dinsdag 9 januari 2018

Jos Palm

De gewone man : een kleine mensheidgeschiedenis
Atlas Contact 2017, 342 pagina's - € 19,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Wikipedia: Jos Palm (1956)

Korte beschrijving
Tegenwoordig, bijvoorbeeld in het Regeerakkoord van de herfst van 2017, komt zijn/haar naam veel voor: 'de gewone man en vrouw'. Wie zij precies zijn, is enigszins onduidelijk maar Palm wijdt een heel boek aan zijn geschiedenis (de persoon consequent met 'hem' aanduidend). De auteur spreekt niet over een bepaalde groep of klasse of nationaliteit maar neemt 'de gewone man' als uitgangspunt en schrijft vanuit daar zijn historie. Het algemene taalgebruik gaat na enige tijd echter vervelen en daarna tegenstaan, omdat het vrij monotoon doorgaat. 'De gewone man' als een amorfe massa en als symbool. Conclusie: 2000 jaar ploeteren, (mis)leiding en overheersing en veel onvrede bij 'de gewone man'. Moeizaam leesbaar. Met afbeeldingen in zwart-wit.

Fragment uit 9. Rust, vrede en een paar pantoffels
Tucht, orde, vlijt en productiviteit werden er van hem verwacht. En hij, proletariër aller landen, ging in plaats van te staken de handen nog eens extra uit de mouwen steken. Mercedessen, Volkswagens, Opels, Fiatjes, Renaults, Peugeots, Dafjes, Vauxhalls - allerhande typen auto's kwamen van de lopende band, dankzij zijn arbeid. Grundig-, Graetz, Philips-radio's; Miele- en Bosch-wasmachines en koelkasten; Mixers, koffiezetapparaten, zitbanken, bankstellen, ligbaden en televisietoestellen. Hij maakte ze voor de verkoop, voor de happy few, en ontdekte tot zijn eigen geluk en verbazing dat, mits hij een beetje spaarde, al die spullen ook het leven in zijn eigen rijtjeshuis konden veraangenamen. Hij werd de productieve Sapiens die tastbare zaligheidproduceerde en afnam; voortaan betrof zijn solidariteit uitsluitend de productie. Alles wat op de fabriek uit zijn handen kwam, moest uiteindelijk ook hemzelf, zijn vrouw en kinderen ten goede komen. De dokter een telefoon, hij ook een telefoon; de hoofdonderwijzer een auto, hij ook een auto (al was het maar een Opel Kadett); de notarisvrouw een koelkast met vriezer, zijn vrouw ook een koelkast met vriezer; de kinderen van de notabelen een gloednieuwe fiets, zijn kinderen ook een fiets  (al was het maar een afdankertje); de dominee een televisietoestel, hij ook een televisietoestel.
  Zijn weekenden met vrije zaterdagmiddag en op den duur een hele vrije zaterdag werden gevuld met winkelen, reclamefolders doorbladeren, vissen, voetbal kijken of in de zesde of zevende klasse zelf spelen of met de auto naar oma, schoonmoeder, het Lemelerveld of de dierentuin. Zijn werkdagen stonden in het teken van de tevredenheid die hem na gedane arbeid wachtte. Hij stond op, at zijn ontbijt met wittebrood en een zachtgekookt eitje dat zijn vrouw klaarmaakte, ging naar zijn baas, kwam thuis, nuttigde de aardappelen met steeds vaker een stukje vlees op het bord, keek televisie, concludeerde dat zijn leven in elk geval goed was, en ging in gezelschap van moeder de vrouw, die soms iets ondeugends aanhad, naar bed. (pagina 306-307)

Lees vooral ook Gouden jaren : hoe ons dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar is veranderd van Annegreet van Bergen (uit 2014), De geschiedenis van de vooruitgang van Rutger Bregman (uit 2013) of  Oude en nieuwe ongelijkheid : over het failliet van het verheffingsideaal van Kees Vuyk (uit 2017)


Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen