Geschreven door Olle Spoelstra, Frank-Jan van Triest, Heleen van Doremalen en Joan de Ruijter
Lemniscaat 2021, 187 pagina's - € 24,99
Korte beschrijving
Dit boek is een filosofische ontdekkingstocht langs aard, nut en noodzaak van de democratie. Aan de hand van het gedachtegoed van een groot aantal filosofen wordt het democratisch ideaal beschreven, geanalyseerd en bekritiseerd. Daarmee wordt de democratie niet alleen in de praktijk op de proef gesteld maar ook in dit boek. In zes hoofdstukken wordt een aantal vragen behandeld: democratie voor het volk of experts, vrijheid of slavernij, diversiteit, grenzen en democratie in het onderwijs. De auteurs geven op toegankelijke wijze inzicht in de diversiteit aan opvattingen daaromtrent. Geen hoogdravende taal, maar toegankelijke taal. Soms is de keuze van een denker bij een onderwerp wat arbitrair. Toon en stijl van de auteurs nodigen uit tot verdieping in het fenomeen democratie en actuele vraagstukken als coronabeleid, representativiteit, antidemocraten en draagvlak voor moeilijke vraagstukken. Er is een beknopt literatuurregister..
Al eeuwenlang breken filosofen zich het hoofd over de aard en het nut van democratie. Is democratie hetzelfde als de meeste stemmen gelden of is dat een tirannie van de meerderheid? Moeten we antidemocraten hun democratische rechten gunnen of kunnen we ze beter de mond snoeren? Leidt democratie noodzakelijkerwijs tot het beste beleid of zijn belangrijke beslissingen beter af in handen van experts met verstand van zaken? En, wat belangrijk is voor een moderne multiculturele samenleving, werkt een democratie wel als burgers onderling heel verschillend zijn? In deze toegankelijke introductie komen zowel oude als eigentijdse filosofen aan het woord over een politiek systeem dat wij als vanzelfsprekend zijn gaan beschouwen. Wat kunnen we leren van denkers als Plato, Rousseau, Habermas en Sandel over de problemen waarmee de moderne democratie geconfronteerd wordt, zoals populisme en religieus fundamentalisme? Dit boek biedt een rijk palet aan filosofische visies op het democratische ideaal en op de weerbarstige praktijk, waarin de democratie telkens opnieuw op de proef wordt gesteld.
Fragment uit 3. Democratie: vrijheid of slavernij?
3.4.2 De nadelen van stemmen
Deliberatieve democraten stellen dus voor om een vorm van democratie in te richten waarbij de nadruk wordt gelegd op het debat in plaats van op het stemmen. Zij merken op dat er in elk geval drie nadelen zijn aan democratieën waarin nauwelijks aandacht is voor het debat.
Ten eerste zullen de bestaande machtsstructuren in zo'n samenleving simpelweg geaccepteerd of zelfs versterkt worden. Stel je voor dat je een vrouw bent in een groot bedrijf, waarbinnen een topfunctie ambieert en tegen het glazen plafond stoor. Als het bedrijf enkel door middel van stemmen zal beslissen of ze een vrouwenquotum in het bestuur zullen invoeren, zullen jouw argumenten niet eens gehoord worden. Jouw opvatting verdwijnt net als die van alle andere werknemers in de stembus. In een maatschappij werkt het niet anders. Minderheidsgroepen met weinig macht kunnen de status quo maar lastig doorbreken.
Een tweede nadeel is dat we geen antwoord hebben op de vraag waarom het meederheidsbeginsel rechtvaardig zou zijn. Waarom zouden we onze wetten überhaupt laten bepalen door opvattingen van de grootste groep? Wie zelf tot de meerderheid behoort zal er waarschijnlijk geen problemen mee hebben. Hij ziet immers zijn eigen opvattingen regelmatig omgezet worden in beleid. Als we het meerderheidsbeginsel aanhouden omdat de meeste mensen dit een goed idee vinden, vervallen we echter in een cirkelredenering.
Een derde nadeel is dat zonder aandacht voor debat voorkeuren die moeilijk in een marktmodel te vertalen zijn snel het onderspit delven. Als we het aanbod van vakken op scholen zouden bepalen door een referendum, is de kans groot dat vakken waarvan het nut uit te drukken is in een kosten-bateanalyse in het voordeel zijn. Een vak als filosofie, waarbij de waarde zich niet do makkelijk laat vangen in een marktmodel, is dan minder populair. Dit voordeel voor bepaalde voorkeuren sluit niet altijd aan bij onze opvattingen over rechtvaardigheid. Als we enkel uitgaan van een kosten-batenanalyse, zouden we kunnen concluderen dat we het vullen van gaatjes bij de tandarts wel moeten vergoeden, maar mensen met de spierziekte SMA zelf voor de kosten van hun medicijnen moeten opdraaien. Hoewel het ongemak van een gaatje i je kies erg klein is, zijn ook de kosten van het vullen laag en zijn er duizenden mensen die we hiermee helpen. SMA is een spierziekte die bij slechts enkele honderden Nederlanders voorkomt, maar de ademhalingsspieren kan verlammen. Het middel Spinraza dat SMA-patiënten kan helpen, kost honderdduizenden euro's per jaar. Zonder deliberatie is de kans groot dat het belang van deze patiënten het zal afleggen tegen het belang van de tandartsbezoekers. (pagina 101-102)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen