Ambo Anthos 2017, 80 pagina's - € 10,--
Wikebsite Daan Roovers (1970)
Korte beschrijving
Het zijn de vragen die Coen Simon en Frank Meester (beiden leeftijdgenoten en ook filosoof) die de auteur aanzetten tot het schrijven van dit essay. Hoe plaats je de ideeën van Rousseau ('Emile of over de opvoeding') in de context van onze tijd? Wat moeten we verstaan onder opvoeden bij kinderen van vier tot ongeveer twintig jaar? Zijn we niet altijd te laat voor de maatschappij waarin ze straks hun weg moeten vinden? Roovers plaatst in duidelijke en begrijpelijke taal de beschermde wereld van Rousseau tegenover de opdringerige wereld van nu waarin het kind al op jonge leeftijd wordt geconfronteerd met de hedendaagse feiten (Jeugdjournaal, Zapplive en sociale media ). Kinderen zullen moeten leren om te gaan met deze feiten en op verantwoorde wijze ('via volwassenen aan de keukentafel') hierin keuzes moeten maken. Bij deze beschouwingen komen ook meningen van onder meer Kant en Montessori aan de orde, steeds geplaatst in de situatie van vandaag en morgen. Een klein maar pittig boekwerkje waarin ouders van nu en anderen die deel uitmaken van het ontwikkelingsproces bij kinderen aanknopingspunten kunnen vinden om hun eigen koers te bepalen. Passend is het lange citaat van Rousseau achter in het boek. Pocketformaat; normale druk.
Korte beschrijving op website
‘Alles is goed zoals het uit de handen van de Schepper komt, alles raakt verdorven in de handen van de mens,’ schreef Rousseau in zijn Emile, of Over de opvoeding uit 1762, waarschijnlijk het beroemdste boek over opvoeding ooit. Laat het kind vooral kind zijn, en bescherm het zo veel mogelijk tegen de grotemensenwereld, is zijn boodschap.
Probeer dat maar eens in onze tijd, schrijft filosofe Daan Roovers. Ook kinderen ontkomen niet aan de voortdurende informatiestroom. Dagelijks worden ze door sociale media en het Jeugdjournaal bijgepraat over oorlog, crisis en klimaat. In plaats van hen met hun rug naar de wereld groot te brengen of ze alleen maar toe te rusten met ‘doelgerichte vaardigheden voor de arbeidsmarkt’, moeten we ons toeleggen op ‘algemene vorming, om ze voor te bereiden op een samenleving die er nog níét is en waarvan niemand weet hoe die zal zijn’.
Fragment uit' Ik heb zoveel wereld als ik kon aangevat' - Vorming
In deze tijd van globalisering is het existentiële onderscheid tussen het nabije (en van oudsher: dat wat van levensbelang is) en het verre (dat wat ondergeschikt is) verminderd of zelfs helemaal tenietgedaan. Dat geeft onrust. Het verre komt nabij, zeker als het in de huiskamer gebracht wordt door een goede bekende van tv. Bij het Jeugdjournaal is dat zelfs doelbewuste strategie. Als er groot nieuws is in het buitenland, zoals bij de aanslag in Nice in de zomer van 2016, sturen ze er een eigen correspondent heen, zodat ook het nieuws van ver weg zo herkenbaar mogelijk wordt gebracht. Afstand is de kwestie niet.
Niet alleen het omgaan met de verdwenen afstand, maar ook het verwerken van het groot aantal prikkels in het huidige informatiebombardement is een belangrijk thema geworden. Dat onderwerp spitst zich vooral toe op het gebruik van digitale media. Om die reden moet je ruim voordat je gaat slapen je smartphone wegleggen - anders doe je geen oog dicht. Voor alle (hevige) beelden geldt: je moet ze processen, fysiologisch gesproken. Maar ik bedoel hiermee nog iets fundamentelers, namelijk dat je met alle indrukken ook iets zou moeten doen om ze echt te verwerken: een plaats geven. Ze een plaats geven in jouw universum, waardoor je in de overdosis aan informatie overeind blijft en je kunt oriënteren. Wat raakt je? Wat leg je naast je neer? Wat vind je belangrijk?
Om hierin een weg te vinden heb je een zekere ' vorming' nodig: Bildung. Bildung wordt meestal vertaald met 'algemene ontwikkeling'. Het ideaal ontstaat tegen de achtergrond van de snel oprukkende industrialisatie in de negentiende eeuw en komt van Wilhelm vom Humboldt (1767-1835), filosoof en minister van Onderwijs. Aan de basis van deze persoonlijke ontwikkeling ligt een brede kennis van de taal, de cultuur en de geschiedenis waarvan je deel uitmaakt. het is de plaatsbepaling in de wereld. Je kunt wel weten waar Frankrijk ligt op de kaart, maar als je niet weet waar je jezelf bevindt op dat moment is het onmogelijk om daar een weg naartoe te vinden - dan behoor je tot de geleerden over wie Rousseau een paar decennia eerder schampert dat ze wel weten waar Peking en Isfahan liggen, maar de weg niet kennen in hun vaders tuin. Je hebt kennis nodig over de wereld waarin je leeft om jezelf een duidelijke positie toe te eigenen en je er een weg in te kunnen vinden.
Bildung van het individu vindt plaats in wisselwerking met de directe omgeving, de cultuur en de mensen om wie hij of zij leeft. Het is je ontwikkeling als deel van de mensheid., Von Humboldt schrijft hierover: ' Ik heb zoveel wereld als ik kon aangevat en in mijn mensheid omgezet.' Bildung betekent zien dat je onderdeel bent van een groter geheel. Het is de waarde van de mensheid in jezelf ontwikkelen, zou Kant zeggen. (pagina 58-60)
Lees ook
Bas Heijne. Onbehagen : Nieuw Licht op de beschaafde mens (2016)
Ewald Engelen. De mythe van de gemaakte vrouw : Nieuw Licht op het feminisme (2016)
Pieter van den Blink. The medium kills the message : Nieuw Licht op journalistiek, media en kijkcijfers (2016)
Eva Rovers. Ik kom in opstand, dus wij zijn : Nieuw Licht op het verzet in de kunst (2017)
Lees ook: ... En denken : Bildung voor leraren (uit 2012), Onderwijsheid : terug naar waar het echt om gaat van Kees Boele (uit 2015) en Het agoramodel : de wereld is eenvoudiger dan je denkt van René Gude (uit 2016)
Startpagina Nieuw Licht
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen