zaterdag 8 april 2017

Ton Lemaire 2


Onder dieren : voor een diervriendelijker wereld

Ambo/Anthos 2017, 508 pagina's € 34,99

Wikipedia: Ton Lemaire (1941)

Korte beschrijving
Al ruim 25 jaar woont de cultuurfilosoof Ton Lemaire (1941) op een stille plek in de Dordogne, waar hij in eenvoud leeft en denkt en leest en schrijft. Gevlucht voor het lawaai, het kapitaal, de consumptie en de markt. Terug naar een wereld waar de stem van de natuur nog wordt gehoord. In een lange reeks boeken komt hij op voor de waarde van het landschap, van de natuur. Zo ook in dit fascinerende boek over dieren. Het begint concreet, met hoofdstukken over wolven, olifanten, prieelvogels, bijen, paarden en honden, met een veelheid van materiaal uit biologie en mythologie, uit literatuur en dagelijks leven. Dan wordt het abstracter, met aandacht voor de psychologische, de sociale en de historische dimensie, en voor wijsgerige vragen rond kentheorie en ethiek. Het geheel is een pleidooi voor 'humanimalisme', een manier van denken en doen waarin dieren humaner worden bezien en behandeld. Bevat uitvoerige registers, noten en literatuurverwijzingen.

Tekst op website uitgever
Ton Lemaire, de nestor van de dierenethiek, mengt zich met Onder dieren in de actuele discussies rondom dierenwelzijn. Lemaire is antropoloog en filosoof, en publiceerde eerder onder meer De val van Prometheus, Verre velden en Het lied van Hiawatha. 

Vroeger waren dieren essentieel voor het bestaan van de mens –de kippen liepen op het erf, de paarden waren onmisbaar bij de oogst –, tegenwoordig zijn ze uit het straatbeeld verdwenen. Koeien, varkens en kippen zijn gereduceerd tot een soort vlees-, melk- en legmachines. Ondertussen worden gezelschapsdieren zoals honden en katten door ons vertroeteld en verwend.
Aan de hand van zes dieren – wolf, olifant, paard, hond, prieelvogel en bij – beschrijft Ton Lemaire in Onder dieren de praktische en symbolische betekenis die deze dieren in de loop der tijd voor ons hebben gehad. Daarbij raakt hij aan thema’s als het vegetarisme en de antropomorfisering, empathie en mededogen, instinct en intelligentie, egoïsme en altruïsme.
Lemaire neemt stelling in actuele discussies over de bio-industrie. Ook schetst hij een ethiek voor het antropoceen, het tijdperk waarin de mens verantwoordelijk is voor het in stand houden van een optimale biodiversiteit op een ecologisch gezonde planeet.

Fragment uit XII Evolutie en ethiek
11. Het humanimalisme: een ethiek voor het ntropoceen
Ongeveer vijftien jaar geleden is een neologisme gevormd - Antropoceen - dat zich verrassend snel heeft verbreid en is ingeburgerd. Het werd geïntroduceerd door de chemicus Crutzen, en wilde aanduiden dat in geologisch perspectief gezien de aarde een nieuw tijdperk is ingegaan waarin de mens in de hoogste mate zijn stempel op de planeet is gaan drukken. Men is het er niet over eens wanneer dat begin zou hebben plaatsgevonden: bij het lanceren van de atoombom, bij de industriële revolutie of al bij de uitvinding van de landbouw. De menselijke aanwezigheid op aarde is in ieder geval vanaf dat moment dusdanig dat over miljoenen jaren in de stratiegrafie van de aardkorst de factor 'mens' bepalend zal blijken te zijn. Een feit is dat de mensheid door het massaal gebruik van fossiele delfstoffen, de mijnbouw, de productie en verbreiding van chemische stoffen, van plastics, de bouw van enorme stuwdammen, het produceren van ontzaglijke afvalbergen enzovoorts de aarde sterk heeft beïnvloed, waardoor het klimaat verandert, de oceanen verzuren, immense oppervlakten bos zijn verdwenen en veel plant- en diersoorten zijn uitgestorven of worden bedreigd met uitsterven. De biodiversiteit is sterk afgenomen en onze 'ecologische voetafdruk' overschrijdt de draagkracht van onze planeet. Dit alles wettigt het gebruik van de term Antropoceen om aan te geven dat het Holoceen voorbij is en het Tijdperk van de Mens is aangebroken.
  Omdat de menselijke invloed op de aarde zo drastisch voelbaar is geworden, heeft de mensheid er alle belang bij om verenigd te gaan optreden teneinde de leefbaarheid van de planeet voor onszelf en andere soorten veilig te stellen. Sinds we meer macht hebben verworven en invloed uitoefenen is ook onze collectieve verantwoordelijkheid in gelijke mate toegenomen. Van ons hangt voortaan af of en in welk tempo klimaten zullen veranderen en of dier- en plantensoorten zullen blijven uitsterven. Wij zijn verantwoordelijk voor het handhaven van de biodiversiteit, voor het voortbestaan van olifanten, neushoorns, walvissen, sneeuwluipaarden, panda's, kraanvogels, paradijsvogels en vlinders, maar ook van minder spectaculaire of zichtbare soorten als zweefvliegen, loopkevers, vissen, mosselen, algen, koralen enzovoort. Biologisch en ecologisch gezien kunnen minuscule en onooglijke wezentjes even interessant en even belangrijk zijn in de huishouding van de natuur als olifanten en walvissen. Daarvoor is op de eerste plaats natuurlijk nodig een bewustwording van de ernst van de situatie en vervolgens een gezamenlijk optreden van alle volken en landen om hun leefwijzen te beheersen en de schadelijke effecten ervan tegen te gaan. Beide zijn weliswaar op gang gekomen, maar schieten nog steeds in grote mate tekort. We hinken achter de gevolgen en de implicaties van ons eigen handelen aan. (pagina 458-459)

Lees ook van Ton Lemaire: De val van Prometheus : over de keerzijden van de vooruitgang (2010)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen