woensdag 15 april 2020

Paolo Giordano

In tijden van besmetting
De Bezige bij 2020, 80 pagina's € 9,99,

Oorspronkelijke titel: Nel contagio (2020)

Wikipedia: Paolo Giordano (1982)

Korte beschrijving 
Essay in korte heldere hoofdstukken over hoe de uiterst besmettelijke ziekte COVID-19 begin 2020 de wereld in zijn greep houdt. Auteur Paolo Giordano is de Italiaanse natuurkundige (1982) en veelgelezen auteur van romans als 'De eenzaamheid van de priemgetallen' (2009, verfilmd in 2010). Hij analyseert wiskundig hoe het elkaar besmetten ‘werkt’ en maakt duidelijk hoe intens wij door de wereldwijde mobiliteit tegenwoordig met elkaar verbonden zijn. Het maakt niet meer uit wie of waar we zijn, wat de wereldbevolking met dit virus meemaakt, overbrugt landsgrenzen, identiteiten en culturen. Giordano laat zien dat de epidemie ons volgens noopt de wereldbevolking te zien als één grote samenleving waarbinnen individuele keuzes gevolgen hebben voor iedereen. Een uiterst actueel thema. Hoogstrelevante, nuchtere en goed onderbouwde informatie en inzichten, zowel in tijden van corona als daarna.

Tekst op website uitgever
Een urgent, elegant en uiteindelijk hoopvol essay van de auteur van De eenzaamheid van de priemgetallen en over het virus dat ons allen in zijn greep houdt.

De corona-epidemie dreigt de grootste gezondheidsdreiging van onze tijd te worden. Het legt de verschillende niveaus bloot waarop wij tegenwoordig met elkaar verbonden zijn – het maakt niet uit wie of waar we zijn, wat we nu meemaken gaat voorbij aan landsgrenzen, identiteiten en culturen. De verspreiding van het virus maakt ondubbelzinnig duidelijk hoezeer onze wereld geglobaliseerd is. De epidemie moedigt ons aan de wereldbevolking als één grote samenleving te zien en dwingt ons om in te zien dat individuele keuzes gevolgen hebben voor iedereen. De samenleving waar we ons nu mee bezig moeten houden, is de gehele mensheid.
De wereldwijde bestsellerauteur Paolo Giordano schreef vanuit zijn wetenschappelijke achtergrond met In tijden van besmetting een glashelder, indringend en belangwekkend betoog.

Fragment - Tegen het fatalisme
De epidemie spoort ons dus aan om onszelf te beschouwen als behorend tot een collectief. Ze dwingt ons tot een gedachte-experiment waar we normaal gesproken niet mee bezig zijn: onszelf zien als onlosmakelijk verweven met de anderen en rekening houden met hun aanwezigheid bij het maken van individuele keuzes. In tijden van besmetting zijn we één enkel organisme. In tijden van besmetting worden we weer een gemeenschap.
  je hoort op het ogenblik vaak de volgende tegenwerping: als het virus - en daar lijkt het op - niet al te dodelijk is, en vooral niet voor jonge, gezonde mensen, waarom zou iemand als ik dan niet een risicootje mogen nemen en doorgaan met leven zoals hij gewend is? Is een beetje fatalisme soms niet het onvervreemdbare recht van elke vrije burger ?
  Nee, we moeten geen risico's nemen. Om minstens twee redenen.
  De eerste is van getalsmatige aard. Het percentage noodzakelijke ziekenhuisopnames wegens COVID-19 is absoluut niet verwaarloosbaar. Afgaand op de huidige schattingen, die nog kunnen veranderen, kunnen ongeveer tien procent van de besmette mensen in de ziekenhuizen terecht. Te veel besmettingen in korte tijd zou betekenen tien procent van een heel groot aantal, dus zoveel opnames dat er een tekort aan bedden en verplegers ontstaat. Zoveel dat het zorgsysteem plat komt te liggen.
  De tweede reden is simpelweg van menselijke aard. Het gaat om de deelverzameling vatbaren die net wat vatbaarder zijn dan de anderen: de ouderen, de mensen met een zwakke gezondheid. Laten we ze de supervatbaren noemen. Als wij gezonde jongeren meer risico's nemen om het virus op te lopen, brengen we het automatisch dichter bij hen. In een epidemie moeten de vatbaren zichzelf ook beschermen om de anderen te beschermen. De vatbaren zijn ook een cordon sanitaire.
  Dus wat we wel of niet doen in tijden van besmetting is niet alleen onze eigen zaak. Daar wil ik mezelf aan blijven herinneren, ook als alles achter de rug is.
  Daarom zoek ik naar een bondige formulering, een slogan die ik kan onthouden, en die vind ik in een artikel in Science uit 1972: More Is Different. Meer is anders. Toen Philip Warren Anderson dat schreef, doelde hij op elektronen en moleculen, maar hij had het ook over ons: het cumulatieve effect van onze afzonderlijke handelingen op het geheel is niet  hetzelfde als de som van de afzonderlijke effecten. Als we met velen zijn, hebben al onze gedragingen globale, abstracte consequenties die we maar moeilijk kunnen begrijpen. Als het om besmetting gaat, is het gebrek aan solidariteit bovenal een gebrek aan verbeeldingskracht. (pagina 37-39)

Fragment uit interview
Vraag: Covid-19 is niet alleen. U maakt zich boos over nog een virus. Het virus van nepieuws, geruchten, complottheorieën. China, het Amerikaanse leger, multinationals, zelfs Bill gates wordt genoemd als bron van herkomst.
Paolo Giordano: "Wat ons nu overkomt, is gene spelletje. Het verspreiden van nepnieuws, van complottheorieën, werkt averechts. Al die kletskoek in berichten en video's op sociale media ondergraven onze maatschappij, juist nu er zo veel mensen overlijden. Zij scheppen wantrouwen, slaan de hoop weg voor mensen die ziek zijn en op zoek zijn naar houvast. Verdeeldheid is een slecht medicijn. Daarom ben ik boos, ja!"
  De auteur blijft niet hangen in boosheid en de angst dat alles wordt uitgewist of dat juist alles bij het oude blijft. Hij vraagt om visie, om daadkracht. het staat in zijn ogen iedereen vrij om dit virus af te doen als een geïsoleerd geval, een ongeluk of plaag, aangericht door anderen. 'Maar', aldus de auteur in Nel contagio, 'we kunnen we ook naar streven om zin te geven aan deze besmetting. Om te bedenken wat we in normale omstandigheden niet kunnen bedenken: hoe we hier gekomen zijn, hoe we de draad weer op willen pakken. De dagen tellen. Opdat wijsheid ons hart vervult. Niet toestaan dat al dit lijden voor niets is geweest.' ('Virus zoekt ons niet op, wij jagen het uit zijn hol', ED, zaterdag 11 april 2020)

Fragment
‘Ik ben niet bang dat ik ziek word. Waarvoor dan wel? Voor alles wat de coronavirusbesmetting kan veranderen. Ik ben bang dat ik ontdek dat de beschaving die ik ken een kaartenhuis is. Dat alles wordt uitgewist. Maar ik ben ook bang voor het tegenovergestelde: dat als de angst straks weg is, alles bij het oude is gebleven.’

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen