zondag 6 augustus 2023

Richard Powers

Tot in de hemel
Atlas Contact 2018, 602 pagina's € 20,--

Lenen als E-book via bibliotheek.nl

Oorspronkelijke titel: The overstory (2018)

Wikipedia: Richard Powers (1957)

Korte beschrijving
Bomen spelen een belangrijke rol in de levens van meerdere personages. Een professor wordt verketterd vanwege haar theorie dat bomen met elkaar kunnen communiceren, een Noorse immigrant maakt jaarlijks een foto van een groeiende kastanjeboom, een verlamde man krijgt inzicht in het groeiproces van bomen en een vrouw wordt ecoterrorist om te voorkomen dat talloze bomen om commercieel gewin worden gekapt. En nog meer personages worden door bomen geïnspireerd. Dat geldt ook voor de schrijver (1957), die in en tussen de regels aangeeft hoe belangrijk bomen zijn voor ons ecosysteem en hoe achteloos wij daarmee omgaan. Hij maakt tegelijkertijd duidelijk hoe weinig een mensenleven eigenlijk voorstelt in vergelijking met de constante boomgroei van honderden jaren of meer. Uiteraard komen in de loop van de roman personages met elkaar in contact. Essentiëler is het gevoel dat elke boom een eigen roman verdient en dat de uitroeiing van bomen een onomkeerbare stap in de uitputting van de aarde zal zijn. Zeer indrukwekkend.

Tekst op website uitgever
Een monumentale roman over bomen en mensen. Een meeslepende vertelling over activisme en verzet, en tegelijkertijd een loflied op een wereld naast de onze.

‘Tot in de hemel’ van Richard Powers is het verhaal van negen mensen die de wereld van de bomen leren zien – en horen. Een laadmeester bij de Amerikaanse luchtmacht die tijdens de Vietnamoorlog gered wordt door een bodhiboom, een verguisde wetenschapster die bomen met elkaar hoort communiceren, een kunstenaar met een bijzondere verzameling foto’s van een bedreigde kastanje soort: deze drie, en nog zes anderen, allen onbekenden van elkaar, zullen op verschillende manieren betrokken raken bij een laatste, heftige verzetsdaad om de resterende paar hectare oerwoud van het Noord-Amerikaanse continent van de ondergang te redden. ‘Tot in de hemel’ is Powers ten voeten uit: een verrassende fusie van natuurwetenschap en literatuur, een monumentale roman over bomen en mensen. Het is een meeslepende vertelling over activisme en verzet, en tegelijkertijd een loflied op een wereld naast de onze.

Fragment uit Patricia Westerford
Bill Westerford neemt Patricia op zijn werkbezoeken als landbouwadviseur mee naar boerderijen in Zuidwest-Ohio. Ze zit als bijrijder in de gebutste Packard met zijn grenen zijpanelen. De oorlog is voorbij, de wereld is aan de beterende hand, het land is in de ban van de wetenschap, de sleutel tot een beter bestaan, en Bill Westerford laat zijn dochter de wereld zien.
  Patty's moeder heeft bezwaar tegen deze tochten. Het meisje moet naar school. Maar het zachte gezag van haar vader wint het uiteindelijk. 'Ze zal nergens zoveel leren als bij mij.'
  Rijdend langs mijlen omgeploegd akkerland houden ze hun mobiele privéles. Hij zit met zijn gezicht naar haar toe, zodat ze zijn bewegende lippen kan lezen. Ze lacht om zijn verhalen - laag, traag gebulder - en gist enthousiaste antwoorden op al zijn vragen. Waarvan zijn er meer: sterren in de Melkweg of bladgroenkorrels in een enkel blad of graantje. Welke bomen bloeien voordat ze bladeren hebben, en welke daarna? Waarom zijn de bladeren boven in een boom vaak kleiner dan die onderaan? Als je op de hoogte van vier voet je naam in de schors van een beuk kerft, op welke hoogte zou je hem dan na een halve eeuw terugvinden?
  Het antwoord op die laatste vraag vindt ze prachtig: op vier voet. Nog steeds vier voet. Altijd vier voet, hoe hoog de beuk ook wordt. Een halve eeuw later zal ze dat nog steeds een prachtig antwoord vinden.
  Het logische gevolg van dit alles is dat haar eikeltjesanimisme langzaam maar zeker verandert in botanische belangstelling. Ze wordt haar vaders beste en enige leerling, om de eenvoudige reden dat niemand anders in het gezin ziet wat hij weet: planten zijn eigenzinnig en gewiekst en ergens op uit, net als mensen. Op hun autotochten vertelt hij haar alles over alle indirecte wonderen die door de groene wereld kunnen worden bewerkstelligd. De mens heeft niet het monopolie op merkwaardig gedrag. Andere wezens - grotere, tragere, oudere, bestendigere - hebben het voor het zeggen, zijn verantwoordelijk voor het weer, voeden de schepping en scheppen zelfs de lucht.
 


'Bomen zijn een fantastisch idee. Zo fantastisch dat de evolutie ze keer op keer opnieuw uitvindt.'
  Hij leert haar een gladbladige van een witte bitternoot te onderscheiden. Niemand bij haar op school kent zelfs maar het verschil tussen een bitternoot en een hopbeuk. Dat vindt ze bizar. 'Kinderen in mijn klas vinden dat een zwarte walnoot er hetzelfde uitziet als een Amerikaanse es. Zijn ze blind of zo?'
  'Ze zijn plantenblind. Adams vloek. We zien alleen de dingen die op ons lijken. Treurig verhaal, hè, meissie?'
  Haar vader heeft de zelf ook de nodige moeite met de homo sapiens. Hij zit klem tussen brave lieden met familiebedrijven die er niet in slagen de aarde naar hun hand te zetten en grote ondernemingen die hun een compleet arsenaal aan producten willen verkopen om volledige onderwerping van diezelfde aarde af te dwingen. Wanneer de dagelijkse frustraties hem te veel worden, slaakt hij een zucht en zegt iets wat alleen bestemd is voor Patty's gebrekkige oren. 'Ach, doe mij maar een heuvel met een helling die wegleidt van de stad.'
  Ze rijden door een gebied dat ooit overdekt was met een donker beukenwoud. 'De beste boom die je je maar kunt wensen.' Sterk en breed, en toch zo sierlijk, met een statig uitlopende basis die zijn eigen voetstuk vormt. Kwistig met noten voor wie maar wil. Zijn gladde, witgrijze schors lijkt meer op steen dan op hout. De perkamentkleurige bladeren die de winter doorstaan - marescent, vertelt hij haar - en afsteken tegen het kale hardhout waardoor ze worden omringd. Elegant, met robuuste takken, die zoveel weg hebben van mensenarmen en waarvan de uiteinden omhoogstaan, als handen die iets aanreiken. In het voorjaar is hij bleek en schimmig, maar in de herfst verspreiden zijn vlakke, uitwaaierende twijgen een gouden gloed.
  'Waardoor zijn ze verdwenen?' De woorden van het meisje klonteren samen onder het gewicht van haar verdriet.
  'Door ons.' Zee heeft het idee dat ze haar vader hoort zuchten, al heeft hij zijn bliek niet van de weg afgekeerd. (pagina 144-146)



Lees ook: De boom van Govert Derix (uit 2021)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen