Klement 2017, 287 pagina's - € 27,99
Website Universiteit Utrecht: Kees Vuyk (1953)
Korte beschrijving
In dit belangwekkende boek van Vuyk, docent geesteswetenschappen aan de universiteit Utrecht, wordt de gangbare veronderstelling dat sociale ongelijkheid met meer onderwijs is te corrigeren, onderuit gehaald. Vuyk brengt de onder sociologen ondergewaardeerde factor intelligentie in en constateert dat door de meritocratische revolutie de mensen die nu in de onderklasse zitten ook echt geen hoger onderwijs kunnen volgen en omdat er niemand is aan wie ze zich kunnen optrekken, zich niet zullen verbeteren. Het oude verheffingsideaal heeft dus afgedaan; tegelijkertijd worden de banen waarvan minder intelligente mensen moeten leven, wegbezuinigd of door technologie overbodig. Intelligentie is voor hem een factor die gezondheid, inkomen en sociale kansen bepaalt, maar door de tweedeling volgens dit kenmerk ook de populistische opstand verklaart. Een prikkelende these die goed wordt onderbouwd en waarvan de consequenties mooi beschreven worden. Ook Vuyk’s persoonlijke verhaal krijgt een plek. Ongelijkheid is een actueel maatschappelijk thema en dit boek verdient daarom een breed publiek.
Tekst op website uitgever
‘Gelijke kansen voor iedereen’ is steeds meer een holle frase geworden. Wat heb je aan dergelijke beloften als je weet dat je geen gelijke kansen hebt en die ook nooit zult krijgen?
We wisten al dat frustratie over ongelijkheid een dankbare voedingsbodem voor het populisme is. Maar waar velen het populistische succes toeschrijven aan migratiegolven en crises kijkt Kees Vuyk in Oude en nieuwe ongelijkheid verder. Hij onderzoekt de zeer actuele filosofische vraag naar de samenhang tussen de moderniteit en ongelijkheid. Zijn conclusie? Ons meritocratische verheffingsideaal blijkt onhoudbaar te zijn. Verheffingspolitiek heeft niet voor iedereen gewerkt en drijft zelfs een wig in de samenleving.
Vuyk betoogt op overtuigende wijze dat er door dit failliet ruimte is vrijgekomen voor nieuwe idealen. Ongelijkheid oplossen is weliswaar onmogelijk, maar een maatschappij inrichten waarin we op een goede manier samenleven is dat zeker niet.
Over de auteur: Kees Vuyk was universitair hoofddocent aan het Departement Geesteswetenschappen van de Universiteit Utrecht.
Hoe dan ook vraagt de veelheid van informatie te midden waarvan mensen tegenwoordig moeten leven om een nieuw type intelligentie. In de moderne samenleving kom je er niet meer door informatie goed te onthouden. Ordening is essentieel geworden. Daarbij komt overigens ook het geheugen weer kijken, maar een ander soort geheugen, niet het vermogen om dingen lang vast te houden, maar het vermogen om in korte tijd een heleboel informatie tegelijk te overzien, het werkgeheugen in computertaal. Ook hierbij treden verschillen op tussen mensen. Sommigen lukt het gewoon niet om veel ballen tegelijk in de lucht te houden. Ze beperken zich dan tot dat wat ze kunnen overzien - in veel gevallen datgene wat ze al kenden. Nieuwe informatie blijft dan ongebruikt. De toename van informatie leidt dus niet per se tot meer inzicht, gefundeerder besluiten en een beter leven. In onze samenleving dreigen juist veel mensen in de informatie te verzuipen.
Om goed te begrijpen hoe mensen met nieuwe informatie omgaan is het belangrijk om in gedachten te houden dat mensen gewoonlijk - pasgeborenen zijn de uitzondering - zich niet tot deze nieuwe informatie verhouden als een tabula rasa, een onbeschreven blad. Mensen weten al van alles, ze hebben kennis, zij houden er meningen en overtuigingen op na. Het is op die basis dat zij nieuwe informatie ontvangen. Ook al heeft de bestaande kennis niet altijd betrekking op datgene waarover de nieuwe informatie handelt, dan nog streven mensen ernaar de nieuwe informatie in verband te brengen met wat ze al weten. Met wat daar niet mee in verband te brengen is, weten ze zich geen raad. Het maakt ze bang. Ze negeren het of ze ontkennen het. Als dat niet lukt worden ze kwaad - op de boodschappers of op zichzelf. Ontkenning, apathie en depressie zijn de verdedigingsmechanismen van de burgers die zich in de informatiesamenleving moeilijk staande kunnen houden. (pagina 116-117)
Op zaterdag 7 april 2018 werd tijdens de Nijmeegse Nacht van de Filosofie de Socrates Wisselbeker voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek van 2017 uitgereikt aan Kees Vuyk.
Volgens Vuyk rust er een taboe op het gegeven dat mensen qua intelligentie verschillen. Daardoor zien we niet dat er een nieuwe ongelijkheid is ontstaan, die tussen hoogopgeleide mensen en laagopgeleiden - sindsdien liever praktisch opgeleiden genoemd.
De eerste groep heeft in de vorige eeuw hun kans op hoger onderwijs gegrepen, ook als ze uit de lagere klassen kwamen. Zo kregen de lagere klassen te maken met een braindrain, die hen minder weerbaar maakte in een snel moderniserende wereld. Die laatste groep voelt zich niet thuis in de Nederlandse meritocratie, dat wil zeggen in een systeem dat talent beloont, maar lijkt neer te kijken op iedereen die niet vooruit kan of wil.
Column: Hoe de gewone man de gewone man is gebleven (Carel Peeters in Vrij Nederland 14 november 2017)
Recensie: Oude en nieuwe ongelijkheid (Katholiek Nieuwsblad, 4 januari 2018)
Artikel: Kees Vuyk in NRC: vertrouwen is essentieel om kloof tussen elite en boze burger te dichten (december 2016)
Nieuwsweekend
Op zaterdag 14 april 2018 schoof Kees Vuyk een kwartiertje aan bij Mieke van der Weij en Peter de Bie: Het einde van (de) slimme timmerman.
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen