woensdag 31 augustus 2022

Eva Meijer 4

Misschien is een ander woord voor hoop : een pleidooi voor meerstemmigheid in het politieke en publieke debat
De Geus 2022, 74 pagina's € 10,-- 
Reeks: Publieke ruimte

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Wikipedia: Eva Meijer (1980)

Korte beschrijving
Een essay dat pleit voor meerstemmigheid in het publieke debat. Eva Meijer constateert dat het ‘ik’ in het politieke en publieke debat centraal staat en men praat in monologen. Deze manier van spreken vormt de samenleving, zeker als iemand hard praat en daarmee de aandacht trekt. Dit geldt voor activisten, academici, politici en burgers. In betogende en onderzoekende stijl geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Eva Meijer (Hoorn, 1980) is (onder andere) schrijver, politicus, kunstenaar en singer-songwriter. Haar werk werd in meerdere landen uitgegeven. Het boek maakt deel uit van de serie: 'Publieke ruimte'.

Tekst op website uitgever
Zowel in het politieke als in het publieke debat praten we steeds meer in monologen waarin het ‘ik’ centraal staat. Hoe komen we weer in gesprek?

De manier waarop we met elkaar praten – op straat, op sociale media, in de Tweede Kamer, in kranten – vormt de samenleving. Wie hard praat trekt makkelijk de aandacht. Of het nu om activisten of academici gaat, om politici of burgers achter een toetsenbord. Maar als je zelf hard praat, kun je anderen niet zo goed verstaan.

Filosoof en schrijver Eva Meijer laat zien hoe taal de macht volgt en vormt, maar betoogt ook: woorden en gesprekken dragen altijd de mogelijkheid in zich van iets anders, iets nieuws.


Fragment uit 3. Meerstemmigheid als alternatief

Zoveel manieren om de wereld te zingen
Die andere manieren van spreken en schrijven zijn er natuurlijk al. Net zoals er talloze stemmen achter de dominante liggen, is ook ons taalgebruik al meerstemmig. Verschillende taalspelen - van gedichten en Jenny Holzers slogans tot ambtelijke taal - drukken de werkelijkheid allemaal op een eigen manier uit. Filosoof Maurice Merleau-Ponty noemt dat 'manieren om de wereld te laten zingen'. 
  Kunst en literatuur kunnen zich op verschillende manieren verhouden tot de gestolde politiek. Maar ook werk dat de mal van het nut weerstaat wordt in het politieke en publieke debat toch nog vaak binnen het nuttigheidskader gelezen. Dat is een probleem omdat het vreemde zo gewoon gemaakt wordt, en schoonheid handelswaar of mode wordt. Dit zie je bijvoorbeeld in de houding van de overheid naar kunst en literatuur.
  Door de regering wordt kunst, waaronder literatuur en poëzie, gezien als frivool, versiering, extra. Minister Hugo de Jonge verwoordde dit denkbeeld tijdens de coronacrisis elegant door te zeggen dat mensen in plaats van naar het theater te gaan ook een dvd kunnen opzetten. Dat is problematisch omdat het een pover mensbeeld neerzet, en ook omdat het de taak van een regering is discussie te faciliteren - een hof heeft een joker nodig. Maar sommige reacties hierop zijn ook problematisch, zoals de discussie over leesbevordering laat zien die momenteel wordt gevoerd in de publieke ruimte.
  Nederlanders lezen minder, Nederlandse kinderen lezen slechter. Verschillende academici en schrijvers betoogden dat dat een probleem is omdat lezen het empathisch vermogen kan vergroten, nieuwe perspectieven onder de aandacht kan brengen en burgerschap ten goede komt. Dat is ook belangrijk en mooi, maar kunst en literatuur worden op deze manier gelegitimeerd met een beroep op hun nut. Terwijl literatuur helemaal niet nuttig is of niet moet willen zijn, althans niet binnen de bestaande afbakeningen van nuttigheid die gericht zijn op een meetbare uitkomst in een economisch systeem.
  Voor beleidsmakers en mensen in het onderwijs kunnen dit relevante overwegingen zijn, en schrijvers kunnen erover meepraten. Maar als een schrijver naar een economisch of ander nut toe schrijft raakt diegene de ruimte kwijt om te spelen met de regels. En juist dat spelen levert een vorm van kritiek die niet goed meetbaar is, maar wel een echte opening biedt naar het andere. Dat dient een ander soort belang dan het denken in rendement. (pagina 62-63)

Lees ook: De soldaat was een dolfijn : over politieke dieren (uit 2017), De grenzen van mijn taal : een klein filosofisch onderzoek naar depressie (uit 2019), De stem van de Noordzee : een pleidooi voor vloeibaar denken (uit 2020, dat ze samen schreef met Laura Burgers en Evanne Nowak) en Zee Nu (een roman uit 2022)

Terug naar Overzicht alle titels

maandag 29 augustus 2022

Medard Hilhorst

Rachel Carson, op de bres voor de aarde : 60 jaar na Silent Spring
KNNV uitgeverij 2022, 285 pagina's €22,95

Korte bio van Medard Hilhorst (19?)

Korte beschrijving
Een biografie over oceanoloog en milieuactiviste Rachel Carson (1907-1964), wiens werk in de jaren zestig aan de wieg stond van de hedendaagse milieubeweging. Met haar boek ‘Silent Spring’ luidde Rachel Carson in 1962 de noodklok over de stand van ons leefmilieu. Nu, zestig jaar later, is het natuur- en milieubewustzijn mede dankzij haar groter dan ooit. Wat maakte Carson zo bijzonder? Uit welke bronnen putte zij haar inspiratie, en op welke manier is zij vandaag nog relevant? Medard Hilhorst beschrijft Carsons leven en werk, haar liefde voor de natuur en haar invloed op de milieubeweging, die nog altijd doorwerkt. ‘Rachel Carson, op de bres voor de aarde’ is in een heldere, beschouwende stijl geschreven. Voor een meer geoefende lezersgroep met interesse in klimaatproblematiek en de milieubeweging. Medard Hilhorst (1951) studeerde technische wetenschappen in Twente en theologie en ethiek in Amsterdam. Hij doceerde meer dan vijfentwintig jaar ethiek en promoveerde hij op een sociaal-ethische studie naar onze verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties.

Tekst op website uitgever
Met haar boek Silent Spring, ‘Stille Lente’, schreef waterecoloog en oceanoloog Rachel Carson een natuurklassieker. Ze benadrukte al vroeg het zeer schadelijke effect van pesticiden en luidde de noodklok over de stand van ons leefmilieu. Het boek werd gepubliceerd in het najaar van 1962 en markeerde de omslag van natuurbehoud en natuurbescherming naar het begin van een bredere natuur- en milieubeweging. Rachel Carson, op de bres voor de aarde laat zien dat haar gedachtegoed ons nog steeds inspireert. Haar liefde voor de natuur, de moed waarmee ze de strijd aanging en de hoop die ze in het bestaan zelf probeert te vinden, bieden een inspirerende terugblik die verrassend genoeg ook hoopvol stemt. Medard Hilhorst studeerde technische wetenschappen, theologie en ethiek. Hij doceerde meer dan 25 jaar ethiek aan het Erasmus MC in Rotterdam. In de jaren ‘80 promoveerde hij op een sociaal-ethische studie naar onze verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties.

Fragment uit 12. Kleine filosofie van het bestaan
Slotsom: Tijdloze tegenstemmen

De zorg om de aarde is niet van vandaag of gisteren. Die zorg kent een lange geschiedenis van omgang met de natuurlijke leefomgeving. De blik waarmee naar de natuur gekeken werd heeft zich in de moderne tijd versmald. Het menselijk heersen over de natuur werd mogelijk door wetenschap en techniek, de blik werd hiërarchisch en mechanistisch, de omgang functioneel en instrumenteel, het is als zo vaak gezegd. De bescheiden en kalme Rachel Carson werd door haar passie voor de aarde tegen wil en dank activist. Zij kwam in verzet uit onvrede, zoals vele anderen na haar móést zij wel daden stellen. Ze gaf zonder schroom woorden aan haar bezorgdheid. Ze was niet bang voor confrontatie: ze veroordeelde de houding van onverschilligheid, hoogmoed en hebzucht, het gedrag van onderwerping en uitbuiting, de praktijk van beheersing en exploitatie. Wie zich bewust wordt van wat er gaande is, ontkomt niet aan maatschappijkritiek. Haar passie voor de aarde gaf stem aan toekomstige generaties.
  Het is van belang te beseffen dat aan deze kritiek een vele dieper probleem ten grondslag ligt. De huidige crisis komt voort uit ene omgang met de aarde die eraan voorbijziet dat de mens afhankelijk is van zijn leefomgeving, verbonden met het gehele ecosysteem waarin de mens is ingebed. De dominante cultuur is blind voor de grenzen die door dit ecosysteem aan het samenleven gesteld zijn. Er is sprake van een '250-jaar lange joyride met het ruimteschip Aarde,' zo typeerde Norbert Schedler in 1975 deze westerse geschiedenis: een uiterst riskante rit, louter voor ons plezier, met goederen die ons niet toebehoren. Om hierin verandering te brengen moeten we het wereldbeeld her-ijken dat ons nog steeds zo lang in de weg zit. Pas dan zullen zich nieuwe mogelijkheden openen naar de toekomst. Als we op dezelfde weg doorrazen loopt die uit op een ramp, waarschuwt Rachel Carson, Aan 'herbronnen' ontkomen we niet. 

Draadje (maart 2024)

Twee boeken van Rachel Carson: De zee (1950/2022) en Verstild voorjaar (1962/2022)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels


Fanta Voogd

Futurama : een kroniek van de toekomst
Alfabet 2022, 428 pagina's €22,99

Korte bio van Fanta Voogd (1961)

Korte beschrijving
Een boek over de geschiedenis van toekomstbeelden en uitvindingen. Fanta Voogd verdiept zich in de visioenen en denkwijzen van wetenschappers en uitvinders en hoe ontwikkelingen zijn ontstaan door toeval of ontsproten uit het brein van een genie. Zo toont ‘Futurama’ het grillige proces waaruit de wereld zoals wij die kennen is ontstaan. In heldere stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Fanta Voogd (1961) begon als journalist bij De Waarheid. Momenteel is hij verbonden aan De Ingenieur, waar hij zich specialiseerde in techniekgeschiedenis.

Tekst op website uitgever
De technologische evolutie verteld aan de hand van aanstekelijke verhalen over experimenten, uitvindingen en grootste mislukkingen.

Toekomstvoorspellingen uit het verleden slaan de plank vaak op vermakelijke wijze mis, maar zo nu en dan zijn ze ook griezelig accuraat. Met hun visioenen, hun denk- en knutselwerk waren wetenschappers, uitvinders, futurologen, sciencefictionschrijvers en fantasten hun tijd vaak ver vooruit. In ‘Futurama’ verdiept journalist Fanta Voogd zich in de geschiedenis van de toekomst. Aan de hand van kleine en grotere geschiedenissen schetst Voogd een caleidoscopisch beeld van de technologische evolutie. Zo laat hij zien dat revolutionaire ontwikkelingen ooit zijn ontstaan door toeval, of ontsproten aan het brein van een genie. Op aanstekelijke wijze toont ‘Futurama’ het grillige proces waaruit de wereld zoals wij die nu kennen is ontstaan. Een kroniek van de menselijke verbeeldingskracht, vol hoge verwachtingen en grootse mislukkingen.

Fragment uit (de) Inleiding
Aan iedere grote technologische doorbraak gaat een onbestemde fase vooraf. Een fase waarin men nog geen helder zicht heeft op de praktische toepassingen van een nieuwe techniek. Er ontstaat een onmachtig tasten in de toekomst, waarbij leken noch ingewijden kunnen overzien wat er op het spel staat. Die fase is zo goed als onontgonnen terrein.

  Gangbare techniekhistorici neemt de technologische successen als uitgangspunt en bestudeert van daaruit de ontstaansgeschiedenis. Van het benodigde wetenschappelijke voorwerk en de innovatie zelf tot de perfectionering, het commerciële succes en de maatschappelijke inpassing. Daarmee wordt de indruk gewekt dat technologische ontwikkeling een overzichtelijk, lineair proces is. Het verschuiven van het perspectief naar de vroegste voorgeschiedenis leidt niet alleen tot een verhaal dat vollediger is, maar ook spannender. De uitkomst stond immers geenszins vast. Het voorspellende citaat aan het begin van ieder hoofdstuk biedt de mogelijkheid om heel even door de ogen van de toenmalige mens naar de toekomst te kijken. Naar onze tijd dus én naar onszelf. Onwetend, nieuwsgierig en vol vertrouwen. Of juist behoedzaam en in bange afwachting.

  De invalshoek waarin niet de techniek zelf centraal staat, maar dat wat men ervan verwachtte, geeft een waarachtiger beeld van het grillige verloop van de technologische revolutie. Hij maakt zichtbaar dat sommige uitvindingen een veel oudere voorgeschiedenis hebben dan verondersteld. Of dat ze niet voldeden aan de hoge verwachtingen en verdwenen nog voordat ze tot wasdom kwamen. Andere kenden een valse start om later te worden herontdekt en doorontwikkeld. Soms pas na een paar honderd jaar. het woord 'vergetelheid' steekt in dit boek herhaaldelijk de kop op. (pagina 14-15)

Lees bijvoorbeeld ook: De geschiedenis van de vooruitgang van Rutger Bregman (uit 2013), Vooruitgang : tien redenen om naar de toekomst uit te kijken van Johan Norberg (uit 2016) of Gouden jaren : hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd (uit 2014).

Een artikel uit september 2018 waarin meer boeken over 'de' geschiedenis van de mens worden gepresenteerd: Een kleine geschiedenis van ...

Terug naar Overzicht alle titels

zondag 28 augustus 2022

Robbert Bodegraven

Radicaal anders : 12 visionaire denkers over klimaat en rechtvaardigheid
Lemniscaat 2022, 205 pagina's € 19,99

Interviews met: Chantal Mouffe (1943), Susan Neiman (1955), Ingrid Robeyns (1972), Mariana Mazzucato (1968), Ann Pettifor (1947), Stephanie Kelton (1969), Christiana Figueres (1956), Alessandra Korap (1985), Elizabeth Wathuti (1995), Tasneem Essop (19?), Joyeeta Gupta (1964) en Heleen de Coninck (1977).

Korte bio van Robbert Bodegraven (1963)

Korte beschrijving
Een boek met ideeën van twaalf inspirerende vrouwelijke denkers en activisten om de klimaatcrisis radicaal anders aan te pakken. De ideeën verschillen sterk van elkaar, maar gaan allemaal in tegen het huidige neoliberale beleid. Nuchter, toegankelijk en persoonlijk geschreven. Voor een brede lezersgroep.

Tekst op website uitgever
Natuurlijk is het belangrijk dat we minder gaan vliegen en vaker vegetarisch eten, maar met bewust consumeren alleen lossen we de klimaatcrisis en de wereldwijde ongelijkheid niet op. Daarvoor is het nodig dat we onze samenlevingen radicaal anders organiseren. Ondenkbaar? Niets is minder waar, zo concludeert Robbert Bodegraven in gesprek met twaalf inspirerende denkers en activisten. Het gonst van de slimme alternatieven voor het rampzalige neoliberale beleid. Neem bijvoorbeeld de actieve overheid als motor van innovatie en groei (Mariana Mazzucato), het aanzetten van de geldpers (Stephanie Kelton), de terugkeer van de ideologische veren (Susan Neiman en Chantal Mouffe) of het luisteren naar de oorspronkelijke bewoners van het globale Zuiden (Elisabeth Wathuti en Alessandra Korap). De ideeën die naar voren worden gebracht in dit boek zijn soms heel verschillend maar over één ding is iedereen het eens: Voor talmen is het nu te laat. Tijd om in actie te komen!

Fragment uit We zijn in staat tot ongelofelijke veranderingen - Ann Pettifor
Dat moet u even uitleggen.

'De Green Party in Engeland was het eerst niet met mijn analyses eens. Ze legden, net als sommige andere groene partijen, de nadruk op gedragsverandering. Ik geloof niet dat we daar moeten beginnen. Het gedrag van mensen kan heel snel veranderen, dat weten we, als de noodzaak er maar is en gevoeld wordt. Belangrijke ris dat we het systeem veranderen, de grondoorzaak van de crisis. Die ligt in ons financiële systeem.
  Het probleem is dat we het geld op de wereld aan de vrije markt hebben overgelaten, legt Pettifor uit. Commerciële banken en private investeringsfondsen bepalen de hoeveelheid geld in de wereld en beslissen aan wie het wordt uitgeleend. Ze zitten aan de knoppen van een systeem dat steeds grotere hoeveelheden geld uitleent aan de productie van goederen en diensten die de aarde uitputten, onze gezondheid bedreigen en het ecosysteem vernietigen. Er is geen democratische controle op dat systeem en nationale overheden hebben er geen grip op.
  'We brachten ons rapport over de Green New Deal uit in 2008, midden in de financiële crisis. Ik zag dat als ene kans, dacht dat er ruimte zou zijn om over de samenhang tussen het financiële en het ecologische systeem te discussiëren. Maar ik had het mis. De belangrijkste les die ik toen leerde was dat politici, en zeker de linkse en groene, het financiële systeem niet begrepen. Ze zagen de relatie tussen de ongereguleerde geglobaliseerde kredietverstrekking en de klimaatcrisis niet. Krediet is schuld, het is uitgeleend geld dat tot consumptie leidt. Consumptie betekent productie en veroorzaakt wereldwijde emissies van broeikasgassen. Als we de productie van vervuiling willen aanpakken, moeten we de verstrekkers van geld aanpakken.
  De covidcrisis maakt de situatie anders. Mensen begrijpen de gezondheidscrisis beter, ze voelen hem direct en zijn bang. Er si veel meer begrip voor de samenhang tussen hoe we met de natuur omgaan, hoe we de regie aan het financiële systeem hebben overgelaten en hoe we daar weer grip op moeten krijgen.' (pagina 81-82)

Hoe moeten we het financiële systeem dan aanpassen, hoe krijgen we daar grip op?
'Daarvoor kunnen we leren van het verleden, van de New deal die president Roosevelt in 1932 invoerde. Hij begon er meteen mee in de eerste dagen van zijn presidentschap. Hij zei: Vanaf nu zal Wall Street onze economie niet meer aansturen, de overheid neemt het over. Vanaf nu gaat de overheid over de rentestand, over de kapitaalstromen van en naar Amerika en over de ruimte voor overheidsuitgaven. Op die manier zorgde Roosevelt ervoor dat de overheid weer kon sturen op de richting en de hoeveelheid geld die geïnvesteerd werd. In plaats van private rijkdom die vanaf Wall Street besliste waar het geld naartoe ging, zette Roosevelt een programma op dat voor werkgelegenheid zorgde en de toenmalige economische crisis op kon lossen.'

De tijd van de New Deal was anders dan de huidige. Hoe gaat een New deal ons nu helpen?
  'De overeenkomsten tussen die tijd en nu zijn juist overweldigend. Eind jaren twintig was er een grote beurskrach geweest, een financiële crisis vergelijkbaar met die in 2008. Private investeerders hadden hun geld in beleggingen zitten die ineens in waarde daalden. Daardoor stagneerde het systeem, brak er paniek uit en ontstond een financiële crisis. Waar het om gaat is dat, toen net als nu, kapitaal vrijwel ongereguleerd de wereld over gaat. Dat vergroot de ongelijkheid, maakt rijken rijker en leidt tot werkloosheid en ontevredenheid en verzet bij de bevolking.
  We zien opnieuw de opkomst van reactionaire krachten, autoritaire en soms zelfs fascistische groepen. Als je de vrije markt controle geeft over de samenleving, als de samenleving vermarkt wordt, dan komen mensen in opstand. We zagen dat in de jaren dertig en we zien het nu gebeuren. Mensen vinden geen goede baan, krijgen geen fatsoenlijk inkomen, ze kunnen hun kinderen niet meer naar een goede school sturen, de gezondheidszorg is niet goed. En het ecosysteem wordt vernietigd. De corona-pandemie onderstreept dat nog eens. Wat er dan gebeurt is dat de samenleving erom vraagt beschermd te worden. Mensen kijken naar de overheid, maar die zei keer op keer: nee, daar kunnen we niets aan doen, de markt beslist, daar moet je zijn.
  Dan zoeken mensen dus bescherming bij een sterke leider. Die vinden ze bij mensen als Trump, Erdogan, Modi, Orbán, leiders die een reactie zijn op de ongereguleerde globalisering. Ze zeggen: laten we een muur bouwen tegen migranten, laten we een muur bouwen tegen handel van buiten, een muur die een virus tegenhoudt. Het enige dat ze niet bouwen is een muur tegen het werkelijke probleem, namelijk het vrije verkeer van geld. Deze leiders zijn allemaal rijk, het is een klasse van miljardairs. Ze profiteren van het vrije gedereguleerde financiële systeem. Ze zeggen: we gaan voor de gewone burgers zorgen, maar we veranderen het financiële systeem niet. Zo wordt het publiek voor de gek gehouden.' (pagina 82-83)



Lees vooral ook
In het boek wordt bij de volgende dames verwezen naar door hen geschreven boeken, dan wel titels die op hun gedachtegoed aansluiten.
 Susan Neiman (1955) Wat we van de Duitsers kunnen leren (2020), Verzet en rede in tijden van nepnieuws (2017), Waarom zou je volwassen worden? (2014)
 Ingrid Robeyns (1972) Rijkdom : hoeveel ongelijkheid is nog verantwoord (2019), 
Mariana Mazzucato (1968) De ondernemende staat : waarom de markt niet zonder overheid kan (2015), De waarde van alles : onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie (2018) of Moonshot : grootse missies voor de hervorming van het kapitalisme (2021), 
Ann Pettifor (1947) Brand! : een vurig pleidooi voor een nieuwe groene politiek (van Naomi Klein, uit 2019), 
Stephanie Kelton (1969) De mythe van de staatsschuld : op weg naar een nieuwe economie (2021), Donuteconomie : in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw (van Kate Raworth uit 2019) of Fantoomgroei : waarom we steeds harder werken voor steeds minder (van Sander Heijne en Hendrik Noten uit 2020), 
Christiana Figueres (1956) Wij bepalen de toekomst : de klimaatcrisis overleven (2020), 
Tasneem Essop (19?) Een beter milieu begint niet bij jezelf (van Jaap Tielbeke uit 2020), 
en Heleen de Coninck (1977) Wat iedereen zou moeten weten over klimaatverandering (van Bart Verheggen uit 2020)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

vrijdag 19 augustus 2022

Eva Meijer 3

Zee Nu
Cossee 2022, 236 pagina's €22,99

Wikipedia: Eva Meijer (1980)

Korte beschrijving
Een indringende klimaatroman over de mogelijkheid dat de zee Nederland overspoelt, en over hoe de mens dan verder moet. De zee wint elke dag een kilometer terrein. Polders aan de kust lopen vol en de boulevard van Scheveningen staat blank. De minister-president geeft een persconferentie en Defensie stuurt soldaten naar de dijken. Als de mensen geëvacueerd zijn en de laatste meeuwen hun heil elders zoeken, volgt de lezer activiste Arie, scholier Wilg en oceanograaf Paula van der Steen op hun tocht over de nieuwe zee, waar het water hun kijk op de wereld fundamenteel verandert. ‘Zee Nu’ is in een lichtvoetige, heldere en poëtische stijl geschreven en zal voornamelijk literaire lezers en lezers met interesse in het genre klimaatfictie aanspreken. Eva Meijer is filosoof en schrijver. Ze schreef vijf romans, waaronder de internationale bestseller 'Het vogelhuis’. Naast fictie schrijft ze filosofische essays.

Tekst op website uitgever
Zee Nu is als de zee – grillig, woest en onvoorspelbaar, dreigend en uiteindelijk troostend.

Het duurde even voor de mensen begrepen wat er aan de hand was. De zee komt de ene dag verder het strand op dan de andere. Een enkele strandwandelaar voelde wel dat er iets niet in de haak was. Maar wat?

De zee wint elke dag een kilometer terrein. Polders aan de kust lopen vol en de boulevard van Scheveningen staat blank. De minister-president geeft een persconferentie en Defensie stuurt soldaten naar de dijken. Op Twitter roepen complotdenkers Actie!, de Action adverteert: Eenmalig! 4 reddingsvesten voor de prijs van 3! Wetenschappers komen van heinde en verre om dit zeldzame fenomeen te onderzoeken. Duitsland stelt sportzalen voor de geëvacueerde buren ter beschikking. De koning vertrekt naar zijn vakantiehuis in Mozambique. Maar waar moeten de herten heen? En hoe zal het de blijvers vergaan die hun kampement opslaan op de daken van kantoorgebouwen in de Randstad?

Als de mensen geëvacueerd zijn en de laatste meeuwen hun heil elders zoeken, volgen wij activiste Arie, scholier Wilg en oceanograaf Paula van der Steen op hun tocht over de nieuwe zee, en ontdekken hoe het water hun kijk op de wereld fundamenteel verandert.

Zee Nu is als de zee – grillig, woest en onvoorspelbaar, dreigend en uiteindelijk troostend. Het is een roman over het grootste gevaar van dit moment, over Nederland, over de natuur die ons bedreigt en koestert en over de mens, die gedwongen wordt zichzelf opnieuw uit te vinden.

Fragment uit 5
Steen en Zevenberg zaten naast de herberg met filosofen die vonden dat ze in deze crisis te weinig waren geraadpleegd, terwijl er toch allerhande ethische en epistemologische en ontologische kwesties te onderzoeken en bespreken waren geweest. Ze hadden wekelijks een colloquium waarbij work in progress werd gepresenteerd, ze waren behoorlijk op dreef, ja, er waren er zelfs die al artikelen hadden ingediend bij gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften, over de ethiek van onheilstijdingen, een latouriaanse analyse van rampen in de context van de komst van de zee, waterig bewustzijn, d eontologie van de daadkracht, dekoloniale vormen van deliberatie in de context van zeespiegelstijging, een biopolitieke analyse van de evacuatie, melancholie en landverlies, niet-menselijke antagonisme als alternatief voor de natiestaat, overstroming als vervreemding, de rol van redelijkheid in een wereld die vergaat, redding en dwang, hydromorfisme en monadologie, de zee als Ander voorbij Hegel, en vergelijkingen tussen westerse en niet-westerse benaderingen van de zee-mensrelatie. 

De discussie die in de academische wereld gaande was over publiceren in het Engels had nu het grondgebied verdween ook een nieuwe wending genomen, dat wil zeggen: de discussie leek zichzelf met het verdwijnen van het taalgebied te hebben opgelost. Het leek haast niemand meer zinnig om in het Nederlands te schrijven. 

Op het vakantieterrein kwamen elke dag nieuwe gastonderzoekers aan, ze kwamen van heinde en verre om dit zeldzame fenomeen, de wraak van de natuurgodin, de conclusie van het Antropoceen, het logische gevolg van de opwarming van de planeet, van de verzwakte Golfstroom te onderzoeken. Zonder uitzondering waren het grote namen, wie zou ontdekken wat er aan de hand was zou in één keer haar naam vestigen, zou de rest van haar leven gebeiteld zitten qua onderzoekssubsidies, zou misschien de Nobelprijs wel winnen. (pagina 130-132)

Lees ook: De soldaat was een dolfijn : over politieke dieren (uit 2017), De grenzen van mijn taal : een klein filosofisch onderzoek naar depressie (uit 2019) en De stem van de Noordzee : een pleidooi voor vloeibaar denken (uit 2020, dat ze samen schreef met Laura Burgers en Evanne Nowak).

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

woensdag 17 augustus 2022

Oliver Bullough 2


De butler van de wereld : hoe Groot-Brittannië handlanger werd van oligarchen, belastingontduikers en criminelen

Thomas Rap 2023, 367 pagina's  - € 24,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Oorspronkelijke titel: Butler to the World: How Britain Helps the World's Worst People Launder Money, Commit Crimes, and Get Away with Anything (uit 2022).

Wikipedia: Oliver Bullough (1977)

Korte beschrijving
Een verhandeling over hoe het Verenigd Koninkrijk corruptie en belastingontwijking vrij spel heeft gegeven. Van miljoenen aan steekpenningen van Russische oligarchen tot het cultiveren van Gibraltar als een offshore-gokparadijs: hoe heeft het Verenigd Koninkrijk ooit kunnen uitgroeien van internationale supermacht tot de bediende van 's werelds rijkste en meest corrupte machthebbers? In dit vervolg op ‘Moneyland’ legt Oliver Bullough bloot hoe het land zich ontpopte tot de spilfiguur in de wereldwijde offshore-economie en zijn diensten ging aanbieden aan de meest kwaadaardige mensen die er op aarde rondlopen. Informatief, maar onderhoudend geschreven. Oliver Bullough (Wales, 1977) is een bekende schrijver en journalist. Hij schreef een klein aantal boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
Van miljoenen aan steekpenningen van Russische oligarchen tot het cultiveren van Gibraltar als een offshore gokparadijs: hoe heeft Engeland ooit uit kunnen groeien van internationale supermacht tot de bediende van ’s werelds rijkste en meest corrupte mannen? Slechts weinig landen doen minder om globale corruptie tegen te gaan.

In De butler van de wereld laat Oliver Bullough overtuigend zien hoe het land danst naar de pijpen van gangsters, kleptocraten en oligarchen.

Fragment uit 3. Praktische types
Toen Richard Fry, de financiële redacteur van The Guardian, in de jaren zeventig terugkeek op de Suezcrisis, kon hij amper geloven hoeveel er was veranderd. Let wel: Fry wist het nodige van omwentelingen. Hij was geboren in Oostenrijk en werkte als journalist voor een Duitse krant, maar raakte zijn baan kwijt -want Joods, toen de nazi's in 1933 de macht grepen. Hij emigreerde naar het VK en vond emplooi bij The Manchester Guardian, waarvoor hij schreef over de Tweede Wereldoorlog en de woelige decennia die daarop volgden.

Hij schreef: 'Aan het eind van de jaren vijftig leek Londen niet te zijn meegegaan met de vooruitgang in de handel en finance. Het pessimisme was zelfs zo groot dat de zonen van sommige bankiers zich tot boeren lieten omscholen.'

Nu ben ik zelf opgegroeid op een boerderij en zou ik niet willen zeggen dat dat per se iets slechts is. Maar opmerkelijk is het natuurlijk wel dat er een tijd was waarin het boerenleven de concurrentie kon aangaan met banen in de finance, toen de knapste koppen van een generatie überhaupt overwogen om het fokken van vee te verkiezen boven het schuiven met geld in de kantoren aan de Theems. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog werd de City gerund door grijze mannen. De stoeltjes bij de Stock Exchange die ooit zo in trek waren, hadden hun aantrekkingskracht verloren. Ambitieuze jonge mensen zochten hun heil in de maakindustrie, het recht, de universiteit of de ambtenarij. Maar tegen het eind van de jaren zestig was dat, aldus Fry, allemaal alweer veranderd.

'Werken in de City houdt blijkbaar opnieuw de belofte in van een snelle weg naar de top, niet alleen naar een goed salaris en maatschappelijke status, maar ook naar al snel veel verantwoordelijkheid. De handelsbanken, overzeese banken, gespecialiseerde financiële huizen en de grote aandelenhandelaren worden zo bedolven onder het werk dat een schrandere nieuwkomer erop mag hopen om al op jonge leeftijd echte besluiten te kunnen nemen. Ondernemingszin en inventiviteit vieren hoogtij,' schreef Fry. Tussen de Suezcrisis en het einde van de jaren zestig had een wedergeboorte plaatsgevonden. De City van Londen was back in the game.

Lees vooral ook: Moneyland : een zoektocht naar het verborgen geld van de superrijken en de multinationals (uit 2019, alweer; en nothing's changed!)

Terug naar Overzicht alle titels

Ronald Meester

Wetenschap als nieuwe religie : hoe Corona de spirituele armoede in onze samenleving blootlegde
Ten Have 2022, 221 pagina's € 20,99

Korte bio van Ronald Meester (19?)

Korte beschrijving
Een maatschappijkritisch boek over zingeving. De auteur betoogt dat er een gebrek aan zingeving is in de huidige maatschappij en dat wetenschap ontoereikend is in het vullen van deze spirituele leegte. Wetenschap, stelt Meester, geeft geen antwoord op de vraag wat we echt belangrijk vinden in het leven en zegt niets over wat voor samenleving we zouden moeten nastreven. Op zoek naar een groter verhaal beschrijft hij de lessen die we kunnen leren uit de coronacrisis. In beschouwende en betogende stijl geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.Ronald Meester (1963) is hoogleraar waarschijnlijkheidsrekening aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.

Tekst op website uitgever
De coronacrisis heeft een spirituele leegte in onze samenleving blootgelegd. Volgens Ronald Meester kampen we met een zingevingsvacuüm, waarbij alleen de wetenschap nog in staat wordt geacht te vertellen hoe we moeten leven. Wetenschap is onze religie geworden. Er zijn onaantastbare waarheden die we niet mogen bekritiseren op straffe van excommunicatie.

Meester laat zien hoe wezenlijke vragen daarbij onbeantwoord blijven. Wetenschap geeft ons geen antwoord op de vraag wat we echt belangrijk vinden in het leven. Ze zegt niets over wat voor samenleving we eigenlijk zouden moeten willen. Op zoek naar een groter verhaal beschrijft hij de lessen die we kunnen leren uit de coronacrisis.

‘Onze technologie gaat ons uiteindelijk niet redden om een menswaardige samenleving te behouden. We zullen zelf moeten nadenken over hoe we met elkaar en met de wereld willen omgaan, en geen slaaf moeten worden van wat wetenschappelijk en technisch mogelijk is.’

Fragment uit hoofdstuk 7. En nu?
We moeten ons namelijk echt afvragen wat voor samenleving we eigenlijk wensen. Hoe willen we onze medemensen tegemoet treden? Doen we dat uit een basishouding van angst, of uit een basishouding van vertrouwen? Zien we ander primair als iemand met we samen kunnen werken, liefhebben, vriendschap sluiten of misschien soms ook ruzie maken, of zien we de ander primair als ene potentieel gevaar waartegen we ons dienen te beschermen? Gaan we het normaal vinden dat we elkaars QR-code gaan controleren voordat we gezellig de kroeg in duiken? Gaan we alles wat het leven de moeite waard maakt opofferen op het altaar van de veiligheid?
  Zoals zo vaak heeft de joodse en christelijke traditie hier ook wel iets zinnigs over te zeggen. Niet dat ze een panklaar antwoord heeft - daar is de traditie niet naar - maar ze heeft wel de woorden en de beelden om er met elkaar over te kunnen praten. Rabbi Hillel, een groot mysticus, werd eens gevraagd of hij de Thora kon samenvatten binnen de tijd waarin de vragensteller op één been kon staan. Hillel antwoordde: 'Doe een ander niet aan wat je niet wilt dat een ander jou aandoet. Dat is de hele Thora, de rest is commentaar.' Dit ethische principe vraagt natuurlijk om invulling. Je zou kunnen stellen dat jij niet door iemand anders besmet wilt worden, en dat je daarom ook zelf niemand wilt besmetten. Maar je kunt met net zoveel recht stellen dat jij hoopt dat andere mensen jou vertrouwen, en dat je in lijn met dit ethisch principe de ander zelf ook wenst te vertrouwen. De eerste invulling is vanuit angst geredeneerd, de tweede vanuit vertrouwen.
  Ik denk dat het in dit geval voor iedereen mogelijk is om, aan de hand van de ethiek van rabbi Hillel, jezelf te positioneren in de omgang met andere mensen. Niet dat dit altijd even gemakkelijk zal zijn, want waar begint dat eigenlijk: iemand anders schaden? Ik accepteer volledig dat acties van andere mensen mij schade kunnen toebrengen, en een ongeluk zit in een klein hoekje. Maar ik ga ervan uit dat dit niet de bedoeling is van die andere mensen. Iedereen die leeft doet mee aan het opsouperen van de grondstoffen van de aarde, en aan het tot op zekere hoogte vervuilen van het milieu, Deze schade is onvermijdelijk. Maar het is doorgaans iet de bedoeling, zo vermoed ik, om anderen schade toe te brengen.
  Ik zeg dat niet dat het makkelijk is. Ik ken voorbeelden. (pagina 205-206)

Terug naar Overzicht alle titels

Charlotte Fox Weber

Wat wij willen : inzichten in onze diepste verlangens
Ten Have 2022, 382 pagina's € 22,99

Oorspronkelijke titel: What we want (2022)

Website Charlotte Fox Weber (19?)

Korte beschrijving
Een boek over verlangens en psychologie. Het boek behandelt twaalf belangrijke psychologische levensbehoeften, zoals liefde, controle en veiligheid. Aan de hand van persoonlijke verhalen wordt beschreven hoe de eigen verlangens en die van anderen werken en hoe je ze leert kennen en accepteren. Het doel is informatief, maar de schrijver deelt ook persoonlijke ervaringen. Helder en toegankelijk geschreven. Charlotte Fox Weber is hoofd psychotherapie bij The School of Life Londen. ‘Wat wij willen’ is haar eerste boek.

Tekst op website uitgever
Langverwacht boek van School of Life-therapeut geeft inzicht in onze diepste verlangens

‘Charlotte Fox Weber is een van de belangrijkste mensen van The School of Life’ – Alain de Botton

Vaak krijgen we niet wat we willen. Nog vaker weten we niet eens wat we willen. Dit boek is een verkenning van de 12 belangrijkste psychologische behoeften, zoals liefde, controle en veiligheid, die we allemaal delen.

‘Wat wij willen’ moedigt ons aan om onze verlangens en die van anderen te leren kennen en te accepteren. Het boek helpt ons te ontdekken wat we voor onszelf en voor elkaar verbergen. Zodat we eindelijk op weg kunnen naar wat we écht willen in dit eenmalige, kostbare leven.

Fragment uit hoofdstuk 6. Vrijheid
Bij vrijheid schuilt een deel van het probleem in ons eigen innerlijk wantrouwen. De manieren waarop we naar vrijheid en veiligheid streven en dat weerstaan zijn verrassend. We kunnen onszelf laten geloven dat we doen wat we zelf leuk vinden, terwijl we psychologisch gebonden zijn aan autoriteitsstemmen die we hebben geïnternaliseerd. Misschien wil een deel van ons wel onafhankelijkheid, maat we vallen ook terug op de vertrouwdheid van dat ons wordt gezegd wat we moeten doen, en we twijfelen aan onszelf.
  Erich Fromm, de humanistische psycholoog, benoemt deze spanning: 'Is er naast een aangeboren verlangen naar vrijheid misschien ook niet een instinctief verlangen naar onderwerping?  Als dat er niet is, hoe verklaren we dan de aantrekkingskracht die de onderwerping aan een leider nu voor zoveel mensen heeft?  Is er bij onderwerping altijd sprake van een openlijke leider of is er ook onderwerping aan geïnternaliseerde autoriteiten (zoals verantwoordelijkheid of geweten), aan innerlijke dwang of aan anonieme autoriteiten zoals de publieke opinie?'
  Ook al leven we in de zogenaamde vrije wereld, waarin we kunnen doen wat we willen en onze eigen keuzes kunnen maken, toch voelen we ons zelden volledig vrij en dat komt vaak doordat de stemmen in ons hoofd ons veroordelen. Neurowetenschapper Christof Koch verwoordt het zo: ' Vrijheid is altijd een kwestie van gradatie, niet van een absoluut goed dat we al dan niet bezitten.'
  Bewustwording van emotionele vrijheid wijst ons op kansen. Er is bijna altijd een bepaalde mate van innerlijke vrijheid. Het probleem is dat we niet hebben geleerd hoe we vrijheid in doses kunnen nastreven, en de betekenis en definitie van 'vrijheid' is verwarrend. De dichteres Adrienne Rich verwoordt het zo: 'In het vocabulaire dat is gekaapt uit de liberale politiek is geen woord ooit zo opgeklopt als vrijheid.
  Als we onze vrijheid te gemakkelijk opgeven en opofferen, kunnen we daar op een later moment spijt van krijgen en gaan flippen. We kunnen merken dat we ons gedragen als kuddedieren, slaapwandelend en als makke schapen meegaand op het werk of in relaties, en dan raken we misschien in paniek en lopen we weg zonder te beseffen dat dit is wat we zelf doen. Stiekem geld uitgeven, affaires, drinken en drugs gebruiken, je te buiten gaan aan ongezonde gewoontes, zelfs de drang om onophoudelijk op onze telefoons te kijken: het kan er allemaal op wijzen dat we ernaar verlangen te vluchten van waar we op dit moment zijn. Een alert bewustzijn van vrijheid in al haar vormen kan ons helpen prioriteit te geven aan bescheiden doseringen.
  Wat jij vrijheid vindt komt misschien overeen met wat andere mensen vrijheid noemen. Denk na over de verschillende verschijningvormen van vrijheid en blijf jezelf afvragen wel soort vrijheid je wilt. De vrijheid die we willen op ons twintigste is niet per se dezelfde vrijheid die op ons zestigste nog beschikbaar is (hoewel we er wel over kunnen fantaseren). Update je kansen op vrijheid en werk ze bij. Pas de voorwaarden van je verplichtingen aan om ruimte te malen. Wees ook flexibel en creatief in het verwerven van vrijheid. Op andere momenten is de vrijheid van het leven duizelingwekkend. Zoek je grenzen. (pagina 165-167)

Terug naar Overzicht alle titels


Frank Meester 2


Zie mij : filosofie van de ijdelheid

Ten Have 2010/2022, 208 pagina's € 20,99

Wikipedia: Frank Meester (1970)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
In ‘Zie mij’ laat Frank Meester zien dat ijdelheid niet iets is waar we ons voor moeten schamen. Zonder ijdelheid gebeurt er feitelijk niets, was er geen kunst, literatuur, topsport of wetenschap. Meester neemt de lezer mee op een reis door de menselijke geschiedenis, steeds weer is hij op zoek naar die momenten waar ijdelheid de hoofdrol speelt. Het resultaat is een even sprankelend als verhelderend pleidooi: maak van je leven een mooi verhaal waarin je zelf de hoofdrol speelt.

Frank Meester (1970) is filosoof, schrijver en muzikant. Samen met zijn broer Maarten schreef hij onder meer de succesvolle boeken Meesters in de filosofie en Meesters in de religie, en in 2008 verscheen van zijn hand Islam, in de serie Jonge denkers over grote religies. Meester publiceert regelmatig in Filosofie Magazine en de Volkskrant. Bij uitgeverij L.J. Veen verscheen Zie mij. Filosofie van de ijdelheid. Samen met toenmalig Denker des Vaderlands Marli Huijer schreef hij Goudmijn van het denken. Het kinderboek Hoe voed ik mijn ouders op dat hij samen met Stine Jensen schreef werd bekroond met een Vlag en wimpel van de Griffeljury. 

Fragment uit De omweg van de ijdelheid
Door dit boek hoop ik bekend te worden. Daarin verschil ik niet van anderen. Ik dagdroom er soms over. Dan zie ik mezelf al in praatprogramma’s op televisie vertellen over mijn eigen ijdelheid en die van anderen. Dat soort dromen heb ik al zolang ik me kan herinneren.

Misschien is het wel begonnen met Babbelonië. Als kind in de jaren tachtig keek ik graag naar deze tweewekelijkse quiz van de avro, die werd gepresenteerd door de altijd sympathieke jazzpianist Pim Jacobs. Drie vaste panelleden – Lous Haasdijk, Jos Brink en Willem Duys – zaten tegenover drie bekende Nederlanders, die een woord moesten raden dat een van de panelleden cryptisch omschreven had. Lukte dat niet binnen afzienbare tijd, dan werd er een voorwerp binnengebracht dat als hint diende. Ik vond het een fantastisch programma, maar ik was de enige thuis die daar zo over dacht en zat tijdens Babbelonië dus altijd alleen voor de buis. Ik had niet door dat de cryptische omschrijvingen van de panelleden – die steevast op lachsalvo’s van het publiek en van Jos Brink konden rekenen – meestal ronduit dubbelzinnig waren (Willem Duys’ omschrijving van een kerstboom: ‘mijn onderwerp staat altijd op één poot en heeft een laag kruis’).

Ik vond het programma vooral leuk door Lous Haasdijk. Waar was zij bekend van? Die vraag ging me steeds meer intrigeren. Willem Duys kende ik al van zijn radioprogramma Muziekmozaïek op zondagochtend. Jos Brink was bekend van hoorspelen, had in musicals gespeeld en deed aan cabaret. Maar Lous Haasdijk, waaraan verdiende zij deze felbegeerde plek in het panel van Babbelonië?

Welke kunstjes beheerste zij? Of was ze alleen bekend vanwege haar opvallend grote, ronde, in mijn herinnering oranjebeige, bril? Ik vroeg het aan mijn ouders en mijn broers, maar ook zij moesten me het antwoord schuldig blijven. Tegenwoordig verschijnen er met regelmaat gezichten op televisie van mensen die geen enkel kunstje beheersen, behalve dan het geven van snedige antwoorden, om nog maar te zwijgen van de socials, maar in de jaren tachtig was dat nog iets ongebruikelijker.

Het feit dat niemand wist waaraan Lous Haasdijk haar panellidmaatschap in de populairste spelshow van Nederland te danken had, fascineerde mij en maakte haar bijzonder. Dit leek mij een ideaal toekomstperspectief: bekend zijn en in panels zitten zonder te kunnen dansen of te zingen of ergens veel van af te weten. Dus als iemand mij vroeg wat ik later wilde worden, antwoordde ik: panellid.

De meeste volwassenen reageerden verbaasd op dat antwoord. Als ik ze vervolgens uitlegde dat ik graag op televisie wilde komen, maar dat ik niet speciaal jazzpianist, muziekjournalist of cabaretier wilde worden, sloeg de verbazing om in onbegrip of soms zelfs boosheid. Als mijn ouders in de buurt waren, wisselden de verwonderde volwassenen een bezorgde blik uit. Ze vonden me een ijdeltuit. Afgeschrikt door deze reactie, besloot ik na een tijdje te zeggen dat ik kunstschilder wilde worden of acteur of journalist. Dat viel stukken beter.

Weer wat later, in de hogere klassen van de middelbare school, ontdekte ik via het existentialisme dat in de Franse les werd behandeld dat de studie filosofie de beste garantie bood voor het panellidmaatschap. Als filosoof weet je nergens echt iets van af, en toch kun je overal over meepraten. Vanaf dat moment zei ik dat ik wijsbegeerte wilde gaan studeren. Natuurlijk waren er mensen die mij erop wezen dat je met zo’n studie geen droog brood kunt verdienen, toch stuitte dit antwoord op beduidend minder onbegrip. Ik moest er dan uiteraard niet bij vertellen dat ik hoopte ooit net zo beroemd te worden en net zo’n romantisch leven te leiden als Simone de Beauvoir.

Ik verzweeg ook dat ik ervan droomde over mijn werk te mogen komen praten op de redactie van kranten en in televisieprogramma’s, dat mensen mij zouden herkennen als ik in een café zat te schrijven en dat ik af en toe te gast zou zijn in verschillende los-vaste panels om uiteindelijk dan toch die felbegeerde vaste plek te bemachtigen in Neerlands populairste televisieshow. Babbelonië was toen trouwens al ter ziele, maar er waren nieuwe tv-programma’s met nieuwe panels die lonkten. (pagina 11-13)

Lees ook: Waarom we de wereld niet rond kunnen krijgen : pleidooi voor inconsequentie (uit 2021)

Frank is samen met Coen Simon verantwoordelijk voor de reeks Nieuw Licht.

Terug naar Overzicht alle titels

Roel Verheul en Liesbet Nijssens

Homo plasticus : de wetenschap van ons aanpassingsvermogen
Ten Have 2022, 383 pagina's € 29,99

Info over Roel Verheul (1970) en Liesbet Nijssens (19?)

Korte beschrijving
Een informatief boek over het menselijk aanpassingsvermogen. Inzichten uit de evolutieleer, genetica en psychologie tonen aan dat wij geboren aanpassers zijn, die steeds veranderen als onze omgeving verandert. De auteur laat zien dat dit de grootste kracht van de mens is: zijn ongeëvenaarde vermogen tot aanpassing en verandering. Informatief, onderhoudend en helder geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep. Roel Verheul is psycholoog en was bijzonder hoogleraar persoonlijkheidsstoornissen aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoek richt zich met name op de veranderlijkheid van persoonlijkheid, persoonlijkheidsstoornissen en verslaving..

Tekst op website uitgever
In dit grote, meeslepende boek ontkracht Roel Verheul de mythe dat de mens onveranderlijk is. De mens kenmerkt zich juist door zijn ongeëvenaarde vermogen tot aanpassing en verandering.

‘Daar kan ik niets aan doen’ of ‘Zo ben ik nu eenmaal’ zijn veelvoorkomende uitspraken over ons aanpassingsvermogen. Het is makkelijk om te geloven in onveranderlijkheid. Ook door experts worden we steeds weer gewezen op onze statische natuur, aanleg en persoonlijkheid. Maar klopt dit beeld wel?

In Homo Plasticus laat Roel Verheul zien hoe de meest recente wetenschap deze mythe van de onveranderlijke mens onderuithaalt. Inzichten uit de evolutieleer, genetica en psychologie tonen aan dat wij geboren aanpassers zijn, die steeds veranderen als onze omgeving verandert. Hoe dit werkt lees je in dit fascinerende boek, dat laat zien wat de grootste kracht van de mens is: zijn ongeëvenaarde vermogen tot aanpassing en verandering.

'Er zijn maar weinig dingen in het leven waar we zo ambivalent over zijn als verandering. Maar zeker is wel: zou de mens zich ten volle bewust zijn van zijn grootste kracht, dan zou de oplossing van veel problemen dichterbij komen.'

Fragment uit

Terug naar Overzicht alle titels


Byung-Chul Han


Infocratie : digitalisering en de crisis van de democratie

Ten Have 2022, 96 pagina's € 14,99
Reeks: De nieuwe wereld

Oorspronkelijke titel: Infocracy: Digitization and the Crisis of Democracy (2022)

Wikipedia: Byung-Chul Han (1959)

Korte beschrijving
Een boeiend boek waarin Han de huidige crisis van de democratie met het oog op de digitalisering van het publieke domein beschrijft. Hij laat zien dat er een nieuwe heerschappijvorm is, de infocratie. De mens raakt bedwelmd door een communicatie- en informatieroes en voelt zich tegelijkertijd machteloos overgeleverd aan de enorme hoeveelheden informatie die hij te verwerken krijgt. Met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.Byung-Chul Han (Seoel, 1959) is een wereldberoemde Koreaans-Duitse schrijver, academisch docent, filosoof en hoogleraar. Hij schreef een klein aantal boeken. Zijn werk werd in meer dan twintig landen uitgegeven.

Tekst op website auteur
In zijn nieuwe boek ‘Infocratie’ beschrijft Byung-Chul Han de huidige crisis van de democratie met het oog op deze digitalisering van het publieke domein. Han laat zien hoe we in nieuwe heerschappijvorm leven: de infocratie.

De digitalisering rukt onstuitbaar op. We zijn bedwelmd door een communicatie- en informatieroes. Tegelijk voelen we ons machteloos overgeleverd aan de tsunami van informatie die over ons wordt uitgestort. Verkiezingscampagnes worden als informatieoorlogen gevoerd. Samenzweringstheorieën en propaganda beheersen het politieke debat.

Over ‘De palliatieve maatschappij’:

'Han laat zien dat we het aan moeten durven om de palliatieve sluier van ons bestaan trekken en te accepteren dat sommige dingen niet door ons gecontroleerd kunnen worden. Dit boek is absoluut briljant' - Ewald Engelen

'Het is alsof Han een steen in de de vijver gooit en je moet er wel op reageren. Hij doet me hiermee denken aan Michel Houllebecq.' - Christiaan Weijts

Fragment uit Digitale rationaliteit
Dataïsten geloven dat big data en kunstmatige intelligentie ons tot een goddelijke, alomvattende blik in staat stellen, die alle maatschappelijke processen nauwgezet registreert en voor het welzijn van allen optimaliseert. Alex Pentland, de directeur van het Human Dynamic Lab van het Massachusetts Institute of Technology, een overtuigde dataïst, schrijft in zijn boek Social Physics - How Social Networks Can Make Us Smarter: 'Door big data krijgen we de kans de maatschappij in al haar complexiteit te zien, via de miljoenen netwerken van interpersoonlijke uitwisselingen. Als we een "oog van God" hadden, een allesomvattende blik, dan zouden we wellicht de mogelijkheid hebben om echt te begrijpen hoe de samenleving functioneert en stappen kunnen zetten om onze problemen op te lossen.'

Het door het menselijk verstand gestuurde discours verbleekt in het licht van die goddelijke blik van big data. De digitale allesomvattende kennis maakt het discours overbodig. Tegenover het communicatieve handelen van Habermas stellen dataïsten een behavioristische informatietheorie, die het zonder discours kan redden. In het dataïstische wereldbeeld komt het rationeel handelende individu, dat een geldigheidsaanspraak maakt en deze met argumenten verdedigt, niet voor.

Data-mining met behulp van big data en kunstmatige intelligentie vindt optimale oplossingen voor problemen en conflicten van een als berekenbaar sociale systeem opgevatte maatschappij, die alle betrokken voordelen verschaffen waar zij op grond van hun beperkte vermogen informatie te verwerken zelf niet op zouden komen. Big data en kunstmatige intelligentie nemen dus intelligentere, ja rationelere beslissingen dan menselijke individuen met hun beperkte vermogen grote hoeveelheden informatie te verwerken. Uit dataïstisch oogpunt is de digitale rationaliteit veruit superieur aan de communicatieve rationaliteit. (pagina 57-58)

Lees ook: De vermoeide samenleving (uit 2012)

Terug naar Overzicht alle titels

Robert Waldinger en Marc Schulz


Het goede leven : lessen van het langstlopende wetenschappelijke onderzoek naar geluk

Ten Have 2023, 395 pagina's  € 20,99

Oorspronkelijke titel: The Good Life : Lessons from the World's Longest Study on Happiness (2023)

Wikipedia: Robert Waldinger (1951) en Marc Schulz (19?) en website.

Korte beschrijving
Een boek over de wetenschap achter een lang en gelukkig leven. Het bevat de onderzoeksresultaten van de Harvard Study of Adult Development, het langstlopende onderzoek ter wereld over de vraag waarom sommige mensen langer leven dan anderen. Auteurs Waldinger en Schulz laten zien wat goed leven is en leren ons hoe we ons geluk kunnen bevorderen. Het geheim zit hem in het geluk dat wij vinden in onze sociale relaties. Geluk staat niet gelijk aan succes of geld, maar is voor iedereen toegankelijk. Informatief en begrijpelijk geschreven. Met zwart-witillustraties. Robert Waldinger (1951) is een Amerikaanse psychiater, psychoanalyticus en zen-priester.

Tekst op website uitgever
‘Het goede leven’ van Robert Schulz en Marc Waldinger bevat de onderzoeksresultaten van de Harvard Study of Adult Development, het langstlopende onderzoek ter wereld over de vraag waarom sommige mensen langer leven dan anderen. Het resultaat is een herkenbaar, praktisch toepasbaar en prettig leesbaar boek. Waldinger en Schulz laten zien wat goed leven is en leren ons hoe we ons geluk kunnen bevorderen. Het geheim zit hem in het geluk dat wij vinden in onze sociale relaties. Geluk staat niet gelijk aan succes of hoeveel geld wij hebben, maar is voor iedereen toegankelijk.

Robert Waldinger en Marc Schulz zijn beiden hoogleraar psychiatrie aan Harvard University. Samen geven zij leiding aan de Harvard Study of Adult Development, de langstlopende studie ooit naar menselijk geluk (looptijd 80 jaar).

Fragment uit 1. Wat is een goed leven?
We worden de hele dag gebombardeerd met boodschappen over wat ons gelukkig zal maken, over wat we in ons leven zouden moeten willen, over wie het 'goed' doet in het leven. Via commercials krijgen we te horen dat het eten van deze yoghurt ons gezond zal maken, het kopen van die smartphone ons blij zal maken, en dat het gebruik van die ene speciale gezichtscrème zal zorgen dat we er altijd jong uit zullen zien.
  Andere boodschappen zijn minder expliciet en zitten verweven in het leven van alledag. Als een vriend van ons een nieuwe auto koopt, vragen we ons wellicht af of we zelf ook een nieuwe auto moeten kopen en of dat ons leven beter zou maken. Als we door verschillende sociale media scrollen en alleen maar foto's zien van fantastische feestje en zandstranden, vragen we ons misschien wel af of we zelf naar genoeg feestjes gaan en of we wel vaak genoeg naar het strand gaan. In ongedwongen vriendschappen, op ons werk, en vooral op sociale media laten we vaak geïdealiseerde versies van onszelf zien. We laten onze mooiste lach zien, en het verschil tussen wat we van elkaar zien en hoe we over onszelf denken geeft ons het gevoel dat er iets in ons leven ontbreekt. We vergelijken altijd onze eigen binnenkant met de buitenkant van anderen
  In de loop van de tijd ontwikkelen we het subtiele maar moeilijk van ons af te schudden gevoel dat ons leven hier en nu plaatsvindt, en dat de dingen die we nodig hebben om een goed leven te kunnen leiden ergens anders te vinden zijn, of in de toekomst liggen. Altijd net buiten bereik.
  Als je door deze bril naar het leven kijkt, is het maar al te gemakkelijk om te denken dat het goede leven niet echt bestaat, of dat het alleen maar voor andere mensen is weggelegd. Ons eigen leven komt immers zelden overeen met het beeld dat we in ons hoofd hebben gecreëerd van hoe een goed leven eruit zou moeten zien. Ons eigen leven is altijd te rommelig, te ingewikkeld, om goed te zijn.
  We verklappen het maar vast: het goede leven is een ingewikkeld leven. En dat geldt voor iedereen.
  Het goede leven is vreugdevol... en een flinke uitdaging. Vol liefde, maar ook pijn. En het is nooit zo dat het gewoon gebeurt; in plaats daarvan ontvouwt het goede leven zich, in de loop van de tijd. het is een proces. Het bestaat uit onrust, kalmte, lichtheid, lasten, worstelingen, successen, tegenslagen, sprongen voorwaarts en veel vallen en opstaan. En natuurlijk eindigt het goede leven altijd in de dood.
  Een niet al te vrolijk verkooppraatje, dat beseffen we.
  Maar laten we er geen doekjes om winden. het leven is niet gemakkelijk, zelfs niet als het goed is. Je kunt het leven eenvoudigweg niet perfect maken, en als dat wel zou kunnen, dan zou het leven niet goed zijn.
  Waarom niet? Omdat een rijk leven - een goed leven - juist voortkomt uit de dingen die het zo moeilijk maken.
  Dit boek is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, vooral op de Harvard Study of Adult Development, een bijzondere wetenschappelijke onderneming die in 1938 is begonnen, en die tegen alle verwachtingen in nog steeds volop aan de gang is. Bob is de vierde persoon die de studie leidt, en Marc is zijn rechterhand. (pagina 12-13)

Terug naar Overzicht alle titels


Ad Verbrugge 3


De gezagscrisis : filosofisch essay over wankele wereld

Boom 2023, 343 pagina's € 24,90

Wikipedia: Ad Verbrugge (1967)

Korte beschrijving
Een diepgaand filosofisch essay over gezag. De auteur schets in dit boek de achtergrond van de huidige maatschappelijke onrust en het eroderende vertrouwen in de overheid. Hij stelt dat er een leegte schuilgaat in de mondiale netwerksamenleving, die ook de legitimiteit van het traditionele gezag ondermijnt. Dit, samen met de onmacht van de politiek en het vastlopen van het overheidsbeleid, vraagt volgens Verbrugge om een fundamentele bezinning op onze neoliberale en postmoderne cultuur, die begint met de herwaardering van de mens als een gemeenschapswezen. Met diepgang geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Ad Verbrugge (1967) doceert sociale en culturele filosofie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij is lid van Centrum Èthos, coördinator van de masteropleiding Filosofie van cultuur en bestuur en oprichter van het YouTube-kanaal De Nieuwe Wereld. Tevens is hij voorzitter van Beter Onderwijs Nederland en de Filosofische School Nederland. In 2019 won hij de Socratesbeker voor 'Het goede leven & de vrije markt'.

Tekst op website uitgever
In zijn prikkelende essay De gezagscrisis pleit filosoof Ad Verbrugge voor de herwaardering van de mens als een gemeenschapswezen. We leven in woelige tijden. Crises tuimelen over elkaar heen, eenvoudige oplossingen zijn er niet en het vertrouwen in de gevestigde orde is tanende. De vervreemding tussen burgers en overheid neemt toe, het politieke landschap raakt meer en meer versnipperd en het functioneren van de democratische rechtsstaat staat ter discussie. De kritiek op ‘de elite’ zwelt aan, traditionele media worden in toenemende mate gewantrouwd, complottheorieën tieren welig en voorheen gezaghebbende instituties liggen onder vuur. In zijn prikkelende essay De gezagscrisis schetst filosoof Ad Verbrugge de achtergrond waartegen de huidige maatschappelijke onrust en het eroderende vertrouwen in de overheid begrepen kunnen worden. Er gaat een leegte schuil in de mondiale netwerksamenleving, die ook de legitimiteit van het traditionele gezag ondermijnt. Samen met de onmacht van de politiek en het vastlopen van het overheidsbeleid vraagt de gezagscrisis om een fundamentele bezinning op onze neoliberale en postmoderne cultuur, die begint met de herwaardering van de mens als een gemeenschapswezen. Ad Verbrugge (1967) doceert sociale en culturele filosofie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij is lid van Centrum Èthos, coördinator van de masteropleiding Filosofie van cultuur en bestuur en oprichter van het YouTube-kanaal De Nieuwe Wereld. Tevens is hij voorzitter van Beter Onderwijs Nederland en de Filosofische School Nederland. In 2019 won hij samen met collega’s Govert Buijs en Jelle van Baardewijk de Socratesbeker voor Het goede leven & de vrije markt.

Fragment uit

Lees ookTijd van onbehagen : filosofische essays over een cultuur op drift (uit 2004), Staat van verwarring : het offer van liefde (uit 2013) én Het goede leven en de vrije markt : een cultuurfilosofische analyse (uit 2018) met Jelle van Baardewijk & Govert Buijs.

Terug naar Overzicht alle titels

Simon Sebag Montefiore

De wereld : een familiegeschiedenis
Spectrum 2022, 1467 pagina's € 69,99

Oorspronkelijke titel: The world : a family history of humanity (2022)

Wikipedia: Simon Sebag Montefiore (1965)

Korte beschrijving
Vanuit het standpunt dat de familie de basis vormt van het menselijk bestaan, wordt in 23 bedrijven de geschiedenis van de wereld verteld via de invloedrijkste families. Dat begint met het ontstaan van de mensheid, mogelijk in Afrika, de ontwikkeling van de denkende mens die rechtop ging lopen, zich steeds verder ontwikkelde en zich vestigde in dorpen. Van de prehistorie loopt het via o.a. het oude Egypte, China, Rome, de Vikingen, naar de middeleeuwen en via de expansiedrang van Duitsland, Frankrijk, China, Rusland, komen we bij 2 Wereldoorlogen in de 20e eeuw en invloedrijke families als de Kennedy’s, de Gandhi’s, en eindigen bij families als Trump en Sadat. Ook in dit monumentale, goedvertaalde boek toont de bekroonde Britse historicus en romanschrijver (1965) zich weer een meesterlijk verteller. Zowel door zijn uitgangspunt als zijn sprankelende stijl blijft het ondanks de omvang (1407 pagina’s) tot het laatst meeslepend. Als je geïnteresseerd bent  in geschiedenis, blijf je lezen, ook omdat door de nadruk op familie er meer dan gewoonlijk aandacht is voor vrouwen en kinderen..

Tekst op website uitgever
Monumentale wereldgeschiedenis aan de hand van de machtigste dynastieën

Na jarenlang historisch onderzoek komt historicus en internationaal gelauwerd auteur Simon Sebag Montefiore met zijn meest ambitieuze boek tot nu toe: De wereld. In dit magistrale boek vertelt hij de geschiedenis van de mens aan de hand van de belangrijkste familiedynastieën van over de hele wereld.

Op meesterlijke wijze neemt Montefiore ons mee naar de opkomst en het verval van deze dynastieën. Van de dienaar die Mesopotamië voor de ondergang behoedde en een arme boer die uitgroeide tot rebellenleider en stichter van de Han-dynastie, tot de eerste vrouwelijke farao Hatsjepsoet en Maria Theresia, de enige vrouwelijke heerser van het Habsburgse Rijk. Montefiore schrijft gedetailleerd over de oorlogen, complotten en grootsheidswaanzin van deze familiedynastieën en biedt daarmee een fascinerende nieuwe kijk op de wereldgeschiedenis.


Fragment uit (de) Inleiding

Als het eb wordt verschijnen de voetafdrukken. De voetafdrukken van een gezin dat op het strand liep van het huidige dorpje Happisburgh in het oosten van Engeland. Vijf voetsporen. Vermoedelijk van een volwassene en vier kinderen, daterend uit 950.000 tot 850.000 jaar geleden. Ze zijn in 2013 ontdekt en vermoedelijk de oudste afdrukken van een gezin die ooit zijn gevonden. Het zijn niet de eerste voetafdrukken: nog oudere zijn gevonden in Afrika, waar het verhaal van de mens begon. Maar dit zijn de oudste sporen van een gezin. En zij zijn de inspiratiebron voor deze geschiedenis van de wereld.

Er bestaan heel veel wereldgeschiedenissen, maar voor deze is een heel nieuwe benadering gekozen door gebruik te maken van verhalen van families in de tijd om een ander, fris perspectief te kunnen bieden. Dit spreekt me aan omdat dit een manier is om grote gebeurtenissen te kunnen koppelen aan individueel menselijk drama, van de eerste mensachtigen tot vandaag, van de scherpgemaakte steen tot de iPhone en de drone. Wereldgeschiedenis is een panacee voor verwarrende tijden: haar voordeel is dat ze een idee van perspectief biedt, haar nadele is dat ze te veel afstand schept. Wereldgeschiedenis gaat vaak over thema's, niet over mensen; biografie gaat over mensen, niet over thema's.

Het gezin is nog altijd de basiseenheid van het menselijk bestaan - zelfs in een tijd van kunstmatige intelligentie en een rakettenoorlog. Ik heb geschiedenis samengeweven door de verhalen te vertellen van verscheidene families in ieder werelddeel en tijdperk, en die verhalen gebruik heb ik gebruikt om er de voortgang van de geschiedenis van de mens aan vast te koppelen. Het is de biografie van heel veel mensen in plaats van één persoon. Zelfs al is de spanwijdte van deze families wereldwijd, hun drama's zijn intiem - geboorte, dood, huwelijk, liefde, haat; ze verschijnen, ze verdwijnen, ze verschijnen opnieuw; ze vertrekken, ze keren terug. Ieder familiedrama heeft vele bedrijven. Dat is wat Samuel Johnson bedoelde toen hij zei dat ieder koninkrijk een familie is en iedere familie een klein koninkrijk. 

In tegenstelling tot veel van de geschiedeniswerken waarmee ik ben opgegroeid, is dit een echte wereldgeschiedenis, niet onevenwichtig door buitengewoon veel nadruk op Europa, maar door Azië, Afrika en Amerika de aandacht te geven die ze verdienen. Met de focus op het gezin is het ook mogelijk meer aandacht te schenken aan vrouwen en kinderen, die nogal veronachtzaamd werden in de boeken die ik als schooljongen las. Hun rol verandert in de loop van de tijd. Het is mijn doel te laten zien hoe de fontanellen van de geschiedenis samengroeiden. (pagina 35-36)

Terug naar Overzicht alle titels


Maxim Februari 2

Doe zelf normaal : menselijk recht in tijden van datasturing en natuurgeweld
Prometheus 2023, 142 pagina's € 22,50

Wikipedia: Maxim Februari (1963)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Onder invloed van de klimaatverandering en intelligente technologieën verandert de democratische rechtsstaat. Natuur en technologie sturen het beleid en nemen beslissingen voor ons. Het is de vraag of we zelf ons gedrag nog kunnen blijven normeren. Te veel kennis over de toekomst dreigt bij deskundigen en aan universiteiten te blijven hangen. Het is tijd die kennis daar op te halen en een publiek gesprek te voeren over de veranderingen die op ons afkomen.

‘Hij is een origineel schrijver en denker en een geweldig stilist, met niet zelden een fijnzinnig gevoel voor humor. Hij maakt nieuwsgierig, zet aan tot denken en is kritisch op een zeer unieke manier.’ Jury J.L. Heldringprijs

‘Februari beheerst zijn materie volledig en schrijft met humor en verbeelding.’ NRC

‘Februari kijkt voorbij de rookgordijnen, verdrijft ze en biedt een blik op de werkelijke problemen daarachter.’ Het Parool

‘Het werk van Maxim Februari getuigt van een grote bekommernis om de wereld.’ Jury C.C.S. Croneprijs

Schrijver, jurist en filosoof Maxim Februari is een van de scherpzinnigste en origineelste denkers van ons taalgebied. Hij is de auteur van bejubelde romans ( Klont en De literaire kring), essays en columns. In 2008 ontving Februari de Frans Kellendonkprijs voor zijn gehele oeuvre, in 2018 de J.L. Heldringprijs voor columnistiek en in 2020 de P.C. Hooft-prijs voor beschouwend proza.

Fragment uit 3. De democratie verandert
Nog geen alternatief

Zo verandert de architectuur van de besluitvorming dus door de opkomst van het internet: veel beslissingen worden niet langer hiërarchisch genomen maar via een netwerk. Mensen en groeperingen regelen zaken onderling - niet langer via de bestaande bolwerken. Dat heeft het voordeel dat we afscheid nemen van oude autoritaire verhoudingen en traditionele machtsstructuren.
  Maar door afscheid te nemen van bestaande democratische institutie sloop je het gevaar ook de democratie zelf te verliezen. De oude regels gelden niet meer, nieuwe zijn er nog niet en voor je het weet ontstaan er nieuwe autoritaire verhoudingen.
  Want is er nog wel sprake van democratisch zelfbestuur wanneer besluiten worden genomen door particuliere verenigingen, private platforms, machtige actiegroepen, non-gouvernementele organisaties en al dat soort niet-gekozen partijen? Begrijpt Facebook menselijk gedrag inderdaad beter dan de wetenschap? Zijn ervaringsdeskundigen inderdaad betere deskundigen dan de deskundigen zelf? Wikipedia is een interessant experiment op het gebied van kennisverspreiding, maar de organisatie ervan creëert nieuwe hiërarchieën en aristocratieën; en bij gebrek aan een methode om de kwaliteit van de verspreide kennis te bepalen, loop je de kans dat die behoorlijk onbetrouwbaar is. (pagina 56-57)

Lees ook: Klont, een roman van Maxim Februari uit 2017.

Genomineerd voor de Socratesbeker 2024 - tekst op website Maand van de Filosofie
Onder invloed van de klimaatverandering en intelligente technologieën verandert de democratische rechtsstaat. Natuur en technologie sturen het beleid en nemen beslissingen voor ons. Het is de vraag of we zelf ons gedrag nog kunnen blijven normeren.

Te veel kennis over de toekomst dreigt bij deskundigen en aan universiteiten te blijven hangen. Het is tijd die kennis daar op te halen en een publiek gesprek te voeren over de veranderingen die op ons afkomen.

Schrijver, jurist en filosoof Maxim Februari is een van de scherpzinnigste en origineelste denkers van ons taalgebied. Hij is de auteur van bejubelde romans (Klont en De literaire kring), essays en columns. In 2008 ontving Februari de Frans Kellendonkprijs voor zijn gehele oeuvre, en in 2018 de J.H. Heldringprijs voor columnistiek. Hem is de P.C. Hooft-prijs 2020 toegekend. 

Terug naar Overzicht alle titels

Bas Heijne 8

De omgekeerde wereld : hoe kunst het leven maakt
Prometheus 2022, 352 pagina's  € 19,99

Verschijnt december 2022, is anno juli 2024 nog (steeds) niet verschenen

Wikipedia: Bas Heijne (1960)

Korte beschrijving

Tekst op website uitgever
Een scherpzinnig en brandend actueel boek over politiek, economie en samenleving De crisis is alomtegenwoordig. De economie en de samenleving ondergaan enorme veranderingen. Vaak hebben we het gevoel dat we de speelbal zijn van de omstandigheden.

Paul Magnette gaat tegen dat doemdenken in. Hij beschrijft hoe we vandaag lessen kunnen trekken uit de grote crisis van 2008. Het komt erop aan nieuwe ideeën te ontwikkelen om welvaart, wederzijds respect en solidariteit weer tot bloei te laten komen. Paul Magnette pleit in De omgekeerde wereld voor drie basisprincipes: meer Europa, een nieuw Belgisch federalisme en een nieuw maatschappelijk model dat vooruitgang en sociale rechtvaardigheid mogelijk maakt. De omgekeerde wereld is gebaseerd op de scherpzinnige observaties over Vlaanderen, België en Europa die Paul Magnette publiceerde in de krant De Standaard.

Fragment uit

Enkele andere boeken van Bas Heijne
Staat van Nederland : een pleidooi (2017)
Onbehagen : Nieuw Licht op de beschaafde mens (2016)
Wereldverbeteraars : Gandhi, King, Mandela - hun erfenis (2017)
Kleine filosofie van de volmaakte mens (2015)
De betovering van de wereld (2013)
Vrijheid, gelijkheid, broederschap (2018)
Mens/Onmens : essay (2020)
Leugen & waarheid : in gesprek over de grote kwesties van onze tijd (2021)

Terug naar Overzicht alle titels