De onvolkomenheid van de mens & het streven naar perfectie
Geschreven door Paul van Geest, Joyce Rupert, Joost Hengstmengel, Ard Jan Biemond & Harry Commandeur
Boom 2019, 151 pagina's - € 22,50
Website: Eibe (Erasmus Universiteit Rotterdam)
Korte beschrijving
Vijf hoogleraren uit diverse disciplines – van industriële economie tot theologie en kerkgeschiedenis – bespreken het spanningsveld dat ontstaat wanneer mensen enerzijds streven naar een ideaal, naar de perfectie in een bepaald domein of activiteit, terwijl diezelfde mens geconfronteerd wordt met zijn eigen begrenzingen op het vlak van rationaliteit, moraliteit of wilskracht. De auteurs laten profeten, filosofen, theologen en economen aan het woord. Ieder van hen, in zijn eigen discipline, komt uiteindelijk tot de opmerkelijke conclusie dat het besef van de eigen onvolmaaktheid én het streven naar het tegendeel hiervan 'tezamen' leiden tot grote en heilzame veranderingen in iemands persoonlijkheid, in organisaties en in de maatschappij. 'Beperkingen' worden positief benaderd om een 'homo dignus' te creëren en dit niet enkel op privévlak, maar ook binnen de managementstructuur van een organisatie en de maatschappij zelf. Een algemene conclusie sluit dit werkstuk af, samen met een uitvoerige literatuurlijst en een originele 'tabel met mensbeelden'. Met talrijke voetnoten met onder meer literatuurverwijzingen. Bijzonder verzorgde uitgave met leeslint.
Tekst op website uitgever
Mogen mensen ervan uitgaan dat zij op eigen kracht het goede kunnen doen, rechtvaardig kunnen zijn en anderen het beste gunnen? Of moeten zij zich juist bewust zijn van hun eigen onvolmaaktheid en slechtheid om op een goede manier met anderen om te gaan? Hier gaat het nieuwe deel in de ERGO-netwerkreeks over: hoe komen we naar een mensgerichtere economie en bedrijfsvoering?
De onvolkomenheid van de mens & het streven naar perfectie
Iedereen ervaart dagelijks de spanning tussen idealen en werkelijkheid. Wordt deze spanning minder als wij naar perfectie streven? En helpt het hierbij als wij ons bewust zijn van de eigen onvolmaaktheid? Hoe verhoudt het vertrouwen in het eigen kunnen zich tot het besef dat ons verstand, onze wilskracht en ons moreel inzicht ontoereikend zijn om alles in het leven goed te kunnen inschatten?
In dit boekje wordt aangetoond dat het besef van de eigen feilbaarheid een noodzakelijke voorwaarde is om goed te kunnen doen. Het besef van de eigen onvolmaaktheid vormt op paradoxale wijze de opmaat tot een gelukkiger leven.
Fragment uit 4. Naar een balans
4.2 Het streven naar een menswaardige organisatie
Het op de eigen, unieke wijze kunnen ontplooien van talenten via eros en het kunnen bijdragen aan de ontplooiing van anderen door philia draagt dus bij aan de menswaardigheid van organisaties. Maar er is nog een andere vorm van liefde nodig. De homo dignus onleent immers zijn waardigheid aan het simpele feit dat hij mens is. Die waardigheid veronderstelt dus een verbondenheid tussen mensen, die niet voorbehouden is aan bepaalde (groepen) mensen, maar die geldt voor alle mensen, om het simpele feit dat zij mens zijn. Het veronderstelt een universele, inclusieve, individu-overstijgende, onvoorwaardelijke liefde, die gekenmerkt wordt door barmhartigheid en compassie voor de medemens. Het is een vorm van naastenliefde met als uitgangspunt: ik ben mens, jij bent mens en daarom zijn wij verbonden. Dit is wat er bedoeld wordt met agapè. Zij vereist geen volmaaktheid en kent geen terugverdienmodel. Geven is belangrijker dan ontvangen. Het motief om te geven is de gezamenlijke vreugde die ontstaat als gevolg van het besef dat we allemaal mens zijn met gebreken en vanuit de betrokkenheid bij het opbloeien van de ander. Het behoeft weinig betoog dat deze vorm van liefde leidt tot een inclusieve cultuur, waarin de unieke talenten van medewerkers worden benut. Een organisatie op basis van deze zuivere vorm van liefde geeft simpelweg geen aanleiding tot het conformeren aan, uitsluiten van of wedijveren met anderen.
Hoe nastrevenswaardig deze vorm van liefde in organisaties ook is, de praktijk is weerbarstig en laat vaak een andere werkelijkheid zien. De reden is dat de meeste organisaties niet rekenen op onvolmaakte maar welwillende mensen die niets terug verwachten, maar in de plaats daarvan gebaseerd zijn op het 'voor wat hoort wat'-principe. En dat niet eens vanuit een economische berekendheid, maar simpelweg op basis van een eenvoudig sociaal principe, namelijk wederkerigheid. (pagina 101-102)
Artikel Ard Jan Biemond, Paul van Geest en Harry Commandeur: Homo dignus - Menszijn, niet meer en niet minder ()
Artikel: homo sapiens, homo economicus, homo dignus (augustus 2019)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen