vrijdag 25 augustus 2023

Jürgen Osterhammel

De metamorfose van de wereld : een mondiale geschiedenis van de negentiende eeuw
Atlas Contact 2022, 1178 pagina's  € 59,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Oorspronkelijke titel: Die Verwandlung der Welt : eine Geschichte des 19. Jahrhunderts (2009)

Wikipedia: Jürgen Osterhammel (1952)

Korte beschrijving
De negentiende eeuw mag dan vaak gezien worden als een wat saaie tijd van hoepelrokken en hoge hoeden, waarin na de val van Napoleon tot aan de Eerste Wereldoorlog relatief weinig bloed werd vergoten, toch vonden er veel ontwikkelingen plaats die de basis legden voor onze huidige samenleving. Zoals de omvangrijke migratie tussen continenten, revoluties met nieuwe politieke stromingen, het ontstaan van de hedendaagse natiestaten en de opkomst van de industriële massaproductie. Tot nu toe stonden in de historiografie van deze periode vooral Europa en de Verenigde Staten centraal, maar Jürgen Osterhammel heeft er met dit boek een wereldgeschiedenis van gemaakt. Met tal van voorbeelden illustreert hij dat de landen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika weliswaar gedomineerd of beïnvloed werden door Europa, doch daarnaast eveneens een eigen ontwikkeling doormaakten die tot op de dag van vandaag zijn sporen nalaat. Het zal niet verrassen dat deze brede benadering tot een boek van bijna twaalfhonderd bladzijden heeft geleid, dat ook door het academisch taalgebruik een pittige uitdaging is voor de lezer.

Tekst op website uitgever
De metamorfose van de wereld is een monumentale geschiedenis van de negentiende eeuw. Een standaardwerk over de eeuw die de moderniteit vormgaf.

De metamorfose van de wereld is een monumentale geschiedenis van de negentiende eeuw. Jürgen Osterhammel vertelt een waarlijk mondiale (geen eurocentrische) geschiedenis met een adembenemende reikwijdte en een enorme eruditie. Hij neemt de lezer mee van Londen naar New Delhi, van de Latijns-Amerikaanse revoluties naar de Taipingopstand, van de opera van Parijs naar die van Manaus in Brazilië, van Europese emigranten naar de bedreigde nomadische stammen overal op onze planeet. Hij vertelt over een wereld die steeds meer vervlochten raakt door de telegraaf, het stoomschip en de spoorweg. Hij onderzoekt de veranderende relatie tussen mens en natuur, gaat uitvoerig in op de rol van de slavernij en de afschaffing ervan bij de opkomst van nieuwe naties, en vecht de wijdverbreide overtuiging aan dat in de negentiende eeuw de natiestaat triomfeerde. De metamorfose van de wereld werpt een nieuw en opwindend licht op de eeuw die korte metten maakte met eeuwen stilstand en, ten goede én ten kwade, de fundamenten legde voor onze hedendaagse wereld – de eeuw die de loop van de geschiedenis een geheel nieuwe wending gaf.


Fragment uit (de) Inleiding

Dit boek is een portret van een tijdperk. Het brengt een beschrijving in praktijk zoals die principieel ook op andere tijdperken kan worden toegepast. Zonder de aanmatigende ambitie te hebben een eeuw wereldgeschiedenis volledig en encyclopedisch in kaart te brengen wil het een interpretatie zijn die tegelijkertijd veel informatie bevat. De benadering is dezelfde als die van Christopher Bayly's  The Birth of the Modern World, een oorspronkelijk in 2004 verschenen en terecht zeer geprezen boek, een van de weinige voorbeelden van een geslaagde wereldhistorische synthese op het gebied van de laat-moderne tijd. Mijn boek is geen anti-Bayly, maar een alternatieve wereldgeschiedenis van een verwante geest. Beide boeken zien af van een regionale indeling naar landen, beschavingen of continenten. Beide vinden het kolonialisme en het imperialisme zo belangrijk dat ze er geen speciaal hoofdstuk aan wijden, maar die elementen wel voortdurend laten doorklinken. Beide gaan ook niet uit van een scherpe tegenstelling tussen wat Bayly in zijn Engelse ondertitel global connections and comparisons noemt; die kunnen en moeten met elkaar gecombineerd worden, en niet alle vergelijkingen hoeven volledig gedekt te worden door de strenge historische methodologie. Het gecontroleerde spel met associaties en analogieën levert soms - bepaald niet altijd - meer op dan een vergelijking die frikkerig volledig wil zijn.

In de twee boeken worden andere accenten gelegd: Bayly's specialisme is India, het mijne China; dat zal de lezer merken. Bayly is vooral geïnteresseerd in nationalisme, religie en bodily practices, de thema's van zijn misschien wel beste passages. In mijn boek worden migratie, economie, milieu, internationale politiek en wetenschap ruimer behandeld. Ik ben misschien wat 'eurocentrischer' ingesteld dan Bayly, ik zie de negentiende eeuw nog sterker dan hij als een Europese eeuw en ik kan bovendien niet verhullen dat ik gefascineerd ben door de geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika, een fascinatie die tijdens het schrijven is gegroeid. Wat het theoretisch kader betreft, zal mijn affiniteit met de historische sociologie snel duidelijk worden.

Het belangrijkste verschil tussen Christopher Bayly en mij betreft twee andere punten. In de eerste plaats is het onderhavige boek aan de chronologische uiteinden nog opener dan dat van Bayly. Het is geen afgebakende geschiedenis van een met jaartallen duidelijk te markeren periode. Daarom ontbreken er jaartallen in de titel, en daarom is er een apart hoofdstuk (II) gewijd aan de problemen van periodisering en tijdsstructuur. Het boek verankert de negentiende eeuw op verschillende manieren 'in de geschiedenis', en het permitteert zich vaak bewust een schijnbaar anachronistisch teruggaan naar de tijd vóór 1800 of 1780 en een vooruitlopen op onze tijd. Op die manier moet de betekenis van de negentiende eeuw als het ware in lange uithalen getrianguleerd worden. Soms is die eeuw ons vreemd, soms zeer vertrouwd; vaak is het de voorgeschiedenis van de huidige tijd, af en toe verzonken als Atlantis. Dit moet van geval tot geval bepaald worden. Bij de negentiende eeuw denken we minder aan een scherp afgebakend tijdperk dan aan iets met een eigen zwaartepunt, dat ongeveer in de jaren 1860 tot 1880 ligt, toen zich steeds meer innovaties met een wereldwijd effect voordeden en een aantal zelfstandig verlopende processen leek samen te gaan. Daarom wordt het begin van de Eerste Wereldoorlog in het onderhavige boek ook niet gezien als een onverhoedse en onverwachte gebeurtenis waarbij op het historische toneel het doek valt, zoals Bayly wel doet.

In de tweede plaats kies ik een andere vertelstrategie dan Christopher Bayly. Er bestaat een vorm van wereldgeschiedschrijving die je convergent-tijdsbewust zou kunnen noemen. Op die manier zijn enkele historici met een afgewogen oordeel, een enorme ervaring en veel common sense erin geslaagd hele wereldhistorische tijdperken in hoofd- en bijzaken dynamisch te presenteren. Twentieth Century : the History of the World van J.M. Roberts is er een schoolvoorbeeld van. Roberts verstaat onder wereldgeschiedenis 'het algemene, dat wat het verhaal (the story)  bijeenhoudt'. Het is een wereldgeschiedenis die telkens zoekt naar de belangwekkende en karakteristieke kenmerken van een tijd, die hij zonder een schema vooraf of een groot leidend idee op de achtergrond omvormt tot een continue vertelling. Eric J. Hobsbawn, die over een scheutje marxistische gestrengheid en dus over een kompas beschikt dat ik niet heb, heeft iets soortgelijks gedaan in zijn driedelige geschiedenis van de negentiende eeuw. Elk zijpad keert bij hem uiteindelijk terug naar de hoofdweg van de grote tendensen van het tijdperk. Bayly beoefent een andere methode, die je divergent-ruimtelijk kunt noemen. Dat is een gedecentraliseerd uitgangspunt, waarbij het verhaal niet onbelemmerd door het stromen van de tijd kan worden voortgestuwd. Een dergelijke geschiedschrijving beweegt zich minder lichtvoetig voort. Ze waaiert breed uit als het om gelijktijdigheid en dwarsverbindingen gaat, zoekt naar parallellen en analogieën, maakt vergelijkingen en poort verborgen verbanden op -0 terwijl ze chronologische opzettelijk open en vaag is, met weinig jaartallen toe kan en het verhaal op gang houdt door een niet al te strikte indeling van de hele beschreven periode in fasen. Terwijl Roberts - en hij is wat dit betreft representatief voor oudere wereldgeschiedenissen - dialectisch denkt in hoofd- en nevenontwikkelingen en onophoudelijk zoekt naar wat de geschiedenis - positief of negatief - telkens in beslissende mate heeft voortgestuwd, richt Bayly zich op afzonderlijke fenomenen en onderzoekt ze vanuit wereldwijd perspectief. (pagina 17-18)

Recensie: Anders kijken, meer zien (De Groene Amsterdammer, 16 maart 2022)

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen