geen goud zouden willen missen. Het betoog is nogal moeizaam en had wel wat beknopter en helderder gekund, maar de eindconclusies, over pretentieuze 'aanstellers' die eigenlijk het zout der aarde zijn, overtuigen.
Tekst op website uitgever
Iedereen zoekt, iedereen camoufleert, doet zich beter voor dan hij of zij is, jonger, hipper, rijker, stoerder, succesvoller. Maar alleen als iemand zich slimmer of cultureel verfijnder voordoet, noemen we het pretentieus.
Maar wat vinden we precies zo irritant? De antwoorden hebben te maken met sociale klasse, met authenticiteit, met hoge en lage cultuur, met voetbalanalisten en superheldenfilms, met Karel van het Reve en Susan Sontag, met niet vergeten ‘waar je vandaan komt’, met je plek kennen. Eigenlijk: met hoe we vinden dat de maatschappij eruit moet zien.
In een wervelend essay onderzoekt Joost de Vries hoe we ons verhouden ten opzichte van cultuur, van onderwijs, van kritisch denken, en ten opzichte van elkaar. En nog belangrijker: Echte pretentie laat zien waarom we absoluut niet zonder pretentie kunnen.
Sinds hij debuteerde met de roman Clausewitz behoort Joost de Vries (1983) tot de meest gelauwerde schrijvers én essayisten van zijn generatie. Met zijn roman De republiek won hij de Gouden Boekenuil. Het werd in meer dan tien talen vertaald. Zijn essayboek Vechtmemoires stond op de shortlist van de Jan Hanlo Essayprijs. Meest recent verscheen de roman Oude meesters - 'een virtuoos vertoon van vertelkunst' volgens Trouw. Hij is redacteur bij De Groene Amsterdammer.
Fragment uit II. De culturele pretentie van Karel van het Reve
3.
Nu hoeft deze antipretentie van populisten in de Kamer en op tv niet als een verrassing te komen. Zij mikken op de laagste drempel, want daar kunnen de meeste mensen overheen. Pijnlijker is het als je het tegenkomt op plekken waar enige culturele pretentie juist thuishoort. In kwaliteitsmedia bijvoorbeeld.
Toen tv-recensent Frank Heinen de nieuwe kennisquiz Van alle tijden in De Volkskrant besprak vond hij dat een 'verrukkelijke' quiz, met vragen over historische onderwerpen. De Boerenoorlog, Vikingen, noem maar op. Heinens kritiek zat hem in iets anders. 'De vragen. Te moeilijk. Voor mij althans. [...] Aan het eind van de dinsdagaflevering passeerde een vraag over de Slag bij Nieuwpoort. "1600!"riep ik vanuit de keuken, want ik ken mijn Trivial Pursuit-pappenheimers. Helaas: dat jaartal werd als basiskennis verondersteld. Men wilde weten waar het in die Slag exact om ging. Geen flauw idee. Toch jammer.'
Of toen columniste Aaf Brandt Corstius zich in het debat over het ouderwetse, patriarchale Boekenweekthema ('De moeder, de vrouw') mengde en haar column afsloot met de natrap dat het er toch niet toe deed, want 'niemand leest die boekenweekgeschenken nog.'
Het is niet eens dat dit soort kleine voorbeelden nu het ultieme bewijs zijn van een anti-intellectuele agenda van Heinen of Corstius - die hebben ze vast niet. Het is geen actieve poging de cultuur een kopje kleiner te maken, lijkt me. Het is eerder een casual vorm van salonpopulisme dat zich in zulke opmerkingen openbaart, dat je bij talloze salonpopulisten tegenkomt, waarmee wordt gezegd: 'Neem het allemaal niet te serieus, hoor.' Het is het verveelde gemak waarmee een poging tot culturele diepgang terzijde wordt geschoven, in zoveel columns, in zoveel commentaren, in recensies en achtergrondstukken. Het onderstreept hoezeer antipretentie een maniertje is geworden dat is komen binnenwaaien uit een breder maatschappelijk debat. (pagina 74-75)
Zondag 24 februari 2019 sprak Joost de Vries in Buitenhof over dit boek.
Artikel: Pretentie: "Doe je best" (21 maart 2019)
Terug naar Overzicht alle titels
Korte beschrijving
De huidige kritiek van 'gewone mensen' op 'de elite' heeft de auteur aan het denken gezet over mensen met pretenties, mensen die beweren, of de verwachting wekken, iets te weten, te kunnen of te zijn wat ze niet of nog niet zijn. Ook hij heeft als jongere al geleerd 'dat er niets ergers is dan aangezien worden voor iemand-die-niet-zichzelf-is, omdat het ... etaleren van een bepaald soort kennis of smaak steeds sneller als elitair wordt gezien.' 'Deze dwang tot laagdrempeligheid ... is een dominant discours in de politiek en de media geworden.' Aan de hand van levens zoals dat van de Amerikaanse intellectueel Susan Sontag, ooit als tiener een irritant strebertje, laat De Vries zien dat er nu eenmaal mensen zijn die denken dat ze beter kunnen zijn dan zichzelf, die aspiraties en ambities hebben, die aan 'ostentatief social climbing' doen, die dingen overdrijven om als bijzonder opgemerkt te worden. Sommige van die 'aanstellers' groeien echter uit tot de denkers, kunstenaars, musici, kortom de creatievelingen die we voor geen goud zouden willen missen. Het betoog is nogal moeizaam en had wel wat beknopter en helderder gekund, maar de eindconclusies, over pretentieuze 'aanstellers' die eigenlijk het zout der aarde zijn, overtuigen.
Tekst op website uitgever
Iedereen zoekt, iedereen camoufleert, doet zich beter voor dan hij of zij is, jonger, hipper, rijker, stoerder, succesvoller. Maar alleen als iemand zich slimmer of cultureel verfijnder voordoet, noemen we het pretentieus.
Maar wat vinden we precies zo irritant? De antwoorden hebben te maken met sociale klasse, met authenticiteit, met hoge en lage cultuur, met voetbalanalisten en superheldenfilms, met Karel van het Reve en Susan Sontag, met niet vergeten ‘waar je vandaan komt’, met je plek kennen. Eigenlijk: met hoe we vinden dat de maatschappij eruit moet zien.
In een wervelend essay onderzoekt Joost de Vries hoe we ons verhouden ten opzichte van cultuur, van onderwijs, van kritisch denken, en ten opzichte van elkaar. En nog belangrijker: Echte pretentie laat zien waarom we absoluut niet zonder pretentie kunnen.
Sinds hij debuteerde met de roman Clausewitz behoort Joost de Vries (1983) tot de meest gelauwerde schrijvers én essayisten van zijn generatie. Met zijn roman De republiek won hij de Gouden Boekenuil. Het werd in meer dan tien talen vertaald. Zijn essayboek Vechtmemoires stond op de shortlist van de Jan Hanlo Essayprijs. Meest recent verscheen de roman Oude meesters - 'een virtuoos vertoon van vertelkunst' volgens Trouw. Hij is redacteur bij De Groene Amsterdammer.
3.
Nu hoeft deze antipretentie van populisten in de Kamer en op tv niet als een verrassing te komen. Zij mikken op de laagste drempel, want daar kunnen de meeste mensen overheen. Pijnlijker is het als je het tegenkomt op plekken waar enige culturele pretentie juist thuishoort. In kwaliteitsmedia bijvoorbeeld.
Toen tv-recensent Frank Heinen de nieuwe kennisquiz Van alle tijden in De Volkskrant besprak vond hij dat een 'verrukkelijke' quiz, met vragen over historische onderwerpen. De Boerenoorlog, Vikingen, noem maar op. Heinens kritiek zat hem in iets anders. 'De vragen. Te moeilijk. Voor mij althans. [...] Aan het eind van de dinsdagaflevering passeerde een vraag over de Slag bij Nieuwpoort. "1600!"riep ik vanuit de keuken, want ik ken mijn Trivial Pursuit-pappenheimers. Helaas: dat jaartal werd als basiskennis verondersteld. Men wilde weten waar het in die Slag exact om ging. Geen flauw idee. Toch jammer.'
Of toen columniste Aaf Brandt Corstius zich in het debat over het ouderwetse, patriarchale Boekenweekthema ('De moeder, de vrouw') mengde en haar column afsloot met de natrap dat het er toch niet toe deed, want 'niemand leest die boekenweekgeschenken nog.'
Het is niet eens dat dit soort kleine voorbeelden nu het ultieme bewijs zijn van een anti-intellectuele agenda van Heinen of Corstius - die hebben ze vast niet. Het is geen actieve poging de cultuur een kopje kleiner te maken, lijkt me. Het is eerder een casual vorm van salonpopulisme dat zich in zulke opmerkingen openbaart, dat je bij talloze salonpopulisten tegenkomt, waarmee wordt gezegd: 'Neem het allemaal niet te serieus, hoor.' Het is het verveelde gemak waarmee een poging tot culturele diepgang terzijde wordt geschoven, in zoveel columns, in zoveel commentaren, in recensies en achtergrondstukken. Het onderstreept hoezeer antipretentie een maniertje is geworden dat is komen binnenwaaien uit een breder maatschappelijk debat. (pagina 74-75)
Zondag 24 februari 2019 sprak Joost de Vries in Buitenhof over dit boek.
Artikel: Pretentie: "Doe je best" (21 maart 2019)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen