vrijdag 25 november 2022

Arjen van Veelen 2

Rotterdam : een ode aan inefficiëntie
De Correspondent 2022, 363 pagina's  € 25,--

Wikipedia: Arjen van Veelen (1980)

Korte beschrijving
Een culturele en maatschappelijke analyse van de stedelijke cultuur van Rotterdam in de eenentwintigste eeuw. Arjen van Veelen keert na twintig jaar terug naar zijn geboortestad Rotterdam. Hij is op slag verliefd: honderden culturen leven gebroederlijk naast elkaar, met de twinkelende torens van een wereldstad ertussen. Tot hij ziet dat hele buurten worden gesloopt, armen de stad uit worden geduwd en die torens alleen voor de rijken blijken te zijn. Steeds meer dringt de vraag zich op: waar is de mens gebleven? ‘Rotterdam' is een oproep tot solidariteit; een pleidooi om elkaar niet uit het oog te verliezen en een ode aan de weerbarstigheid en inefficiëntie van het leven. ‘Rotterdam’ is pakkend en helder geschreven, waarbij de auteur zijn persoonlijke perspectief verweeft met een bredere maatschappelijke visie. Voor een brede tot geoefende lezersgroep met interesse in hedendaagse maatschappelijke kwesties. Arjen van Veelen (1980) is schrijver, journalist en Rotterdammer. Hij schrijft onder andere voor NRC en De Correspondent.

Tekst op website uitgever
Arjen van Veelen keert na twintig jaar terug naar zijn geboortestad Rotterdam. Hij is op slag verliefd: honderden culturen leven gebroederlijk naast elkaar, met de twinkelende torens van een wereldstad ertussen. Tot hij ziet dat hele buurten worden gesloopt, armen de stad uit worden geduwd en die torens alleen voor de rijken blijken te zijn. Hij ontdekt dat Rotterdam een metafoor is voor een wereld waarin alles in hokjes wordt gestopt. Waarin containers uit de haven het ritme bepalen, pakketjes de straten en de huizen vullen, en beeldschermen steeds meer tussen ons in komen te staan. Steeds meer dringt de vraag zich op: waar is de mens gebleven? Met Rotterdam schreef Arjen van Veelen een oproep tot onbeschaamde solidariteit. Een pleidooi om elkaar niet uit het oog te verliezen. En een ode aan de ingewikkeldheid, weerbarstigheid en inefficiëntie van het leven. Reacties: ‘Ik ben fan van Arjen van Veelen.’ - Marcel van Roosmalen ‘Een van de heerlijkste pennen van Nederland.’ - David Van Reybrouck ‘Meesterchroniqueur, meesterverteller, meesterschrijver. Mis het niet, dit boek.' - Japke-d. Bouma 'Reis door een metropool die de toekomst van Europa toont. Onthullend en onrustwekkend. IJzersterk reportagewerk.' Pascal Verbeken.


Fragment uit 1. Wakker worden in een wolkenkrabber

Rotterdam was nog steeds een bonkende havenstad, geen stad voor tere zielen, niet voor de schrijver die ik wilde zijn. Hier ging men prat op anti-intellectualisme, hier zei men trots: geen woorden maar daden. Schrijvers leken er alleen te kunnen overleven als ze hun taal aanpasten, als ze uitblonken in korte, vierkante, economische zinnen: alsof zelfs zij zich voor woorden waren gaan schamen.
  De enige mens die hier onbeschaamd boeken las, was een man van brons: het standbeeld van Desiderus Erasmus bij de Laurenskerk. Maar hij was als kleuter al uit de stad vertrokken en nooit teruggekomen. En het bronzen boek dat hij las, was de Bijbel. Een goed boek, maar ik kende het al, ik had als kind hele passages uit het hoofd geleerd.
  Voor Leiden verhuisde ik naar Amsterdam, daarna naar Amerika. Ik keerde terug, schreef verschillende boeken, en kon me een luxe weekend in De Rotterdam veroorloven. Vanuit het jetsetappartement had ik tussen de nieuwe woontorens door nog net het puntdak kunnen zien van de basisschool in de Tarwewijk waar ik had leren schrijven.
  En als ik daar niet zo heerlijk lag te slapen, dan had ik kunnen zien hoe de zon opkwam boven een stad die totaal was veranderd.
 

Pal voor het raam stond nu een pas opgeleverde zandstenen art-decowolkenkrabber. Ernaast een groene hijskraan die al aan de volgende toren bouwde. Er groeide een woud van wolkenkrabbers rond de havenbekkens en de rivier: Rijnkastelen van de eenentwintigste eeuw. Schepen lagen er nauwelijks nog aangemeerd. De haven van Rotterdam was weggetrokken uit de stad, naar de zee. Aan de horizon zag je de silhouetten van de laatste operationele havenkranen, wegsjokkende giraffen va de voorbije tijd.
  Langs de kades aan de voet van de toren waren musea, theaters en foodhallen verschenen, onderling verbonden door wandelpromenades en loopbruggen. Aan de Maashaven stond nog wel de honderd jaar oude Maassilo: ooit de grootste graanopslag ter wereld: nu een hippe discotheek. En op de kade waar vroeger de landverhuizers inscheepten, lag nu een blinkend cruiseschip: er stroomden Amerikaanse toeristen uit alsof Rotterdam de troonopvolger van Venetië was.
  Alsof niet alleen ik, maar ook de stad een klassenmigrant was geworden, waardoor we opeens wonderwel bij elkaar pasten. (pagina 14-16)

Lees ook: Amerikanen lopen niet : leven in het hart van de VS (2018).

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen