Ten Have 2022, 477 pagina's - € 39,99
Oorspronkelijke titel: Inventing the Individual: The Origins of Western Liberalism (2014)
Wikipedia: Larry Siedentop (1936)
Korte beschrijving
Een beschouwing van de oorsprong van het individu. Larry Siedentop laat zien hoe in de westerse samenleving het vrije individu belangrijker werd dan de groep, de stam en de familie. Mensen zijn allemaal zichzelf en daarin allemaal gelijk. Dit proces, dat het fundament vormt van liberale democratieën, begon niet in de Renaissance, zoals vaak wordt gedacht, maar vond zijn aanvang bijna 2000 jaar geleden, in het vroege christendom. Het boek volgt de ontwikkeling van het individu vanuit deze periode naar het Karolingische tijdperk tot het einde van de Renaissance. Het boek gaat diep en vanuit algemeen perspectief op de materie in. Intelligent geschreven. Met name geschikt voor een geoefende lezersgroep.Larry Siedentop (Chicago, 1936) is een Amerikaans-Britse auteur en filosoof. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk werd in meerdere landen uitgegeven.
Tekst op website uitgever
Het boek ‘De uitvinding van het individu’ is een moderne klassieker die ons op andere manier laat kijken naar onszelf en onze geschiedenis.
‘De uitvinding van het individu’ van Larry Siedentop laat zien hoe in de westerse samenleving het vrije individu belangrijker werd dan de groep, de stam en de familie. Wij zijn allemaal onszelf en daarin allemaal gelijk. Dit proces, dat het fundament vormt van onze liberale democratieën, begon niet in de Renaissance, zoals vaak wordt gedacht, maar vond zijn aanvang bijna 2000 jaar geleden, in het vroege christendom.
Siedentops inmiddels klassieke boek verandert de manier waarop we naar onszelf en de wereld waarin wij leven, kijken radicaal.
‘Een opmerkelijk boek dat de manier waarop we naar onszelf kijken zal veranderen’ – The Guardian
Fragment uit Proloog: Waar gaat het om in het Westen?
Heeft het nog zin te spreken over 'het Westen'? Mensen die leven in de landen die ooit werden gezien als deel van de christelijke wereld - wat velen nu de postchristelijke wereld zouden noemen - lijken hun morele houvast kwijt te zijn. We beschikken niet langer over een overtuigend verhaal over onze oorsprong en ontwikkeling. Onze kijk op de dingen is nauwelijks nog gebaseerd op een narratief. De dingen zijn ons - ten goede of ten kwade - gewoon overkomen.
Sommigen zullen die situatie toejuichen en het zien als een bevrijding van historische mythen, zoals het Bijbelse verhaal over zonde en verlossing van de mensheid of een geloof in vooruitgang dat wordt 'gegarandeerd' door de ontwikkeling van de wetenschap. Anderen zullen aanvoeren dat alles wat riekt naar een westers narratief is achterhaald door een meer inclusief verhaal over globalisering, en ook moreel dubieus is geworden.
Ik kan het daar niet mee eens zijn. Als we het Westen tegen een mondiale achtergrond bekijken, is wat opvalt aan onze situatie dat we in een competitie van overtuigingen verkeren, of ons dat nu bevalt of niet.
De ontwikkeling van het islamitische fundamentalisme - en de terroristische bewegingen die er soms door worden geïnspireerd - is het duidelijkste voorbeeld. Een wereldbeeld waarin de religieuze wet een seculiere sfeer uitsluit en waarin de ondergeschiktheid van de vrouw het geloof in menselijke gelijkheid op het spel zet, is onverenigbaar met de morele intuïties die wijdverbreid zijn in het Westen. En dat is slechts één voorbeeld. De overgang van marxistisch socialisme naar quasikapitalisme in China, het grootste land ter wereld, is een ander voorbeeld. In China is een grove vorm van utilitarisme de heersende ideologie geworden, waarbij men de belangen van de meerderheid vooropstelt, zelfs ten koste van rechtvaardigheid of menselijke vrijheid. Ook dat is in strijd met sommige van onze diepste intuïties.
Maar impliceren deze intuïties dat we in het Westen nog steeds kunnen definiëren in termen van gedeelde overtuigingen? Het kan overtuigingen bieden die gewoonlijk worden omschreven als 'liberaal', Maar hier stuiten we onmiddellijk op een probleem. Want in de ogen van islamitische fundamentalisten, en ook in de ogen van niet weinigen in het Westen zelf, staat het liberalisme voor 'nergens in geloven' - voor onverschilligheid en toegeeflijkheid, zo niet voor decadentie. Waarom si dat zo? En is die beschuldiging terecht?
Dit boek is een poging om daarachter te komen. Mijn betoog gaat uit van twee veronderstellingen. De eerste is dat we de relatie tussen overtuigingen en sociale instituties willen begrijpen - dat wil zeggen: onszelf willen begrijpen - we moeten kiezen voor een haal lang perspectief. Diepgaande morele veranderingen, veranderingen op het gebied van overtuigingen, hebben vaak eeuwen de tijd nodig, voordat sociale instellingen zich beginnen aan te passen. Het is dwaasheid te verwachten dat de gewoonten en attitudes van een cultuur van de ene dag op de andere veranderen.
De tweede veronderstelling is dat overtuigingen niettemin van fundamenteel belang zijn. Deze veronderstelling was vroeger veel gangbaarder dan nu. (pagina 9-10)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen