Mazirel Pers 2025, 220 pagina's - € 20,99
Wikipedia: Armand Gribes (1959)
Korte beschrijving
Een verhelderend boek over de crisis in de Nederlandse gezondheidszorg. Hoogleraar intensivecaregeneeskunde Armand Girbes beschrijft hoe in 2006 de marktwerking werd ingevoerd in de Nederlandse gezondheidszorg met de belofte van betere zorg tegen lagere kosten. In de praktijk leidde dit tot minder ziekenhuizen, gedwongen overstap naar minderwaardige medicijnen en verlies van vrije artsenkeuze. Zorgverleners raken gedesillusioneerd door de toenemende bureaucratie, waarbij bijna 40 procent van hun tijd aan administratie wordt besteed, en zorgverzekeraars steeds meer invloed uitoefenen op medische beslissingen. Armand Girbes analyseert in dit boek de fundamentele denkfouten in het zorgsysteem en biedt inzichten in hoe deze problemen zijn ontstaan en hoe ze kunnen worden opgelost. Helder en toegankelijk geschreven. Geschikt voor een brede tot geoefende lezersgroep.
Armand Girbes (1959) is internist, intensivist en klinisch farmacoloog.
Tekst op website uitgever
"Zieke zorg" analyseert de negatieve gevolgen van marktwerking in de Nederlandse gezondheidszorg sinds 2006: minder zorgkwaliteit, bureaucratie, en verlies van keuzevrijheid. Girbes biedt oplossingen.
In 2006 werd marktwerking geïntroduceerd in de Nederlandse gezondheidszorg. De belofte: betere zorg tegen lagere kosten. De realiteit: minder ziekenhuizen, gedwongen overstap naar inferieure medicijnen, en verlies van vrije artsenkeuze. Intussen gooien gedesillusioneerde zorgverleners het bijltje erbij neer omdat ze verdrinken in bureaucratie – bijna 40% van hun tijd gaat op aan administratie – en omdat de zorgverzekeraars steeds vaker op de stoel van de arts gaan zitten. Hoogleraar intensive care geneeskunde Armand Girbes ontleedt vanuit zijn dagelijkse praktijk genadeloos de fundamentele denkfouten in ons zorgsysteem. Hij laat zien hoe we in deze situatie zijn beland én, belangrijker nog, hoe we hier uit kunnen komen.
Fragment uit 4. De veramerikanisering van de zorg
Zorgverzekeraars doen wat ze moeten doen
Ofschoon u wellicht uit de vorige hoofdstukken het beeld zou kunnen krijgen dat de zorgverzekeraars de bron van alle kwaad in de zorg zijn, is dit onjuist. De zorgverzekeraars vervullen een taak die hun is gegeven door de politiek. Het zijn financiële - en dus geen publieke - instellingen. Wat zij doen is dus logisch en begrijpelijk. Gezien hun opdracht moeten zij doen wat goed is voor hun bedrijf en niet noodzakelijkerwijs wat goed is voor de patiënt of de maatschappij.
Om zijn taak uit te kunnen voeren willen de zorgverzekeraars controle uitoefenen op de zorgverleners om te voorkomen dat ze te veel geld uitgeven. Door allerlei zaken, die ze door gebrek aan expertise niet kunnen bevatten, uit te laten drukken in cijfers op spreadsheets, proberen ze grip te houden op wat er gebeurt. Ook ziekenhuisdirecties kiezen mutatis mutandis voor deze werkwijze. Wat je dus kunt stellen is dat de politiek, de maatschappij en ook de zorgverleners zelf, met name via hun vertegenwoordigers, allemaal hebben bijgedragen aan het systeem rondom het gestolde wantrouwen in de zorg dat gepaard gaat met enorme hoeveelheden protocollen, regelzucht en de wens om alles uit te drukken in gedetailleerde cijfers.
Al deze regeltjes en al dat afrekenen op basis van incidenten zorgt ervoor dat zorgverleners steeds banger worden om op basis van professionele kennis, vaardigheden, ervaring en intuïtie te handelen. Met andere woorden: ze hebben het gevoel dat hun vakmanschap en autonomie steeds verder worden ondermijnd. Daarmee wordt het vak ook steeds onaantrekkelijker voor nieuwe aanwas.
De toename van regels als reactie op incidenten, creëert vervolgens een spiraal van controle en wantrouwen. Elke nieuwe regel die wordt ingevoerd om een specifieke situatie te controleren, leidt tot nieuwe mogelijkheden voor afwijkingen en interpretaties, wat vervolgens weer leidt tot de noodzaak voor nog meer regels. Dit proces wordt vaak aangeduid als 'regulatoire drift' of 'bureaucratische creep'. Anders gezegd: een toename van de omvang en complexiteit van de regelgeving die niet in verhouding staat tot de (minimale) verbetering in de kwaliteit of veiligheid van zorg die het oplevert. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de toename van mensen die moesten controleren of de regels wel goed worden nageleefd door de mensen die 'het echte werk' doen in het ziekenhuis. In de loop van mijn loopbaan heb ik zo een enorme toename van banen en mensen gezien in het ziekenhuis, waarbij ik mij werkelijk afvroeg wat hun bijdrage aan de patiëntenzorg was, hoed goed de intenties van deze mensen meestal ook waren.
Als wij hier filosofisch naar kijken, dan valt het volgende op: vanuit een existentialistisch perspectief, dat de nadruk legt op individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en authenticiteit, kan het Nederlandse zorgsysteem worden gezien als een structuur die de autonomie van zorgverleners beperkt. Door een overmaat aan regels en protocollen verliezen zorgverleners hun vermogen om authentieke beslissingen te nemen die gebaseerd zijn op hun professionele expertise en ethisch oordeel. Dit kan leiden tot een gevoel van vervreemding en verlies van betekenis in hun werk, omdat ze niet langer de vrijheid hebben om op een menselijke manier te reageren op de per patiënt verschillende omstandigheden. (pagina 76-78)
Fragment uit 15. oplossingsrichtingen: een weg uit het moeras
Stop overmatige registratie en dbc-systematiek
Iedere vorm van dubbele registratie moet gestopt worden. Daarnaast zal iedere registratie die in de afgelopen zeven jaar niet aantoonbaar heeft bijgedragen aan verbetering van de uitkomsten voor de patiënt, eveneens gestopt moeten worden. Het beste kan dit bepaald worden door een kleien commissie, bestaand eruit onafhankelijke professionals zonder belangen (denk aan bindingen met organisaties die zich bezighouden met deze registratie). Deze commissie zou doorzettingsmacht moeten krijgen en bereid moeten zijn om met de botte bijl het aantal registraties te reduceren.
Op dit moment hebben zorgverleners vooral last van de 'dbc-systematiek', waarbij dbc staat voor diagnose-behandelcombinatie. Er zijn op dit moment meer dan 4400 (!) verschillende dbc's; niet verwonderlijk dus dat het systeem is uitgegroeid tot een onmogelijke administratieve moloch. Elk van deze dbs's heeft een unieke code en prijs, die dan weer gebaseerd is op de gemiddelde zorgkosten voor een specifieke diagnose en behandeling. Ieder ziekenhuis heeft een gigantisch leger van administrateurs en IT-medewerkers in dienst die zich bezighouden met het registreren van deze dbs's.
De oplossing voor dit moloch, dat ik beschouw als een totaal mislukt experiment, is eenvoudig: schaf de dbs's af en stap over op lumpsum-financiering per regio. Dat zal onmiddellijk leiden tot een aanzienlijke vermindering van administratieve lasten.
Als er minder geadministreerd en geregistreerd hoeft te worden komen er flink wat functies - bullshit jobs - te vervallen. Het geld dat dit oplevert zouden weer kunnen inzetten voor het aantrekken van mensen die zorg-gerelateerde taken verrichten of zorgmedewerkers ontzorgen. Anders gezegd, meer mensen ín de zorg ten koste van minder mensen áán de zorg.
Natuurlijk zullen (beperkte) registraties noodzakelijk blijven. Ze zijn belangrijk voor een goede medische bedrijfsvoering en overdracht en geven ons een beeld van de gestelde diagnoses, behandelingen, ingrepen, complicaties en resultaten. Maar ook hierbij kan AI een nuttige rol spelen: door 'textmining' kan gemakkelijk relevantie informatie worden geëxtraheerd uit geschreven tekst, teksten die per se nodig zijn voor de goede behandeling van de patiënt. Het gaat te ver om dat in een kort hoofdstuk in volledigheid te belichten. daarnaast zijn daar meer hersenen voor nodig dan die van mij alleen. (pagina 204-205)
Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen