zondag 3 april 2022

Peter Venmans 2

Gastvrijheid : filosofisch essay
Atlas Contact 2022, 221 pagina's  € 21,99

Wikipedia: Peter Venmans (1963)

Korte beschrijving
Een essay over de plaats van gastvrijheid in de moderne tijd. Gastvrijheid is alomtegenwoordig in het dagelijks leven, maar sommige mensen stellen dat door onder andere het massatoerisme de spontane gastvrijheid is vervangen door winstbejag, zakelijkheid en voorgeschreven gedragscodes. Ook binnen de migratiekwestie is gastvrijheid vaak niet de eerste impuls. Aan de hand van onder andere Homeros, christelijke caritas en Japanse ‘omotenashi' schrijft Peter Venmans over gebruiken van (on)gastvrijheid door de eeuwen heen.  ‘Gastvrijheid’ is in een heldere, erudiete stijl geschreven. Een boek voor geoefende lezers op zoek naar filosofische diepgang en reflectie op belangrijke hedendaagse thema’s. Peter Venmans (1963) is een Vlaamse filosoof en hispanist. Hij schreef meerdere boeken.

Tekst op website uitgever
Stevenen we af op het einde van gastvrijheid? Venmans legt uit wat het begrip eigenlijk inhoudt, wat de geschiedenis ervan is, en hoe het nou staat met de hedendaagse gastvrijheid.

Elke dag zijn we wel iemands gast of gastheer. We reizen naar het buitenland, gaan op bezoek bij vrienden of verwelkomen nieuwe medewerkers in onze organisatie. Gastvrijheid is alomtegenwoordig. Tegelijk beleven we volgens sommigen het einde van de gastvrijheid. Door het massatoerisme en de opkomst van de hospitality-industrie zou de spontane hartelijkheid van weleer vervangen zijn door commerciële berekening, zakelijkheid en voorgeschreven gedragscodes. En bij het ontvangen van migranten laat de politiek zich niet door generositeit leiden maar door veiligheidsoverwegingen. In dit essay gaat Peter Venmans in op deze vraag en plaatst daarbij gastvrijheid in een breed historisch en filosofisch kader: van Homeros tot Faïza Guène, van christelijke caritas tot Japanse omotenashi, van de Gulden Regel tot het asielrecht.

Fragment uit 1. Odysseus, de eeuwige gast
Het einde van de gastvrijheid kan trouwens ook problematisch zijn. Het kan op allerlei manieren mislopen, zowel door de gastheer als door de gast overigens. De gastheer kan de gast beletten om te vertrekken, waardoor hij hem feitelijk gijzelt. En omgekeerd kan de gast weigeren weg te gaan, waardoor hij parasiteert op de aangeboden gastvrijheid. In het Engels bestaat voor dit laatste de uitdrukking to overstay one's welcome. In het Nederlands zeggen we 'een gast en een vis blijven drie dagen fris' - en die termijn van drie dagen blijkt vrij universeel te zijn. In de Koran geeft de Profeet aan dat een gast het recht heeft om drie dagen en drie nachten in het huis van een ander te verblijven. Na die periode herneemt de gastheer alle rechten van de eigenaar.
  In de Odyssee wordt niet gestipuleerd hoelang de ideale gastvrijheid precies moet duren, maar bij het meest gastvrije volk, de Faiaken op het eiland Scheria, is het verblijf van Odysseus heel kort, nauwelijks twee dagen, al zijn het zeer gevulde dagen, met alle rituelen die bij gastvrijheid horen, inclusief sportwedstrijden en het vertellen van uitgebreide verhalen. Tijdens één lange, wonderlijke nacht - de wonderlijkste nacht uit de wereldliteratuur - horen we uit de mond van Odysseus zijn vele avonturen, bij de Lotuseters, de Cyclopen, de Sirenen, Scylla en de Charybdis, enzovoort. Een heel belangrijk aspect van de Faiaakse gastvrijheid is echter dat ze de haast van Odysseus respecteren en hem niet lange rophouden dan nodig. Daartoe moeten ze koortsachtig voorbereidselen treffen, want ze zullen hem ook nog escorteren tot op de plaats van zijn bestemming.
  Als de gastvrijheid mislukt in de Odyssee, dan komt dat vaak doordat de gastheer te lang beslag legt op de gast. Het frappantste voorbeeld daarvan is natuurlijk de halfgodin Kalypso die Odysseus zeven jaar tegen zijn zin vasthoudt op haar eenzame, verafgelegen eiland. Zijn reis lijkt voorgoed tot stilstand gekomen. Kalypso belooft Odysseus zelfs het eeuwige leven. Maar onsterfelijkheid is geen gastvrijheid meer. Gastvrijheid houdt ook in dat je je gast de vrijheid gunt om weer weg te gaan en hem op weg helpt. Dat is wat Kalypso uiteindelijk ook zal doen, in opdracht van de goden en tegen haar zin.
  Echte gastvrijheid betekent dat men de gast niet van zijn bestemming afhoudt, zoals de Lotuseters deden, nochtans een vreedzaam volkje zonder kwade bedoelingen, een soort hippies avant la lettre. Eigenlijk zijn ze heel hartelijk en gastvrij: ze bieden hun gasten ter verwelkoming immers lekkere eetbare bloemen aan. Alleen schuilt in die vriendelijk aangeboden bloemen een groot gevaar, want wie ervan eet vergeet terstond wie hij is, waar hij vandaan komt en waar hij naartoe wil. Dit geheugenverlies vormt voor Odysseus een enorme bedreiging, het zou zijn hele onderneming in gevaar brengen. Hij zou op het eiland van de Lotuseters een gelukzalige, euforische tijd doorbrengen - net als in de geluksmachine uit het gedachte-experiment - maar al dat genot zou hem niet echt gelukkig maken, het zou hem alle zin ontnemen om nog iets van zijn leven te maken. Wie zijn oorsprong en bestemming vergeet - en bij Odysseus vallen die twee samen, hij komt van Ithaca en wil ernaar terug - verliest zijn identiteit en dus zijn menselijkheid. Wie zich niet herinnert waar hij vandaan komt, weet ook niet waar hij naartoe moet. Geen toekomst zonder herkomst. (pagina 42-44)

Lees ook: Amor mundi : hoe komen we tot een betekenisvolle relatie met de ander? (uit 2016)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen