zaterdag 30 oktober 2021

Cees Zweistra

Waarheidszoekers : wat bezielt complotdenkers?
Kok boekencentrum 2021, 319 pagina's € 24,99

Wikipedia: Cees Zweistra (1986)

Korte beschrijving
Het betreft hier een actueel boek over het ontstaan en het karakter van complotdenken en hoe we met complotdenkers (of waarheidszoekers, zoals ze zichzelf zien) moeten omgaan. In zijn boek weerlegt de auteur, filosoof en docent rechtstheorie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam Cees Zweistra, de ideeën van complotdenkers – hoe absurd soms ook – niet. Wel biedt hij een nieuwe analyse van het fenomeen. Het resultaat is verrassend en grimmig. In klare taal maakt Zweistra duidelijk waar het nieuwe complotdenken vandaan komt en welke rol (digitale) technologie heeft in het ontstaan en verspreiden van complottheorieën. Voor zijn boek zocht hij complotdenkers op, in zaaltjes in Heemstede en Rotterdam. Het boek begint aldus met spannende undercover journalistiek in de wereld van complotfantasieën, en ontwikkelt zich gaandeweg tot een verhelderende filosofische zoektocht om het hedendaagse complotdenken te begrijpen. Met literatuurlijst. Een uitstekend boek voor een redelijk omvangrijke lezerskring.

Tekst op website uitgever
Actueel boek over het ontstaan en het karakter van complotdenken en hoe we met complotdenkers moeten omgaan.

De bestorming van het Capitool en de anticoronaprotesten hebben het complotdenken definitief in de openbaarheid gebracht. Onder invloed van bekende Nederlanders zoals Lange Frans en Thierry Baudet heeft een nieuwe vorm van complotdenken ook in Nederland stevige voet aan de grond gekregen. Inmiddels kennen we allemaal wel iemand die zich een waarheidszoeker noemt en die meent dat een wereldwijde elite bezig is duistere plannen uit te voeren.

In dit boek maken we kennis met het nieuwe complotdenken. In klare taal maakt Cees Zweistra duidelijk waar het nieuwe complotdenken vandaan komt en welke rol technologie heeft in het ontstaan en verspreiden van complottheorieën. Via aansprekende beelden neemt hij een stevige positie in. Want is het nieuwe complotdenken een vorm van kritiek, een on - schuldig tijdverdrijf of een alarmerend signaal van een technologische cultuur die dreigt te ontsporen?

Dit boek laat op een indrukwekkende en tegelijk smakelijke manier zien hoe de filosofie kan helpen onze eigen tijd te verhelderen. Het begint met spannende undercover journalistiek in de wereld van complot-fantasieën. Maar het wordt niet minder spannend als het zich ontwikkelt tot een duizelingwekkend veelzijdige filosofische zoektocht om het hedendaagse complotdenken niet zozeer te veroordelen, maar te begrijpen. – Paul van Tongeren (Denker des Vaderlands)

Zweistra beschrijft heel mooi hoe we tegenwoordig verscholen gaan achter onze gadgets, en daardoor de confrontatie met anderen uit de weg gaan.’ – **** NRC over ‘Verkeerd verbonden’

Fragment uit 10. Het wonen in de wereld
Maximaal welzijn met minimale inspanning: hoe technologie standaarden wijzigt

Het libertair hedonistisch model dat ons wordt aangereikt uit Silicon Valley, is een model dat ons menselijk vermogen terugbrengt op het niveau van de consumptie. De grote consumententechnologieën vertrekken vanuit het adagium dat de mens in gegeven omstandigheden altijd de optie zal kiezen die bereikt kan worden met minimale (efficiënte) inzet. In dit adagium wordt een economisch en existentieel maxime samengebracht. Het economische principe is, met een parafrase op de theorie van econoom Greg Mankiw, dat mensen in gegeven omstandigheden altijd streven naar maximalisering van hun welzijn. Dat is een economische wetmatigheid die volgens Mankiw in om het even welke context werkt. Technologie verbindt dit uitgangspunt met wat we een existentieel maxime kunnen noemen. Volgens dat existentiële principe willen mensen hun maximale welzijn bereiken met minimale inzet. Zo ontstaat een gecombineerd economisch-technologisch-existentieel paradigma volgens welke de mens altijd streeft naar maximaal welzijn met minimale inspanning. Op dat uitgangspunt is het succes van consumententechnologie gebaseerd.
  Via bol.com krijgen we de volgende dag het boek dat we voor middernacht besteld hebben, via YouTube kunnen we kennis tot ons nemen zonder de inspanning te hoeven leveren van lezen en studeren, en via Facebook zijn we zonder moeite in contact met vrienden van over heel de wereld. Facebook beloofde ons fricties uit het sociale verkeer weg te nemen en is daarin succesvol gebleken. Hoewel de glans er wel af is, zitten wereldwijd nog dagelijks honderden miljoenen mensen op een netwerk dat pas in 2007 openbaar toegankelijk werd.
  Toch zit de achilleshiel juist in het paradigma waar onlinetechnologie mee werkt. Want hoewel we de belofte krijgen van een maximaal welzijn met minimale inzet, is het product dat we krijgen in zekere zin aangetast. Het corruptie-argument dat Sandel inbrengt tegen de toepassing van het marktdenken op al onze handelingen, gaat analoog op voor de producten die we online kunnen verwerven. 
  In de beginjaren van Facebook waren we trots op ons hebben van honderden vrienden; het was een statussymbool, een bepaalde verworvenheid. In zekere wereldwijde culturen is dat nog altijd het geval, maar een steeds breder gedeelde consensus is toch wel dat vrienden op Facebook niet echt zijn. Het zijn vrienden die we gebruiken als podium, als platform om nieuwtjes mee te delen, of ze leiden een slapend bestaan. Onze echte vrienden spreken we nooit via Facebook en zelden via andere media. We willen ze echt zien. Datzelfde geldt voor Google. Ooit was er een tijd waarin we Google vertrouwden en lyrisch waren over de nieuwe werelden die voor ons werden geopend. Nu is googelen synoniem geworden aan gemakzucht. Wanner je voor ene moeilijke keuze staat waarbij risico's moeten worden genomen, raden vrienden je af om te googelen. De vloed aan nonsens die je online aantreft is te groot, 'je moet maar het beste in je avontuur stappen, zonder te googelen', zo luidt hun advies. Zo is het ook met shoppen op Amazon of Vinted. We kunnen altijd vinden wat we zoeken, maar de waarde van wat we vinden is niet van eenzelfde, laat staan hoger, niveau dan wat we aantroffen tijdens onze vroegere zoektochten op rommelmarkten en bij winkeltjes in de stad. Wat we vinden, wordt ons aangeprezen door een algoritme, is mogelijk gewoon in China gemaakt en het wordt, terwijl wij zoeken, ook door miljoenen anderen gevonden. Wanner we ons huis aankleden, zoeken we naar voorbeelden via Google of Pinterest. Tegelijk hebben we inmiddels daarom allemaal okergele stoelen met kwastjes, zwarte stalen deuren en een visgraat-vloer. Zo is het ook met cadeautjes - bloemen en taarten - die we via ene of andere onlineservice zomaar in de bus krijgen. We lezen het kaartje, zetten de bloemen in de vaas, maar we hebben niet het idee dat we daadwerkelijk door iemand bedankt zijn, en dat zijn we dan ook niet. iemand heeft een onlineformulier ingevuld, en bij nacht en ontij is een slecht betaalde bakker of bloemist op een industriegebied voor ons aan het werk gegaan, en dat overigens ook zonder dat hij of zij het gevoel had iemand blij te maken. 
  Het ethos van de minimale inspanning belooft ons veel, maar het is niet in staat ons te verheffen tot het niveau dat we aanzien en erkenning krijgen voor wat we via een onlinetechnologie hebben gekocht, gemaakt of voortgebracht. Er is een zeker corruptie-effect aan het optreden. Dat ondergraaft de maatschappelijke meerwaarde van technologie op een dubbele manier. 
  We weten allemaal hoe makkelijk het is om iemand een digitale kaart of een verjaardagsappje te sturen. Daarom doet ons dat vrijwel niets. We zijn niet onder de indruk wanneer iemand zoals Doutzen Kroes ons toevertrouwt na een avondje googelen te zijn gestuit op een bepaalde waarheid. We weten alleemaal hoe makkelijk dat uiteindelijk is, en daarom zal iets wat via een onlinetechnologie tot stand is gebracht, nooit echt ons respect kunnen afdwingen. Dat zien we juist omdat we nu die mogelijkheden hebben. Omdat we iemand kunnen appen, merken we hoe waardevol het is wanneer iemand ons bezoekt of een kaartje stuurt. We hebben niet even tussen de bedrijven door vluchtige aandacht gekregen; iemand is echt voor ons gaan zitten. Tegelijk dreigt het grote gevaar dat via onlinetechnologie de standaarden voor wat daadwerkelijke inzet is, definitief en blijvend veranderen. Onlinetechnologie heeft meer dan permanente schade toegebracht aan de fysieke structuren die ze juist zou moeten versterken. Het verjaardagsappen is standaard geworden, zodat we uiteindelijk in het geheel geen kaartjes meer ontvangen, en we zullen van mening zijn dat we geen boeken meer hoeven te elzen, omdat series op Netflix in dezelfde behoefte voorzien, maar dan beter. (pagina 300-302)

Artikel: Filosoof Cees Zweistra legt uit waarom je complotdenkers serieus moet nemen (De Volkskrant, 28 oktober 2021)

Terug naar Overzicht alle titels

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen