De Bezige bij 2017, 224 pagina's - € 16,99
Lenen als E-book via bibliotheek.nl
Korte beschrijving
De ondertitel van deze persoonlijke zoektocht van journalist/auteur en gastspreker bij DWDD is ‘hoe de smartphone ons leven beheerst’. Op een prettig leesbare manier behandelt de auteur de invloed die de smartphone heeft ingenomen in ons sociale leven. Zo komen aan de hand van vaak leuke onderzoeken van wetenschappers, universiteiten en bedrijven onder andere de vooroordelen voorbij, de (on)mogelijkheden van de smartphone, hoofdstukken over het verminderen van empathie bij de jeugd door het schermgebruik, de kunst van het multitasken, aandachts- en concentratieproblemen, de verslavingstechnieken van Google etc. Maar ook gaat hij in op afspraken om niet langer voortdurend met je telefoon bezig te hoeven zijn. Het feit dat hij zijn verhalen koppelt aan zijn eigen gebruik en leven, houdt de inhoud luchtig en prettig lezenswaardig. Al met al een leuk en actueel beeld over een gebruiksvoorwerp dat tien jaar geleden nog maar weinig mensen hadden, maar waar nu bijna niemand meer zonder kan.
Tekst op website uitgever
We appen, mailen, googelen en instagrammen de hele dag door. Steeds meer onderzoek toont aan dat overmatig smartphonegebruik slecht is voor onze concentratie, ons gestrest maakt en zelfs ons brein verandert. Sterker nog: ons smartphonegedrag lijkt steeds meer kenmerken te krijgen van een collectieve verslaving. Maken Google en Facebook ons expres verslaafd?
In Is daar iemand? onderzoekt NRC-journalist Wouter van Noort zijn eigen obsessieve smartphonegedrag en hoe dat gedrag zijn leven, werk en relaties beïnvloedt. Hij spreekt psychologen, economen en technologen en bezoekt de machtigste techbedrijven ter wereld om erachter te komen hoe de smartphone ingrijpt in ons persoonlijke leven, maar ook steeds meer een bepalende politieke factor wordt. Een persoonlijke zoektocht naar de manier waarop de smartphone ons leven beheerst en verandert. En naar wat we kunnen doen als die veranderingen ons niet bevallen.
Soms verwijdert er eens een kennis theatraal zijn profiel van Facebook, en vertelt hij tegen iedereen die het horen wil – of niet – dat hij sindsdien zo ontspannen is. Hipsters koketteren met hun oude Nokia 3310. Kunstenaars maken voorstellingen over hoe we ons leven weer terug moeten veroveren op technologie. We klagen tegen onze geliefden dat ze dat ding eens weg zouden moeten leggen als we naast ze zitten op de bank, maar vaak pas als we zelf net klaar zijn met Candycrushen. En zélf helemaal stoppen met Facebook is ook weer zo’n rigoureuze stap.
Fragment uit 8. Wat nu?
De afhankelijkheid van smartphones is dan ook niet alleen een individueel probleem. Toen ik begin 2017 bezig was met de afronding van dit boek, werd ik door Freedom Lab, een groep filosofen van de onderzoeksgroep Èthos aan de Vrije Universiteit Amsterdam, uitgenodigd voor een discussiebijeenkomst met hoogleraren, docenten en studenten over de gevolgen van smartphones. Het ging vooral over de vraag wat wenselijk is om de negatieve gevolgen tegen te gaan. In die discussie ontstond consensus: de negatieve gevolgen van de smartphone kunnen we niet in ons eentje voorkomen, ook maatschappelijke organisaties en de overheid hebben hierin een rol. Universitair hoofddocent Ad Verbrugge verwoordde het zo: 'We zoeken nog naar verhoudingen. Technologie wordt gebruikt om vrijheid te realiseren, de bevrijding van de natuur.' We maken ons volgens hem al millennia los van allerlei lichamelijke beperkingen door de natuur voor ons te laten werken. Dat begint al met de hamer, en elektrische apparaten gaan daarin nog een stuk verder. Daar hebben mensen ook altijd al schaduwzijdes van gezien: behalve dat techniek ons bevrijdt, kan die ons ook knechten. Dat zie je nu bij smartphones ook. Machines vragen van ons een bepaalde levenswijze, en wij gaan daarin mee. Dat is al met auto's en treinen zo. Maar wat eigenaardig is aan de smartphone: die wordt gepresenteerd als een apparaat dat ons bekrachtigt. 'We kunnen helemaal zelf groepen volgen', zegt Verbrugge. 'En daarmee kunnen we het monopolie op informatie van de markt en de staat doorbreken. Maar de keerzijde is ook dat er een nieuw soort sociodictatuur ontstaat. Het is een versterking van wat er in de mens al leeft. Het sociale, het controlerende en het oordelende zijn heel menselijk, maar die worden versterkt door de technologie.'
Wat is nou een goed antwoord daarop? Verbrugge gelooft zelf het meeste in wat hij een 'geestelijke reactie' noemt: 'Opvoeden, scholen, tegenbeweging voeden: pen en papier, cultureel bewustzijn van directe menselijke interactie. En uiteindelijk moet de wetgever er iets mee, net zoals met roken. Maar in eerste instantie moeten de destructieve elementen onderkend worden. Klein beginnen: eerst ouders, scholen, universiteiten, dan bedrijven en overheden en uiteindelijk ook wetgeving. We moeten echt een nieuw evenwicht zoeken: het idee dat alles alleen maar moet kunnen lijkt me niet houdbaar.' (pagina 208-210)
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen