Ambo Anthos, 392 pagina's - € 24,99
Oorspronkelijke uitgave: Ultra-Processed People: Why Do We All Eat Stuff That Isn't Food ... and Why Can't We Stop? (2023)
Wikipedia: Chris van Tulleken (1978)
Korte beschrijving
Een boek over de negatieve effecten van ultrabewerkt voedsel. De auteur gaat in op de schade die industrieel ontworpen voedsel aanricht aan het lichaam, de gezondheid en de planeet. Het boek stelt dat onze eetgewoonten grotendeels worden bepaald door de voedselindustrie en marketing, en dat het moeilijk is om gezonde keuzes te maken in een tijdperk waarin de meeste calorieën die we consumeren afkomstig zijn van verslavend, industrieel ontworpen voedsel. Het boek biedt perspectief en oplossingen voor een gezonder leven voor de mens en voor de aarde. Informatief en duidelijk geschreven, met persoonlijke passages. Geschikt voor een breed tot geoefend lezerspubliek. Chris van Tulleken (1978) is een Britse schrijver, arts en viroloog. Hij focust zich als wetenschapper op integriteit en belangenverstrengeling, met name op het gebied van voeding. Voor de BBC maakte hij vele programma’s over gezondheid.
Tekst op website uitgever
Waarom proppen we ons vol met ongezond eten en hoe komt het dat we daar maar niet mee kunnen stoppen? Welkom in het nieuwe ‘eettijdperk’, waarin de meeste calorieën die we binnenkrijgen afkomstig zijn uit ultrabewerkt voedsel, voedsel dat industrieel wordt ontworpen dat het verslavend is.
Wat we eten wordt bepaald door het voedsel om ons heen, de prijs en hoe het op de markt wordt gebracht. In The Sunday Times-bestseller De voedselfuik laat dr. Chris van Tulleken zien wat ultrabewerkt voedsel echt doet met ons lichaam, onze gezondheid, ons gewicht en de planeet (hint: niets goeds!).
Te lang is ons verteld dat we ‘gewoon’ andere keuzes moeten maken, terwijl we in een tijdperk leven waarin ons dat vrijwel onmogelijk wordt gemaakt. Dit is geen dieetboek, maar het zal wel leiden tot gewichtsverlies. Het is ook geen verhandeling over het milieu, maar zal de planeet wel helpen. Van Tulleken biedt perspectief en presenteert oplossingen. Hij doet dat op een toegankelijke manier met als rode draad het persoonlijke verslag van zijn ingewikkelde relatie met ultrabewerkt voedsel – als dokter en als vader.
Fragment uit (de) Inleiding
Onze zintuigen smaak en reuk, ons immuunsysteem, onze behendigheid, onze tanden en de anatomie van onze kaak, ons zicht: er valt amper een aspect van de menselijke biologie, fysiologie of cultuur te bedenken dat niet in de eerste plaats is gevormd door onze historische behoefte aan energie. Miljarden jaren lang heeft ons lichaam zich voortreffelijk aangepast aan het gebruik van een breed scala aan voedsel.
Maar de afgelopen 150 jaar is voedsel... niet-voedsel geworden.
We zijn begonnen stoffen te eten die zijn opgebouwd uit nieuwe moleculen en gebruik gaan maken van processen die in onze evolutionaire geschiedenis niet eerder zijn voorgekomen, stoffen die je niet eens echt 'voedsel' kunt noemen. Onze calorieën zijn steeds vaker afkomstig van gemodificeerd zetmeel, van invertsuiker, gehydrolyseerde eiwitisolaten en zaadoliën die zijn geraffineerd, gebleekt, ontgeurd, gehydrogeneerd - en veresterd. En uit die calorieën zijn brouwsels samengesteld met behulp van andere moleculen waaraan onze zintuigen nooit eerder zijn blootgesteld: synthetische emulgatoren, caloriearme zoetstoffen, stabilisatoren, bevochtigingsmiddelen, smaakstoffen, kleurstoffen, kleurstabilisatoren, carboneermiddelen, verstevigingsmiddelen en vulstoffen en anti-vulstoffen.
Aanvankelijk kwamen deze stoffen geleidelijk in het dieet terecht, aan het einde van de negentiende eeuw, maar vanaf de jaren vijftig ging deze infiltratie steeds sneller en tegenwoordig maken deze stoffen het merendeel uit van wat mensen eten in de VK en de VS, en vormen ze een belangrijk onderdeel van het dieet in zowat elke samenleving op aarde.
En in dezelfde tijd dat we deze onbekende voedselomgeving zijn binnengetreden, zijn we ook terechtgekomen in een nieuw, parallel ecosysteem, een systeem met zijn eigen wapenwedlopen die niet door energiestromen maar door geldstromen worden aangedreven. Dit is het nieuwe systeem van industriële voedselproductie. In dat systeem zijn wij de prooi, de bron van het geld waar het systeem op draait. De concurrentiestrijd om dat geld, die tot toenemende complexiteit en innovatie leidt, speelt zich af binnen een compleet ecosysteem van zich voortdurend ontwikkelende bedrijven, van gigantische transnationale groepen tot duizenden kleinere nationale bedrijven. En hun lokaas om dat geld af te troggelen wordt ultrabewerkt voedsel os UPF (ultra-processed food) genoemd. Deze voedselmiddelen hebben tientallen jaren lang een evolutionair selectieproces doorgemaakt, waarbij de producten die in de grootste aantallen worden aangeschaft en opgegeten het best overleven in de markt. Om dit te bereiken hebben ze zich zo ontwikkeld dat ze de systemen van het lichaam ondermijnen die het gewicht en veel andere functies reguleren.
UPF maakt vandaag de dag wel 60 procent uit van het gemiddelde dieet in het VK en de VS. Veel kinderen, ook de mijne, krijgen het merendeel van hun calorieën via deze stoffen binnen. UPF is onze voedselcultuur, het materieel waaruit we ons lichaam opbouwen. Als je dit in Australië, Canada of het VK leest, is dit jouw nationale dieet. Nederlanders eten het meeste UPF ter wereld, tot wel 61 procent van de calorieën komen uit deze stoffen.
UPF heeft een lange, formele wetenschappelijke definitie, maar het komt hierop neer: als het in plastic is verpakt en minstens één ingrediënt heeft dat je normaal gesproken niet in een standaardkeuken zou aantreffen, dan is het UPF. Veel ervan zul je wel kennen als 'junkfood', maar er is ook volop biologisch, vrije-uitloop, 'ethisch' UPF, dat waarschijnlijk wordt verkocht als gezond, voedzaam, milieuvriendelijk en goed om af te vallen (het is ook een vuistregel dat vrijwel elk voedingsproduct met een gezondheidsclaim op de verpakking UPF is). (pagina 13-14)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen