Boom 2024, 168 pagina's - € 22,90
Korte bio van Mark Leegsma (1980)
Korte beschrijving
Een diepgaand boek over de filosofie en psychologie van de klimaatcrisis. Mark Leegsma bespreekt de paradox van een catastrofe die niemand overleeft, en dus niet voorgesteld kan worden. Hierdoor zijn mensen geneigd om de dreiging niet serieus te nemen. Leegsma stelt dat kennis van een dergelijke catastrofe wel mogelijk is en biedt een nieuwe manier van denken over de klimaatcrisis en haar gevolgen. Het boek plaveit de weg naar een nieuwe filosofie voor klimaatgerechtigheid, waarbij de focus ligt op het begrijpen en aanpakken van de klimaatcrisis. Intelligent en scherpzinnig geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep. Mark Leegsma (1980) is een Nederlandse schrijver. Hij studeerde filosofie en psychologie en promoveerde op een proefschrift over catastrofaal denken. Hij is als docent logica verbonden aan de HTF te Utrecht. Hij schreef eerder het boek ‘Extreem in de klas’.
Tekst op website uitgever
Ons voortbestaan is in gevaar – dat is de ultieme dreiging van klimaatverandering. Maar een ramp die niemand overleeft, kan ook niemand kennen of zelfs voor mogelijk houden. En als geen van ons dat kan, heeft het dan wel zin om de dreiging serieus te nemen?
In Het oog van de catastrofe doorbreekt Mark Leegsma deze paradoxale impasse. Door aan te tonen dat kennis van de catastrofe wel degelijk mogelijk is, stelt hij ons in staat om op een zinvolle manier na te denken over de klimaatcrisis en haar gevolgen. Zo plaveit hij de weg naar een nieuwe filosofie voor klimaatgerechtigheid.
‘Mark Leegsma laat op een mooie manier zien hoe verknipt onze manier van bevragen van de zich kennelijk aandienende catastrofe is.’ – René ten Bos
‘De enige catastrofe die iedereen overtuigt, zou de catastrofe zijn die niemand overleeft.’ – Peter Sloterdijk
Mark Leegsma (1980) studeerde filosofie en psychologie en promoveerde op een proefschrift over catastrofaal denken. Hij schreef eerder Extreem in de klas (2017) en vertaalde Wanneer soorten kennismaken van Donna Haraway (2024). Hij is als docent logica verbonden aan de HTF te Utrecht.
Fragment uit 2. Uitzonderlijk menselijk
Wij zijn Gaia
In Oog in oog met Gaia worstelt Bruno Latour met de vraag hoe wij moderne mensen het nieuws van de 'diepgaande mutatie van onze verhouding tot de wereld', waar antropogene klimaatverandering zowel een oorzaak als een uitdrukking van lijkt te zijn, nagenoeg onbewogen kunnen blijven aanhoren. Hoewel we intussen zo veel kritische grenzen hebben overschreden dat het te laat is om de verstoring ongedaan te maken, ziet Latour met lede ogen aan dat we daarvan nog steeds 'haast niets tot ons laten doordringen'. Deze bizarre ondoordringbaarheid vormt wat hem betreft de kern van ons verzet tegen de waarheid van de klimaatverandering, en daarmee hét obstakel dat klimaatrechtvaardigheid verhindert. Niet voor niets wil hij weten hoe deze ondoordringbaarheid valt te verklaren, en liefst weg te verklaren.
Voor Latour is de vraag hoe het in de eerste plaats heeft kunnen gebeuren dat onze verhouding tot de wereld zo diepgaand is gemuteerd. Hij zoekt deze mutatie in het onderscheid dat wij moderne mensen maken tussen subjecten - vrij handelende mensen, oftewel wijzelf - en objecten - alle andere 'dingen' waarmee we kunnen doen wat we maar willen. Het resultaat van deze scheiding is dat al het handelingsvermogen bij mensen terechtkomt en niets bij de dingen. Deze volstrekt ongelijke verdeling is zo fundamenteel voor de moderniteit dat er sprake is van een soort grondwet, ja zelfs een 'Constitutie' met hoofdletter C, aldus Latour. Daarin is de scheiding tussen mensen en niet-mensen, oftewel subjecten en objecten, die tevens een hiërarchische ordening is - 'boven' de mensen met hun vrijheid om dingen te beheersen en te maken, 'onder' de dingen die beheerst en gemaakt worden - vastgelegd en nader uitgewerkt. En deze Constitutie, denkt Latour, berust op een fatale, essentialistische dwaling, met betrekking tot de handelingsvermogens van alle dingen.
Volgens de Franse filosoof is er in den beginne, voordat we van min of meer stabiele 'dingen' kunnen spreken alleen maar actie. Atomen en moleculen, microben en macro-organismen, samenlevingen en ecosystemen 'zijn' eerst en vooral wat ze doen. Wat actie zelf dan is ligt daar al in besloten - een keten van allerlei verschillende, op elkaar inwerkende en elkaar wederkerig doordingen 'actanten'. Deze actanten, die dus niets anders 'zijn' dan wat ze doen, articuleren en specificeren een actie. Vandaar het dagelijks werk van wetenschappers zoals Latour het ziet: ketens van actanten observeren en ermee experimenteren, net zolang tot er uit een aanvankelijk verrassende handelingsketen stabiel, herhaalbaar 'gedrag' valt te isoleren. (pagina 83-84)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen