Prometheus 2023, 94 pagina's - € 16,99
Reeks Nieuw licht
Wikipedia: Ian Buruma (1951)
Korte beschrijving
Een politiek-filosofisch essay over het kwaad. Vanaf het moment dat Ian Buruma als dertienjarige over de veroordeling van de beruchte SS-functionaris Adolf Eichmann las, heeft het kwaad als fenomeen hem niet meer losgelaten. Hij duikt in Hannah Arendts analyse van het proces-Eichmann en komt zo via haar ideeën over de banaliteit van het kwaad en over het totalitarisme uit bij het onbarmhartige kwaad zoals we dat in onze tijd aantreffen in vluchtelingencrises, vreemdelingenhaat en complottheorieën. Intelligent en verdiepend geschreven. Geschikt voor een geoefende lezersgroep. Ian Buruma (Den Haag, 1951) is een wereldberoemde Nederlandse schrijver, historicus, columnist en academisch docent. Hij schreef vele boeken. Zijn werk werd in meer dan twintig landen uitgegeven. Het boek maakt deel uit van de serie: ‘Nieuw Licht’.
Tekst op website uitgever
Vanaf het moment dat Ian Buruma als dertienjarige over de veroordeling van de beruchte SS-functionaris Adolf Eichmann las, heeft het kwaad als fenomeen hem niet meer losgelaten. Hoewel het geweld van de Holocaust het ijkpunt is geworden voor ons hedendaagse begrip van het kwade, ziet Buruma dat er nog veel ontbreekt aan onze opvatting van het kwaad. Hij duikt opnieuw in Hannah Arendts analyse van het proces-Eichmann en komt zo via haar ideeën over de banaliteit van het kwaad en over het totalitarisme uit bij het onbarmhartige kwaad zoals we dat in onze tijd aantreffen in vluchtelingencrises, vreemdelingenhaat en complottheorieën. ‘Politieke tegenstanders zijn niet langer mensen met een ander standpunt, of met andere belangen, maar immorele schurken die men het liefst uit de weg zou willen ruimen. Als bange mensen overtuigd zijn dat ze te kampen hebben met boze machten, dan is het hek van de dam, want dan is alles geoorloofd om zich daartegen te verweren.’
Ian Buruma (1951) is journalist en schrijver. Hij schreef vele boeken, onder andere over Aziatische landen, het islamitisch fundamentalisme, de problemen van hedendaagse democratieën en de Tweede Wereldoorlog. Buruma ontving in 2008 de Erasmusprijs en in 2019 werd hem de Gouden Ganzenveer toegekend.
Fragment uit Het pamflet - In de schaduw van het kwaad. Eichmann in Jeruzalem
Tijdens de Auschwitzprocessen in Frankfurt tussen 1963 en 1965 werden de ergste daders over heel Duitsland berucht. Kranten schreven in geuren en kleuren over hun wandaden: Wilhelm Boger met zijn schommel, waaraan mensen ondersteboven werden vastgeketend en afgerost; Oswald Kaduk, die met honden mensen de gaskamers injoeg. De jonge schrijver Martin Walser, die de processen bijwoonde, uitte zich kritisch hierover. Hij vond dat de vaak sensationele aandacht voor de gruwelijke daden van de ploerten het veel te gemakkelijk maakte voor de meeste Duitsers om hun eigen verantwoordelijkheid te ontduiken. De meeste mensen - ook Eichmann niet - waren tenslotte geen brute sadisten zoals Boger of Kaduk.
Toch is vaak geopperd dat dit soort kwaad sluimert in al onze harten. Onder bepaalde omstandigheden zouden we allemaal in staat zijn om mensen te martelen, verkrachten of te vergassen. Abram de Swaan heeft deze these overtuigend tegengesproken. Niet alles hangt van omstandigheden af. Persoonlijke aard peelt ook een rol. Walser had gelijk: Het is voor de meeste mensen inderdaad lastig voor te stellen dat zij als beesten tekeer zouden gaan in een martelkamer. Maar om macht over leven en dood uit te oefenen van achter een bureau, of als spoorwegambtenaar die gewoon zijn werk doet, dat is niet zo moeilijk voor te stellen.
Maar het waren de Bogers en de Kaduks, die miezerige navolgers van Richard III, die zich schuldig hadden gemaakt aan 'excessen', die de zwaarste straffen kregen in de Duitse tribunalen. Helpers, die hun plicht deden, ook bij het vergassen en doodschieten, maar zonder zichtbaar plezier of wellust, kregen veel lichtere straffen, en gingen soms zelfs vrijuit. Het uitgangspunt was nog steeds dat een dader bewust kwaad moest doen. Dat was nu precies waar Arendt zich tegen verzette. In de Verbrecher-staat bestaat geen duidelijk verschil tussen daders en helpers. Bijna iedereen was gecorrumpeerd, haast iedereen was schuldig. Maar het was ook door deze gedachtegang dat Arendt in een val trapte, wat haar tot het eind van haar leven kwalijk is genomen. (pagina 34-36)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen