Wereldbibliotheek 2021, 288 pagina's - € 20,--
Biografie Hans de Geus (19?)
Korte beschrijving
De rode draad in dit boek is de verbinding tussen woonarmoede en ongelijkheid. De auteur stelt dat een tweekastenmaatschappij dreigt te ontstaan. De rijken worden rijker, zij hebben vastgoed en daartegenover staan degenen (meestal jongeren die geen bemiddelde ouders hebben) die geen woning kunnen kopen of een hoge huur moeten betalen. De hoofdoorzaak hiervan is gelegen in de ideologie die sinds de jaren 1980 het beleid bepaalt: deregulering, het afschaffen van regels en het verder aan de vrije markt overlaten. De ideologie van het neoliberalisme. Het probleem van de daardoor ontstane ongelijkheid wordt van veel kanten – in samenhang – belicht: het erfrecht, de liberalisering van de hypotheken, de beleggingen via de grote pensioenpotten en door internationale personen en bedrijven, de lage rente, de macht van de banken, de bouwlobby, de hoge prijs van de grond, de verslechterde positie van de werknemers (loonmatiging, flexibilisering). De steeds verder gaande ongelijkheid, zo stelt de auteur, zal met zich brengen dat we er allemaal op achteruit zullen gaan. Als een van de oplossingen ziet hij een verlaging van de grondprijs voor iedereen. Het boek is bedoeld als waarschuwing: we moeten er wat aan doen voor het te laat is. Voor beleidsmakers en een geïnteresseerd publiek.
Tekst op website uitgever
Hans de Geus kon geen hypotheek krijgen voor de bovenwoning die hij in Amsterdam wilde kopen. Hij kreeg wel een lening voor de aankoop van een paar appartementen die hij wilde verhuren op de vrije markt. Dat zette hem aan het denken over de oorzaken en gevolgen van de woningnood in Nederland.
Wonen is een grondrecht, maar wonen is onbetaalbaar geworden. De torenhoge huizenprijzen maken het starters en jongeren onmogelijk een huis te kopen. Tenzij ze een beroep kunnen doen op ouders die bemiddeld genoeg zijn om een gift of lening te verstrekken, en hun kinderen straks de dure afbetaalde woning en steeds vaker ook hun beleggingswoningen kunnen nalaten. De pechvogels zijn aangewezen op hoge vrijesectorhuren die een steeds groter deel van het toch al zo onzekere inkomen opslokken. Ze lijden aan woonarmoede en met zijn allen lijden we aan ongelijkheid met alle gevaren voor de samenleving van dien. En dat allemaal omdat in de jaren ’80 de marktwerking zonder regulering in de mode raakte en de gehele Nederlandse economie op haar kop zette.
Aan de hand van zijn eigen ervaringen bespreekt Hans de Geus in Hoe ik een huisjesmelker werd de woningmarkt. Hij analyseert op heldere wijze waar het mis is gegaan en wat de economische en maatschappelijke gevolgen zijn.
Fragment uit Hoe ik toch muisjesmelker werd
Zo was ik iets geworden waaraan het predicaat hypocriet kleeft: een salonsocialist. Links lullen, rechts vullen, dat werk. Een vraag die me sindsdien bezighoudt, is deze: heb ik als zondaar nu geen recht van spreken meer? Het lijkt wel van niet. Ik heb dit nooit begrepen. Is het juist niet overtuigend en heeft het zelfs niet iets nobels als een salonsocialist pleit voor beleid dat hem zelf raakt.? Als hij stemt op een partij die belastingen voorstelt ten koste van hem? Of in mijn geval: zou mijn pleidooi voor andere belasting overtuigender zijn wanneer ik in een kwetsbare woonpositie verkeer - of juist als ik profiteer van het systeem? Het is in elk geval geen verongelijkt klagen van iemand die zo dom was om de boot te missen op de huizenmarkt en weigert de consequenties te aanvaarden.
Daar komt nog bij dat we feitelijk allemaal woningbeleggers zijn. U weet nergens van? Nou, dat zit zo: als u aangesloten bent bij een pensioenfonds, dan doet u vanzelf mee met wat alle pensioenfondsen doen: beleggen in woningen om rendement te maken zodat ze uw en ons aller pensioenen kunnen uitkeren. Huisjesmelkerij is geïnstitutionaliseerd. Kun je dan een zelfstandige zonder pensioen vragen om daar op ethische gronden van af te zien? Een excuus is er niet. Er is ook een banale, egoïstische kant, en die luidt: het systeem is zoals het is. Dat ga ik niet veranderen door mezelf er als kanonnenvlees voor te werpen. De rente op nul, geen pensioen, geen arbeidsongeschiktheidsverzekering ... het is als zzp'er eten of gegeten worden. En als er dan toch gegeten wordt, schuif ik liever aan tafel in plaats van als hapje aan een ander te worden geserveerd.
Een systeem waarin meedoen de enige manier is om er niet de dupe van te worden brengt niet het fraaiste in mensen naar boven. In de auto op de terugweg van de Bijlmer had de makelaar voor dit soort morele overwegingen heel wat minder woorden nodig. 'Tja, het is een harde wereld ...' En daarmee was voor hem de kous af.
Ons aller welvaart is in gevaar
Dit boek gaat niet over mij, maar vanuit mijn situatie heb ik nu wel het probleem geschetst: bezit is de laatste decennia steeds ongelijker verdeeld in een systeem dat steeds meer gefinancialiseerd werd. Een ongelijkheid die over generaties heen verder dreigt te groeien. Dat heeft weinig te maken met de grote verschillen in inkomens, laat staan met hard werken of talent. Het heeft alles te maken met vermogen, en vooral vastgoed, en al helemaal met erven. Beleggen in woningen en erven worden zeer laag belast, terwijl noeste, nuttige arbeid waar de maatschappij beter van wordt des te meer wordt belast. Dor die ongelijkheid gaan we er ten slotte allemaal op achteruit. Ons aller welvaart lijdt onder de uithollende, uitbuitende manier van geld verdienen met geld.(pagina 18-19)
Artikel: Net op tijd aan de goede kant van de woonkloof (De Volkskrant, zaterdag 1 mei 2021)
Lees vooral ook Een land van kleine buffers : er is genoeg geld, maar we gebruiken het verkeerd van Dirk bezemer (uit 2020)
Klik hier voor meer boeken over de balans tussen Nemen en Geven
Terug naar Overzicht alle titels
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen