Ambo Anthos 2022, 251 pagina's - € 22,99
Wikipedia: Ton Lemaire (1941)
Korte beschrijving
Een boeiend boek over politieke filosofie en de maatschappij. Het boek bevat veertig maatschappijkritische essays over vooruitgangsdenken en kapitalisme. Met een antropologisch en filosofisch gevormde blik kijkt de auteur naar culturele en maatschappelijke aspecten als economie en ecologie, religie en zingeving, waarin het streven naar constante groei en rijkdom naar zeggen van de auteur pathologisch is geworden. Daarnaast gaat het boek over de tekortkomingen van de democratie, het gevaar van perfectionisme, bio-industrie en ontbossing. Met diepgang geschreven. Het boek zal vooral geoefende lezers aanspreken. Ton Lemaire (Rotterdam, 1941) is antropoloog en filosoof.
Tekst op website uitgever
Met een antropologisch en filosofisch gevormde blik kijkt Ton Lemaire In Tegen de tijd naar allerlei aspecten van onze cultuur en maatschappij, zoals economie en ecologie, religie en zingeving.
In zijn nieuwe boek beweegt Ton Lemaire zich tussen verwondering, bewondering en verontwaardiging. In veertig essays biedt hij een eigentijdse en tegendraadse beschouwing over de toekomst van onze wereld, die door verschillende bedreigingen wordt overschaduwd. Alleen een algehele omslag in ons doen en denken kan een uitweg bieden uit de problemen die onze veelgeroemde ‘vooruitgang’ heeft veroorzaakt. Lemaire pleit voor een breuk met het kapitalisme, waarin ons streven naar constante groei en rijkdom pathologisch is geworden en in de nabije toekomst steeds vaker zal leiden tot toenemende ongelijkheid en uiteindelijk zelfs tot een verwoeste planeet.
Met een antropologisch en filosofisch gevormde blik kijkt Lemaire naar allerlei aspecten van onze cultuur en maatschappij, zoals economie en ecologie, religie en zingeving. Hij schrijft bovendien over de tekortkomingen van de democratie, het gevaar van perfectionisme, over de bio-industrie, de ontbossing, het verlangen naar wildheid en hij wijst op de wet van de algehele fluctuatie der dingen. Lemaire snijdt, genuanceerd en wijs, gevoelige thema’s aan.
‘Ton Lemaire is een essayistische Orpheus die zijn essays als gedichten de wereld in stuurt.’ – Vrij Nederland
Fragment uit 19. Een moderne augiasstal
In onze tijd bestaat er opnieuw een augiusstal zonder dat er een beroep kan worden gedaan op een Herakles. Het gaat om bijna de hele Nederlandse veeteelt, die de laatste decennia in hoog tempo is getransformeerd in een bio-industrie die bodem, water en lucht verontreinigt, dieren als producenten van vlees, melk en eieren behandelt en landschappen verarmt en verziekt. Weliswaar zijn de stallen zelf waarschijnlijk vrij schoon en vooral clean, maar dat neemt niet weg dat er heel wat te saneren valt. De hedendaagse landbouw en veeteelt lijken nog maar heel weinig op de vroegere, pre-industriële voorgangers, waaraan alleen oudere mensen nog herinneringen hebben - en soms een (te) idyllisch beeld. De moderne veeteler is een ondernemer geworden die zijn bedrijf runt als een fabriek, een industrie die gespecialiseerd is in het fokken van dieren. Deze bio-industrie laat zien hoever men kan gaan in de industriële en kapitalistische exploitatie van levende wezens. Het impliceert verwetenschappelijking en rationalisering, schaalvergroting en een vergaande arbeidsverdeling, maximalisering van de productie, optimale efficiëntie en een volstrekt zakelijke kosten-batenbalans, en dit alles is in hoofdzaak gericht op export voor de wereldmarkt.
In fit hele complex bestaat een nauwe vervlechting van de grote veevoederbedrijven, de moderne technologie, veeartsenij, de banken en dat alles wetenschappelijk begeleid door 'Wageningen', een begrip in binnen- en buitenland voor de modernisering van landbouw en veeteelt. De laatste decennia zijn op allerlei vlak de grote problemen manifest geworden waartoe dit systeem heeft geleid, zodanig dat ook de publieke opinie er zich meer en meer van afkeert. Velen de Partij voor de Dieren voorop, staan een volledige opheffing voor van deze bio-industrie en ik vind dat ze helemaal gelijk hebben, want ik acht dit 'dier-industriële complex' (B. Noske), zoals het wel genoemd is, een schandvlek voor Nederland. Aan de buitenkant ziet het er nogal onschuldig uit wanneer je door gebieden rijdt waar veel bio-industrie aanwezig is. De grote, kil uitziende en vensterloze stallen in het buitengebied met vaak grote trechters ernaast voor de opslag van voer ogen modern en gestroomlijnd. Maar daar leven - weten we - honderden, meestal duizenden dieren hun onnatuurlijke levens, opgefokt tot toekomstige kiloknallers in de supermarkten. Eromheen oogt het, in de ogen van de stedeling, best landelijk met veel groen gras - zij het zonder andere planten, zelfs geen paardenbloemen. Het is in feite een ecologische woestijn, de prijs van de penetratie van economische en industriële praktijken in landbouw en veeteelt. (pagina 92-94)
()
Brabant is in dit treurige verhaal waarschijnlijk de meest getroffen provincie. Het heeft de grootste concentratie varkens van Nederland en een van de grootste van Europa, met alle gevolgen van dien. In Boxtel bevindt zich dan ook de grootste varkensslachterij van het land, waar elk uur circa 1500 varkens aan de lopende band worden gedood en verwerkt, 2,75 miljoen per jaar. Een aanzienlijk deel van de welvaart van de provincie is te danken aan de varkensteelt en het is dan ook toepasselijk dat zich een grote sculptuur van een toom varkens bevindt (overigens een fraai beeldhouwwerk) voor het provinciehuis in Den Bosch als een hommage aan het varken. In Brabant komt een opvallende concentratie van gigantische stallen voor in en rond de Peel, vanouds een arme streek. Ook de nertsenfokkerijen zijn hoofdzakelijk daar gesitueerd. Veel van die nertsenfarmen bleken in de loop van 2020 met het coronavirus besmet en werden 'geruimd'. Dit is een frappant geval van een zogenaamde 'zoönose', waarbij een besmettelijke ziekte van dier op mens en vice versa kan overspringen. In Brabant met zijn schrale zandgronden is de bio-industrie een goudmijn gebleken voor ondernemende boeren. Sommigen hebben het daardoor tot grote welstand gebracht, anderen zuchten onder zware financiële lasten want de investeringen in deze bedrijfstak zijn enorm. Een relatief hoof percentage onder hen pleegt zelfmoord. (pagina 95-96)
Lees ook: De val van Prometheus : over de keerzijden van de vooruitgang (2010) en Onder dieren : voor een diervriendelijker wereld (2017)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen