vrijdag 21 januari 2022

Anne Sverdrup-Thygeson

Op de schouders van de natuur : hoe tien miljoen soorten onze levens redden
De Bezige bij 2021, 270 pagina's € 21,99

Lenen als E-book via bibliotheek.nl 

Oorspronkelijke titel: På naturens skuldre (2020)

Wikipedia: Anne Sverdrup-Thygeson (1966)

Korte beschrijving
De schrijfster Anne Sverdrup-Thygeson is een bekende Noorse hoogleraar biologie, gespecialiseerd in natuurbeheer, biodiversiteit en insectenecologie. Ze schreef al eerder een veelgeprezen werk: 'Terra insecta : over de fascinerende beestjes die de wereld draaiende houden' (2018)*. In deze paperback beschrijft zij in zeer leesbare teksten de verbondenheid van dier en plant voor de mens en gaat in op de invloed van het vaak desastreuse menselijke handelen. In vele hoofdstukken geeft zij een scherp en fatalistisch beeld over het vaak ondoordachte menselijk handelen, dat het natuurlijk leven ondermijnt en de biodiversiteit en daardoor onze eigen toekomst in gevaar brengt. Uitstekend geschreven en met vele voorbeelden uit de gehele wereld voorzien werk over de tanende biodiversiteit. Van harte aanbevolen. Met uitgebreide inhoudsopgave en bronnenoverzicht.

Tekst op website uitgever
We zijn dieper verbonden met het weefsel van de natuur dan we denken. Miljoenen soorten organismen helpen ons aan voedsel, medicijnen en een leefbare omgeving. In Op de schouders van de natuur laat Anne Sverdrup-Thygeson zien hoe belangrijk al die soorten dieren, planten en schimmels voor ons zijn. Zo neemt ze ons mee naar de regenwouden, waar orchideebijen parfum maken, en naar de loopgraven, waar soldaten schimmels gebruikten als lichtbron in maanloze nachten. We lezen over eeuwenoude bossen met boomsoorten waar we kankermedicijnen aan te danken hebben, en over de ijsvogel die als inspiratie diende voor de Japanse kogeltreinen. Tegelijkertijd waarschuwt ze hoe ons gedrag dit alles in gevaar brengt: de uitbuiting van de natuur ondermijnt ons eigen bestaan.

Vandaag de dag kampen we met een biodiversiteitscrisis waarin diersoorten bedreigd worden en leefomgevingen verdwijnen – een situatie die even urgent is als de klimaatcrisis. Sverdrup- Thygeson betoogt dat we, als we onze eigen toekomst willen veiligstellen, moeten leren samen te werken met de natuur.


Fragment uit 10. De natuurkathedraal - een plek voor grote gedachten

Het beste voorbeeld dat planten kunnen voelen, vinden we bij insectenetende planten die hun ongelukkige prooi compleet opsluiten - en bij mimosa. De mimosa, ook wel kruidje-roer-me-niet genoemd, is een beleefde plant. Zoals de Nederlandse naam al aangeeft, heeft deze plant bladeren die reageren als ze worden aangeraakt. Ik moet denken aan een mimosa die ik zag toen ik met mijn jonge kinderen een boswandeling in een tropisch gebied maakte, een van de keren dat het goed van pas kwam dat ik biologie had gestudeerd. Vooral mijn driejarige kreeg maar geen genoeg van het met de mollige wijsvinger over de bladeren aaien en zien hoe ze zich sloten.
  De mimosa is een van de planten die gebruikt zijn bij een aantal revolutionaire en nog steeds veelbesproken experimenten, waarbij de resultaten uitwezen dat planten zowel kunnen leren als kunnen onthouden. Door een mimosaplant vele malen te laten vallen - een soort bungeejumpen door bloemen - went de plant schijnaar aan de behandeling en sluit die zijn bladeren als reactie, ook al doet de plant dat ook als die op een andere manier met stress te maken krijgt. En dat is nog niet alles, de plant 'herinnert' zich het bungeejumpen nog een hele maand.
  Het zijn geen nieuwe ideeën. Charles Darwin schreef al over de zintuigen bij planten en was van mening dat de worteluiteinden van een plant niet zo vele verschilden van de hersens bij lagere diersoorten. Zijn zoon, Francis Darwin, hield in 1908 een lezing over dit thema bij The Britsh Associaltion for the Advancement of Science. Volgens het artikel in The New York Times, dat de kwestie 'groentepsychologie' noemt in een verslag van een hele pagina met foto's, zorgden deze ideeën voor vele beroering onder de aanwezige, bebaarde wetenschappers.

Daar zij we bij de kern van het probleem aanbeland en tegelijk terug bij af. De mens lijdt aan plantenblindheid, het gebrek om onze met chlorofyl gevulde verre verwanten te zíen, we zijn niet bereid om in te zien wat er achter die groene wand verscholen gaat. Of, zoals een botanicus het onlangs zo mooi verwoordde, we lijden niet alleen aan plantenblindheid, maar aan een alles-anders-dan-gewervelde-dieren-blindheid. Kan de mens het zich wel permitteren om zo bijziend en zelfingenomen te zijn op een planeet die wordt gedomineerd door planten (tachtig procent van het gewicht van al het leven) en kriebelbeestjes (vijfenzeventig procent alle bekende planten- en diersoorten)? (pagina 221-222)

Boeken over onze nieuwe omgang met niet-dieren en dingen

Terug naar Overzicht alle titels


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

De redactie behoudt zich het recht voor reacties te verwijderen