maandag 16 augustus 2021

Rob Wentholt & Floris Cohen

Experiment mensheid
Prometheus 2021, 368 pagina's € 30,--

Wikipedia: Floris Cohen (1946) en Rob Wentholt (1924-2010)

Korte beschrijving
Robert Wentholt (1924-2010) was hoogleraar sociale wetenschappen aan de Erasmus Universiteit. Hij voltooide kort voor zijn dood een Engelstalig boek: The Nature of Human Nature. Voor een Nederlandse versie was hem de tijd niet meer gegund. Floris Cohen (wetenschapshistoricus) heeft nu in eigen stijl en parafraserend een ingekorte Nederlandse versie gemaakt. Wentholt ziet de mens als een evolutionair succes, omdat hij zich kan aanpassen aan gewijzigde omstandigheden en leert van zijn ervaringen. Hij heeft zelfbewustzijn, is een complex zelf-reflexief wezen. Vanuit dat standpunt schenkt hij aandacht aan de menselijke drijfveren, vaardigheden en probleemoplossend vermogen, maar ook aan de invloed van maatschappij en cultuur. Hoewel de aanpassingsstrategie goed gewerkt heeft, is het de vraag of dat zo blijft, gezien de klimaatcrisis en massavernietigingswapens. Wentholt poogt daarom op het eind de vraag te beantwoorden hoe we ervoor kunnen zorgen dat de pro-sociale vermogens de overhand houden/krijgen op de anti-sociale. Cohen geeft in zijn Nawoord een rake kwalificatie van dit werk: 'een voedzame (...) en vooral ook zwaar vallende pudding. Het is, ondanks al zijn inspanningen en ondanks de goedgekozen voorbeelden, toch vooral van belang voor sociale wetenschapsbeoefenaren.'

Tekst op website uitgever
Experiment mensheid gaat over u, over mij, over ons allemaal. Het gaat over het raadsel dat we zo vaak voor onszelf zijn. Het gaat over hoe we ons gedragen, individueel maar ook in groepsverband. Het gaat over hoe wij vanbinnen in elkaar zitten en hoe dat op ons handelen uitwerkt. Het gaat over onze complexiteit, onze morele dilemma’s, onze tegenstrijdigheden, onze grootsheid en onze misère. Het gaat over wat we nodig hebben om gelukkig te worden, maar ook over het kwaad in ons, over zingeving, over wat er nodig is voor oplossingsgericht denken. Het gaat over de menselijke soort als uniek evolutionair experiment. Een experiment zonder aanwijsbare experimentator. Een experiment met een diersoort — de onze — die het voor haar specialisatie hebben moet van haar ongespecialiseerdheid: ons uniek sterk ontwikkelde vermogen tot leren van onze ervaringen. Een experiment dat op een fenomenaal succes is uitgelopen, maar wel een succes waar we ook aan te gronde kunnen gaan. De hier geboden analyse van onze diepste drijfveren mondt uit in een slotsom over wat we kunnen doen om het als mensheid nog te redden.

Rob Wentholt (1924-2010) was hoogleraar aan de Erasmus Universiteit. De gedachtegang in dit boek — vrucht van ruim een halve eeuw diep nadenken — is van hem afkomstig. Hij was een messcherp analyticus, een uitstekend mensenkenner en een wijs mens.

Floris Cohen (1946) publiceerde onder meer De herschepping van de wereld en Het knagende weten. In diezelfde toegankelijke stijl herschreef en voltooide hij nu de publieksversie van Wentholts postume meesterwerk.

Fragment uit (het) Woord vooraf
Lezer, dit boek gaat over u. Maar niet alleen over u. Het gaat over ons allemaal. Het gaat over hoe ons innerlijk leven in elkaar zit en hoe dat op ons handelen uitwerkt. Het gaat over de mate waarin we, schijnbaar alleen individueel, onze beslissingen in feite nemen binnen het raam van de gemeenschap waar we deel van uitmaken en van de cultuur waar we in zijn opgegroeid. Het gaat over onze innerlijke tegenstrijdigheden. Het gaat over onze zoektocht naar geluk. Het gaat over de menselijke soort als uniek evolutionair experiment. Een experiment zonder aanwijsbare experimentator. Een experiment met een diersoort - de onze - die het voor haar specialisatie hebben moet van haar ongespecialiseerdheid: ons uniek sterk ontwikkelde vermogen tot leren van onze ervaringen. Een experiment dat op een fenomenaal succes is uitgelopen, maar wel een succes waar we ons ook mee te gronde zouden kunnen richten. Sterker nog, of we het met zijn allen gaan redden is in onze eigen tijd ernstiger de vraag dan het ooit eerder is geweest. Het antwoord op die vraag hebben we zelf in de hand. Kant-en-klare recepten zijn niet voorradig, en worden hier dan ook niet gegeven. Wel een beredeneerde schatting van wat er nodig is om onze pro-sociale drijfveren en vermogens de overhand te bezorgen over het vele anti-sociale waar onze drijfveren en onze vermogens ons al net zo hard toe aanmoedigen en in staat stellen.
  Wat die drijfveren en die vermogens van ons dan wel zijn, en hoe ze zich tot elkaar verhouden, vormt het onderwerp van het eerste deel van dit boek. Het biedt een analyse van onze centrale drijfveren en van de vaak ingewikkelde wegen waarlangs die in ons handelen tot uitdrukking komen. De analyse verloopt via heel andere principes dan in de natuurwetenschappen gangbaar zijn (al wordt dankbaar gebruikgemaakt van wat anderhalve eeuw sociale wetenschap zoals aan empirische gegevens en aan deel-inzichten heeft opgeleverd). Er wordt niet geprobeerd om specifieke gedragingen van ons rechtstreeks op ons brein of op verondersteld evolutionair voordeel terug te voeren. En ook verder wordt er niet versimpeld. Wij mensen zijn uitzonderlijk ingewikkelde wezens, en je schiet er weinig mee op om te doen alsof die ingewikkeldheid van ons zich toto één zogenaamd alles verklarend beginsel terug laat brengen. In de evolutie is voor de ooit nieuwe soort 'mens' alles op de kaart gezet van één, tot ongekende hoogte opgevoerde specialisatie: ons ingeschapen vermogen om van onze ervaringen te leren. Dat leerproces is individueel - we besteden er onze hele jeugd aan. Het is ook collectief - wat onze voorouders en onze ouders van hun ervaring hebben geleerd geven we door de generaties heen verder door via de cultuur waar het geleerde in ligt opgeslagen. Tot op heden heeft deze evolutionaire strategie uitzonderlijk goed gewerkt. Alleen, er is geen enkel garantie dat dit, nu de mensheid zich in een ongekend riskante situatie heeft gemanoeuvreerd, zo blijven zal. Hoe we de gevaren van, met name, klimaatcrisis en toenemend geautomatiseerde massavernietigingswapens zo goed het hoofd kunnen bieden als onze drijfveren en onze vermogens het ons maar toestaan, vormt het onderwerp van deel III. Daarin komt achtereenvolgens aan de orde hoe kwaliteit van denken en handelen te onderkennen; wat rationeel, oplossingsgericht denken wel en niet inhoudt; hoe het kwaad in onszelf er zo goed mogelijk onder te houden, en, ten slotte, hoe de kansen te vergroten dat onze pro-sociale vermogens de overhand krijgen (of houden) over de anti-sociale. (pagina 9-10)

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen